De Middelb. Crt., van gisteren deelt nog de volgende
bijzonderheden mede omtrent de aankomst te Vlissingen:
H. M. Koningin Victoria en de Prinses, hare dochter,
waren aan het dek, toen de Osborne de haven binnen en
aan de ponton kwam. De Osborne was, evenals alles wat
tot het Hof behoort, in rouw gehuld; het fraaie beeld,
dat anders kleurig aan den voorsteven prijkt en de gouden
kabel, die het vaartuig omlijst, waren geheel door rouw
floers bedekt.
Het Koninklijk jacht werd gevoerd door capitain Hol
land en de geheele vloot, waartoe ook nog een derde
adviesjacht behoort Galathea, door kapitein Thomnson.
Te 10 u. 25 m. begaven zich H. M. en Prinses Bea-
trice, met talrijk gevolg en begeleid door de Waterstaat-
en Spoorweg-autoriteiten, door den daartoe ingerichten
gang, die intusschen met tapijten belegd was, naar den
extra-trein, welke zich op den bepaalden tijd, 10 u. 45 m.,
in beweging zette.
Weinig publiek was tegenwoordig, hetgeen voor een
deel zeker aan het late uur behoort toegeschreven te
worden, maar ook voor een deel hierin zijne oorzaak vindt
dat niemand, tenzij men tot het hoogst noodige personeel
behoorde, tot de hal of ponton werd toegelaten en zelfs
den vertegenwoordigers der pers de toegang tot beide
ontzegd was.
Door een der ramen van de hal kon men echter H. M.
aanschouwen. Zij zag er zeer goed uit en was, evenals
Prinses Beatrice, in zwaren rouw gehuld.
In den vroegen ochtend van den 29 dezer wordt de
Osborne opnieuw te Vlissingen verwacht met Z. K. H.
den Prins van Wales aan boord, die de verdere reis naar
Darmstadt per gewonen mailtrein zal vervolgen.
De opmerking van het Vad., betreffende de kosten
gemaakt om te Vlissingen voor de Koningin van Engeland
bij haar doorreize een beschutte doorgang op te richten
tusschen de boot en den trein, vindt bestrijding in het
Hld. Zij toch wijst er op, dat ons vaderland nog niet te
arm is, om met eenige hoffelijkheid eerbied te bewijzen
aan de Koningin van Engeland, als zij landt op onze kust.
Als onze Regeering de Koningin, die in diepen rouw is over
haar jongsten zoon, en naar 't buitenland moet gaan tot herstel
van haar gezondheid, poogt te vrijwaren zoo voor koude
als voor onbescheiden blikken, dan doet ze, meent het Hld,
slechts haar plicht. Wanneer eenige duizenden waren be
steed om H. M. feesten en gastmalen aan te bieden zou
dit natuurlijk zijn gevonden, doch nu men op eenvoudige
wijze der edele Koningin van Engeland zwijgend eere bewijst,
komt er een h. i. ongegronde klacht over „misbruikte
penningen.*
Het bericht, voorkomende in het ochtendblad van
het Handelsblad als zou het geheele Kabinet de porte
feuilles ter beschikking van Zijne Majesteit hebben gesteld,
is, naar wij met zekerheid vernemen volkomen ongegrond.
Alleen moet er sprake zijn van een mogelijke vervanging
van den minister van Marine, die met het oog op zijn
minder goeden gezondheidstoestand daartoe het verlangen
moet hebben te kennen gegeven. (Vad.)
De Leidsche Crt. schrijft:
„De twijfel is opgeheven; de scherpe noordoostenwind
blaast met een grauwe lucht, bijwijlen vallen er sneeuw
vlokken. Terwijl het jonge groen het hout versiert en de
boomen met geopende bloesems overdekt zijn, waarvan die
der vroege peren reeds beginnen te ruien, kan nu het
oude spreekwoord nog best bewaarheid worden: Aprilletje
zoet, geeft nog wel eens een witten hoed. Nu breekt de
koude pas aan, die dezen winter wegbleef, niet kwam bij
het begin van de lente, toen het vee in de weide huppelde,
en zich uitstelde, zoodat menigeen op afstel rekende. Arme
bloemen, die zoo vroeg bloeien, en teeder loof, dat zoo
vroeg uitbotte!
In den nacht van Maandag op Dinsdag jl. moet te
Sappemeer (prov. Groningen) een moord op een 23jarig
jongmensch uit Hoogezand zijn gepleegd. Het lijk van
gevoelens zich in een stroom van tranen lucht gaven.
„Mijn vaderlijk huis," zeide zij innig, „mijn lief vaderlijk huis,
kon ik uw vrede ook hier doen heerschen!"
Van de hulp der huishoudster wilde zij niets weten.
„Ik ben gewoon mij zelve te helpen," antwoordde zij aan de
verbaasde vrouw.
Zij zette zich in hare sierlijke kamer neder en zag om zich
heen het was een zonderlinge huwelijksavond, maar zij begreep
dat ongewone niet. De diepe stilte was haar welkom om over
haar nieuwen toestand na te denken, die toch zoo hemelsbreed
verschilde van hetgeen zij zich daarvan had voorgesteld. Zij
bezat Erwin's bescherming en zijn naam, zijne rijkdommen en
zijne positie, hij wijdde aan haar zijne trouwe zorgen en kwam
haar welwillend tegemoet wat wist zij van een warmer gevoel,
dat zij al deze goederen gaarne er voor gegeven zou hebben,
om dat eene te bezitten, wat hij Nora gegeven had zijne liefde!
Nora Nora! Zij beheerschte den droom van het vermoeide
kind, tot eindelijk de slaap haar in zijne armen sloot.
Hoe lang zij geslapen had op hare zachte peluw, dat wist zij
zelve niet, toen zij den volgenden morgen ontwaaktede prachtige
pendule had men door de drukte vergeten op te winden en ook
Clemence'8 eigen horloge stond om dezelfde reden stil.
In het park bewoog zich nog niets: niets hoorde zij dan de
rusteloos springende fontein en de zwaluwen, die voor haar
venster tjilpten. Geur en frissche lucht drongen de geopende
vensters binnen, de zon baadde zich in den morgendauw en
Clemence, nu ook door het opstaan versterkt, aanschouwde de
plechtige geboorte van den nieuwen dag in eene opgewekter
«temming dan gisteren.
Zij kleedde zich spoedig aan; zij behoefde niet zoolang te
kiezen onder hare eenvoudige toiletten, als Nora. En toch bracht
zij met onschuldige ijdelheid hare rijke lokken met meer zorg in
orde dan gewoonlijk en strekte op eens de hand uit naar een
rood lint, om dit even schielijk en als zich over zich zelve schamende,
weder weg te werpen.
Waarheen zou zij zich nu begeven? Tot Erwinin den
familiesalon naar het park? Ontbeet hij alleen of moest zij
op hen wachten Zij was zeer verlegen, zeer besluiteloos en
opende de deur van haar boudoir. Een prachtig bouquet van
zeldzame bloemen stond in een Venetiaansch kelkglas op het
mozaïktafeltje, voor den kleinen divan. De morgendauw glinsterde
nog op de bladeren en bloemen zijne morgengave.
Zij nam het op met een kloppend hart, beschouwde het van
alle kanten zeker, het kwam van hem; misschien was het
reeds laat, dat hij al op was en er aan gedacht had.
Zij ging naar de zitkamer, waarin een piano stond voor
het eerst bedacht zij het met schrik, sedert zij hier was, dat zij
zoo onwetend en zonder talenten was, dat zij bijna niets kon aan
bieden dan een dankbaar hart, dat hij versmaadde! Maar het
was nu te laat om er aan te denken de tijd was voorbij, waarin
zij schatten had kunnen verwerven, die eenige waarde voor hem
hadden.
Wordt vervolgd.)
flen jongeling is jl. Woensdag door geneeskundigen ge
schouwd en een wond werd aan het achterhoofd opgemerkt,
in genoemden nacht was de jonge man in gezelschap van
twee andere personen, een meisje en een makker van de
gestorvene. Beide laatsten zijn in streng verhoor genomen,
doch dit leidde tot heden tot geen resultaat. Zware ver
moedens zijn gerezen omtrent zekeren A. S. te Sappemeer,
die zwaar geboeid naar het naburige Winschoten is over
gebracht. Men meent aan jaloezie te moeten denken, terwijl
ook in dit treurig geval de sterke drank weêr een hoofdrol
schijnt vervuld te hebben. Nader schrijft men: De naam
van het slachtoffer is Roelf Dijk, oud 25 jaren, van
Kalkwijk, die niet alleen eene wonde aan liet hoofd heeft
ontvangen, maar wien ook de borst moet zijn ingetrapt
door een zekeren A. Smittenberg, die wegens zijn lust tot
vechten reeds herhaaldelijk in handen der justitie is geweest.
Nog schrijft men het volgende: Zooals meestal, is ook
in 't geval van den vermoedelijken moord te Sappemeer,
moeielijk de rechte waarheid te ontdekken. Althans allerlei
lezingen, meer of minder sterk gekleurd, doen de rondte.
Volgens sommigen is de overledene door een ander in
dronkenschap gedood, volgens anderen is hij aan een toeval
bezweken of in den jenever gestikt; zooveel is in elk geval
zeker, dat er ruzie is geweest, en dat de officier van justitie
met twee geneesheeren, die het lijk hebben onderzocht,
termen heeft gevonden om den vermoedelijken dader ge
boeid naar Winschoten te doen transporteeren, naar men
zegt tengevolge van een getuigenis, door een meid afge-
legd, waarmee de overledene dien avond is uitgeweest.
Het gerecht zal nu verder de taak hebben te verrichten
om de schuld of onschuld van den gearresteerde aan 't
licht te brengen.
Maandag a. s. vertrekken HH. MM. de Koning en
de Koningin naar Oranje-Nassau-Oord.
Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te
Haarlem, is jl. Donderdag aanbesteed:
1. Het vernieuwen van het plankier tusschen het Wier-
hoofd en het einde der Jachthaven, behoorende tot de
werken der Rijkszeehaven het Nieuwediep (raming f 30,000)
minste inschrijver de heer R. Kroon, te Buiksloot, ad
f 29,600.
2. Het verhoogen van den buitenberm van het zuidelijk
gedeelte der Pettemer zeewering (raming f36,000); minste
inschrijver de heer J. P. D. Leeflang, te Nieuw Hellevoet,
ad f 34,932.
Te Amsterdam heeft zich een jongmensch, de R.
genaamd, met een actrice „verwijderd," ongeveer 40 mille
van zijn kantoor medenemende. Hij was reeds eenige dagen
weg, toen de heeren F. W., bij wie hij op kantoor was,
tot de ontdekking kwamen, dat hij hij hen voor zulk een
bedrag had opgelicht, zoodat er denkelijk niet veel kans
zal zijn, dat hij nog achterhaald wordt. Onbegrijpelijk
noemt men het, hoe dat jongmensch hij is pas 23 jaar
oud over zulke sommen kon beschikken, te meer daar
men kon weten, dat hij, hoewel niet van vermogende
familie, er een maintenee op nahield en zelfs een equipage
met 2 paarden in de Fransche Manége stalde. Men zegt
nu ook, dat hij zwaar in effecten dobbelde, en handel in
diamanten dreef. Het juiste is echter nog niet bekend.
Van 7 tot 9 Juni zal in den Parkschouwburg-tuin
te Amsterdam een Internationale Hondententoonstelling
der Nederl. Jachtvereeniging „Nimrod" gehouden worden.
Ten einde zich ook toezendingen uit Engeland, Duitschland
en België te verzekeren, heeft „Nimrod" juryleden uit die
landen genoodigd. Onder de prijzen, die ten bedrage van
circa f 4000 werden uitgeloofd, komt ook de Diana-prijs
ter waarde van f 300 voor, die wordt toegekend aan den
hond, die niet alleen op de expositie, maar ook in 't veld
als jachthond aan de gestelde eischen voldoet.
De korporaal v. d. L., wiens militaire kleedingstukken
dezer dagen bij zijne ouders te Amsterdam werden tehuis
bezorgd, is, na afwezigheid van één week, jl. Woensdag
weder bij zijn korps, het regiment grenadiers en jagers,
teruggekeerd.
De Stoomvaart-Maatschappij Nederland keert over
a. p. 2 jcg pCt. uit op hare aandeelen. De Maatsch. Java nihil.
Ook cle Nederl. Amerik. Stoomvaart-Maatschappij kan, vol
gens het jaarverslag, geen dividend uitkeeren.
De Utrechtsche Brood- en Meelfabriek keert over 1883
een dividend van 12 pCt uit.
De winst van de Gasfabriek der gemeente Leiden
bedraagt over 1883: f 36,950.
Voor de opengevallen betrekking van Hoofd der
School te Egmond aan Zee hebben zich 32 sollicitanten
aangemeld.
De dienstmeid K. werd jl. Donderdag door de Recht
bank te *s Hage tot 6 weken celstraf veroordeeld, wegens
het ontfutselen van het zilveren horloge aan J., tijdens
beiden op een bankje aan den Vijverberg zaten.
Het bestuur der Nederlandsche Vereeniging tot be
scherming van dieren heeft het met de tram reizend
publiek opmerkzaam gemaakt op het nadeel, dat de tram
paarden ondervinden door het veelvuldig opnieuw op gang
brengen van tramrijtuigen, en een ieder beleefd, maar
dringend uitgenoodigd, de wagens zoo min mogelijk te doen
stoppen, door niet op elk willekeurig punt op de tram te
stappen of daaruit te stijgen, maar daarvoor zooveel doenlijk
de wisselplaatsen te kiezen, of gebruik te maken van het
stilstaan van de rijtuigen, al moet men daardoor eenige
passen meer te voet afleggen.
De hoofdelijke omslag (zoogenaamde gemeentebelasting)
wordt in de gemeente Gasselte geheven in 28 klassen. In
de eerste klasse betaalt men 125 gulden, in de laagste
50 cents.
Te Ten Boer (prov. Groningen) heeft een landbouwer
in Augustus van 't vorige jaar de proef genomen met het
poten van aardappelen en deze met kaf flink toegedekt.
Dezer dagen had hij het gunstige resultaat van deze
proefneming dat reeds nieuwe aardappelen van zeer goede
kwaliteit en in voldoende kwantiteit gerooid werden.
Men schrijft van Terschelling aan het Hld.:
„Met genoegen lazen wij in de dagbladen, dat de Bonaire
en de Argus weldra zullen uitgaan ter uitoefening van het
politie-toezicht op de Noordzee-visscherij. Dat zoodanig
politie-toezicht noodig is, blijkt uit het afsnijden van een
gedeelte van de beug eens Volendammer visschers den
4 dezer 's morgens om 11 uur Vlieland N.W. De visscher
verloor daardoor niet alleen een groot gedeelte van zijn
want, maar ook de vangst. De schuit, die de schade leed,
is gemerkt V. D. 54; de daders zijn onbekend. Slechts
zelden zal men echter die daders kunnen ontdekken, want
dè beug is wel een uur lang en is het wat buiig, dan kan
men onmogelijk letters en nommers onderscheiden. Zonder
nu aan kwaadwilligheid te denken, kan men wel aannemen,
dat een Eng. kotter in de beug vastraakt en de lijnen wel
moet lossnijden; doch dan is meteen de noodzakelijkheid
gebleken om het recht op de territoriale wateren streng
te handhaven.
Al gedurende ongeveer drie weken komen de vreemde
kotters vlak aan het strand en bederven voor verscheiden
maanden de vangst door 't omwoelen van den grond, het
vernietigen van het aas en het losmaken van de harde
korst, waarop de visschen anders de kuit losschuren."
Zekere J. G., van Sint-Maartensbrug, in de Zijpe,
bevond zich Dinsdag jl. op eene publieke veiling van vee,
„een boêlhuis," in dezelfde gemeente. Hij behaalde eene
som van 36 gulden aan strijk- of trekgeld, en nadat dit
bedrag door hem ontvangen was, heeft hij zich uit de
voeten gemaakt en verzuimd een ander bedrag van ruim
1300 gulden, tot welken prijs hij aankoop gedaan had van
vijf koeien en twee paarden, te betalen.
Onlangs werd in de dagbladen medegedeeld, dat iemand
te Nijmegen bezitter zou zijn van de kist, waarin Hugo
De Groot uit Loevenstein was ontvlucht. Dat het echter
bij het bestaan van meer kisten, die zich op dezelfde eer
beroemen, moeielijk schijnt de identiteit hiervan te bewijzen,
blijkt uit de in 1727 door Casper Brandt uitgegeven
bekende levensbeschrijving van De Groot, waarin op blz. 262
van het eerste boek dienaangaande vermeld staat:
„Ik heb meer dan eens hooren verhaelen dat de kist,
waer mee de Groot was uitgedragen, noch langen tijd na
zijn ontkoming bij zeker lieer van aenzien bewaert is,
versierd met schilderij en dit opschrift: Dees kist heeft
Loevesteiii den Hnigh gelicht. Wat hiervan zij, is mij nooit
recht gebleken, maer wel dat het gemelde koffer, 'tgeen
zijn ouders langen tijd met tedre zucht bewaert hadden,
(na het overlijden zijns vaders en ten tijde van het ver
huizen zijner oude moeder, in het huis van haeren zoon
den heer Willem de Groot) tot groot leedtwezen zijner
bloedtvrinden vermist werd. Ook kon de verloste Grotius
zelf zijn droefheid hierover daerna niet verbergen, maar
schreef aen zijnen broeder, die hem dit vermissen van de
kist had bekend gemaakt, dat het hem speet van het koffer
en leedt was, dat men zoo weinig zorg voor dat bewijs en
onderpandt van de hemelsche gunst jegens zijn persoon ge
dragen had."
Den schilder Agapit Stevens te Antwerpen, die,
zooals men weet, van onze Regeering, bij vergissing, in
plaats van Alfred Stevens, de orde van den Nederlandschen
Leeuw had gekregen, is door het Belgisch gouvernement
de aanneming daarvan geweigerd. Het Nederl. Departe
ment van Buitenlandsche Zaken heeft hem nu het brevet
teruggevraagd; doch hij weigert dit; alleen het kruis, dat
hij toch niet kan dragen, wil hij teruggeven. Hij heeft
gezegd, tot in cassatie te willen pleiten, om te doen be
slissen, dat de decoratie voor hem bestemd was.
Jl. Donderdag ontvingen de volgende Nederlandsche
geleerden te Edinburgh academische eeregraden, naar aan
leiding van het 30Üjarïg bestaan dier academiein de
theologie prof. Beets te Utrecht, en in de rechten: prof.
Asser te Amsterdam, prof. Buys Ballot, te Utrecht, prof.
Bierens de Haan te Leiden, prof. Stokvis te Amsterdam
en prof. Van der Wijck te Groningen.
In hoeverre een zuivere atmosfeer, dus gezonde,
zuivere lucht, in koestallen invloed uitoefent o. a. op de
melkopbrengst is zoo deelt de IJ. Allg. Zt. fiir Landwirthe
mede door cijfers aangetoond in een statistiek der melk
kuur-inrichting te Frankfort. In de uitmuntend ingerichte
stallen, waar 80 stuks Schweizer koeien gehouden en
bijzonder goed gevoed worden, werd in 1879 een ventilatie-
inrichting aangebracht. Hoewel in de voedering van het
vee niet de minste verandering kwam, verkreeg men toch
in 1880, '81 en '82 per jaar en per stuk vee 48 liter
melk meer dan in de drie voorgaande jaren (3705 en 4186
liter melk gemiddeld per jaar van iedere koe).
Het blad voegt hierbij: Dit geldelijke voordeel, door
betere ventilatie verkregen, kan alleen reeds als aansporing
voor onze landbouwers dienen, om voor voldoende frissche
lucht in de stallen te zorgen. Bovendien worden daardoor
verschillende soorten van ziektekiemen onschadelijk gemaakt,
worden de dieren in een gezonde lucht krachtiger en
daardoor minder vatbaar voor ziekten van allerlei aard,
zoodat zij er beter weerstand tegen kunnen bieden, terwijl
eindelijk ook de melk van koeien in zulke stallen vrij is
van onaangename geuren en veel gezonder in het gebruik
dan andere. Prof. Reclam, de bekende beoefenaar der
gezondheidsleer, wil zelfs koeien, die voor zwakke of zieke
personen melk moeten leveren, dagelijks laten wandelen
Zoo ver zijn wij nog wel niet, maar voor gezonde lucht in
de stallen was toch licht zorg te dragen.
De bekende Engelsche geleerde Jolm Lubbock heeft
op grond der proefnemingen, met een zwarten poedel ge
nomen, de mogelijkheid bewezen om, naar de methode
die ten aanzien van de doofstommen door vele onder
wijzers wordt toegepast, honden te leeren lezen. Hij zette
het dier twee schotels voor, een met een kaart er op,
bevattende het woord „voedsel," de andere met een blanco-
kaart. Weldra leerde de hond de twee kaarten onder
scheiden en kort daarna bracht hij de beschreven kaart
aan zijn meester als hij om eten wilde vragen. Lubbock
wierp nu de kaart met „voedsel" onder een menigte
andere en op zekeren morgen bracht het beest negen malen
achter elkander de goede kaart. Op dezelfde wijze leerde
hij hem vragen om „uit" te gaan. En zoo meent hij dat
door langzame vermeerdering van 't getal kaarten met
woorden, de poedel ten slotte alles per kaart zal vragen
wat in een honden-conversatie to pas komt.
Proeve vax ambtenaarsstijl bij 't vak der
Posterijen. In eene gemeente, niet ver hier vandaan,
is op een bord, geplaatst boven een brievenbus, o. a. te
lezen: „De tweede en derde lichting wordt op Zon- en
Feestdagen niet gelicht."
23 ultenland.
In een brief, gedateerd Windsor 14 April, betuigt
Koningin Victoria haar warmen dank aan haar onderdanen
in alle deelen van het Rijk voor de sympathie aan haai
en aan de Hertogin van Albanv betoond bij het overlijden
van haar welbeminden zoon. „Hoewel zeer geschokt door
de vele beproevingen in de laatste jaren," zegt de Koningin,
„zal ik den moed niet verliezen en zal ik trachten zoolang
mogelijk te arbeiden voor het welzijn van het land." De