der dagbladen stelt voor, dat „de pers7' er haren schouder
onder zette; een vierde wenscht dat de onderwijzers dezen
Augiasstal zullen reinigen; een vijfde wacht alle heil van
de tusschenkomst van dominé's en catechiseermeesters.
Maar het ware recept zal wel moeielijk te vinden zijn,
want de Amsterdamsche straatjeugd heeft in dit opzicht
altijd in een kwaad blaadje gestaan, en bij de stijging van
de huurprijzen der woningen en de daaruit voortgevloeide
opeenhoopingen in de goedkoopere wijken is de zaak er
niet beter op geworden. En die straatjeugd spaart niemand,
zelfs een Keizerin niet, al was ze ook in vol ornaat.
Daartegenover een weinigje beleefdheid te stellen van
het meer beschaafde publiek kan dus waarlijk geen kwaad
en behoeft geen storm van verontwaardiging en Recht-
haberei te doen opgaan. De /Gravin Yon Hohenembs" is
in het publiek de eenvoud en minzaamheid zelve; terwijl
de Koningin van Engeland een overdekten gang begeert
voor den korten afstand van de stoomboot naar haar reis-
waggon, beweegt de Oostenrijksche Vorstin zich als „een
gewoon mensch" in ons midden. Hare gewoonte om zich
ter ruste te begeven op een uur, waarop vele Amster
dammers eigenlijk eerst recht beginnen te leven, kan zij
natuurlijk hier niet afleggen; is het dus zoo onredelijk, dat
tot liet publiek het beleefd verzoek wordt gericht om in
den omtrek van haar hotel de rust der doorluchtige vrouw
te eerbiedigen, te meer daar zij hier genezing komt zoeken
van een hoogst pijnlijke zenuwkwaal Is het voldoen aan
dit verzoek een overdreven beleefdheid? Men kan alles
overdrijven, de uitingen van zijn „rechtsgevoel" evenzeer
als de bewijzen zijner beleefdheid, dit is ontegenzeggelijk
waar. Wellicht zou men het b. v. een bewijs van over
dreven beleefdheid kunnen noemen, dat eenige „vereerders"
van Dr. Mezger op den inval gekomen zijn, hem een
bronzen zuigeling met bijbehoorende „dame" (in de aller
nieuwste beteekenis) te vereeren, omdat hij wel genadig
wilde wezen, Amsterdam voor zijn woon- en wrijfplaats
te behouden; maar te protesteeren tegen het verzoek om
rust en stilte voor eene lijdende vrouw, van wie dat ver
zoek immers niet persoonlijk uitging, schijnt mij toch het
tegenovergestelde uiterste van overdreven beleeflheid toe.
De zaak is nog al besproken; doch sedert gisteren na
middag houden twee feesten van grooter gewicht hier de
gemoederen bezig. Vooreerst het verstandige besluit van
onzen gemeenteraad om de nieuwe beurs toch op het
Damrak te zetten, dat met een glansrijke meerderheid van
15 steramen de overwinning behaalde op alle andere aan
hangige plannen. De ontworpen prijsvraag kan dus nu
behouden blijven, alleen met eenige verandering in de
grootte der lokalen. We zijn dus nu precies zoo ver als
in October van het vorige jaar, toen men begon te
haspelen over een meer geschikte plaats. Een half jaar
tijdverlies dus, doch wij mogen den hemel danken, dat
wij er op deze manier nog afkomen. Eigenlijk bleken nu
verreweg de meeste leden toch voor het Damrak-plan te
zijn, vooral om de 2^ millioen onteigeningskosten, die aan
een beurs op den Dam zouden zijn verbonden. En
Amsterdam is wel „rijk," maar.... de millioenen vindt men
er toch niet altijd zoo heel gemakkelijk. De mislukte
leening voor de Kon. fabriek van stoomwerktuigen bewijst
het helaas! Ook dit gewichtige feit was hier gisteren
avond allerwegen het onderwerp van gesprek, en met
belangstelling werd de afloop der heden gehouden vergade
ring tegemoet gezien, waarin nu bet voorstel tot liquidatie
der fabriek aan de orde moest komen. Het zou een schande
en een ramp voor Amsterdam zijn geweest, zoo dit voorstel
nu reeds ware aangenomen. Men vond een middenweg
door de benoeming eener Commissie, die nogmaals zal
Langzaam en met moeite bereikte zij den uitgang; radeloos,
al naar hulp zoekende rond ziende. Zij had geen bediende,
geen geleide, men was haar gedurig voor, als zij een rijtuig
bestelde. Het was gelukkig, dat zij ten minste de straat en het
huisnommer wist; zy had die op zoo menigen brief gezet, dien
zij aan hare moeder geschreven had, aan die moeder, die zij,
nu zij haar onder de oogen zou komen, geen woord meer wist
te zeggen. Eindelyk scheen een der koetsiers hare verlegenheid
te bemerken, want hij reed, andere vragers latende staan, regel
recht op de plaats toe, waar zij stond.
„Avenue de 1'irapératrice," zeide zij, „gravin Frésange."
Die man bracht de hand aan zijn hoed, hielp haar in zijn
rijtuig en voort ging het in een scherpen draf.
Het was intusschen laat geworden. Parijs geleek een zee van
licht. Clemence wist, dat het een reusachtige stad was en de
afstanden verbazend groot waren, maar toch kwam de weg haar
oneindig voor. Langzamerhand werd de verlichting minder, het
leven minder luidruchtighet scheen, dat zij zich op een buiten
weg met villa's en landhuizen bevond.
Zonder zelf te weten waarom, boog zij zich uit het portier
voor haar uit reed nog een rijtuig, door het hare gevolgd, ook
toen dit eene zijstraat insloeg, waar het eenzaam en donker was,
ofschoon de huizen, die hier te midden van tuinen, door muren
omringd, lagen, er niets minder dan armoedig uitzagen.
Voor een daarvan had het eerste rijtuig stil gehouden en
keerde nu, haar voorbijrijdende, om. Een lantaarn aan den
tegenovergestelde» kant verlichtte het huis, dat volstrekt geene
overeenkomst had, noch in grootte, noch in bouwtrant, met het
op een paleis gelijkende gebouw, waarvan hare grootmoeder eene
photographische afbeelding had gezonden. De deur van het huis
was echter, alsof zij verwacht werd, geopend en deed een klein,
slecht verlicht portaal onderscheiden. Een knecht in burger-
kleeding opende het portier, gaf een toestemmend antwoord, toen
zij den naam der gravin noemde, en gaf den koetsier, dien hij
betaalde, last om terug te rijden.
Clemence beefde over haar geheele lichaam wat zou de
gravin wel zeggen? Voor het eerst viel het haar in, hoe onop
lettend zij was geweest, dat zij hare grootmoeder ten minste
niet door een telegram hare aankomst gemeld had.
De man aan het portier sprak een paar woorden Fransch en
noodigde haar door eene beweging met de hand uit hem te volgen.
Het portaal was slechts flauw verlicht, maar zij zag tegen den
muur een heer, wiens gezicht plotseling door het flikkerend gas
licht beschenen werd zij herkende haar voorkomenden reisge
noot en trad, terwijl zij een kreet van angst slaakte, eenige
schreden achteruit, de straat op.
Maar met één sprong was hij aan hare zijde en greep hij
haar bij de hand, niet met een teederen, maar met een vasten
druk, om haar weer in het donkere portaal terug te voeren,
terwijl de knecht de zware, eikenhouten deur greep, om die te
sluiten. Hoe onervaren zij ook was, met een enkelen blik overzag
zij haar toestand, begreep zij, dat men haar gewelddadig van hare
vrijheid wilde berooven en stiet een luiden gil uit, die door zijne
hand, waarmede hij haar mond wilde toedrukken, niet weerhouden
kon worden. Vnn nature en door de voortdurende oefening van
haar buigzaam lichaam, buitengewoon sterk, en dit oogenblik nog
daarenboven ten uiterste opgewonden, had zij hare zwakte spoedig
overwonnen; met een enkelen ruk wierp zij haar aanvaller van
zich af en vloog de straat op, waar juist een jonge handswerks-
man in eene blauwe kiel, die, dien weg toevallig langs komende,
trachten financiëele hulp voor de fabriek te vinden. Tegen
over het schrale resultaat der inschrijvingen voor de leening
heeft zij een zware taak op zich genomen. Moge zij
bij de krachtige pogingen, die zij voorzeker tot vervul
ling der taak in het werk zal stellen, door velen gesteund
worden eer de dreigende slag voor goed valt! Amstelaar.
Blnnenlan a.
De Minister van Marine brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat, aangezien thans een voldoend aantal stu
denten aan de universiteiten, ter opleiding tot officier van
gezondheid bij de zeemacht aanwezig is, tot nadere bekend
making, geen studenten in de medicijnen voor rekening
van het Departement van Marine worden aangenomen.
De uren van vertrek en aankomst op de nieuwe, den
20 dezer te openen spoorweglijn ZaandamHoorn zijn
geregeld als volgt:
Vertrek van Hoorn: voorm. 5.55, voorm. 8.26, namidd.
2.48, namidd. 7.47.
Aankomst te Zaandam: voonnidd. 6.45, voormidd. 9.16,
namidd. 3.38, namidd. 8.49.
Vertrek van Zaandam voorm. 8.22, voorm. 10.26, namidd.
5.15, namidd. 9.32.
Aankomst te Hoorn: voorm. 9.12, voorm. 11.28, namidd.
6.10, namidd. 10.34.
Over het bezoek van den heer Van Rees op Atjeh wordt
vandaar dd. 5 April aan het D. v. N., geschreven:
„De omstreken van Kotta Radja en Lambaroe zijn bezocht,
een gala-bal werd hem door onzen gouverneur aangeboden,
en een conferentie is gehouden met den gouverneur en den
kolonel. Sedert de laatste uitrukpartij op 21 Maart, waarvan
de treurige gevolgen u wel reeds per telegram bekend
zullen zijn, omdat het iets meer dan een gewoon gevecht
was, is niets bijzonders voorgevallen. We hadden daar
9 dooden en 53 gewonden, waarvan reeds 6 overleden.
Drie soldaten vielen levend in handen van den talrijken
en verwoeden vijand en werden in 't gezicht van onze
troepen getjintjand (met ontelbare klewanghouwen toege
takeld). Op het oogenblik zit het om Glé-Kambing zoo
vol vijanden, dat de communicatie alleen nog maar bestaat
in het wisselen van seinen met de optische telegraaf. Zij
hebben daar evenwel voor een maand vivres, rapporteeren
dagelijks per seintoestel: „allles wel" en zullen binnenkort
weer wat munitie en provjand ontvangen met een dekking
van p. m. 1200 man."
De meening van den briefschrijver, dat het ernstige
gevecht van 21 Maart wel per telegram zal zijn gemeld,
is ongegrond gebleken. Per gewone mail eerst is het
bericht tot ons gekomen.
Als erkenning van zeer goed gehouden journalen naar
Indië werd jl. Woensdag avond in Zeemanshoop o. a. aan
de gezagvoerder W. P. Harten, van de mailboot Voorwaarts
(Stoomvaart-Maatschappij Nederland), de door den Koning
uitgeloofde groote zilveren medaille, en het getuigschrift
van het Kon. Nederl. Meteorol. Instituut uitgereikt.
Uit het in de jl. Woensdag te Amsterdam gehouden
vergadering van de vereeniging het Xederlandsch rundvee
stamboek uitgebracht verslag, blijkt nog, dat van de in
1883 in het stamboek opgenomen 835 runderen, het grootste
contingent werd geleverd uit de provincie Noordholland,
n.1. 642 stuks; uit Groningen werden 100, uit Gelderland
42, uit Zuidholland 25 stuks ingeschreven.
De keizerin van Oostenrijk, volgens de Neue freie
Presse aan heupjicht lijdend en daarom onder behande
ling van dr. Mezger, te Amsterdam, heeft den rouw aangenomen
wegens het overlijden van haar bejaarde nicht, de voor
malige Keizerin Maria Anna.
haar angtskreet gehoord had, onder de lantaarn was blijven staan.
Hij ving haar in zijne openc armen op en liet zich al schertsend
een ruw, maar welwillend woord ontvallen, terwijl hij haar
lachend aan zijne borst drukte en zich een gelukkigen vinder
noemde, die zijne vondst slechts tegen eene ruime vergoeding
aan den rechtmatigen eigenaar zou afstaan. Maar hij sprak
Fransch en zij verstond niet, hoe geruststellend zijne woorden voor
haar waren; zij voelde slechts den druk van den gespierden arm
en slaakte een tweeden, wanhopigen hulpkreet. Het huis werd
van binnen gesloten, op den donkeren weg weerklonk een kort,
scherp gefluit, en in het volgende oogenblik stond er, spoedig
door een tweeden gevolgd, een politieagent voor den werkman,
die uit de duisternis te voorschijn kwam. In een oogenblik was
zij vrij, maar de man in den werkkiel met zijne levendige gesti
culaties ging niet op de vlucht; hij moest eerst eene verklaring
geven, waarop de politicagent het nummer van het huis noteerde,
wachtte tot zijn kameraad bij hem was en deze zijne instructies
gaf. Daarop wendde hij zich tot Clemence.
Toen zij niet in staat was zich verstaanbaar genoeg uit te
drukken en hij hoorde tot welke nationaliteit zij behoorde, sprak
hij ook Duitsch, vloeiend genoeg, om den samenhang te weten
te komen. Zij was zóó angstig, zóó wantrouwend, dat het moeite
kostte haar zoowel van de goede bedoelingen van den werkman,
als van de bevoegdheid van den politieagent te overtuigen, die
haar zeide, dat hij zelf haar naar het huis der gravin Frésange zou
vergezellen, om zich van de juistheid harer verklaringen te over
tuigen en haar onder de bescherming van de gravin te stellen.
Het was een eindelooze weg; eerst na geruimen tijd gegaan
te hebben, ontmoette men een ledig rijtuig, dat door den politie
agent werd aangehouden. Het was gelukkig, want de krachten
begonnen Clemence te begeven. Zoo snel mogelijk reed men nu
terug door de levendige straten, langs tooverachtig verlichte
winkels en bedrijvige menschen. Het was niet enkel het gesuis
der steramen, het was een zonderling geraas en gerommel in
Clemence's ooren en het draaide voor hare oogen, toen haar
geleider haar door een geopend portaal in eene helder verlichte
vestibule volgde. Als door een nevel zag zij de marmeren statu-
etten, die de lichtgevende bollen op hooge armen droegen en
haar verblindend licht op de beschilderde muren, op den met
tapijten belegden grond en de donkere fluweelen portières wierpen,
zag zij, hoe een knecht in liverei achteloos van een der ottomanen,
langs den muur opstond en de portier nieuwsgierig uit zijne loge
kwam.
Boven weerklonk muziek; er werd zeker een feest gevierd,
waarbij deze dame, in het oog der bedienden, bezwaarlijk als
gast genoodigd kon zijn.
Clemence geraakte hoe langer hoe meer in verwarring; hare
zintuigen dreigden haar te begevende warme, met bloemengeur
bezwangerde atmosphecr, het verblindende gaslicht, die lustige
tonen daarboven, zich vercenigende met het gesuis in hare ooren,
maakten haar duizelig en als uit de verte hoorde zij dat men
haar naam noemde: mevrouw van Tromberg.
Zij beefde en wankelde, tot eene bejaarde dame met jeugdige
snelheid de trappen afliep en haar in hare armen opving.
Nog eens herleefde haar bewustzijn, voor zij in onmacht viel
zij had haar doel bereikt.
„Grootmoeder, grootmoeder!" stamelde zij met eene bezwijmende
stem, „hier ben ik, neem my op. Ik heb de brug achter mij
afgebroken en mijne schepen verbrand."
Wordt vervolgd.)
II. M. blijft onderscheiden inrichtingen en bijzonderheden
van Amsterdam bezoeken, en houdt haar wandelingen in het
Vondelspark vol. Jl. Woensdag _avond stapte de Hertog
van Nassau in 't Doelen-hotel af.
Men schrijft uit Wageningen:
„De jonge groenten, die, weken geleden reeds ontkiemden
en hare blaadjes lieten zien, hebben thans heel veel weg
van een soort kinderen, dat men gewoonlijk brengt onder
de rubriek „oude, jongelui," en de bloesem, die zoo'n haast
had, om zich aan den knop te ontworstelen, ondervond
maar al te zeer de waarheid van de spreuk„Men moet
den dag nooit prijzen voor het avond geworden is." Kersen
en perenboomen hebben veel geledende vroege aardappelen
zijn afgevroren. Met de schoonmaaksters heeft men een
wapenstilstand gesloten, en gaat de wind niet spoedig uit
een anderen hoek waaien dan worden wij allemaal anti
revolutionair op het gebied van den voorjaarsschoonmaak.
De koeien, die nu al van midden Maart af, in 't land
loopen, hebben het hard te verantwoorden wat de koude
aangaat, en allen hebben hongersnood voor oogen eer het
14 dagen verder is, tenzij mildere lucht nog tijdig tusschen-
beide treedt."
Uit Kralingen wordt melding gemaakt van een nieuwe
industrie op het gebied van heilwenschen. Aldaar werden
toch de ingezetenen dezer dagen bezocht door iemand, die
hun veel heil en zegen wenschte met.... de waterleiding
Te Derendorf, zegt de Düsseldorfsche Ztg., had dezer
dagen een vrouw haar woning gesloten en haar drie
kinderen, waarvan het oudste 6 jaar was, daarin achter
gelaten. Tegen 10 uur ontstond er brand in de kamer en
toen de brandweer aankwam en de deur openbrak, bleek
het, dat de drie kinderen reeds in de vlammen om het
leven gekomen waren.
Benoemingen, enz.
Tot kapt.-commandaat bij de dd. Schutterij tc Edara is be
noemd de heer II. W. Disper, thans 2de luitenant.
Tot ridder in de orde van den Nedcrlandschen Leeuw zijn
benoemd de heeren mr. B. P. Van Harinxma thoc Slooten en
jhr. mr. J. JE. A. Van Panliuys, commissarissen des Konings
in de provincie Friesland en Groningen.
Met ingang van 16 dezer, is benoemd tot commies der
posterijen van de derde klasse de heer J. Goedkoop, thans commies
der vierde klasse.
Benoemd zijn tot dijkgraaf van het heemraadschap Wieriugen
de heer S. Strand, tot heemraad van den Polder Waard en
Groet de heer A. Sloos, tot idem van den Anna Paulowna-
Polder dc heer T. J. Waller.
Vlsoliberloliten.
De zeevisscherrij werd dcor stormweêr 2 dagen verhinderd;
slechts een tiental Egmonder bommen kwamen hier aan met weinig
visch, die tot hooge prijzen verkocht werd. Door de hooge
vloeden is de haring, geep, ansjovis en rog letterlijk weggevaagd
en over de Zuiderzee verstrooid. Bij dit mooie weèr zullen ze
evenwel weêr aan de kusten komen en de visschery betere
resultaten opleveren. Geep werd alleen van Wicringen aange
bracht en tot f 25 a f 29 per tal afgeleverd.
Burgerlijke Stand.
Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag.
Ondertrouwd: C. Bakker, visschcrman, en A. Van 't Hert.
A. Boendermaker, vuurwerker, en A. M. Buis. K. Areraa,
botteliersmaat, en M. E. Heijselaar. J. W. Sluijters, matroos,
en J. De Groot. H. Grimme, werkman, en M. Visser.
GetrouwdGeene.
Bevallen: G. Dekker, geb. Knip, Z. J. De Vroorae, geb.
Kooger, Z. M. Meeuwsen, geb. Paulus, Z.
OverledenH. Hoeksemn, 42 jaren. P. Rantjes, 20 jaren.
M. A. Ilin, 4 jaren. C. Lavell, geb. Koopman, 47 jaren.
H. N. Bethlehem, 5 weken. E. J. De Haas, 10 maanden.
E. C. Lunet, 2 jaren.
WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN TE HELDER Landskeet).
6
2
Windrichting
en kracht.
Barometer
mM.
Thermometer
C.
-a j Toe-
g j stand
"g van de
o. zee.
Stand. Afw.
Stand.
Afw.
9
12
zwtz. 15 k.
765.90 f 5.50
12.5
t o.i
1
0.84 Golvend
10
8
zwtz. 1.7
767.87 f 7.37
12.0
t 1.5
0.88 Slechtw.
10
12
zwtz. 5
767.78 f 7.28
13.8
t 1.3
0.82 wein.gv.
Weersgesteldheid: 9 Mei 12 u. Helder, lichtbewolkt, wind.
10 Mei 8 u. Bewolkt, goed weer.
10 Mei 12 u. Lichtbewolkt, goedweer.
315de STAATS-I.OTERIJ.DERDE KLASSE.
Vierde lijst: No. 11958 f 400; No. 5933 f 100.
MARINEHAVEN NIEüWEDlEP.
BINNENGEKOMEN SCHEPEN BESTEMD HUNNE LADING IN DE BUITEN-
OP BINNENHAVEN TE LOSSEN.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Electryon. W. II. Park. Newcastle. Steenk. Duinker&Goedk.
GreatYarmouth.st.H.Digman.
Devon8hire,st. R. Drakard. Sunderland. Van Gijn Co.
ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN.
Per telegraaf.
1 Paard f 50 a 1861 Lammeren f 10 r 20
75 Koeien 180 a250 204 mag. Varkens 16 a 25
42 Nucht.Kalveren 18 a 20 336 Biggen 6 a 11
524 Schapen 16 a 32 20 Bokk.&Geiten 5 11
Marlitberlolitaii.
TEXEL, 8 Mei. De prijs van onderstaande artikelen was
heden als volgt: Aardappelen f 2.50 a 3.50 per hectoliter.
Gevischt Zeegras f 3.75 n 4.50, gemaaid dito f 10.50 a 12.50
per pak van 100 kilogram. Ongewa3schen Wol 85 ets. per
kilogram. Tarwe f 8.25 a 9.Rogge f 5.75 a 6.Haver
f 4.a 4.25, Gerst f 5.25 a 6.Groene Erwten f 7.50 a 10.
Vale dito f 7.50 a 10.Grauwe dito f 8 a 11, alles per hectol.
ALKMAAR, 9 Mei. 31 h. Tarwe f 9.a 9.25; 30 h. Rogge
f 6.50 a 7.36 h. Gerst f 6, idem Chev. f 6.a 6.50;
118 h. Haver f 3.50 a 4.40; 61 h. Boonen: Paardenb. f 6.75
a 7.25; Bruine Boonen f 8 a 13; 18 h. Kanariezaad f 97 h.
Karweizaad f 14; 5 h. Erwten: Groene f 17; Grauwe f 18;
Vale f 11.50 a 15.Witte f 13; alles per hectoliter.
244 stapels Kaas, wegende 53193 kilogram. Kleine Hooi f 40,
Gras f 41, Commissie Hooi f 36, Gras f 33, Middelbare Hooi
f 35, Gras f 34.50 per 50 kilogram.
HOORN, 8 Mei. Ter waag gewogen 216 stapels Graskaas,
wegende 53072 kilogram. Hoogste prijs: Kleine f 41.50, Com
missie f 35 en Middelbare f 33.50 per 50 kilogram.
ENKHUIZEN, 7 Mei. Aangevoerd 15 stapels Kaas: Gras-
f 34, Hooi- f 39 per 50 kilogram: