HELDERSCHE
EN NIEUWEÜ1EPER. COURANT.
Nieuws- eu Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°. 49.
Woensdag 23 April.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BEKENDMAKING.
"postkantoor helder.
VAN HAND TOT HAND.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Trijs der Ad verten tien Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
maakt bij dezen bekend, dat de LIJSTEN DER KIEZERS voor
de Tweede Kamer der Staten-Genernal, dc Provinciale Staten
en den Gemeenteraad door hem op heden gesloten, op nieuw
aangeplakt, en op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter
inzage zijn nedergelegd.
Helder, den 19 April 1884.
De Voorzitter voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de eerste helft der maand Maart.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming.
G. Veenstra, schipper (Selderust) Amsterdam.
Jr. Drunen
S. Rouenraad
Wed. Josseand
Mej. Lydia Philipsen's Hage.
Mej. M v/d BergHaarlem.
J. VersteegNieuwcdiep.
Schipper G. J. Veldhuis
Anna Sprong
C. Harteveld
J. Schilder
Wed. L. Bergsraa
Mej. Maria Heyblora
Briefkaarten .-
C. ArendsAmsterdam.
A. Verhagen HznRotterdam.
Mej. Johanna Timmer
Mcvr.Baggerman vanHouweningen Swerver
Verzonden naar België:
Treseria van GuiseAntwerpen.
Mej. Lisca Meulemans
Van het hulpkantoor Wieringerwoard
Schipper Joh. de WaardtAntwerpen.
Verzonden naar Oost-Indië
J. JagerSamarang.
J. EgeterSocrabaija.
Spanje
M. J. GorterBilbao.
Door GOLO RAIMUND.
{Vervolg.)
Toen zij de laatste deur opende, die op den gang uitkwam,
ontmoette zij juffrouw Rebel, die een zilveren presenteerblad met
verschillende koppen en borden, met goudgele boter en smakelijk
wittebrood, droeg.
De waardige vrouw had haar last. bijna van schrik laten vallen,
toen Clemencc reeds geheel gekleed voor haar stond.
„Is de genadige vrouw reeds op," riep zij ontsteld, «zoo vroeg
en zoo geheel alleen aangekleed. Vergeef mij, dat zoo iets is
kunnen gebeurenhet geschiedde niet uit achteloosheid, maar uit
bezorgdheid. Mijnheer de baron heeft het zelf met mij besproken.
Hij meende, dat het beter zou zijn, uwe rust niet te storen, vóór
gij zoudt schellen en toen beval hij toch weder wat anderseens
voorzichtig te gaan zien, of mevrouw de barones nog niet te
vermoeid was van de reis van gisteren en het ontbijt wellicht
voor het bed verlangde. Ik heb thee, chocolade en koffie, omdat
ik de gewoonte van uwe genade nog niet weet wat verlangt
mevrouw de barones?"
Clemence lachte.
„Wat doet gij eene moeite, beste juffrouw Rebel, ik sta
altijd vroeg op, kleed mij steeds zonder hulp aan en gebruik wat
de ontbijttafel oplevert."
De huishoudster, nog altijd met het zware blad in de hand,
maakte eene neiging en zag vol bewondering het jonge, schoone
wezen aan, dat zoo weinig pretentie had en toch de meesteres
was.
„Mijnheer de baron heeft zich zooveel moeite gegeven ha,
daar is hij zelf,„ viel zij zich zelve in de rede, toen deze in den
gang verscheen.
Hij verbaasde zijne schreden en stak Clemence de hand toe.
„Reeds op?" vroeg hij zichtbaar aangenaam verrast, „en frisch
en wel. Clemence?"
„Zeer wel ik heb eene sterke gezondheid; de slaap maakt
bij mij alles weder goed," zeide zij vroolijk, zijn handdruk be
antwoordende.
Vol bewondering rustte zijn blik op hare schoone gestalte
beschenen door het morgenlicht, na den versterkenden slaap nog
niet onder den indruk van nadeelige invloeden, zag zij er on
eindig bekoorlijker uit dan den rongen avond, toen zij, ver
moeid van inwendigen strijd, met tranen op hare bleeke wangen
en diepe kringen onder hare oogen, voor hem stond.
„En wilt gij nu ontbijten, Cleraerce, alleen, in uwe kamer?
Bij deze vraag keerde hare verlegenheid weder terug.
„Gij moet het zeggen," antwoordde zij, „ik ken de gebruiken
van uw huis nog niet."
"Ik zou denken, dat man en vrouw te zamen moeten ont
bijten," antwoordde hij lachend, „en gewoonlijk in de ontbijt
kamer. Maar daar gy reeds geheel gekleed zijt, sla ik voor,
dat wij den heerlijken morgen genieten en ons buiten op eene
lieve plek neêrzetten."
Hij gaf de huishoudster fluisterend eenige bevelen, legde den
arm zijner jonge vrouw in den zijnen en volgde de huishoudster,
die hen verging, met langzame schreden, zoodat deze weldra
uit hunne oogen verdwenen was.
Toen zij daar zoo voortwandelden, werden zij door een half
dozijn hoofden uit het raam van het sousterrein, waar de be-
üln n enlan a.
Als het even wil, zegt het Rott. N.blad, zullen een
„onhandige" Regeering en een „nalatige" politie er zich
eerlang op kunnen beroemen, dat zij de sociaal-democraten
in Nederland groot hebben gemaakt. Immers, volgens
genoemd blad, wordt een partij van welke niemand notitie
nam, omdat ze niets beteekende en 't zaad dat zij uitstrooide
hier geen wortel schieten wil, thans door iedereen besproken
en is haar orgaan, waarvan nog geen 1000 exemplaren
per week verspreid werden, thans bezig zijn oplaag te
vergrooten, aangezien de nieuwsgierigheid er vraag naar
doet komen. En waaraan danken de sociaal-democraten
dit? Aan den minister van justitie, die rechtspersoonlijk
heid aan de vereeniging weigerde, en aan de politie in de
hofstad en in de hoofdstad, die gedoogt dat de vreedzame
rond vensters van het weekblad Recht voor allen door de
straatjeugd worden gemolesteerd.
Het blad aclit het nog een geluk dat de, „zeker door
alle socialisten hoog gewaardeerde medewerkingdie zij van
politie en Regeering ondervonden," toch geen wasdom kan
geven aan het zaad der socialisten, waarvoor ons land
geen akker heeft.
Het adres, namens het Sociaal-Democratische Bond
verzonden aan de Tweede Kamer, om beklag te doen over
de weigering van rechtspersoonlijkheid, houdt in hoofdzaak
het volgende in
„De rechtspersoonlijkheid wordt geweigerd op gronden
van algemeen belang, maar zeer wijselijk worden die gronden
niet opgegeven, daar ze hoogst moeielijk te bepalen zouden
zijn. Wij meenen dat het algemeen belang eischt dat aan
alle ingezetenen, zelfs aan hen die van hun burgerschaps
rechten zijn verstoken, gelijke rechten voor de wet moeten
worden verleend en vinden het onredelijk om zonder reden
ons te onthouden wat aan anderen wordt toegestaan.
„Indien het waar is, dat in ons orgaan en in de door ons
verspreide geschriften „steeds wordt aangespoord tot liet
plegen van handelingen, die met eene vreedzame uitoefening
van de bij de Grondwet en andere wetten gewaarborgde
rechten niet vereenigbaar zijn," dan komt het ons voor,
dat de Regeering, die toch zorgen moet voor de trouwe
naleving der wetten, reeds lang tegen ons had moeten optreden
dienden het ontbijt gebruikten, nagekeken.
„Wat een schoon paar," zeide de oude koetsier met welge
vallen, „dat moet men zeggen; wijlen dc oude mevrouw zou
trotsch zijn, wanneer zij hen kon zien, want de ritmeester was
toch altijd haar lieveling."
„Maar eenvoudig is de barones toch," zeide de kamermeid
verachtelijk, „zeer eenvoudig. Mademoisellc Josefe, de kamenier,
is veel fraaier gekleed. Ik wed, dat men dc moesselien, die zij
aan heeft, voor tien stuivers de el koopt."
Klaas haalde medelijdend zijne schouders op.
„Alsof het daarop bij voorname lieden aankwam. Die kunnen
dragen wat zij willen, zij blijven toch wat zij zijn. En eene
dame is het, eene echte dame, die het niet in de kleeren zit,
dat kunt gij gclooven. Die behoeft niét bang te zijn, als zij
vriendelijk met iemand spreekt, dat zij van hare hoogte tuimelt
als barones Nora, die iedereen wil doen gelooven, dat zij er op
geboren is.„
„Voornaam kan zij wel zijn," ging de kamermeid voort, „maar,
het is en blijft toch ccne curieuse geschiedenis. Ik heb er den
halven nacht niet van kunnen slapen. Als een bom is de
barones in huis komen vallen en het staat haar ook lang niet
mooi, dat zij ons de bruiloft onthouden heeft."
„Dat is alles zoo mode bij voorname lieden," verzekerde
Klaas. „Gij weet dat nog zoo niet, gij zijt eerst een half jaar
uit den dienst van een notarisklerk."
„Nu er was veel, wat mij daar beter beviel," antwoordde
de meid vinnig. „Als ik eens trouw, doe ik het toch veel liever
als mijne vorige meesteres, dat iedereen het ziet, met zang en
dans en vroolijkheid er bij. Hier weet men ter nauwernood of
het nog vóór of reeds na de bruiloft is, met die vreemde ding1
sighedenvan den baron had ik het in het geheel niet kunnen
denken, dat hij uit louter voornaamheid die mooie, jonge vrouw
zoo moederziel alleen laat in dit wildvreemde huis, opdat nie
mand zou bemerken, dat hij een hart heeft, zoonis de geringere
menschen
Bleek het werkelijk dat hij geen hart had, toen hij, pratende
met Clemence, met haar door den tuin wandeldehet was in
elk gevnl geene „voornaamheid," zooals de kamermeid beweerde,
het ontstond uit den wensch door voorzichtigheid en gematigd
heid Clemence's vertrouwen te winnen en daardoor hare liefde.
Hij keek haar vaak genoeg met heimelijk welgevallen aan en
verheugde zich over hare jeugdige schoonheid, hare eenvoudig
heid en haar diep gevoel, zoo blijkbaar uit zoo menige opmer
king; en toen zij eens helder lachte, zoodat hare kleine, witte
tanden tusschcn hare kersroode lippen te voorschijn kwamen,
werd het hem zelfs warm en wel om het hart, alsof zijne jeugd
terugkeerde.
Hunne wandeling was bijna ten einde de tuinaanleg werd
minder, dc omgeving boschrijker en weldra lag de open plek
voor haar, waar het jachthuis gebouwd was, dat Nora's belang
stelling in zoo hooge mate had gaande gemankt.
Langzaam gleed haar arm uit den zijnen - - even langzaam,
alsof zij droomde, ging zij voorwaarts. De herfstrozen, die om
de geopende deur groeiden, schenen haar uit te noodigen het
vriendelijke vertrek binnen te treden, waar op de met groen
damast bedekte tafel het ontbijt gereed stond.
Hij trok haar met zacht geweld over den drempel; nog altijd
sprakeloos, met de oogen wijd geopend, dwaalden hare verbaasde
blikken van het eene voorwerp naar het andere, elk zoo dier
baar voor haar, elk haar zoo bekend. Zij was hevig ontroerd
en heeft zij haar plicht verzuimd door ons dingen te laten
doen, die niet vereenigbaar zijn met de Grondwet en andere
wetten.
„Door dergelijke weigering randt de Regeering de goede
zeden aan, daar verkrachting van het recht onzedelijk is,
overtreedt zij de wet door toe te laten dat anderen zulks
ongestraft doen en verstoort zij de orde en rust door anderen
in de uitoefening hunner rechten te storen. Maar wij vragen
of het aangaat om een vereeniging rechtspersoonlijkheid te
weigeren voor de toekomst met een beroep op hetgeen zij
deed in 't verleden, voordat zij rechtspersoonlijkheid had?
Mag men aan ons iets weigeren wegens hetgeen buiten de
statuten ligt."
De onderteekenaars eindigen met een beroep op de Kamer
om mede te werken tot het herstel hunner gekrenkte
rechten door het nemen van die maatregelen, die haar het
best zullen voorkomen.
In de Arnh. Crt. wordt protest nangeteekend tegen
de „geurmakerij" der spoorweg-machinisten om met vlie
gende vaart een station binnen te komen en dan plotseling
te stoppen. Die gevaarlijke aardigheid gevaarlijk
vooral wanneer de remtoestel eens haar dienst weigerde
werpt menschen en dieren door elka&r en kan dus
allicht meer of minder ernstige gevolgen hebben. Zoover
wij weten, dient de Westinghouse-rem dan ook om in
oogenblikken van gevaar plotseling te kunnen stoppen,
maar zou de slijting vermoedelijk wel wat heel duur uit
komen als de toestel dagelijks voor alle mogelijke gevallen
in volle werking wordt gesteld.
Door het eten van de vergiftige voorjaarsplant
„Aconitum Napellus" zijn in 't noorden van Friesland
verscheidene schapen plotseling gestorven.
Aan den zeedijk tusschen Oude Schild en Oosterend
op Texel is jl. Vrijdag een vaatje kruit aangespoeld, dat
terstond aan de strandvonderij ter bewaring is gesteld.
De Transvaalsche deputatie zal a. s. Dingsdag en
Woensdag te Parijs vertoeven.
Een schaap van den landbouwer Joh. De Vries, te
Tietjerk, had 5 jongen ter wereld gebracht. Het dier
was evenwel niet bij machte hun allen de noodige melk te
verschaffen. Daarom liet men twee lammeren bij eene
en beefde maar plotseling gaf het geluk haar hare bezinning
weder zij breide hare armen uit en slaakte een kreet van
verrukking.
„Te huis, te huis!" riep zij met tranen in de oogen, „ik ken
mij zelve weder."
Als een dartel kind liep zij van de eene plaats naar de andere,
beschouwde en betastte hare schatten, het kleine herbarium, het
spinnewiel, waaraan het vlas nog hing, door hare vingers ge
sponnen. In eens voelde zij zich verplaatst in den gelukkigen,
onbekommerden tijd harer jeugd en met deze herinneringen
keerde het volle vertrouwen in haar hart terug.
„Erwin, mijn Erwin, dat deedt gij voor mij, zoo dacht gij
aan mij," stamelde zij, „en gij wist niet eens, of ik zooveel
teedere zorg verdiende. Dat was ook niet altijd het geval, maar
van nu aan zal het zoo worden. Hier op deze plaats kan ik
niet anders dan goed en dankbaar zijn
Hij nam haar ontroerd in zijne armen; hij kustte hare oogen,
hare lokken, hij zocht en vond de onschuldige lippen en hier
ontving zijne jonge vrouw sidderend en gelukkig den eersten kus.
Het ongehoorde opzien en de avontuurlijke geruchten door
Erwin's zoo zonderling gesloten huwelijk in het leven geroepen,
waren nog niet verstomd er werd nog slechts in het ver
borgen over gefluisterd, wanneer men elkander verzekerde, dat
er ondanks alles en alles een gekunstelde toestand op Erlenstein
bleef heerschen.
Erwin had de meest bevriende familiën, onder uiteenzetting
der feiten, de waarheid medegedeeld, daarna de huwelyks-aan-
kondigingen de wereld ingezonden en Clemence op de naburige
goederen voorgesteld. Ook Nora was op Erlenstein gebleven,
zonder eenige noodzakelyke reden voor haar blijven, want Erwin's
grootmoedigheid had haar zoodanig bedeeld, dal zij evengoed
eene andere verblijfplaats had kunnen kiezen. Maar zij bleef,
omdat zij de overtuiging bad verkregen, dat haar blyven Cle
mence onaangenaam was; zij bleef omdat hare ijdelheid niet
gelooven kon aan het geluk van een huwelijk, dat gesloten was
geworden zonder raadpleging van Clemence's wil en door Erwin
onder den dwang der dankbaarheid. Zij deed het ook eindelijk,
omdat zij gevoelde, dat zij Clemence in alles verre vooruit was,
omdat het haar een wreed vermaak verschafte, haar in het oo"
van haar echtgenoot en van de wereld in de schaduw te stellen,
Erwin's trots te krenken en Clemence's zelfvertrouwen, dat
bovendien reeds op zwakke grondslagen rustte, aan het wanke
len te brengen.
Zij wendde, om haar verblijf te rekken, het recht voor, dat
haar toestond te blijven, Erica's zwakke gestel, dat de stads
lucht niet goed kon verdragen en eindelijk de stilte van het
landleven, die haar lief geworden was. In dc gezelschappen
gezocht wegens hare veelzijdige talenten; door de mannen be
wonderd om hare schoonheid, vooral nu zij weder vrij was,
ontbrak het haar in de kringen, waarin zij bekend was, aan
geene aanmoediging om te blijven; zulk eene schitterende ver
schijning als Nora, die aan den gezelligen omgang op het land
zooveel bekoorlijkheid bijzette, kon niet gemist worden.
Dat haar blijven aan de goede verstandhouding der beide
echtgenooten zeer weinig bevorderlijk kon zijn, was by hare
vijandelijke en intrigeerende gezindheid niet meer dan natuurlijk.
Het goede zaad, door Erwin's teedere opmerkzaamheden in het
hart van Clemence gestrooid, kon niet ontkiemen onder Nora,s
uitvorschende, spottende blikken, onder zoo menig bitter uur, dat