Het vergunningsrecht bracht te 's Hage in 1883
f 55,400 op tegen f 57,275 in 1882.
Reeds sedert eenige dagen worden te Blankenham
de lammeren bij grootc hoeveelheden en met graagte tegen
hooge prijzen, gemiddeld togen f9 per stuk, opgekocht.
De landbouwer K., te Grave, verliet jl. Maandag
middag met een kar, beladen met varkens, waarvoor een
ezel en waarop hij en zijn vrouw hadden plaats genomen,
de markt te Uden. Toen men buiten het dorp was ge
komen, sloeg een bliksemstraal op de kar, ging langs den
linkerarm en het been van den man en doodde den ezel.
De vrouw, hoewel geen letsel bekomende, was zoo ver
schrikt, dat zij met haar man in het gasthuis te Uden is
opgenomen. De toestand van den laatste moet zorgwek
kend zijn. De varkens werden niet getroffen.
't Is thans definitief bepaald, dat H. M. de Keizerin
van Oostenrijk gedurende zes weken te Amsterdam zal
vertoeven onder behandeling van dr. Mezger. Reeds
jl. Maandag morgen te half negen bevond de Keizerin zich
in het Amstel-Hötel, waar zij een bezoek bracht aan de
daar thans vertoevende Vorstelijke personen. Tijdens
Hr. Ms. verblijf zal de Keizerin dagelijk tweemalen bij
dr. Mezger komen.
Die haar jl. Maandag morgen zag, de rijzige vrouw in
een doodeenvoudige bruingele ulster, een chapeau chasseur
op de losjes gekapte haren, plaats nemende in een open
huurrijtuigje met één paard, zou zeker niet gedacht hebben
voor zich te zien H. M. Elisabeth Amalia Eugcnie,
Keizerin van Oostenrijk, Koningin van Hongarije, Boheme,
Dalmatië, Croatië, Slavonië, Galicië, Lodomirië en Illvrië;
Koningin van Jeruzalem; Aartshertogin van Oostenrijk;
Groothertogin van Toskane en Krakau; Hertogin van
Lotharingen. Salzburg, Stiermarken, Karinthië, Oarniole,
Bukowina; Grootvorstin van Transylvanië; Markgravin van
Moravië; Hertogin van Hoog- en Laag-Silezië, Modena,
Parma, Piacenza en Guastalla, van Auschwitz en Zator,
van Teschen, Frioul, Ragusa en ZaraGravin van Habsburg,
Tyrol, Kvburg, Goritz en Gradisca; Prinses van Trente
en Brixen; Markgravin van Hoog- en Laag-Lusace en
Istrië; Gravin van Hohenembs, Feldkirch, Bregenz, Son-
nenberg, enz., enz. Naast haar nam een even eenvoudig
gekleedde hofdame plaats, bij den koetsier een bediende
zonder liverei, en zoo reed die hohe Frau ongemerkt langs
Amstel's grachten.
De Keizerin is eene Beiersche Prinses, dochter van
Maximiliaan .Toseph, Hertog in Beieren, zooals de Beiersche
Vorsten van den niet-regeerenden tak worden geheeten.
Zij zag 24 Dec. 1837 het levenslicht en huwde 24 April
1854 met den Keizer van Oostenrijk. Uit dit huwelijk
zijn drie kinderen gesproten, n. 1.de Aartshertogin Gisela,
gehuwd met Leopold, Prins van Beieren; Rudolph, Kroon
prins, gehuwd met Prinses Stephanie van België, en de
Aartshertogin Maria Valerie, die uit Heidelberg thans te
Amsterdam wordt verwacht. Hr. Ms. jongste dochter werd
22 April 1868 geboren.
De Keizerin bracht Dinsdag een bezoek aan Zaandam.
Gisteren werd hare dochter, de Aartshertogin, te Amsterdam
verwacht. Het Doelen-Hotel zal dan geen andere logés
bevatten, zoodat het als Paleis der Keizerin mag worden
aangemerkt. Gedurende het verblijf der Vorstin aldaar
zullen de leden der Keizerlijke familie haar komen bezoeken.
Ook Keizer Frans Jozef wordt over eenigen tijd daar ter
stede verwacht.
Wegens het overlijden van de Keizerin-weduwe Maria
Anna heeft H. M. den rouw aangenomen.
De gisteren te Amsterdam gehouden algemeene ver
gadering van de Xederlandsche Vereenigir.g ,,het Rundvee
stamboek'' was door ongeveer 150 personen bezocht. Het
leden-aantal, dat vooral in Noordholland en Friesland zeer
is toegenomen, bedraagt 993, terwijl het getal ingeschreven
runderen verdrievoudigd is en thans 835 beloopt. Uit deze
cijfers blijkt de toenemende bloei der Vereeniging en volgt,
dat de landbouwers het belang van inschrijving beginnen
in te zien, nu het Stamboek buitenslands zooveel crediet
jongmensch, met een langen, zwarten knevel, die Franseh en
Duitsch sprak, en het met den grenscommies afmaakte. Zij liet
haar pakje onder opzicht van den vreemdeling nazien en wilde,
toen dit gedaan was, juist weder het bewijs en den sleutel van
haar koffer in de goedgevulde portemonnaie doen, toen zij tot
hare ontzetting bemerkte, dat zij dien in het gedrang kwijt was
geraakt.
Met moeite bedwong zij hare tranen. Wat moest zij beginnen,
zoo geheel alleen, zonder de taal te kennen, zonder middelen om
een nieuw kaartje te koopen
Maar de vreemdeling kwam haar te hulp. Hij maakte zich
aan haar bekend als de heer Bertot uit Parijs, verzocht haar,
zich aan hem toe te vertrouwen, en vooreen nieuw kaartje voor-
loopig over zijne beurs te beschikken.
Met een dankbaar hart nam zij dit aanbod aan; maar reeds
deze eerste schrede in de wereld had haar doen zien, hoe weifelend,
hulpeloos en onervaren zij was. De vreemdeling nam in dezelfde
coupé met haar plaats; zij beproefde hare oogen te sluiten, maar
zij kon het niet; door haar geslotene oogleden heen gevoelde zij,
dat zijn blik op haar rustte met eene uitdrukking van ongeoor
loofd verlangen, die haar vrees aanjoeg. Toen zij het hoofd
weder oprichtte en daarmede haar voornemen te kennen gaf niet
te slapen, knoopte hij een gesprek aan. Hij vernam, dat zij
naar de gravin de Frésange wilde, dat zij hare kleindochter was
en baronnesse van Trom berg heette.
Zij het nu, dat de vreemdeling het ongeloofelijk vond, dat
eene vrouw van hnre jeugd en stand in de maatschappij, die de
taal des lands zelfs niet verstond, zonder eenige bescherming of
voegzaam geleide, zulk eene verre reis kon ondernemen, of dat
hij minder achting koesterde voor hare blijkbare onervarenheid
of' het gemis van een doelmatig geleide, genoeg, zijne oplettend
heden begonnen hoe langer hoe vrijer te wordenhij zeide haar
vleierijen, die haar deden ontstellen. Het was blijkbaar, dat
hij haar niet aanzag voor hetgeen zij was, en hij meende een
galant avontuur op het spoor te zijn, waarmede hij zijn voordeel
kon doen.
Nu eerst werd haar toestand radeloos. Moest zij om hulp
roepen maar haar roepen zou door het geweld van den trein
overstemd worden, en hoorde men haar ook, zij kon geene andere
klachten inbrengen dan over blikken en woorden, die haar
beangstigden. Een paar stations voor Parijs steeg zy uit, met
haar kleine reistasch in de hand en maakte den conducteur
begrijpelijk, dat zij op haar kaartje eene plaats verlangde in
eene coupé waarin dames waren.
Haar weusch werd -vervuld; ze steeg in, tweede klasse, waar
juist eene bejaarde vrouw en een jong meisje bij het raampje in
een levendig gesprek gewikkeld waren. Men liet haar voorbij
en sloeg geen acht op haar, maar zij kon van hare plaats in
het midden der coupé zien, dat haar reisgenoot op het perron
zoekende heen en weder liep.
Wordt vervolgd.)
heeft, dat vreemde kooplieden daarmede gewapend de beste
runderen aan de stallen duur opkoopen.
De jaarrekening sloot met een voordeelig saldo van
f 1310; het saldo van de begrooting voor 1884 is op f 8335
geraamd. Een voorstel, om het Stamboek in het Engelsch
te vertalen, werd verworpen. De heer Breebaart is herkozen,
de heer J. Van Doorninck uit Deventer gekozen als
bestuurder.
De heer II., sedert meer dan 40 jaren burgemeester
en secretaris der gemeente Alphen en Riel, is, naar men
bericht, eergisteren nacht met de noorderzon vertrokken,
zonder orde op zijne zaken te stellen. Vele landbouwers in
die gemeente, die hem hunne gelden hadden toevertrouwd,
moeten er de slachtoffers van zijn.
Aan de algemeene politie-verordening voor de gemeente
's Gravenhage is een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
„Het is verboden zich op de lijkkoetsen elders dan op de
zitbank te plaatsen." Deze maatregel strekt om een einde
te maken aan hetgeen wel eens voorkwam, dat namelijk de
van de begraafplaats terugkeerende lijkkoetsen beladen zijn
met bedienaren der begrafenissen.
MarK.us do Dooper.
Markus junior placht het als volgt aan zijn zoon te
vertellen:
„Zal ik je zeggen, mijn zoon, hoe mijn vader. Markus
Rosenbaum, zoo rijk is geworden in zijn antiquiteitenhandel?
Weet je hoe? Doopcn kon hij. Had hij gekocht eene
oude schilderij voor een paar t/ialer, wat meen je dat hij
deed? Hij doopte het oude stuk, en dan was het een
Rubens als de geschilderde vrouwen heel dik waren, en
het was een Titiaan als zij heel geel waren. Dat hebben
de lui geloofd, en een mooien prijs hebben ze hem betaald.
Eens stonden er in zijn magazijn vijf Meissener porse
leinen beeldjes, die de vijf zinnen voorstelden, weet je?
prachten van vronwtjes. De eene keek in een spiegel,
en dat was het gezicht; de andere beet in een appel, en
dat was de smaak; de derde rook aan een bloem, en dat
was natuurlijk de reuk; de vierde drukte een kleinen
jongen aan haar hart, en dat was het gevoel; en de
laatste had eene viool in de hand, dat was het gehoor.
Daar komt de Fransche gezant binnenstappen en hij
vraagt naar den prijs van de vijf beeldjes. Mijn vader
zaliger vraagt er voor vijf Louis d'or-, toen ging het alles
bij Louis cLor in den kunsthandel. Wat zegt nu de
Fransche gezant? „Monsieur Markus/ zegt hij, „aan mijne
collectie van de vieux Saxeontbreekt juist het époque
van de jigurcttes-, ik wil er maar één hebben om te reprê-
sentcr die periodeik zal nemen de dame met den spiegel/
„Excellentie/ zei nu mijn vader zaliger alle gezanten
zijn Excellenties „als ik toch die beeldjes niet van
elkaar kan scheiden; de vijf zinnen zijn het en ik zou
me laten afnemen mijn schoonste zintuig, het gezicht? Wat
doe ik er meê zonder gezicht?
De Franschman lachte en zei: „Nu goed, ik geef u voor
het beeldje twee Louis d'orik moet het hebben." Nu,
vader zaliger had niet meer betaald dan twee Louis d'or
voor alle vijf; hij laat hem er dus het beeldje voor, omdat
hij geen gekibbel met Frankrijk wou hebben.
Kort daarna komt de bankier Ippelberger en zegt
„Markus, mijne vrouw wil een beeldje op het buffet; ik
zal nemen de vrouw met den appel; wat kost dat?"
„Waarachtig als God, ik kan de vier beeldjes toch niet
van elkaftr scheiden?" zegt vader zaliger, „het zijn de vier
jaargetijden, die moeten bij elka&r blijven; wat meen je
dat ik u kan geven alleen mijn herfst? Zie je, Ippelberger,
(hij noemde hem maar familiaar Ippelberger, omdat hij
geld bij hem belegd had), zie je, dat mooie vrouwtje, dat
aan de bloem ruikt, is de le n te, het andere met het naakte
jongentje is de zomer, als het zoo warm is, het derde,
dat gij hebben wilt, is de herfst, en het vierde met de
viool, is de winter, als er muziek gemaakt en gedanst
wordt."
„Voor wat zou ik vier beeldjes koopen/zegt Ippelberger,
als mijne vrouw er maar één wil hebben. Om dan
kort te gaanIppelberger heeft betaald voor den herfst,
die eigenlijk de smaak was, twee Louis d'oren blij toe
was hij.
De kunstkooper Isaak van der Wit, uit Amsterdam, had
in last voor een verzamelaar een Meissener porseleinen
beeldje uit den tijd van omme en bij de 1760 te koopen,
en zoodra hij de drie beeldjes gezien had, wou hij er een
hebben en wel het vrouwtje met het jongentje. Wat zei
vader zaliger? „Die beeldjes behooren bij elka&r, ik kan
ze niet bij 't stuk verkoopen het zijn Geloof, Hoop
en Liefde." Wat weet een Hollander, die van onze natie
is, van de drie Christelijke deugden? Kort en goed, eindelijk
heeft mijn vader gezegd: „Geef me twee Louis d'or voor de
„liefde" en je hebt ze. Ik word tod; te oud om in de
liefde veel pleizier meer te vinden is. En de Hollander
heeft het beeldje genomen.
Nu zei vader tegen de twee laatste beeldjes: „Ochtend
en avond zal jelui voortaan heeton."
Het duurde niet lang of er kwam een Engelschman, die
volstrekt den „ochtend" wou koopen, omdat die op zijne
vrouw zaliger geleek. Maar mijn vader zei: Mylord (in
den antiquiteitenhandel zijn alle Engelschen Mylords) dat
zijn pendanten, die kan ik niet scheiden; zij kosten samen
twee Louis d'or.11 En de Engelschman gaat over zijn zak,
smijt twee Louis d'or neêr, neemt het eene beeldje mee en
laat het andere staan.
Eén beeldje was er nu nog over de avond. Daar
komt de directeur van het Nijverheids-museum, die juist
een figuurtje van Meissener porselein uit die periode zocht.
Die had er verstand van en kocht zonder afdingen het
beeldje voor twee Louis d'or. Je kunt het nog in het
museum zien.
Hieruit leer je, mijn zoon, dat je voor vijf beeldjes het
dubbele van den prijs kunt maken, die je er voor gesteld
hadt, als je maar weet te doop en. (Naar het Duitsch.)
Bultenlana.
De bekende communarde Hubertina Auclert betoogt
in de Matin, dat de kiezers wijs zullen doen met vrouwen
tot Gemeenteraadsleden te benoemen. „Zijn deugdzame en
verstandige vrouwen," vraagt zij, „minder waard dan de
onnoozele halzen, dieven en moordenaars, die Zondag de
Gemeenteraadsleden zullen kiezen of zelf naar het lid
maatschap zullen staan?" Voorts tracht de schrijfster aan
te toonen, dat zoowel de vrouwen in hare eigene als de
gemeente in hare algemeene belangen bij de door niets
gewettigde uitsluiting van de vrouw schade lijlen, Ik zou
wel eens willen vernemen, zegt mej. Auclert, over welke
gemeentelijke zaken de vrouw niet zou kunnen beraad
slagen. Men erkent de administratieve gaven der vrouw,
men prijst haren ordelievenden geest en men versteekt de
ingezetenen van 36,000 gemeenten in Frankrijk van de
onwaardeerbare voordeelen, welke voor hen uit haar goed
bestier zouden voortvloeien!" De schrijfster eindigt met
er zich mede te troosten, dat in de verkiezings-manifesten
de gerechtigheid reeds eenige stamelende klanken begint
te doen hooren. Ettelijke programma's, zegt zij, verkon
digen de gelijkheid van man en vrouw voor de wet en
erkennen daarmede ingewikkeld het kiesrecht en de ver
kiesbaarheid der vrouwen.
Te Londen verscheen dezer dagen een roman in
drie deelen, onder den zonderlingen titel van: My Ducats
and my Dauglder.
Het Belgische blad La Réforme verhaalt het volgende:
„De chef van een klein spoorwegstation in Frankrijk
leed gedurende geruimen tijd aan een lastigen hoest, waar
voor de dokter veelvuldig melkgebruik het eenig afdoende
geneesmiddel keurde. Onze chef schafte zich dus een koe
aan, die achter het stationsgebouw liep te weiden en ge
regeld alle morgen door de vrouw des huizes gemolken
werd. Deze laatste moest echter voor eenige dagen uit de
stad, en daar het dienstmeisje bang was voor koeien,
besloot de chef de operatie persoonlijk te bewerkstelligen.
Den eersten morgen den beste ging hij in de vroegte met
een kan in de hand naar het beest toe en wilde zijn werk
beginnen, doch de koe was niet in 't minst gewillig het
melken toe te laten en begon zelfs verdachte bewegingen
te maken met haar kop. Eenige oogenblikken bedunkens
deden den melkbehoevende het besluit nemen, de kleêren
van zijn vrouw aan te trekken en het, aldus aangetogen,
nog eens te probeeren.
De list gelukte uitstekend; de koe die blijkbaar aan de
vrouwenplunje gewend was, liet zich het heilrijke vocht
zonder tegenstribbelen onttappen. Doch, o noodlottig samen
treffen! juist heeft de melker zijn kannetje vol, toen het
schel gefluit eener locomotief de nadering aankondigt van
een trein. Tijd tot verkleeden was er niet meer; de chef
kiest van twee kwaden het beste en verschijnt niet op het
perron, maar verschuilt zich in zijn bureau. Nauwelijks
heeft hij echter de deur achter zich gesloten, of er wordt
driftig geklopt en de in vrouwenkleêren gestoken chef hoort
de stem van den inspecteur der lijn. Nu moest de ver
momde wel voor den dag komen, doch daar de inspecteur
de zaak grappig vond, liep het avontuur voor den chef
zonder nadeelige gevolgen af."
Ook in het zuiden van Europa is het weder thans
alles behalve zoinerachtig. Te Madrid o. a. huivert de
bevolking van de koude, plast de koude regen onophoude
lijk neder, en is ieder, van den koning tot den bedelaar,
door een catarrhe aangetast. In Grenada valt sneeuw,
in Catalonië staan de landerijen onder water, in Valencia
herinnert men zich geen koude als deze, en te Sevilla
stookt men, als men nl. een schoorsteen heeft. De zee
staat hol en de eene schipbreuk volgt de andere op de
kusten. De weinige vreemden, die in Spanje thans zijn,
hebben heimwee naar de gemoedelijke, verwarmbare kamers
van hunne noordelijke woonplaats.
Benoemingen, enz.
De Minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat het examen voor adelborst 3de kl. bij de Kon. Nederl. Zee
macht zal gehouden worden te 's Gravenhage en aanvangen op
15 Mei aanstaande: dat het getal adspiranten, dat zich voor dat
examen heeft aangemeld, bedraagt 113; en dat de commissie belast
met het afnemen van het examen is samengesteld als volgt:
voorz., de gepens. vice-adm. F. A. A. Gregory, president van
de commissie tot het examinecren van zeeofficieren en adelborsten
ledende gepens. kapt.-luit. ter zee titulair L. A. Walaard Sacré,
permanent lid van bovengenoemde commissie; de kapitein-luitenant
ter zee F. J. Stokhuyen; de luitenant ter zee 1ste kl. M. J. G.
Lucardie; de heeren G. A. Hofman en F. Snel, hoofden van
openbare gemeentescholen te 's Hage.
Aan den kapitein ter zee titulair J. Spanjaard, inspecteur van
het loodswezen enz. te Vlissingen, is vergunning verleend tot
het aannemen en dragen der decoratie van officier van de
Leopolds-orde, hem geschonken door den Koning der Belgen.
De luit. ter zee '2de kl. E. A. Steinmetz, aan boord van
Zr. Ms. fregat Evertsen, wordt met 16 dezer overgeplaatst in
de rol van Zr. Ms. wachtschip alhier en vervangen door den luit.
ter zee 2de kl. L. J. Van der Mandele.
De luit. ter zee 2de kl. J. W. Doyer wordt met 13 dezer
geplaatst aan boord van Zr Ms schroefstoomschip Bonaire.
De overplaatsing van den luit. ter zee 2de kl. A. W. L. Olivier,
met 11 dezer, aan boord van Zr. Ms. schooefstoomschip Bonaire,
wordt ingetrokken en beschouwd als niet te zijn geschied.
De bronzen medaille voor 12jarigen trouwen dienst is toege
kend aan den vuurstoker C. C. Brcndel, aan boord van Zr. Ms.
wachtschip alhier.
Het eercteekcn Atjeh 1873/80 is verleend aan de luits. ter
zee 2de kl. H. lierman en E. A. Steinmetz, aan de matrozen
A. Blom, J. F. Keijzer, W. Van der Star en G. W. Keja, en
aan den vuurstoker J. De Kreij.
visonoorioritoti.
Een achttal bougers waren gisteren in zee en vingen van 300
tot 500 schelvissclien, die f 22 a f 24 per honderd golden.
De korders hadden gisteren morgen nogal een aardige hoeveel
heid tong, gisteren middag weinig; tarbot ontbreekt geheel,
evenzoo scholletjes, die geheel verdwenen zijn. Scharren, kwamen
wel voor en golden f 2.50 per mand. Dc haringvangst is geheel
voorbij. De geepvisscherij is hier gering, doordat die visch door
het ruwe weer naar de Zuiderzee gestormd is.
BurgerlUlx.e Stand.
Gemeente HELDER, van Dinsdag tot Donderdag.
OndertrouwdGeene.
Getrouwd: P. J. B. Puinbroek en A. Kraak. J. H. Beck-
mann en A. M. Tichelman. T. Van Viersen en J. Van Vaalen.
A. J. Van Kamen en J. Schouten. P. Bakker en M. Bakker.
Bevallen: G. Pluijmers, geb. Van der Hert, D. D. Bruis-
schaart, geb. Schotvangcr, Z. A. Van Veen, geb. Fcijerabend,
Z. M. E. De Lange, geb. Klik, D.
Overleden: A. De Landmeter, 59 jaren. P. Schraa, 62 jaren.
Gemeente TEXEL, van 1 tot 7 Mei.
Ondertrouwd: Klaas Van der Kloot en Geertruida Thomassen.
Getrouwd: Jacob De Boer en Antje Bruin.
Geboren: Teunis, zoon van Gerrit Pieter Koorn en Aaltje
Visser. Gerberdina, dochter van Pieter Kok en Sonwtje Duinker.
Johanna, dochter van Jan Maat en Marijtje Duinker.