HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER C0URA\T.
- eo Advertentieblad voor Hollands Roordertwartier.
1884 N". 64.
Woensdag 28 Mei.
Jaargang 42.
VAN HAND TOT HAND.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad verten t ienVan 11 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
ülnnenlana.
Gisteren ochtend kwam met den trein van 11 uur
Koningin Emma te Amsterdam aan. Aan het perron
bevonden zich de Koningin van Zweden met een harer
hofdames en de burgemeester. De beide Vorstinnen kusten
elkander herhaaldelijk.
Na bij de Koningin van Zweden een ochtendmaaltijd
gebruikt te hebben en na een bezoek aan Artis, verliet
H. M. de hoofdstad weder om naar Orauje-Nassauoord
terug te keeren.
Aan een particulier schrijven uit Atjeh ontleent de
Zwolsche Crt. het volgende, dat als een karakteristiek
staaltje van de „ridderlijkheid" onzer bevriende Atjeli-
sclie hoofden kan dienen.
„Op zekeren post waren prauwen noodig voor het ver
voer van zieken. Een naburig goedgezind kamponghoofd
raadde aan, om over het in gebruik nemen van prauwen
te onderhandelen met zijn zwager, die, evenals hij hoofd
van een kampong, slechts op een gunstige gelegenheid
wachtte om zich aan de „Companie" te onderwerpen. Het.
bleek uit den loop van liet gesprek al spoedig dat de
raadgever met dien zwager in vijandschap leefde en hij
presenteerde zich weldra met den meesten ernst, om, wan
neer zijn bloedverwant eenmaal binnen de benting was om
te onderhandelen, stil achter hem te sluipen en hem den
hals af te snijden!"
Wij zouden hier ook kunnen zeggen: „Van je familie
moet je 't maar hebben I*
In hel lokaal der Vrije Gemeente te Amsterdam had
jl. Zaterdag middag plaats de plechtige uitreiking der
medailles, behaald op de Internationale Amsterdamsche
Tentoonstelling. De Ministers van Binnenlandsche Zaken,
van Waterstaat, van Koloniën de Burgemeester van Am
sterdam en de leden van het uitvoerend Comité waren
aanwezig. Na de opening der plechtigheid heklom de heer
Cordes het spreekgestoelte en schetste hij in een uitvoerige
rede de wording en de uitvoering der Tentoonstelling, aan
allen, die tot het welslagen medegewerkt hadden, zijn dank
betuigende. Daarna nam een aanvang de uitreiking der
eerediploma's en der gouden medailles, die beurtelings door
een der Ministers overgereikt werden. Ruim anderhalf
Door GOLO RAIMUND.
Vervolff.)
Zij ging nnar den markies, die in hare nabijheid was gebleven
en haar nu tegemoet kwam.
„Breng mij van hier," zeide zij dringend, „laat het rijtuig
voorkomende warmte heeft mij ongesteld doen wordenzie mij
niet zoo angstig aan, het is niets, volstrekt niets en zal spoedig
weder over zijn, zoodra ik mijn gemak kan nemen in mijn stille
vertrek. Ik zou gaarne alle opzien vermijden. Wees zoo goed,
grootmama te zeggen, dat ik naar huis ben geredenzij mag
zich niet laten storen en zal mij, zoo noodig, verontschuldigen."
Hij had hare kleine eigenaardigheden goed bestudeerd. Zonder
lastigen vragen of vertoogen gehoorzaamde hij. Tien minuten
later zat zij geborgen tusschen de zachte kussens van haar rijtuig
en nam van al de heerlijkheid van den avond niets met zich
mede, dan de smartelijke herinnering, die de Duitsche generaal
bij haar had opgewekt.
Te huis gekomen, ging zij langzaam den trap op; toen de
knecht, die haar voorging, de deur van hare kamer, die gezellig
verlicht was, opende, keerde eene jeugdige, vrouwelijke gedaante,
die op een laag tabouretje nog zat te werken, zich haastig om
en sprong op.
„Mevrouw is toch niet ziek?" vroeg zij met veel belangstelling.
Clemence glimlachte treurig; hoe vaak reeds gevoelde zij zich
tot stervens toe ongelukkig, en toch was zij gezond.
„Enkel vermoeid," zeide zij, „dood moede."
Zij liet zich op een stoel nedervallen en daar de kamenier
geene aanleiding kreeg tot verdere opmerkingen, begon zij hare
meesteres van hare prachtige kleederen te ontdoen. Zij was een
lief, aardig meisje met goedaardige trekken en lachende oogen,
maar die in dit oogenblik met bezorgdheid op hare meesteres
rustten.
Clemence liet hare blikken door de kamer waren.
„Gy waart nog op, Margot, hebt gij nog zoo laat gewerkt?
Waarom hebt gij u niet op de chaise longue te slapen gelegd?"
„Ei, mevrouw, dat zcu wat zijn?" zeide de kleine lachende.
„Wie huwen wil, moet vlijtig van zijn tyd gebruik maken. Ik
werk aan mijne uitrusting, en vind het zoo aardig, als het eene
stuk naar het andere klaar komt. Naar het nest dragen, noemt
Henry het altijd, die zich verheugt over elk stuk en mevrouw
zoo recht dankbaar er voor is."
Clemence lachte verstrooid.
„En wanneer zal uw nest gereed zijn?" vroeg zij goedig.
„In de week na Paschen, mevrouw," antwoordde het meisje
ff3t fonkelende oogen. „Of het echter onmiddelijk betrokken zal
wij rden, dat hangt al weder van mevrouws voorspraak af en of
z\_ mij nog verder in dienst wil houden, als ik een getrouwde
vrouw zal zijn."
„Zoudt gij mij dan nog willen blijven dienen, Margot?" vroeg
Clemence.
„O, mevrouw, zou ik mij wel iets schooners kunnen voorstellen,"
antwoordde het meisje. „Henry koetsier, ik mevrouws kamenier,
vij beiden in dat lieve, kleine huisje, waar men de schel zoo
gemakkelijk heen kan leiden, ach, het ware al te mooi! Wij
verdienden dan beiden geld, werkten samen bij dezelfde meesters
onder een dak en rustten samen uit. Moeder wil het echter niet
gaarne; zij zegt altyd maar, dat ik onbescheiden ben en dat
uur duurde het, eer dit gedeelte der plechtigheid geëindigd
Mas. Daarna nam de minister, de heer Heemskerk, liet
woord, om de plechtigheid te sluiten. Door den heer
Cordes waren reeds allen herdacht, die tot het welslagen
der Tentoonstelling hadden medegeM'erkt, maar om wel te
begrijpen redenen had deze enkelen niet genoemd, die het
meest daartoe hadden bijgedragen, namelijk de leden van
het uitvoerend comité. Dezen bracht de heer Heemskerk
daarom hulde, ook den energrieken vreemdeling, die met
enthousiasme het denkbeeld der Tentoonstelling opgevat
en uitgewerkt heeft. Met een warm woord tot de leden
van het uitvoerend comité eindigde de minister en sloot
hij de plechtigheid.
Blijkens het openhaar gemaakt jaarverslag der
Stoomvaart-Maatschappij Insulinde m-erden in het afgeloopen
jaar geene andere reizen volbracht dan de 3de, 4de en
5de reis door het stoomschip C. Fellinger, die gecombi
neerd een overschot lieten van f 23,196. In het crediet
van de winst- en verliesrekening komt f 32,505 voor als
saldo der interestrekening. Van het totaal der verkregen
baten ad f 55,702 blijft na afschrijving over f 37,000. De
directie stelt voor, de verdeeling daarvan als volgt te doen
geschieden: Te boeken in het credit der rekening voor
herstelling en vernieuwing f 23,500, zijnde 15 pCt. over
de waarde der ketels en 5 pCt. over de waarde van het
casco en de machines van de C. Fellinger. Na aftrek van
f 1350 ten bate van het reservefonds mrenscht zij hot
overige, ten bedrage van f 12,150, als onverdeelde winst
over te boeken op het jaar 1885.
Door Z. M. den Koning is aan den heer Ph. Everts,
vice-consul der Nederlanden te Brussel, het ridderkruis
van den Gouden Leeuw van Nassau geschonken.
Dat op de lijst van hen, aan wie bij 's Konings reis
naar Brussel de Nederlandsche Leeuw werd toegekend, de
burgemeester dier stad niet voorkomt, meent het A. H.
te kunnen verklaren uit het feit, dat de heer Buis uit
beginsel tegen het .aannemen van dergelijke onderschei
dingen is.
Men schrijft aan de Leidsche Crt.:
„Uit den zomer van liet vorige jaar werd opgemaakt,
dat de herfst koud zou zijn, omdat de noordoostenwind
mevrouw er door zou lijden. Als ik haar zin deed, bleef ik
ongetromvd en stelde mij te vreden met mijn dienst."
„Dat wilt gij echter niet!"
O, mevrouw, ik mag Henri zoo gaarne lyden," antwoordde
het meisje naïef. „Dat is iets, dat gaat boven de liefde tot
vader en moeder, boven alle rykdommen der wereld. Maar
moeder, die mij het leven gaf en mevrouw slechts gevoed heeft,
verdeelt hare liefde niet goed tusschen ons. Zij zou mij wel
alles willen ontnemen, om het aan mevrouw te geven. Alsof
ik niet uit mij zelve zoo getrouw en dankbaar was, als ik ben."
Clemence stak hare lieve zoogzuster getroffen hare hand toe
sedert den dood haars vaders had men haar zoo weinig blijken
van liefde gegeven.
„Misschien heeft uwe moeder toch wel gegronde redenen, om
uw huwelijk nog uit te stellen," antwoordde zij, om haar kalmer
te stemmen, terwijl zij toezag, hoe Margot hare rijke kleinoodcn,
op wier steenen het licht duizendvoudig wcerklaatste, in de étuis
borg.
Het meisje zag op.
„Eer Henri zoo volkomen is als moeder hem gaarne zou zien,
kunnen wij allen reeds engelen in het paradijs zijn. Ik wil
volstrekt geen man hebben die zoo volmaakt is, dan komt men
zich zelve zjo klein voor. Ilonri is wel eens een enkelen keer
wat driftig, maar dat zal ik hem wel afwennen. Wie naar dc
kermis gaat, mag ook den herberg wel eens bezoeken, en dat hij
het niet te vaak doet, daarvoor zal dc vrouw wel zorgen. Dat
zou eene fraaie liefde zijn, als de een geen geduld had met den
ander en geen vertrouwen, dat het beter zou worden als cr een
soms iets misdoet! Ik kan die voorbeelden van deugd, die ons
altijd hekelen en de les lezen en het onmogelijke cischen, in het
geheel niet duldenmet een weinig liefde en voorzichtigheid is
Henri met een vinger te leiden. En het beste is, dat moeder,
die toch zoo gelukkig is geweest, hetzelfde heeft gedaan, en
m-aarom zou zij nu haar schoonzoon minder vertrouwen dan haar
eigen man? Als mevrouw een goed woord voor ons wil doen
en mij in haar dienst wil behouden, zouden wij in het begin van
April bruiloft kunnen vieren."
Hoe gelukkig was het eenvoudige kind, hoe zeker van hare
liefde en van den weg, dien zy moest inslaan, en welk eene les
lag voor Clemence opgesloten in hare vertrouwelijke bekentenis.
Was zij wel altijd geduldig en liefderijk geweest; had zij, die
vertrouwen vorderde, ook niet meer vertrouwen moeten betoonen
had zij hem niet moeten zeggen, dat zij zyne betrekking tot
Nora kende, vóór nog verleiding en hartstocht hem zijn plicht
deden verzaken? Haars vaders beste vriend was hij geweest;
de dapperste soldaat en de trouwste kameraad had de generaal
hem genoemd, een Duitsche Bayard zonder smet of blaam. Zij,
zij wist, dat hij het niet was, waarom dacht zij dan nog altijd
aan hem met heimelijke liefde en heimelijke smart?
„Ik zal uw voorspraak zijn, Margot, als gij er zoo op gesteld
zijt," zeide zij, terwijl zij de hand liet zakken, waarmede zij eenige
oogenblikken hare oogen beschaduwd had„het nest zal betrokken
worden."
De kleine Fransche kuste vol innige dankbaarheid de hand
van de jonge vrouw, waarna zij haar vroeg, of zij het nachtlicht
in orde moest brengen?
„Is er verder niets voor mij gekomen?" vroeg Clemence, terwijl
zij opstond, meer uit gewoonte dan uit belangstelling.
„Ach, mevrouw," riep het meisje verschrikt, „dat komt van
mijn domme gesnap. Ja, er ligt een brief in het kabinet; Louis
niet gewaaid had. Daar deze m-ind ook in den herfst niet
ontstond, zoodat het volstrekt niet koud m-erd, zou de
winter wel streng zijn. De zuidM-estenwind behield echter
de overhand, en de m'inter was buitengeM-oon zacht. Petu-
nia's o a., die in den vollen grond overbleven, m-aren niet
doodgegaan, een bewijs hoe weinig het gevroren had. Maar
nu zou toch in Maart, de beruchtste aller maanden, veel
koude kunnen verwacht worden. Februari begon zich reeds
zomerachtig voor te doen en Maart was gul met zonne
schijn en m'armte. Nu was het gewonnen; men had gespit,
gezaaid, gepoot en de koeien moesten in de weide. Zeer
tegen verwachting, zooals het weêr reeds langer dan een
jaar met iedere voorspelling gespot had, kwam April met
een overvloed van warmte, tevens, en tot veler teleur
stelling, met een overvloed van koude in een kort tijds
bestek. Grooter afwisseling van weêr was zelden beleefd
en nooit had het in het midden van April zoo hard ge
vroren. Er kwamen koeien in de weide van de koude om,
die pas den warmen stal verlaten hadden, en de ooievaar
gevoelde zich zoo weinig op zijn gemak, dat hij als „lente
bode" op zijn nest zat te bibberen. Nog hangen de ver
dorde bloesems der morellen en kersen aan de hoornen,
die geen vrucht zullen dragen, waarbij de appelboomen,
die hunne bloesems niet gesloten hielden, er het beste zijn
afgekomen. Daarentegen lieten de bekende Meidagen, met
scherpen oostenwind en nachtvorst, die anders zelden ont
braken, zich m-achten, waarmede tegelijk eene opmerking,
uit de omstreken van Delft ontstaan, dat mistdagen in
Februari op denzelfden datum in Mei met vorstdagen
zouden overeenkomen, tot het rijk der verbeelding bleek
te hooren. Bijna niet in cén opzicht kwamen de afge
loopen maanden met voorspellingen, waarnemingen of
opmerkingen overeen. Dat tot dusver de luchtgesteldheid
gevoelig is, en zoodra het warm wordt er donder ontstaat,
tengevolge m-aarvan de temperatuur wel 30 gr. Fahrenheit
verschiet, blijkt telkens. Zulk eene gevoeligheid, veel aan
de lente eigen, beneemt echter niet, dat het groeizaam is,
de pas gevallen regen verkwikt heeft, de staat der veld
gewassen voldoende is, waarhij de aardappelstruiken reeds
gunstig uitkomen, en dat met een weinig geduld, als de
warmte ook wel zal ontstaan zonder stoornis, het weiland
heeft hem gebracht, toen mevrouw juist m'eg was. Zal ik hem
halen
Clemence knikte toestemmend en na eenige oogenblikken kwam
Margot terug.
Het was geen brief uit de stad, zooals Clemence die wel meer
ontving. De brief droeg een Duitsch poststempel, eene bekende
hand. Zij wankelde en beefde, toen zij hem openmaakte; zij
merkte het niet eens, dat Margot haar aan een stoel hielp.
Ja, hij was van hem, en eindelijk was zij in staat de letters,
die voor hare oogen dansten, te lezen.
„Gij behoeft geene ketenen meer te dragen, niet meer
ongelukkig te zijn. Ik geef u uwe vrijheid terug! Maar
van u moet de eerste stap daartoe uitgaan, ter wille van
uw naam en van uwe eer. Dien uwe klacht tot echtscheiding
in en wordt gelukkig. Erwin."
Zij staarde op het papier nu was, wat zij zoo onverbiddelijk
had gewild, onherroepelijk geschied.
Zij had hem alles geweigerd, elke samenkomst, elke ophelde
ring; steeds had zij den wensch te kennen gegeven, weder vrij
te worden, zooals hij haar eens beloofd had. En hare grootmoeder
had haar versterkt in die kinderachtige houding, want de Gravin
had goede redenen om voor eene verklaring terug te deinzen,
die haar aandeel in het verbreken van dezen echt in het helderste
licht zou plaatsen, hoe ongelukkig hij ook geweest was. Erwin
moest zich immers bewust zijn, waarom zijne vrouw hem ontvlood
en dat zij zijn misstap kende; waarom durfde hij dan nog trotsch
en stoutmoedig het hoofd verheffen en haar doen gevoelen, dat
hij hare dwaze liefde kende en op hare zwakheid rekende?
Maar nu hij haar eindelijk, na lang heen en weder schrijven,
hare vrijheid teruggaf, gevoelde zij eene vlijmende smart, alsof
er binnen in haar iets scheurde, wat niet meer geheeld kon
worden, noch door trots, noch door verstandige redeneering; nu
gevoelde zij duidelijk, dat de geheime hoop haar staande had
gehouden, dat hij berouw had kunnen aan den dag leggen, met
de bekentenis zijner schuld vergiffenis had kunnen afsraeeken en
verkrijgen.
Het was of het lot haar nu eerst op wreede wijze wilde
duidelijk maken, wat zij eigenlijk had gewild en hoe verre hij,
ondanks zijne gebreken, boven allen verheven was De mond eens
vreemdelings had zijne deugden nog eens geroemd en het geliefde
beeld voor hare oogen getooverd.
Zij was als verlamd; het kwam haar voor of zij geheel alleen
op den onraetclijken oceaan ronddreef, zonder ergens land te
kunnen ontdekken.
„Mevrouw heeft toch geene slechte tijdingen ontvangen?" vroeg
Margot eindelijk bezorgd.
Bij deze woorden richtte zij zich langzaam op.
„Neen, o, neen," zeide zij met een droevigen glimlach, „ik
heb verkregen, wat ik verlangd had."
Het was stil geworden op het schoone Erlenstein, stiller dan
ooit te voren, omdat niet als vroeger rust en genoegen, maar
verdriet zijn intrek had genomen in het statige gebouw.
Nora had met haar kind het slot, dat haar geene toevlucht
meer bood, verlaten. Door het laatste onderhoud met Erwin,
waarin hij haar zoo duidelijk liet blijken, hoe hij niet alleen hare
houding jegens Clemence en de roekelooze wijze, waarmede zij
haar gevoel kwetste, door het jachthuis tot hare geheime bijeen
komsten te gebruiken, maar ook de geheimzinnigheid waarmede
zij hare bijzondere zaken en huiselijke ontwerpen voor hem, die