RELDERSCHE EN NIEUWE1MEPER COURANT. Nieuws- en AdvertentieMad voor Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 67. Jaargang 42. Woensdag 4 Juni. Uitgever A. A. BAKKER Oz. POSTKANTOOR HELDER. 53> VAN HAND TOT HAND. „Wij huldigen het goede.'' Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal i n franco per post 0.90. 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels CO cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers hij abonnement belangrijk lager. Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de tweede helft der maand April. Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming. BosmaAmsterdam. Mej. S. de Hertog Mej. de Hertog W. Gorlee Mej. M. Barensse Van Houten Mej. A. KeUer Wed. liarinck J. Stalien Wed. G. D. BetleheraBects. Mej. Olievier Naarden. Mej. B. BakkerNieuwediep. Mej. F. de BruijnRotterdam. Hardebol L). Doornkamp Briefkaart J. v/d VeerAmsterdam. Verzottden geweest naar Duitschland Mad. E. BachelardGriitz. Naar Ned. Indie .- H. TemerBatavia. H. C. Ladewig H. C. Ladewig H. C. Ladewig G. J. den Blanken Bln n enlan a. In liet Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde komt een rapport voor van twee inspecteurs van liet geneeskundig Staatstoezicht, de heeren dr. D. Lubach, inspecteur in Overijsel en Drente, en dr. H. L. Verspijck, inspecteur in Gelderland en Utrecht, over de kwestie der overlading van onze jeugd bij het onderwijs. Spierarbeid, zeggen zij o. a. bevordert de spijsverteering en opneming van voedsel, en werkt dus tot herstel van het verbroken evenwicht mede. Maar bovenmatige hersenarbeid werkt juist andersom, o. a., omdat bij hem, die leert en studeert, de spieren nagenoeg werkeloos blijven en de ademhaling niet krachtig genoeg plaats heeft, zoodat liet geheele organisme er onder lijdt. Daarom zijn juist voor hen, die leeren en studeeren, krach tige lichaamsbeweging en veel verkeer in de vrije lucht, Door GOLO RAIMUND. Vervolg Eene zichtbare verbazing openbaarde zich in zijne trekken, maar de overste sneed de vraag om opheldering, die op zijne lippen zweefde, af en ging voort! „Laat mij uitspreken, Ernest. De gravin, die in hare zondige afdwaling er maar niet in kan berusten, dat hare dochter aan de wereld onttrokken, en daardoor ook voor den Hemel gewonnen wordt, wil volstrekt iets hebben voor hare ijdelheid en verstrooiing, een aardig speeltuig voor hare ledige uren, eene jonge, schitte rende vertegenwoordigster der familie. Zy had aanvankelijk, toen zij vrede sloot met baron van Tromberg en onder uw geleide de reis naar Duitschland ondernam, waarschijnlijk geen ander voornemen, dan hare kleindochter vooreerst, misschien voor de wintermaanden, zij het zelfs met den lastigen baron op den koop toe, voorloopig voor zichzelve in bezit te nemen. Maar de ongehoorde toestanden, die zij daar vond, en die slechts door uwe door de liefde verblinde oogen over het hoofd gezien konden worden, deden andere plannen bij haar ontstaan. GTcmence's verstandelijke verwanrloozing, de openbare verstandhouding van haar man met hare behuwdzuster, de dagelijksche plagerijen en kwellingen, waaraan zij zag, dat Cleraence van den kant dezer vrouw was blootgesteld, schonken der gravin, en terecht, de over tuiging, dat hare kleindochter zich diep ongelukkig moest gevoelen, wat zelfs den wensch bij deze had doen ontstaan om van dien ellendigen toestand bevrijd te worden." „Ik waag het, eene eerste tegenwerping te maken, tante," riep graaf Frésange, bevende van ontroering. „Ik brandmerk eene betrekking van mijne bruid tot baron Tromberg als een leugen der gravin „Gij weet dus niet, dat Clemence het feit geconstateerd heeft, dat zij de beide schuldigen met elkander heeft opgesloten en aan de bescheidenheid der bedienden heeft prijs gegeven, vóór zij ontvlood?" vroeg de overste driftig. Een vroolijke glimlach verhelderde als een zonnestraal zijn sombere trekken. „O, tante, zie nu eens, waartoe de ijverzucht leidt," riep hij, „welke valsche voorstellingen zij doet ontstaan. Ik was het, en niemand anders, die bij Nora was, toen Clemence zich aan dien kinderachtiger» streek schuldig maakte." Een oogenblik dreigde de overste hare kalmte te verliezen. „Gij?" vroeg zij ongeloovig. „Maar het moge zoo zijn, Ernest, aan uw woord is niet te twijfelen en dit feit verandert niets aan mijn oordeel, integendeel, het wordt daardoor nog scherper. Indien zij zich met u insgelijks gecompromitteerd heeft, kon zij niets veratandigers doen, dan naar uw vlekkeloozen naam grijpen, om daardoor den smet op haar eigen naam te bedekken. Gij waart een speeltuig in hare hand, arme Ernestals gij mij verder geduldig wilt aanhooren, zal ik u daarvan overtuigen. „De barones stamt, zooals u bekend is, van de Mauberts af en eerzucht en ijdelheid deden haar de betrekkingen van bloedver wantschap met uwe tante Frésange ijverig onderhouden. De gravin is een zeer verstandige geslepene dame, volkomen opge wassen tegen de vrouw die gij bemint. Zij kwamen elkander halverwege tegemoet, schonken elkander tot op zekere hoogte ook zelfs bij minder gunstig weder, bepaalde behoeften. Spierarbei I en hersenarbeid hebben echter weder dit met elkander gemeen, dat bij beiden de inspanning, die kan geëischt worden van den volwassene, te zwaar is voor hem, die nog niet geheel is ontwikkeld.. Die waarheid wordt, wat den hersenarbeid betreft, nog bevestigd door het feit, dat „de hersenen in den kinderlijken leeftijd meer dan later tot bloedsophooping voorbeschikt zijn." Men moet daarom nog matiger wezen in het vorderen van herseninspanning dan bij het opleggen van lichamelijken arbeid aan personen van een bepaalden leeftijd. Van deze stellingen gaan de rapporteurs uit om tot eene becijfering te komen van het aantal uren hersenarbeid, dat men van bepaalde leeftijden mag vorderen. Zij redeneeren aldus: Van een volwassen handwerksman mag men op den duur zeker niet meer dan 12 uren arbeid in het etmaal vorderen; ja, velen vinden 8 uur reeds ruim genoeg. Aangenomen echter, dat 12 uren nief te veel zijn, dan moet dat cijfer allengs dalen, wanneer de leeftijd beneden 20 jaren daalt. Voor den jongen van 1517 jaar zullen dan 8 uur niet te weinig zijn, endaar arbeid van den geest minder lang mag duren, komt men voor dien leeftijd tot een maximum van herseninspanning van 7 uur daags, of 42 uren in de week. Voor knapen van 1214 jaar, die uiterlijk 6 uur daags ingespannen mogen worden, zijn dan de 32 schooluren 's weeks, die gemeenlijk worden gehouden, niet te veel. Maar het huis werk komt er bij en dat eischt ook gemiddeld 2^ uur daags, zoodat de (5 uren daags aanmerkelijk worden over schreden. De rapporteurs constateeren op grond van deze cijfers, dat, wat den duur van stilzittenden arbeid betreft, werkelijk overlading bestaat. Zij herinneren, dat hetzelfde in Duitschland is erkend en de zoogenaamde Straatsburger voorstellen heeft uitgelokt, volgens welke de gemiddelde duur van dagelijksche inspanning zoowel voor school- als voor huiswerk behoort te worden beperkt tot 5.(5 uur voor de laagste, (5.7 voor de middelste en 7.3 tot 8.3 uur uur voor de hoogste klassen van d^-middelbare en gymnasiale scholen, of 1^ tot 2 uur minder dan thans aan de Prui sische scholen regel is. De Middelb. Crt., die op dit rapport de aandacht vestigt, wijst er tevens op, dat tegen dit rapport in het weekblad Aran liet Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde een protest geschreven is door prof. A. P. Fokker te Groningen. vertrouwen en de gravin vernam, dat de schoone barones reeds als zeer jong meisje met den baron verloofd was geweest, door hem uit ijverzucht was losgelaten, maar ondanks alles de cenigc geliefde zijns harten gebleven was, die hij, na den dood zijns broeders, ongetwijfeld ten tweeden male de hand zou hebben aan geboden, indien hij niet in dien tusschentijd met Clemence gehuwd was, welk huwelijk, ingevolge eene belofte aan den stervenden vader gegeven, niet door zijn, maar door haar wil ontbonden kan worden. „Duidelijker, arme Ernest, kan men zich den toestand niet voorstellenmeet nu daarnaar de vernederingen af, waaraan Clemence in stilte was blootgesteld. Al was de barones voor zich met den roem van eene platonische liefde voor haar zwager tevreden, zoo was het der gravin toch veroorloofd daaraan te twijfelen. „Uwe tante, gij weet het, Ernest, is eene fijne mcnschenkenster en in geval van nood ontbreekt het haar niet aan driestheid. Met onbeschrijfelijke voorzichtigheid wist zij de barones te winnen voor het plan, om Clemence tot een uitersten stap tc dwingen en stelde zy haar de kansen voor, die uit het welslagen daarvan zouden voortspruiten. Toen de barones, niet minder voorzichtig, zich op haar afhankelijken toestand beriep, op het gevaar, dat zij liep, indien zij soms de bescherming van haar zwager mocht verliezen, werd de gravin duidelijker. Zij wilde geen offer van de barones aannemen, zij zelve waagde het ongeloofelijkeZij bood let wel op, arme Ernest, zij bood voor het geval dat Clemence het samenleven met haar echtgenoot zoo onver- dragelijk werd gemaakt, dat zij aan de liefde en het inwonen bij hare grootmoeder de voorkeur gaf aan de listige, onbaatzuchtige medeplichtige, ever.nls aan eene betaalde misdadigster, eene aan zienlijke som: het geheele erfdeel van de kindsche freule de Maubert. Niet waar, dat is oen fijn beraamd plan vroeg zij na eene pauze, gedurende welke zij zich in zijne verbazing verlustigde, „indien het doel niet de middelen heiligde, indiende liefde het plan niet had uitgedacht, dan zou men het duivelachtig kunnen noemenZooals van zelf spreekt, kon eene gravin de Frésange zich met de uitvoering de handen niet bevlekken voor zulk een vernederend werk koos en vond zij de barones. En om haar toch eenigen lof te doen toekomen, kan ik u zeggen, dat zij hoven verwachting geslaagd is en ook goed beloond werd." Dit woord miste zijne uitwerking niet; het deed hem uit zijne verdooving ontwaken. „Het is gelogen, alles gelogen!" schreeuwde hij wanhopig, terwijl hij met beide handen in zijne haren woelde, „gij moet haar met andere wapenen bestrijden!" Eene dreigende uitdrukking vertoonde zich voor een oogenblik op het gelaat der non, om spoedig weder voor een minachtend medelijden plaats tc maken. „Dwaas, die gij zijt, gebonden en gekneveld door uwe eigene hartstochten! Welke heimelijke, gruwelijke kwalen zij met volle bewustheid en rijp overleg Clemence bereid heeft, kunt gij dagelijks uit haar eigen mond vernemen, zoodra gij haar trots goede woorden geeft, die haar overhalen om eene bekentenis af te leggen. Hoe dit plan in de bijzonderheden afgesproken en welke helooning daarvoor bepaald werd, dit kunt gij, benevens eene karakterschets van die gevaarlijke vrouw, vinden in een brief, dien de gravin van uit Erlenstein aan hare dochter schreef. „Ik zal hem u laten lezen, Ernest, tegelijk met een schrijven van de barones, waarin zy uwe tante, na de vlucht van Clemence, „Ik wil schrijft prof. Fokker o. a.niet aanvoeren, dat de aan den leeftijd evenredige vermindering van liet aantal werkuren, door heeren rapporteurs gesteld, geheel willekeurig is, noch ook, dat de stelling, dat de kinderlijke hersenen minder tegen inspanning zouden bestand zijn dan die van volwassenen dat dit met de spieren het geval is, bewijst immers niets op verschillende gronden zou kunnen worden bestreden. Alleen meen ik er op temogen wijzen, dat de herseninspanning, op onze Hoogere Burger scholen van de leerlingen gevorderd, eene zodanige is en door zooveel tussqhenpoozen van allerlei aard wordt afge broken, dat de meeste leerlingen die niet alleen zonder nadeel verdragen, maar dat ook van bijzondere vermoeienis heel weinig blijkt." Hij wijst er voorts op, dat de leerlingen, die van de drie voor huiswerk gereserveerde uren er één overhouden, dit uur vrijwillig gebruiken voor hersenarbeid en zich vergasten uan een der voor hen beschikbare boeken uit de school bibliotheek. Wie beeft ooit van een werkman gehoord, die, vermoeid van zijn langdurigen arbeid tehuis komende, zich ging ontspannen door spierarbeid? Dat sommige kinderen door het schoolgaan bleek en zwak worden en in de vacanties weêr beter worden, wordt door prof. Virchow in zijn rapport, namens de commissie „fiir das Medicinalwesen" uitgebracht, niet aan overlading, maar hoofdzakelijk aan de slechte schoollucht toegeschreven. Van daar dan ook zijn wensch om de hygiënische toestanden der scholen te verbeteren, om meer te individualiseerenen in het algemeen door beter toezicht, ook door artsen, het schoolwezen te verbeteren. Dat rapport meent, dat een leer tijd van acht uur per dag niet te veel is. Prof. Fokker meent, dat de uit den vreemde op Neder- landschen bodem geïmporteerde overladings-kwestie bij ons meer ingang gevonden heeft dan zij verdient, om twee redenen: Ten eerste omdat het onzen Nederlandschen Aristophanes gelust heeft, het middelbaar onderwijs aan sprakelijk te stellen voor de algemeen_ ge voelde, dikwijls op geestige wijze door hem gehekelde sociale kwalen. En in de tweede plaats omdat deze en andere stokpaardrijders bij zoovele ouders, wier hoopvolle progenituur op Iloogere Burgerscholen mislukt is, een gunstigen voedingsbodem vinden voor hunne bewering, dat het onderwijs hiervan de schuld zou dragen. aan hare belofte herinnertik zal u ook rle quitantie overleggen over het kapitaal, dat haar door den bankier der gravin werd uitbetaald. Mevrouw Hersteld heeft zich deze beide papieren laten geven en ze bewaard; het is altijl raadzaam, zulke brieven, die de waarde van authentieke stukken bezitten, bij elkander te houden. „Dat gij er, op grond van deze betrekkingen, niet aan kunt denken, deze dame de eer van uw naam te geven, is buiten kijf. Ik zal u wel niet behoeven aan te toonen, welke rol zij in uwe familie zou spelenuw eergevoel, Ernest, is onomkoopbaar, en wij behoeven na deze verklaring, die ik u schuldig was, over nationaliteit en geloof niet verder te twisten. Gij moogt en zult aan de woorden uwer moederlijke vriendin niet twijfelen, maar toch wil ik, dat gij uwe eigene oogen zult gelooven." Zij verliet de kamer en bij bleef alleen. Als waanzinnig dwaalden zijne oogen over de rijke stoffeering van dit vertrek; over de met goud versierde lederen behangsels en de heiligen beelden aan de muren, die zoo mild en met zooveel medelijden op de smarten der mcnschcn neèrzagen. Op het beeld van eene Magdalena bleef zijn blik ten laatste meer bepaald gevestigd, ecnige overeenkomst van het hoofd en de volle vormen riepen Nora's gestalte voor zijn geest. Acli, zij had niet veel bemind, zij had slechts misleid, met een koel hart; haar kon gecnc ver giffenis geschonken worden zooals aan de schoone zondares. Toen de overste weder binnentrad, bad zij een pakje brieven in de hand, die zij hem ter hand stelde. Angstig dwaalden zijne blikken over die, welke de gravin uit Erlenstein aan hare dochter geschreven hnd en al duisterder werd zijn oog, toen hij onder de quitantie de onderteekening van de geliefde vrouw herkende. Hij vouwde de papieren samen en gaf ze aan de non terug, terwijl hij, zonder eenig antwoord, als uitgeput op het tabouret ncderviel, dat tegenover den leuningstoel stond. Waren het de naweeën zijner ziekte, waren het de wierookdampen, die tot in de kamer doordrongen, of de gevolgen van vreeselijkc gemoeds beweging hij liet liet hoofd op dc borst zinken en sloot, alsof hij dreigde bewusteloos te worden, een oogenblik de oogen. De overste hielp hem voorzichtig in haar eigen stoel en schelde. „Zorg voor een rijtuig, zuster Beatrix," zeidc zij kalm, „dc graaf Frésange is ongesteld gewordende eerste uitgang na zijne ziekte heeft hem te veel aangegrepen." Een eigenaardig noodlot scheen er behagen in tc scheppen aan Nora's verloving alle mogelijke beletselen in den weg te leggen en al die hinderpalen op nieuw tc doen opdoemer, die hare ver loving met Erwin had doen uitstellen. Zij had sedert dien tijd zoo weinig geleerd, haar karakter had zoo weinig gewonnen aan lijdzaamheid en onbaa'zuchtigheid, dat het slechts aan hare uiterlijke, zoo schitterende omstandigheden, en dc onbeperkte vrijheid, die zij genoot, was toe te schrijven, dat zij ditmaal de vertraging harer plannen kalmer verdroeg. Volgens hare berekening had deze tweede bruidsstaat slechts weken moeten duren, die haar, zoodra hij bekend werd, eene zekere lastige reserve moest opleggen, en nu was er bijna een jaar vervlogen sedert dien Aprilavond, waarop de vlucht van Clemence, Nora tot een beslissenden stap dwong. Het maandenlange ziekbed van de kleine Erica, toen minder de moederlijke liefde dan wel de onverbiddelijke maatschappelijke

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1