van katoenpittenmeel aan kalveren, liet vleesch van deze
dieren een roode kleur verkrijgt. Is deze ervaring ook
elders in ons vaderland opgedaan Kan men deze nadeel en
van overigens uitmuntend krachtvoeder niet voorkomen?"
Men schrijft ons van Texel, dd. 30 April jl.:
„Tengevolge eene gemeenteverordering van 1863, waarvan
het eerste artikel luidt, dat zonder toestemming van burge
meester en wethouders niemand eene geregelde wagendienst
mag daarstellen, heeft de ondernemer Kikkert zijn nieuwen
dienst tusschen den Burg en het Oude Schild, na twee
dagen reeds moeten staken, in afwachting dat de benoodigde
concessie hem zal worden verleend."
Tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
in het hoofdkiesdistrict Nijmegen (vacature-Van Nispen) is
gekozen de heer J. Kolkman (katholiek) met 1328 van de
1717 stemmen. De heer mr. Most (liberaal) had 309.
Jl. Zondag avond omstreeks 8 uren ontstond door
een onbekende oorzaak brand bij den landman J. B., in
den Waarlandspolder, gemeente Haringkarspel. De vlam
men breiden zich zoo snel uit, dat nauwelijks de kinderen
gered konden worden. Van den inboedel is niets gered,
en daar het gebouw voor de brandspuit onbereikbaar was,
is het tot den grond afgebrand. Eene dienstbode bij den
landman A. K., mede aldaar woonachtig, die verleden
week bij den brand van den heer P., in de Zijpe, reeds
hevig was geschrikt, is thans door den tweeden schrik
plotseling dood gebleven.
Maandag middag omstreeks 3 uren brandde aan den
Middenweg te Heer-Hugowaard de woning en de winkel
van den metselaar M. d. V. tot den grond toe af. De
oorzaak is onbekend.
Te Oudkarspel is jl. Dinsdag het vierjarig zoontje
van den landman K. de Vet, in een onbewaakt oogenblik,
in het water geraakt en niet dan levenloos op het droge
gebracht. Spoedig aangebrachte geneeskundige hulp mocht
niet meer baten.
H. A. Devers, voormalig boekhouder in het kleeder
magazijn van den heer Oostmeijer, is gisteren door het
Gerechtshof te Amsterdam schuldig verklaard aan het hem
ten laste gelegde misbruik van vertrouwen, door het ver
duisteren van f 1200 ten nadeele dier firma, en deswege
veroordeeld tot een celstraf van een jaar en betaling van
eene geldboete van f 300 (subsidiair 1 maand celstraf).
Hij werd vrijgesproken van de hem te laste gelegde valsch-
heden in koopmansboeken.
Een Amerikaan uit Attica heeft door tusschenkomst
van mede een Amerikaan en den heer A. F. De Goede
uit de Purmer tegen hooge prijzen fokvee in Noordholland
laten opkoopen. Jl. Dinsdag zouden de landbouwers hun
vee afleveren te Purmerende en aldaar tevens geld te ont
vangen. De neef, die het geld ten bedrage van f 30,000
te Amsterdam op wissels had geïncasseerd, is. na grove
verteeringen gemaakt te hebben, met de rest van het geld
verdwenen. De heer De Goede ontving Dinsdag het vee
en heeft Woensdag morgen de leveranciers uitbetaald. Per
telegraaf werd naar Attica om raad gevraagd, waarop
onmiddellijk het verzoek aan den heer De Goede volgde
om het kapitaal voor te schieten, waaraan ook is voldaan.
De politie doet ijverige nasporingen, doch tot heden te
vergeefs.
Yoor de Russische leening is voor ongeveer 20 maal
het gevraagde bedrag ingeschreven. Te Amsterdam is,
volgens de Amsterdammer, voor negen millioen p. st.
ingeschreven.
De Standaard zegt, reeds terstond onze expeditie
naar Tenom, die terugkeerde zonder de bemanning van
de Nisero, mede te brengen, een échec genoemd te hebben.
Dit is haar destijds bijster euvel geduid. Toch treft eene
tuchtiging dan alleen doel, als men den weêrspannige
dwingt om zijn verzet op te geven en niet, wanneer de
gekastijde een eind verder het land inloopt en zijnen
tuchtiger uitlacht. Reeds in zoover schoot dus de tuchti
ging tekort. Maar staat het nu vast, dat men niet ging
om dappere daden te doen en ook niet om te tuchtigen,
doch uitsluitend om de bemanning van de Nisero terug te
halen, dan blijkt het toch wel allerduidelijkst, dat Tenoms
expeditie niet alleen geen succès had, maar tot een zeer
ernstig échec leidde. Immers, niet alleen dat de manschap
van de Nisero niet is uitgeleverd, maar wij zijn van veel
slechter conditie geworden dan wij vóór de expeditie waren.
Vooreerst toch kreeg ons prestige een knak, doordien het
bleek, dat Tenom ons tarten kan zonder dat wij het den
Radja kunnen beletten. Ten tweede doordien dit voorval
aan den geest van verzet in Atchin weder een steunpunt
biedt. En ten derde doordien heel Europa en Amerika
van dit voorval weet en wij, die naar Atchin togen en ons
gaan naar Atchin gerechtvaardigd hebben, door te zeggen
Uwe kansen verminderen in geenen deelein het gunstigste geval
worden zij eens zoo goed, want voor u blijft, in geval ge daarin
met uw onafhankelijk vermogen nog lust gevoelt, nog altijd de
kans over, meesteres op Erlenstein te worden. Overleg het eens
met u zelvebedenk wel, dat gij met dit plan niet uw eigen
geluk, maar dat van vreemden bevordert, en dan zal uw besluit u
niet moeielijk vallen."
Zij scheen in nadenken verzonken en zeer zenuwachtig; zij
scheen het, zeg ik, want zij is veel te geslepen, om niet reeds
voor lang haar besluit genomen te hebben. Voor ons is het
hetzelfde wat daarna geschiedt het geldt hier alleen het welzijn
van Clemence, het arme, opgeofferde kind. Met het vermogen,
dat ik aan Nora afsta, staat voor haar, de schoone vrouw met
haar wegslependen geest, de geheele wereld openzulk eene vrouw
moet van niemand afhankelijk zijn. Zij zal met den steun, dien
ik haar aanbood, onder de bescherming onzer familie, niet zoo
dwaas zijn, hare toekomst aan Erwin te verbinden, aan dit
mengsel van pedanterie en heerschzucht. Wellicht verhoort zij dan
den armen Ernest, die dol is van verliefdheidwant zij was het,
die hem zoo lang in Italië vasthield, toen hij door den naam op
het dwaalspoor gebracht, daar het spoor van Clemence meende
gevonden te hebben. Zij was toen verstandig genoeg, niet naar
hem te klisteren, want ik vermoed, dat hij haar zijne hand heeft
aangeboden toen zij weduwe was. Maar thans nu hare
vooruitzichten zooveel beter worden wie weet Ernest is een
schoon man, op en top een cavalier, die de kunst verstaat, de
harten der vrouwen te veroveren. Bij de geringe keus van
mannen hier buiten, moet hij wel onvergelijkelijk schijnenMaar
zij moge doen wat zij wil als zij ons Clemence maar teruggeeft."
Zoo eindigde ons onderhoud, zij stond op en zeide lach
niet, Jeanne, zoo als ik bijna zou gedaan hebben, dat zij
het in Gods hand overgaf. Ik liet niet na, haar te ver
zekeren, dat het ook mij heilige ernst is en dat ik dan mijne
dankbaarheid jegens God niet beter te kennen zou weten te geven,
dan door mijne belofte te houden en haar door het vermogen
zijner zuster terug te geven, wat haar vader onthouden was. Zii
kuste mijne hand, ik sloot haar in myne armen en zoo was de
zaak afgehandeld.
„Atchins Sultan belet niet genoeg het afloopen van schepen
en eins daaraan moet Nederland een einde maken," nu zelf
met beschaamde kaken staan, als onmachtig om dit kwaad
te keeren.
Of het tot eene Engelsche interventie leiden zal, is nog
niet uitgemaakt. Maar ook zonder dit uiterste der ver
nedering is 't échec van Tenom dan nu toch duidelijk genoeg.
Althans wel zoo duidelijk, dat men zich afvraagt, waarom
men ditmaal gedecoreerd heeft op eene telegrafische
dépêche, zonder zelfs de officiëele rapporten af te wachten
van den man, die deze expeditie heeft gecommandeerd.
De Vorstin van Waldeck-Pyrmont is gisteren middag
te 12 uren uit Engeland te Amsterdam aangekomen. Zij
werd door de Koningin van Zweden en haar gevolg aan
het station afgehaald, en logeert bij II. M. in het Amstel-
Hötel, alwaar zij eene week zal vertoeven.
De Amsterdamsche bladen melden als een merk
waardig teeken des tijds, dat een schoenpoetser jl. Dinsdag
aan de bezoekers der Amsterdamsche beurs rozekleurige
adreskaarten uitreikte, waarop te lezen stond:
S i 1 v a i n,
Décrotteur-Artistique.
Membre Honoraire de 1'Académie des Décrotteurs.
Abonnements par Semaine 15 Cents.
Bureau de 2 3$ heures: Dam prés de la Bourse.
3£ 5 Effecten Sociëteit.
Le Samedi et les Jours de Fête les Bureaux sont fermés.
De volgende opmerking, voorkomende in de Kerkel.
Crt van 26 Juli 1856, verdient, volgens een schrijver van
een ingezonden stuk in de Pr. Gr. Crt, ook thans nog wel
opmerking.
„Aangezien de berichten aangaande beroepen of beves-
tigingen van predikanten en dergelijken gesteld worden
met ostentatie en woordenpraal, die meermalen aanleiding
gaf tot spotten met het leeraarsambt, ja met de godsdienst
zelve, achtte, in 1816, de commissaris-generaal voor de
Herv. kerk het noodig bij dispositie van 11 Juli van dat
jaar te bepalen dat de redactie van die berichten, en de
Boekzaal, eenvoudig en zoo beknopt mogelijk moeten zijn,
op deze wijze:
„Onze leeraar dsvan hier naarberoepen zijnde,
heeft die beroeping in beraad genomen de beroeping
aangenomen of voor dezelve bedankt.
„Op heden werd dsvantot ons overgekomen, in
den heiligen dienst bevestigd door dspred. temet
de woordenDe bevestigde heeft zijn intrede gedaan,
daartoe tot tekst nemende
„En zoo andere berichten naar evenredigheid."
Mocht de synode, aldus wenscht deze inzender, „met
menig ambtsbroeder," bovengenoemde bepaling van den
C.-G. vernieuwen en toepassen, om meergemelde berichten
voortaan te plaatsen in het officiëele gedeelte der Kerkel. Crt.
Sack's universeel-ploeg in Rlmenië. Onlangs
heeft de bekende heer Rud. Sack, te Plagwitz-Leipzig, met
de Regeering van Rumenië een contract gesloten voor de
levering van 280 stuks van zijne ploegen. Van deze zal
in elk der 26 prefecturen 1 ploeg aan 10 zulke landlieden
worden uitgegeven, die zich door zorgvuldigheid bij het
ploegen reeds hebben onderscheiden. Het doel van dezen
maatregel is, de algem.eene invoering van verbeterde land
bouwwerktuigen voor te bereiden en zooveel mogelijk te
bespoedigen.
Een veelbelovende toekomst. „Begrepen?
Tot je een-en-twintigste jaar in een huis van opvoeding
en verbetering, om je het stelen af te leeren. Begrepen?"
„Maar ik ben pas tien jaar oud en ik kan dus niet
veroordeeld worden." „Hóe weet je dat zoo?" „Het
Wetboek zegt het." „En wie heeft je gezegd, dat het
Wetboek dat zegt?" //Mijn kameraad, die bij mij was,
toen ik heb gestolen, en aan wien ik de portefeuille heb
overgereikt." „En hoe oud is die kameraad?"
„Vijftien jaar." „Vertel mij dan eens, hoe dat is toe
gegaan." „Luister, ik zal het u vertellen. Als men
geldbeurzen wil stelen, vooral in de kerken, dan gaat men
met z'n tweeën of drieën kameraden te zamen uit. We
letten op de juffrouwen, die een aalmoes geven, als de
„Sac.restano" door de kerk gaat om de penninkjes te innen
één der juffrouwen houden we heel bijzonder in *t oog en
zien terdege goed toe aan welke zijde, rechts of links, zij
haar portemonnaie in den zak steekt. Wanneer de „signora,"
op wie we het gemunt hebben, de kerk uitgaat, dan loopen
één of twee onzer, „bij ongeluk" in het gedrang met een
vaart tegen haar aan, of we stooten haar met den elleboog
zoo, dat zij zwenkt naar den kant, waar we haar hebben
moeten om de portemonnaie te pakken. Terzelfder tijd
plaatst zich één van de jongens, die niet ouder dan tien
jaar is, aan de tegenovergestelde zijde der juffrouw, en
Het heet nu: wachten en geduld! Maar ik zal hier niet
wachten in dezen kleinen kring, waarin het mij schier te benauwd
wordt; mijne zending is vervuld. Ik heb mij doen beloven, dat
Erwin Clemence in het voorjaar tot ons brengt; vóór dien tijd
mag hij niet reizen. Of hij haar brengen zal of het lang zal
duren!"
Ik zie, dat mijn brief bijna een boekdeel is gewordenvoor u
moet het interessant zijn, al is het geen kloosterlectuur. Maar
als gij uw kind ziet, uw schoone kind, dat zoolang geene moeder
heeft gehad, dan zult gij met haar terugkeer en, waar zij hare
plaats zal vindenin de wereld.
Overmorgen vertrek ikvan hier begeef ik mij rechtstreeks
naar Dresden: Ernest zal mij vergezellen, maar niet tot Parijs;
hij wil den winter in Berlijn doorbrengen en het is mij niet
moeielijk te raden, waarom. De schoone toovenares, die hem aan
een zekeren draad houdt, geeft hem geen grooter speelruimte.
En nu, vaarwel; Nacy trippelt om mij heen om mij te kappen;
het wordt hoog tijd, dat ik mij kleed, want wij moeten afscheids
bezoeken afleggen. Met groet en kus, Uwe moeder."
Met eene peinzende uitdrukking hield Nora den brief, waarvan
zij het geheim geschonden had, in de hand, tot eindelijk een
zegevierende glimlach zich om hare lippen plooide. Zij kon
tevreden zijn met het portret, dat de gravin van haar ontworpen
hadhet hinderde haar bijna niet, dat zij in de kaart gekeken
was, want immers, zij werd daarom niet veracht. Zoo goed en
afgerond had zij haar plan nog niet overzien als in dat oogenblik,
ook niet hare gunstige kansen, want zy wist niet, in hoeverre
de gravin te vertrouwen was. Maar nu was zij zeker en dit
maakte haar te stoutmoediger.
Met twintigduizend francs rente kon men doen wat men wilde,
en graaf Frésange behoorde tot die mannen, die zelfs voor koele
vrouwen gevaarlijk kunnen worden als zij haar verstand niet op
de wacht zetten. Tot nu toe was het een geheim spel geweest,
de belofte der gravin kon er wel eens ernst van maken. Het
zou liaar geen smart veroorzaken, als zij in het schitterende Parijs
aan zijne zijde leefde, dat Erwin voor den tweeden keer, en dan
voor altijd, eenzaam en verlaten op Erlenstein achterbleef.
{Wordt vervolgd.)
terwijl deze zich wendt naar de kameraden, die haar op
drongen en stompten, zoodat zij het evenwicht verloor, en
hen uitscheldt voor: „mascalzoni," „malcreati," „birbanii,"
„diavoli," enz., laat de tienjarige zachtjes de hand glijden
„in den zak en neemt de portefeuille of portemonnaie."
„En zoo heb je het dan gedaan?" „Precies zoo, mijnheer!
Die andere, van vijftien jaar, heeft me gezegd: de porte
feuille moet jij stelen, je bent nog maar tien jaar en kunt
daarom door de rechtbank tot geen straf veroordeeld
worden, en ik zal de rest doen; je geeft me daarna de
portefeuille en we zullen eerlijk deelen." Zóó ongeveer
luidde het gesprek, dat zeer onlangs in een der politie-
bureaux te Turijn gehouden werd tusschen een van de
hoofdbeambten der prefectuur en een knaap van tien jaren,
die als dief van een beurs met eenig geld was aangehouden
door politie-agenten, even buiten een kerkgebouw, en die
veroordeeld werd om tot zijn 21ste jaar in een huis van
opvoeding en bewaring te mogen logeeren.
Fl. BI. deelt aan een hypochondrist de volgende
overpeinzingen mede van een ervaren arts, over de zes
verschillende wijzen waarop een zieke weder gezond kan
worden
1. De zieke stuurt niet om den dokter en wordt
toch gezond
2. De zieke stuurt om den dokter maar de dokter
komt niet en de zieke wordt gezond
3. De zieke stuurt om den dokter de dokter komt
maar schrijft niets voor de zieke wordt gezond!
4. De zieke stuurt om den dokter de dokter komt
schrijft wat voor de zieke laat het echter niet klaar
maken en wordt gezond
5. De zieke stuurt om den dokter de dokter komt
schrijft wat voor de zieke laat het klaar maken
neemt het echter niet in en wordt gezond!
6. De zieke stuurt om den dokter de dokter komt
schrijft wat voor de zieke laat het klaar maken
neemt het in en wordt somtijds ook gezond
Buitenland.
Een telegram uit Havana meldt, dat jl. Dinsdag te San-
José eene buskruitfabriek in de lucht is gevlogen, waardoor
in al de omringende woningen de gasmeters sprongen. Het
aantal der bij deze ramp omgekomen personen is nog niet
bekend, doch reeds zijn vele lijken uit de puinhoopen te
voorschijn gehaald. In de fabriek bevonden zich op het
oogenblik der ontploffing twintig soldaten en één officier.
Het arsenaal en de omringende gebouwen zijn sterk beschadigd.
Te Xanten in de Rijnprovinciën geraakte jl. Zondag
tijdens de godsdienstoefening de sluier in brand van een
der meisjes die haar eerste communie deden, zoodat in een
oogwenk een heldere vlam boven haar hoofd uitsloeg.
Een vreeselijk gegil en in het volgende oogenblik
vloog de geheele schaar van 240 kinderen in onbeschrijfe
lijke verwarring door de kerk, gedeeltelijk de brandende
waskaarsen van zich afwerpend. Het was bijna ongeloof
lijk, dat daardoor geen nieuwe onheilen ontstonden. Door
de tegenwoordigheid van geest van een der kerkgangers,
die het arme kind den sluier aftrok, werd het meisje van
een anders wissen dood gered. Zij kwam er ditmaal met
den schrik en ecnige pijnlijke brandwonden af.
De te Portsmouth in aanbouw zijnde nieuwe cavalerie-
kazerneis j l Maandag ingestort, waarbij verscheiden werk
lieden (of liever soldaten van het strafbataillon, die als
zoodanig dienst deden) onder het puin bedolven werden.
Men slaagde er echter in allen te redden, doch 12 hunner
en 2 opzichters hadden vrij ernstige verwondingen bekomen.
Te Brooklyn (New-York) is zekere Adams gevlucht,
die er sedert twee of drie jaren met twee medeplichtigen
zijn werk van maakte, quasi-echtscheidingen ten uitvoer
te brengen. De goedgeloovige lieden gaven hem voor
100 dollars hunne zaak in handen en hadden zich verder
met niets te bemoeien. De edelmoedige Adams zorgde
voor het proces, de advocaten enz. Alle redenen, ook die
welke de wet volstrekt niet erkende, waren afdoende om
binnen korter of langer tijd eene bij verstek gedane uit
spraak naar den zin der partijen te verkrijgen. In het
geheel heeft Adams 200 paren „gescheiden" en niemand
kan zeggen, hoeveel personen zich dientengevolge te goeder
trouw aan bigamie of zelfs polygamie hebben schuldig
gemaakt.
Een paard, dat dienst doet als brievenbode, moet in
het bezit zijn van een kolonel te Westburg, in den Staat
New-York. Het dier is achtien jaren oud en eet genade
brood. Maar eiken morgen komt het, nauwkeurig op den
bepaalden tijd, bij den kolonel, deze hangt het een tasch
op den rug, en het oude paard gaat dan, geheel alleen,
regelrecht naar het postkantoor. Daar neemt de beambte
de brieven uit den tasch als die er zijn, steekt de brieven
en couranten voor den kolonel er in, en de viervoetige
bode keert daarmee onverwijld naar zijn meester terug.
Benoem 1 n gen, enz.
Tot lid van het college voor de zeevisscherijen is o. a. herbenoemd
de heer IJ. Strikwerda.
Aan den kapt. ter zee W. Steffens is, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als lid van den Raad van Tucht voor de koop
vaardij, en is als zoodanig benoemd de kapt. ter zee G. Kruijs
te Amsterdam, voor den tijd van drie jaren.
De luit ter 2de kl. E. E. Dulleraond, uit Oost-Indië terugge
keerd, is op non-activiteit gesteld.
Bij het korps mariniers zijn toegekend voor 24 en 12jarigen
dienst:
de zilveren medaille aan den korporaal L. De Wolf en de
marinier lste kl T. J. Van Noord
de bronzen medaille aan den sergeant G. M. Dellerip, dc
mariniers lste kl. P. W. Witsche, A. H. Kok, P. Kuiper en
2de kl. A. Akkerman.
De tot kapitein benoemde lste luitenant W. J. Harms, van
het 8ste regiment infanterie, is ingedeeld bij de lste compagnie
van het 5de bataillon lste regiment infanterie alhier.
V lsoliberloUton.
De beugers hadden jl. Dinsdag en gisteren weing vangst en
dezelve bestond voor de schelvischvisschers uit 30 tot 150 schel-
visschen, die f 16 a f 22 't honderd, en 8 HO kabeljauwen,
die f 1.it f 1.85 't stuk golden.
De rogvisschers hadden van 20 tot 80 roggen, die 39 it 48 c.
't stuk opbrachten. Een vijftigtal Heldersche vletten houden zich
met de rogvisscherij aan de kust op; ze verdienen daarmede
gemiddeld een goed weekgeld, wat menig huishouden hier goed
te stade komt.
Dinsdag en gisteren werden geen tongen wegens windstilte
aangebracht; heden morgen wel (doch weinig groote) en slechts
1 groote tarbot, die f 12.50 gold. Scholletjes variëerden van
f 2.75 tot f 5.per mandje, naar gelang der grootte. Scharren