HELDERSCHE
EN jNTIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884 N°. 55.
Jaargang 42.
Woensdag 7 Mei.
41> VAN HAND TOT HAND.
..Wij huldigen
het goede."
Verscliijut Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
w franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertenticn: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Grootc letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Brieven uit de hoofdstad.
(Slot.) 1 Mei.
De Amsterdamsche korenkoopers zijn deze week óók aan
't verhuizen geweest, maar klagen steen en been dat ze 't
zoo slecht getroffen hebben in hun nieuw kwartier. Ook al
een gevolg van de beursquaestie, eerste en tweede editie
Na beslechting van de beursquaestie No. 1 zou het Damrak
gedempt, de korenbeurs afgebroken, en op het gedempte
Damrak een nieuwe beurs gebouwd worden voor alle
vakken van handel, dus ook voor de korenkoopers. Deze
zouden dan inmiddels tijdelijk hun intrek nemen in een
houten hulplokaal achter de tegenwoordige beurs op den
Dam. Doch volgens de tweede editie der beursquaestie
werd de plaats voor de nieuwe beurs alsnog in het onzekere
gelatendoch intusschen was het Damrak gedempt en zou
de korenbeurs toch worden afgebroken. En nu zijn de
korenkoopers verwezen naar het hun toegezegde hulplokaal,
dat veel te klein en te ongeriefelijk is en waar ze een
voudig geen zaken kunnen doen. Dat deze heeren over dit
alles niet zeer gesticht zijn, laat zich begrijpen: zij zijn
eigenlijk in deze geschiedenis de dupe's geworden. Waar
de nieuwe beurs nu precies komen zal, weet nog geen
sterveling te zeggen; maar intusschen is het halve Damrak
dicht gemaakt en worden de graankoopers naar een onge
schikte houten barak verdreven. De eenige, die er wel
bij vaart, is de slooper der korenbeurs; volgens contract
moest hij het zink van het dak aan de gemeente terug
geven, doch in plaats van zink vindt hij er lood, zoodat
hij geen zink behoeft te restitueeren en het lood voor zich
zelf houdt. Dit buitenkansje pleit echter niet voor liet
doorzicht van den stedelijken ambtenaar, die het contract
opmaakte; hij had behooren te weten, dat onze soliede
vaderen nog verstoken waren van de voordeelen der tegen
woordige wijze van bouwen. Zink gebruikten zij voor hunne
kachelplaatjes en keukenemmers; maar hunne daken en
goten belegden zij met lood, hoe zwaarder hoe beter. Toen
besteedde men meer aan het lood voor een perceel, dan nu
aan het bouwen van een geheel huis.
Kort nadat het plan tot vervanging van de oude beurs
op den Dam zijn beslag kreeg, bezweek ook een soort van
Door GOLO RAIMUND.
(Vervolg.)
Onder andere omstandigheden zou Erwin zijne vrouw uitge-
noodigd hebben hem te vergezellen, thans evenwel was de breuk
reeds te groot, zoodat hij het niet raadzaam achtte, het haar voor
te stellen. Zy stond er sprakeloos bij, toen Nora den knecht
bevelen en vermaningen gaf, om toch goed voor den baron te
zorgen en met een snellen blik aan al die gemakken dacht, voor
welke Clemence reeds lang in stilte hare bevelen had gegeven,
zonder dit echter zoo luidruchtig te doen blijken.
Eerst toen hij weg was, toen zij hem niet meer zag en zijne
stem niet meer hoorde, ontlastte zich de spanning, waarin zij ver
keerd had, in een weldadigcn tranenvloed. Zij gevoelde zich
verlicht en toch verlatenhet was haar, of zij iets verloren had
en zij glimlachte droevig en vond zichzelvc kinderachtig -
zij had immers niets bezeten.
Zij zag om zich heen in de prachtige vertrekken, die hij voor
haar had l&ten inrichten; zij beschouwde peinzende de kunstwerken,
die ze versierden, de vazen en statuetten, de schilderijen langs
de wanden, de prachtige boeken op tafels en consoles. Als een
hoon scheen haar deze pracht in vergelijking met de verwoeste
hoop haar levens eene armzalige poging om haar schadeloos
te stellen voor hetgeen hij nooit kon noch wilde geven.
En zij zij verlangde naar hem; zij dacht soms nog aan
hem met de dwaze hoop van een kind, dat aan wonderen gelooft.
Dien avond en de volgende dagen bracht zij door bij Erica,
om het kleine meisje en daarmede ook zichzelve te verstrooien.
Nora, ofschoon moeder, had volstrekt geen geduld en slag zicli
met kinderen bezig te houden en kon met geenc mogelijkheid
kinderlijk met hen omgaan. Zij verveelde zich blijkbaar in de
stilte, die nu om haar heen heerschte, ofschoon zij zulke rijke
gaven des geestes bezat, die juist de eenzaamheid vaak zoo wenschelijk
doen schijnen. Maar zij was beminnenswaardiger tegenover Clemence
dan vroeger zij had immers geen reden de verzorgster van
haar kind te bestrijden of haar te storen in het werk der liefde,
dat haar te lastig was; er was ook niemand tegenwoordig, in
wiens oogen zij de jonge vrouw behoefte te vernederen. Zy ging
zelfs zoo ver, dat zij op de piano speelde en met hare heerlijke
stem eenvoudige liederen zong, waarnaar Clemence met smartelijke
verrukking luisterde, zonder evenwel hare gevoelens in woorden
te openbarenzy las haar den een af anderen roman van onze
moderne klassieken voor niet op dien overdreven toon, die
Clemence in de schaduw stelde en haar ergerde, maar met de
natuurlijkheid van iemand, die met eene andere, even begaafde
als zij, eene gemeenschappelijke uitspanning zoekt.
De vurige begeerte haar gelijk te worden in beschaving des
geestes, maakte zich van de ziel van Clemence meester; meer dan
ooit leerde zij de talenten op prijs stellen, die haar ontbraken.
Hun bezit toch alleen was de sleutel, waarmede zij de harten kon
ontsluiten, de band die anderen aan haar kon boeien niet
lichamelijke bekoorlijkheid alleen.
Het was in de schemering van den vierden dag, dien de beide
vrouwen in wapenstilstand doorbrachten, dat Nora, onder voor
wendsel van hoofdpijn, nog eene wandeling in het park wilde
.maken en Clemence met zekeren nadruk de zorg aanbeval over
het kind, dat in de kamer speelde.
Het was een warme avond in April, maar het kind moest
genootschap of vereeniging, die nog met hare jongste reor
ganisatie in verband stond. De ook buiten Amsterdam
misschien niet geheel onbekende Vereeniging Vervroegd
Beursuur" is dezer dagen aan verval van krachten over
leden. De naam was afschuwelijk leelijk, maar had de ver
dienste van duidelijkheid. De verandering van den beurs-
tijd, die eenige jaren geleden een uur vervroegd werd,
deed een op zich zelf loffelijk plan ontstaan. De kantoor
bedienden, die door deze wijziging 's avonds meer vrijen
tijd kregen, zouden zich aaneensluiten en een Vereeniging
sluiten, die onderlinge ontwikkeling en gezellig verkeer
ten doel had. In den beginne ging dit ook tamelijk goed
en had „Vervroegd Beursuur" zelfs een wetenschappelijk
tintje, omdat professoren en geleerde specialiteiten er een
paar maal het woord voerden. Doch spoedig nam het
gezellig verkeer de overhand op de onderlinge ontwikke
ling, feestjes en pretjes werden schering en inslag, de
meer serieuse leden bedankten de een na den ander, en
„Vervroegd Beursuur" kwijnde weg als een teringlijder.
De oorzaak van haar dood bleef dan ook voor niemand een
raadsel.
Maar wel is het een raadsel, welk onderwerp onzen
Gemeenteraad gisteren avond twee uren lang in geheime
zitting bijeenhield, zoodat de openbare vergadering eerst
te 10 uren, zegge tien uur, geopend werd. De dynamiet-
fabriek? De concessie voor een Vechtwaterleiding, die,
naar men zegt, door de Duinwater-Maatschappij niet zal
worden aangenomen? De beursquaestie, die a. s. Woensdag
in behandeling komt? Ik en weet het niet! Misschien
werd er ook nog wel een voorbereidend debat gevoerd
over het soep-adres der sociaal-democraten, dat vervolgens
in de openbare zitting werd besproken en verworpen
met algemeene stemmen op één na. De heer Kerdijk was
natuurlijk verplicht tegen de afwijzende voordracht te
stemmen, omdat hij nu eenmaal de heer Kerdijk is, doch
zijne motiveering was zwak en zwevend. De geheele
discussie, gelukkig slechts kort durende, leverde geen
nieuwe gezichtspunten op; de Raad was volkomen een
stemmig in het gevoelen, dat de gemeente in geen geval
een taak mag op zich nemen, die uitsluitend op het gebied
der particuliere of kerkelijke liefdadigheid tehuis behoort.
zich nog in acht nemen voor het minste tochtje, waarom Clemence
beval, dat men het vuur in den haard zou aanmaken.
De knecht, wien dit opgedragen was, nam met de sintels, wat
ineengefrommeld papier uit den haard, dat hij daarna op den
kolenbak legde, terwyl het kleine meisje nieuwsgierig stond toe
te kyken.
„Wat een mooien brief!" zeide zy, terwijl zij een der papieren
uit elkander draaide, „een heuschelijko brief, waarmede men
brievenbesteller kan spelen, zooals onlangs, toen gij de besteller
waart en mij dien brief met bonbons bracht. Aan Erica van
Tromberg stond er op weet gij het nog, tante Clemence?"
„Ja, lieveling, maar hier zijn er geen in hij komt uit den
kachel en is vuil. Geef hier, Erica."
Zij nam het kind het papier af; het was een telegram. Werk
tuigelijk streek zij het glad; het was aan Nora, van dicnzelfden
datum en bevatte niets dan de woorden;
„Heden avond om acht uur in hot jachthuis. E."
Hare oogen staarden op het papier daar stond het onver
biddelijk en onloochenbaar; het was haar of zij tevens Nora's
hoonende lach hoorde. Het bloed steeg naar hare hersenen, maar
haar hart sloeg langzaam, uiterst langzaam het was een oogen-
blik van weldadige bedwelming.
De hand van het kleine kind bracht haar tot het leven terug.
„Slaapt gy met open oogen," zeide het lachende,,, evenals de
haasjes?"
Zy schrikte bij de aanraking en streek met beide handen het
gitzwarte haar uit haar voorhoofd, alsof zij daardoor eene andere
richting wilde geven aan hare gedachten.
„Ja, ja, kind," zeide zij met eene bevende stem, „ik heb lang
met open oogen geslapen maar nu ben ik ontwaakt!"
Zij liet zich op den eersten den besten stoel nedervallen en
bleef eenigen tijd onbewegelijk en stilzwygend zitten, gedachte
loos in het vuur starende, welks vlammen op het tapijt groote
lichtstrepen wierpen.
Dus was het toch waar, dus werd zij toch ellendig verraden.
En dit had hij kunnen doen, hij, tot wien zij opzag als tot het
ideaal van al wat groot en goed was, en wien zij in al hare
smart en al hare verlatenheid bemind had. Nog altijd had zij
zich gevleid met de troostrijke gedachte, dat hij overwinnend zou
te voorschijn treden uit den kamp, dien hij dagelijks met zijne
zoete herinneringen en zware verzoeking streed eindelijk waren
de gedachten in woorden overgegaan en stond zijn woordbreuk
eeuwig tnsschcn hem en haar. Hoe lang reeds misschien en hoe
voorzichtig was dit misdadige spel reeds gespeeld, dat zij het
slechts in de verste verte had kunnen vermoeden. Het kasteel
hadden zij niet tot de schouwplaats van hun verboden geluk
durven maken de oogen der bedienden, die Clemence aanbaden,
zouden te gevaarlijk voor hen zijn geweest, maar dat hij het
jachthuis koos, die dierbare plaats van de heiligste, reinste her
inneringen harer jeugd, de stilte getuige van hare eerste ontwa
kende liefde, van een oogenblik van gelukzaligheid, als een
onopgelost raadseldat was het, wat haar hart met toorn
vervulde.
Haar bloed, dat een oogenblik had stilgestaan hernam spoedig
zijn ouden loop en bruiste nu, alsof het den verloren tijd wilde
inhalen, woest en onstuimig door hare aderen, zoodat de zwartste
gedachten elkander opvolgden en verdrongen. Zij was als
bedwelmd, het eene denkbeeld vergetend, terwijl het anders weder
ontkiemde. Zij schelde om Nora's kamenier, wie zij Erica toe
vertrouwde, en snelde, aan eene duistere opwelling gehoor gevende,
Maar wat al gesproken en geschreven woorden zijn er
verspild, om die eenvoudige waarheid toe te lichten of te
bestrijden!
Heden 1 Mei zijn ook ten kantore der Kasvereeniging
de inschrijvingen opengesteld op de 5 pCts. hypothecaire
geld leening ad f 1,800,000 ten behoeve van de instand
houding der Kon. fabriek van stoomwerktuigen alhier.
Wordt de leening niet volteekend, dan zal de fabriek
liquideeren en.... wordt haar personeel van 1000 man
ontslagen. Het is dus zeer te wenschen, dat die liquidatie
worde voorkomen, maar ik heb menig deskundige twij
felend de schouders zien ophalen als ik hem zijn opinie
vroeg. En als men dan eens rekent, dat de Amsterdam
sche Omnibus-Maatschappij, een leeningje van millioen
openstellend, voor 28 millioen zag ingeschreven, dus 56
maal het gevraagde bedrag. Men moet maar gelukkig
•wezen! Amstelaar.
Binnenland.
Naar wij vernemen zullen van af den aanvang van den
zomerdienst (20 dezer) de reizigers, die van de stations
van Helder tot Uitgeest naar Amsterdam reizen, niet meer
te Uitgeest behoeven over te stappen. In de richting naar
Haarlem zal overgestapt moeten worden.
Volgens bij de redactie der Zeepost ontvangen tele-
graphisch bericht van Madera, gedagteekend 2 Mei, is
Zr. Ms. stoomschip Atjeh gerapporteerd, als het eiland
St. Helena te hebben gepasseerd.
De Kweekschool voor Zeevaart te Leiden is gedu
rende de maand April met ruime en 30tal jongens vooruit
gegaan. Hun aantal aldaar bedraagt thans weder 100.
Per mailboot der Maatschappij Zeeland worden heden
morgen uit Engeland te Vlissingen verwacht Prins Christiaan
en Prinses Carolina Mathilda van Sleeswijk-Holstein, die
per aansluitenden exprestrein de reis zullen voortzetten
naar Berlijn.
Bij de jl. Vrijdag gehouden verkiezing van hoofd
ingelanden voor den polder Wieringerwaard werden gekozen
de heeren C. J. Blaauboer Sr., P. Schoorl, aftredende
leden, en A. Kaan Kz. in plaats van C. Kaan Rz.
naar het donkerste gedeelte van het park.
Ook Erwin had den sleutel van dit huisje, dat steeds zorgvuldig
gesloten werd gehouden, omdat het, in het uiterste gedeelte van
het park gelegen, zoo dicht aan het bosch grensde zeker was
hij met de gedachte aan dit uur van hier vertrokken, en had hij
den sleutel medegenomen.
Zij liep snellioc meer zij de plaats naderde, des te sneller
zij liep. De lucht was intusschen betrokken en er viel een zachte
motregen; het ruischen der boomen, die om het huisje stonden,
verhinderde, dat hare schreden gehoord werden.
Daar lag het, stil en donker voor haar; van buiten waren de
vensters gesloten, maar door de reten drong een lichtstraal naar
buiten. Haar hart klopte onstuimig en luide, alsof zy bezwijken
zou onder de harde slagen. Zou zij zich aan hem vertoonen en
hem dwingen zich voor haar in het stof te werpen niet van
berouw maar van schaamte?
Langzaam trok zij hare hand, die zij reeds uitgestrekt had,
terug; haar overviel plotseling een gevoel, een brandende smart,
alsof niet hij, maar zij zelve van hare hoogte was nedergebonst.
Neen, neen, met eigen oogen wilde zij zijne vernedering niet
aanschouwen; er was eene andere wraak, waarmede zij hem kon
treffen: Nora!
Met eene woeste vreugde hield zy de gedachte vast, die met
de snelheid van den bliksem door haar brein schoot. De liefde
en de toorn eens mans zijn anders dan die eener vrouw; terwijl
zijne wraak de trouwelooze treft, keert de haat der vrouw zich
tot hare mededingster. En Nora was meer nog dan eene gelukkige
mededingster, zij was eene listige, wreedaardige vijandin; haar
geheele leven tegenover de wereld was één doorloopende, onge
hoorde leugen.
De blinden der beide vensters waren gedurende den winter,
wanneer het huisje slechts zelden werd bezocht, door twee ijzeren
dwarsstangen gesloten, die van binnen niet geopend konden worden.
De sleutel was zorgeloos in het slot blijven steken wie zou
ook in deze duisternis, op dezen regenachtige avond, zoo vor zijn
afgedwaald en waarschijnlijk had men er van binnen de knip
wel opgedaan.
Nu beefde de kleine hand, toen zij die uitstrekte om deu
sleutel nog eens in het slot om te draaien en dien daarna eruit
te nemen.
Een zacht geruisch werd binnen hoorbaar en de oogen van de
anders zoo zachtmoedige, verradene vrouw gloeiden vau wilden
triomf. Het was eene zeer zware eikenhouten deur, aan ont
komen was dus niet te denken. Nog eens wierp zij met inge
houden adem een laatsten blik op haar werk, waarna zij zich
door de lange, vochtige lanen van den tuin naar het kasteel
spoedde. Hare haren waren doornat en hare laarsjes met slijk
bemorst, maar zij lette er niet op. „Weg, weg van hier," schreeuwde
eene stem in haar binnenste, „weg van dit schouwtooneel mijner
rampen."
Zij wist immers uit zijn eigen mond, dat by haar vrij zou
laten, indien zij zich ongelukkig gevoelde en kon zy nog onge
lukkiger worden, dan zij zich in dit uur gevoelde?
En immers, zij was niet geheel verlateneene moeder strekte
verlangend de armen naar haar uit, het hart eener moeder bood
haar eene toevlucht aan. Mocht deze ook eens gedwaald hebben,
de lange boete en de liefde tot haar kind hadden haar gelouterd
de ongelukkige eu de berouwhebbende konden tezamen gaan.
Zy schelde hare kamenier en beval haar zoo spoedig mogelijk
eenige zaken bijeen te pakken, voldoende voor eene reis van