HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 50. Jaargang 42. Vrijdag 25 April. Uitgever A. A. BAKKER Cz. 36> VAN HAND TOT HAND. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnen 1 an <3.. Nogmaals wordt herinnerd, dat de gelegenheid om de oude koperen centen en halve centen aan de kantoren der betaalmeesters in te wisselen op 30 April a. s. wordt De Koninklijke fabriek van stoom- en andere werk tuigen te Amsteidam heeft in 1883, niettegenstaande een overvloed van bestellingen, een verlies geleden van f 114,608, voornamelijk tengevolge der bekende werkstaking en van de groote concurrentie. Dit verlies zal door verkoop van gronden tot f 25,000 gereduceerd worden. Besloten werd tot het aangaan eener leening van f 1,800,000 tot inwisseling der leening van f 1,100,000 en tot vergrooting van het bedrijfs kapitaal. De heer Van der Made senior is op zijn verzoek als directeur der fabriek ontslagen. De kapitale boerenhofstede „Ooienberg," te Sint- Maartensbrug in de Zijpe, is jl. Maandag middag in den tijd van een kwartier afgebrand. Het was wellicht het frootste huis uit den geheelen omtrek, het eigendom van den eer Paarlberg en bewoond door zijn schoonzoon F. Koning. Een twintigjarige zoon van den heer Paarlberg heeft zich met eene koe aan het touw door een instortenden vleugel van het rieten dak heengeworsteld. Met zijne in vlam staande kleederen is hij toen terstond in het water gesprongen. Toch zijn zijn gelaat, zijne handen en knieën op deernis wekkende wijze verschroeid. Zeven koeien, acht kalveren en een stier zijn levend in den vuurpoel omgekomen. Vele gouden en zilveren kostbaarheden zijn verloren. Woning en inboedel, ook het vee, waren verzekerd. De oorzaak kan moeielijk gegist worden. Volgens een ingezonden stuk in de Nieuwe Vorstenl. moet een 32 jaar geleden een dergelijk geval als dat der Nisero hebben plaats gehad. Een Engelsch schip strandde op Poeloe Engano (ook wel Poeloe Telandjang genoemd omdat de bevolking er in Adams-costuum loopt) en de schipbreukelingen werden naar het binnenland gevoerd. Twee schepen werden door het gouvernement naar genoemd eiland afgezonden om de ongelukkigen op te sporen, die na lang zoeken door de equipage van de Hekla aan de westkust van het eiland werden aangetroffen. Zij verklaarden niets van de inboorlingen te lijden te hebben gehad. Door GOLO RAIMUND. (Vervolg.) Het gevoel van Clemence was niet ontwikkeld genoeg, om de grootmoedigheid op prijs te stellen, waardoor Erwin's gedrag bestuurd werd, eene grootmoedigheid, die voor een gevoeliger hart dan Nora bezat, onverdragelijk had moeten zijn en haar had moeten verdrijven van zijn huiselijken haard. Clemence was nog zoo jong en onervaren langzaam schoot de twijfel wortel in haar hart en drong als een giftige worm door tot de jonge ont kiemende liefde. Op den eersten kus in het afgelegen jachthuis volgde een smachtend verlangen naar zyn vertrouwen en toen dit uitbleef, trok zij zich schuchter terug. Aanvankelijk daarover verontrust, gevoelde hij er zich weldra door gekrenkt. Zou zij, ondanks alle schijnbare vastheid van karakter, toch niets meer zijn dan een grillig kind, dat hij alleen, door de bekoring van zijne eigene ontwakende liefde in een schooner licht zag, een kind, dat hem alleen door hare jeugd en hulpe loosheid bekoorlijk toescheen. Niet opgesmukt door teedere liefde en kinderlijk vertrouwen, kwamen hare gebreken zooveel te duide lijker te voorschijn, en maakten daardoor juist de tegenstelling met Nora zooveel te meer in het oog vallend. En toch was er ook thans nog iets in haar, wat hem onweerstaanbaar aantrok, wat hij vergeefs trachtte te doorgronden, en dat niet alleen zijne zinnen, maar ook zijne gedachten beheerschte. Hij voelde de ontzichbare scheidsmuur, die zich tusschen hen verhief, maar hij wist niet van welken aard hij was, noch hoe hij hem zou kunnen omverrukken, want de oogen zijner vrouw volgden hem zoekend en vragend met een stom verwijt, en hij peinsde over die vraag na zonder in staat te zijn haar op te lossen. Indien de gevaarlijke wonde, die hij in den strijd had opgedaan, hem niet genoodzaakt had zich te ontzien, en de vermoeienissen van het reizen, vooral met spoorwegen, hem niet volstrekt ver boden waren, zoo hij op volkomen genezing wilde hopen, dan zou hij met haar op reis zijn gegaan, dan had hij zich met haar afgezonderd uit den alledaagschen kring des levens, en onder zijne oogen en zijn invloed, met behulp van hetgeen zij zag en in zich opnam, haar geest verrijkt en haar blik verruimdmaar vooreerst had hij nog rust noodig en moest hij zijn gemak houden, zoo hij de laatste nadeelige gevolgen overwinnen en Clemence niet tot last, maar tot steun en bescherming wilde zijn. Soms had hij er een onduidelijk begrip van, dat Nora's tegen woordigheid de steen des aanstoots was, en verwonderde hij zich, dat zij bleef met eene halsstarrigheid, die niet strookte met haar gewonen, fijnen tact. Hij wachite van dag tot dag, dat zij haar besluit zou te kennen geven haar verblijf in de stad te vestigen hij hoopte er met zekerheid op, als het schoone jaargetijde gedaan zou zijn en zij, gehoor gevende aan hare natuurlijke neigingen, het landleven zou ontvlieden. Haar te noodzaken om te gaan haar, de bedroefde en geslagene, de weduwe van zijn Robert, die uit de verte was gekomen aan zijn gastvrijen haard, om leniging te zoeken voor hare diepe smart, door zijn broeder met zijn laatsten zucht aan hem opgedragen onmogelijkDat ware zooveel te minder edelmoedig geweest, nu hij haar eene schuld te vergeven had, en al had hij zich in het geluk van haar kunnen afwenden in het ongeluk nooit! Maar evenzeer als Clemence hem niet begreep, omdat hij zijn Uit het verslag, door het bestuur van het Restaurant Riche te Amsterdam uitgebracht, blijkt o. a. dat van 2 Juni dag der opening tot 31 December 1883 was ontvangen f 191,221.39, opleverende een zuivere winst van f37,408.47. Na afschrijving van 5 pCt. op de eigendommen en inven taris der vennootschap, is de uitdeeling bepaald op f 123 per aandeel van f 2500, of 4.92 pC't. over 7 maanden. De tuinier Jacobus De Krijger te Naaldwijk heeft jl. Dinsdag middag een mandje nieuwe aardappelen, voor Z. M. den Koning bestemd, naar „Oranje-Nassau-oord" opgezonden. Een ingezetene van Amersfoort, die vroeger reeds prachtige kip-eieren verkreeg, heeft weder een kip, welke eieren legt ter zwaarte van 14 en 15 lood. Het dier is ietwat grooter van taille dan een gewone kip en 't is zeer interessant deze verbazend mooie collectie eieren te zien, bepaald extra-ordinair en wellicht zonder voorbeeld in de eierenwereld. Statig zat zij op de kar zoo schrijft men uit Maarheeze de jonge deerne, die zoovele tongen in beweging bracht. Zij mende het paard, hanteerde de zweep en met de ernstige tronie der wereld sloeg zij het oog op de menigte, [die wel wat verwonderd tegen dien gerokten voerman opkeek. Hu hu! riep zij eensklaps tot het paard, en met een sierlijke beweging deed zij het stilstaan voor een huis, waarop met groote letters het woord Vergunning prijkte. Wijl het paard gedrenkt werd, zou onze vrouwelijke voerman ook wel wat gebruiken. Als een echte Noord- brabantsche blauwkiel, gewoon dagelijks 's Heeren wegen langs zijn vrachtkar te bewandelen, zag onze deerne zelfs niet tegen een flinken borrel op; ze pooide zoolang, tot dat hare handen beefden en hare beenen als wankelende voetstukken den romp niet meer konden schragen. De kennelijke staat was daar. De bewoners van het huis zouden echter niet dulden, dat het ongelukkig schepsel werd op- en ingepakt. Het paard werd uitgespannen en de gerokte voerman, die zich te veel ingespannen had, legde men te ruste. Volgens de Amsterdammer zou het onderstaande voorval niet lang geleden in een klein stadje van ons land hebben plaats gehad. hart niet opende voor hare onervarenheid, zoo begreep Nora hem verkeerd, omdat zij niet in staat was zijne grootmoedigheid op prijs te stellen. Toen zij vernomen had, dat hij Clemence getrouwd had onder den invloed van alles beheerschendc omstandigheden, zonder wensch, zonder liefde, en daarna tot het inzicht kwam, dat Clemence nog zwaarder leed onder die onvrijwillige boeien dan hij zelf, omdat zij al het gewicht van dien stap niet had kunnen berekenen, toen had hij haar geantwoord, dat slechts voor hem die gelofte verbindende kracht behield, dat Clemence niet veroordeeld was tot een leven vol ellende aan zijne zijde, maar dat zij vrij zou zijn, wanneer dat leven met hem haar ondragelijk zou worden. Hij vertelde het haar zonder cenige nevenbedoeling, maar in Nora's ziel viel dit woord als eene electrische vonk. Evenals vlammetjes, die nu en dan verdwijnen om later weder voor den dag te komen, eerst elk op zich zelf ontbrandende, om zich later te vereenigen, ontstonden in haar geest de zonderlingste denk beelden, tot deze eindelijk eene vaste, duidelijke gedaanten aan namen. Verre van haar leven binnen de thans getrokken enge grenzen te beperken, wilde Nora zich eene nieuwe, schitterende toekomst openen, waar haar dit slechts mogelijk was, op Erlenstein of elders, waar de bouwstoffen daartoe voorhanden waren. Hier echter lagen zij op haar weg, had zij ze slechts voor het oprapen zou het voor eene natuur als de hare onnatuurlijk zijn geweest, dat zij er naar bukte? Met een geheim genoegen zag zij, met hoeveel verschooning Erwin zijn best deed, Clemence tot zich op te heffen, haar door zijn onderhoud te onderwijzen; dat hij vaak argeloos hare opmerk zaamheden op Nora vestigde als een toonbeeld van zekere, maatschappelijk vormen en verstandelijke ontwikkeling en zij bemoeielijkte zijn streven door eene, slechts voor Clemence merk bare medelijdende minachting, die al den tegenstand van deze fiere natuur in het strijdperk riep. Met in het oog loopenden trots versmaadde en verachtte de jonge vrouw, wat men haar in Nora ten voorbeeld stelde, en zag zij met beleedigende ironie neder op de hulde, aan de zoo zeer bewonderde bewezen, eene hulde, die het eenvoudige kind zoo veel beter op hare echte waarde wist te schatten dan zij, die beweerde zoo veel wereldkennis te bezitten. En Nora gevoelde dit, en wreekte zich, zonder een woord te spreken. Bij elke gelegenheid wist zij het gesprek te brengen op een gebied, waar Clemence het niet kon volgen, waar zy het versmaadde zich door Erwin's hand te laten leiden en steeds verder en verder werden de harten gescheiden, die zoo innig verbonden behoorden te zyn. Wanneer Clemence onder het masker van onverschilligheid of vervelling het gezelschap ontvlood, waar Nora den toon gaf, en zelfs Erwin haar de eerste plaats afstond, dan 'deed zij het om in de eenzaamheid van hare kamer in tranen los te barsten en wanhopiger te weenen, dan zij het aan het graf des vaders of in de pastorie over de liefdeloozc behandeling van mevrouw Teiclimann gedaan had. En nu was het toch aan haar eigen haard, dat zij treurde, en het hart van haar echtgenoot, dat zich voor haar sloot. Zij beminde hem zoo teeder en trouw, met heimelijk verlangen, alleen omdat Nora haar met hare spotternij niet zou doen blozen en hij, hij stelde boven alles de luidruchtige geestigheid van eene vrouw, die niet in staat was de leegte van haar hart verborgen te houden. Als zijn bezorgde blik vol verwijt haar trof te midden der Kort na het optreden van een nieuwen burgemeester, van elders in de gemeente gekomen, brak er een epidemie uit. De burgemeester, die de wet op de besmettelijke ziekten met kracht wilde toepassen, kwam daardoor som wijlen in conflict met zijne gemeentenaren en door dezen met de leden van den Gemeenteraad. 't Bleef niet uit of allerlei seheeve voorstellingen van 't geen hij in den Raad gezegd had, deden de rondte en stelden zijn handelingen in een verkeerd daglicht. Ten einde in alle geval te trachten het publiek daarom trent met meerdere juistheid te doen oordeelen, verzocht hij aan dezen en genen der belangstellenden om in 't vervolg bij de Raadsvergaderingen eens te komen luisteren. Velen beloofden dit; tot dien tijd had, gelijk op de meeste kleine plaatsen, niemand er aan gedacht van dat recht gebruik te maken. Toen de Raad een volgende maal vergaderd was, kwam dan ook weldra een toehoorder min of meer schoorvoetend de Raadkamer binnen. Op de gelaatstrekken van een der raadsleden teekende zich groote verbazing, die in onrust verkeerde, toen on middellijk een tweede en derde en spoedig een dozijn personen binnentraden. Eerst werd zijn buurman aangestooten en toegefluisterd, toen richtte hij zich met een barsch gezicht tot den veld wachter en toen deze zich niet verroerde, waagde hij 't eindelijk den voorzitter met angstige gebaren op het onge hoorde feit attent te maken. Toen deze de schouders ophaalde en eindelijk op een verbeten vraag: maar mag dat maar zoo? bedaard ant woordde: ja zeker! stond het achtbare lid der vergadering met diepe verontwaardiging op, greep zijn hoed en, verwoede blikken rond zich werpende, schreeuwde hij het lachend publiek in de oorenZoo, mag dat tegenwoordigmag ieder hier maar binnenkomen om ons af te neuzenzoo zoodan wil ik maar liever weggaan. Een ongeluk komt nooit alleen. Dit ondervond een visch- en kaaskoopman uit eene naburige gemeente van Eindhoven op eene gevoelige wijze. De man had nog een kleine rekening met moeder justitia te vereffenenhij begaf zich op weg naar het huis van bewaring te Eindhoven om gezellige genoegens, die Nora in het leven wist te roepen, en bij welke Clemence steeds meende op den achtergrond geschoven te worden, dan kookte en bruischte het hevig binnen in haar; dan was het haar vaak, of zij zich in zijne armen moest werpen en hem smeeken: „trek uw mijner toch aan, ik ben zoo verlaten. Schenk mij toch uw vertrouwen, uwe liefde, zooals gij mij beloofd hebt; het zijn voor mij zulke dierbare goederen." Maar het was of Nora de gave geschonken was in dat arme, gepijnigde hart te lezen onder haar medelijdenden, spotachtigen glimlach werd de hoog opgaande vlam temedergedrukt als het ware, om niets dan bitterheid achter te laten. Het gevaarlijke spel, door Nora tusschen de beide echtgenooten aangewakkerd, had een even nadeeligen invloed op beider stemming. Te vergeefs was het, dat Erwin zich afvroeg, wat er toch wel geschied was onder zijne opmerkzame oogen, dat er zulk eene klove tusschen hen kon ontstaan zijn, en beleedigd en verwaarloosd, zooals zij meende te zijn, keerde Clemence, evenals in de pastorie, met den rouw in het hart, terug tot de gewoonten van hare kindsheid; hond en paard werden hare stomme, onafscheidelijke gezellen. Het spreekt van zelf, dat Erwin haar vergezelde op lange tochtenhet was niet meer dan natuurlijk dat bij zulke gelegen heden hunne harten, van den dwang bevrijd, nader tot elkander kwamen. In den zadel zoo veel zekerder dan in de salon, onder Erwin's oogen zoo veel vrijer dan onder de onderzoekende, albe dillende blikken der menigte, was zij weder het vroolijke, opge ruimde kind der bosschen, vol bekoorlijke frischheid en vertrouwe lijkheid. Maar Nora liet haar slachtoffer niet los; met schijnbaar onbaatzuchtige bewondering vestigde zij de oogen der mannen op die stoutmoedige amazone; zij deed den mannelijken smaak der jonge vrouw, die elke vrouwelijke bezigheid versmaadde, zoo sterk mogelijk uitkomen, om daardoor te beter eene tegenstelling te kunnen maken met wat het hoogste sieraad eener vrouw behoort uit te maken. Zij organiseerde wedrennen en drijfjachten, om Clemence tot het middelpunt te maken eener hulde, die door het ongedwongene en opwekkende der uitspanning duidelijker werd te kennen gegeven, dan Clemence wel aangenaam was. Ontsteld en in verwarring gebracht, keerde zij tot zichzelvc in was het dan werkelijk onvrouwelijk, zooals mevrouw Teichmann zeide, dat men het durfde wagen, haar op zoo geheel andere wijze hulde te betoonen dan Nora? Hare schoone vijandin had haar, op vleienden, licfkozenden toon, als altijd, „blauwkousje" genoemd, en ofschoon Erwin, voor het eerst verbolgen, luide protesteerde, bleef die naam toch in stand. „Wat doet zij wel den ganschcn dag, „Daar zij niet spinnen en naaien mag?" zong Nora's heldere, zuivere stem, op een toon, die haar ver legenheid bracht cn niet kon nalaten de blikken der mannen op haar te vestigen. Erwin was er niet bij, anders had Nora het niet gewaagd en het geplaagde kind kon niet klagen over een onschuldig lied, waarvan zij mogelijk alleen in de prikkel baarheid van haar hart de ware bedoeling begreep. Maar hare liefste uitspanning was nu toch bedorven. In het binnenst van haar vrouwelijk gemoed getroffen, ontzegde zij zich een genoegen, dat verkeerd kon worden uitgelegd, omdat het haar aan andere vrouwelijke talenten ontbrak, om in de tegenover gestelde schaal te werpen. Niet onmogelyk, dat hare gedachten in dit opzicht met die van Erwin overeenstemden; de rijtoertjes werden beperkt, de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1