hij op.k op dat gebjed voldoende op de liopgte bleef, wat
trouwens zijn militaire rang de Prins klom tot generaal-
majoor der infanterie, kolonel der huzaren en der artillerie
en schout-bij-nacht d la suite op hem gebood.
Doch slechts weinige jaren mocht Prins Alexander aldus
doorbrengen. De rampen, die het Koninklijk Huis sedert
1877 hebben getroffen, drukten den Prins wiens zenuw
gestel altoos van zeer teêren aard was diep ter neer.
Zijne liefste bloedverwanten, zij, tot wie hij zich zoo innig
voelde aangetrokken, ontvielen hem en zijn gevoelig harte
was nauwelijks bestand tegen dien telkens herhaalden rouw.
De dood zijner teerbeminde moeder wondde zijn hart
diep en bracht zijn zenuwgestel zulk een schok toe, dat
jaren zouden moeten verloopen alvorens hij dien te boven
zou komen.
En nog voordat de eerste indruk eenigszins had kunnen
zijn getemperd, ontviel hem zijn oudere broeder, met wien
hij steeds de beste betrekkingen had onderhouden. Wat hij
geleden heeft en hoeveel het hem gekost heeft om zijne
zenuwziekte te bekampen en overeenkomstig den hartgrondi-
gen wensch des volks zich voor te bereiden voor de zware
taak, die hem als toekomstig Troonopvolger eens zou
wachten, behoort te zeer tot de geschiedenis van den dag
om daarover hier uit te weiden.
De piëteit, die hem bezielde en die zich niet enkel uitte
in rouwbetoon, doch ook in de instandhouding en bescherming
van stichtingen en inrichtingen, waaraan zijne afgestorven
moeder tijdens haar leven steun had geschonken, werd
door allen gewaardeerd.
Trouwens ook uit eigen hoofde aarzelde hij nimmer wel
te doen naar zijn vermogen, en van vele nuttige en wel
dadige instellingen was hij een beschermheer in den waren
zin des woords. Hoe hij b. v. de pogingen om de Sophia-
Stichting te Scheveningen ruimer middelen te verzekeren
bevorderde en met zijn Koninklijken Vader het initiatief
nam om spoedig en op deugdelijke wijze de getroffenen
door de ramp van Krakatau geldelijk tegemoet te komen,
ligt nog versch in het geheugen.
In den laatsten tijd opende de Prins zich een nieuw
arbeidsleven door het Grootmeesterschap van de orde der
Vrijmetselaren te aanvaarden.
De blijde verwachting, dat de Prins weldra de kracht zou
vinden om zich aan de openbare aangelegenheden te wijden,
is, helaas! voor goed vervlogen. In de kracht van zijn
leven is hij aan de dynastie en de natie, die zooveel van
hem hoopten, ontvallen.
Even 12 uren hadden de geneesheeren den Prins Zaterdag
nog bezocht. Na dien tijd begon Z. K. H. te kermen en
worstelde hij met benauwdheden, die verminderden naar
mate de hartwerking begon af te nemen. Z. K. H. bezat
toen niet meer het volle bewustzijn en riep herliaalde
malen: „Ik kan niet meer." Hij stierf echter zacht en
kalm, in tegenwoordigheid van zijne adjudanten, zijn secre
taris en zijne geneesheeren.
Er heerscht groote verslagenheid ten paleize en de
treurmare maakte in de stad een diepen indruk.
Z. M. de Koning, onmiddellijk van den dood van zijn
zoon in kennis gesteld, antwoordde reeds Zaterdag middag.
Het laatste bulletin, dat Zaterdag namiddag te 4.10 ten
paleize ter inzage werd gelegd, luidde:
„De Prins had een vrij rustigen nacht, maar was heden
ochtend buitengewoon zwak. Tegen 11 uur nam de zwakte
in die mate toe, dat de geneesheeren het ernstigste vreesden.
Tegen half twee nam de hartwerking langzamerhand af.
Te 2 uren ontsliep Z. K. H. kalm en zacht."
Uit 's Hage wordt gemeld, dat Z. M. de Koning aan
staande Zaterdag of Zondag aldaar wordt terug verwacht.
De hofrouw is bepaald op drie maanden: een maand
zware, een maand middelbare en een maand lichte rouw.
De rouw, wegens het overlijden van den Kroonprins,
voor de officieren van de schutterijen, weerbaarheidskorpsen,
„Dat is mij onverschillig!" antwoordde Anna Marie, „zij kunnen
niet trouwen, omdat zij beiden zoo arm zijn als Job. Wat zal
daarvan worden? Het meisje moet weg, dat zult gij toch toe
stemmen, lieve tante?
Nu lachte do oude dame luid.
„Men ziet wel, Anne Marie, gij weet nog niets van een ware
genegenheid, anders zoudt gij niet zoo despotisch handelen."
Het jeugdige gelaat veranderde niet het minste.
„Ik ml er ook niets van weten, verklaarde zij op stelligen,
bijna minachtenden toon.
„Maar lieve," de oude stem klonk bijna angstig.... meent gij
dan, dat het hier ultijd zoo blijft bij u, Anna Marie? Gij zijt
achttien jaar denkt gij, dat uw hart altijd zoo voort zal leven,
zonder ooit de liefde te kennen En veronderstelt gij dat ook
van uw broeder, Anne Marie? Klaus is nog zoo jong
De kleine voet op de treêplank van het spinnewiel hield op
en de grijze oogen zagen de spreekster verwonderd aan.
„Weet gij dat niet, tante, dat het reeds sedert lang een uit
gemaakte zaak is, dat Klaus en ik altijd bij elkander blijven?
Klaus heeft het onze moeder immers op haar sterfbed beloofd,
dat hij mij nooit verlaten zal. En ik bij Klaus weggaan O,
eerder eerder stort de hemel inSpreek niet van zulke
onmogelijkheden, tante Rosamunde het is bespottelijk, daaraan
ook maar te denken
„Vergeef mij, Anne Marie," de woorden klonken bijna plechtig,
„ik was er bij tegenwoordig, toen uw stervende moeder Klaus
de belofte afvroeg, u nooit te verlaten, u altijd te zullen bescher
men. Maar hem daarmee te verbieden, een andere vrouw, een
vrouw, die zijn hart koos, lief te hebben dat heeft zij waarlijk
niet gewild."
„Tante Rosamunde!" riep het meisje bijna dreigend.
„Neen, mijn kind, ik herhaal het, uw moeder was veel te goed,
veel te billijk, om zoo iets te wenschenzij zelf was veel te
gelukkig in haar huwelijk, dan dat zij haar kinderen maar
mon Dieu, ik maak mij noodeloos warm, gij vat die belofte geheel
verkeerd op."
„Klaus zelf heeft het mij zoo verteld, tante Rosamunde!" ver
zekerde het meisje op een toon, die iedere tegenwerping onmoge
lijk maakte en Rosamunde zweeg; zij wist immers, dat alle rede
neeren vergeefsch was, en niets ter wereld Anna Marie, overtuigen
zou, dat er buiten den geliefden broeder nog iets berainnens-
waardigs kon bestaan.
„Nous verrons, ma petite," dacht zij, „ook u zal de onder
vinding niet gespaard blijven." Haar gedachten dwaalden ver
terug in het verleden, tot den nacht, toen Anna Marie geboren
werd. Een vreeselijke nacht! En toen deze voorbij was, volgde
er een nog vreeselijker dag; in de lompe met een wapen versierde
houten wieg lag wel is waar het zacht sluimerende kind, maar
de oogen der moeder hadden zich voor altijd gesloten, niet zonder
nog een smartelijken blik op het kleine wezen geslagen te hebben,
dat zonder moederliefde door het leven moest! En voor haar
bod had een knaap van vijftien jaar geknield cn herhaaldelijk
moeten beloven, de kleine zuster lief te hebben, haar steun en
beschermer te zullen zijn.
Hoe vaak had tante Rosamunde dit aan het opgroeiende kind
der Marine cn van het leger, zal bestaan in het dragen
van een band van zwart floers om den linker-bovenarm,
ter breedte van 6 centimetor, waarop een rosctte van
gelijke middellijn.
De lijkschouwing geschiedde jl. Zondag door de doctoren
Vinkhuijzen, Van Wieringhcn Borski en professor Mac
Gillevry uit Leiden.
Het lijk is gebalsemd en in een looden kist, omgeven
door een eikenhouten, neergelegd, om later in een mahonie
houten te worden gevat.
Gisteren middag half drie hebben de ministers van Buiten-
landsche Zaken en Justitie ten stadhuize de doodsaangifte
gedaan.
De dag der begrafenis is, naar men verzekert, voor-
loopig vastgesteld op 8 Juli a. s.
De Regeering heeft jl. Zaterdag aan alle Hoven en
kanselarijen kennis gegeven van het overlijden van den
Prins van Oranje. Door tusschenkomst van onze gezanten
en consuls is de droevige tijding ter kennis gebracht van
hun Gouvernementen. Van de meesten dezer laatsten zijn
bij Z. M. den Koning te Carlsbad en bij Zr. Ms. Regeering
in de residentie telegrammen of brieven van rouwbeklag
ontvangen.
Binnenland.
Men schrijft ons uit Schagen, dd. 23 dezer:
„Er heerschte hier Zaterdag avond en gisteren een niet
geringe, zeer begrijpelijke spanning, toen het gerucht van
het overlijden van onzen geëerbiedigden Kroonprins hier
zich eerst verspreidde en later bevestigd werd. De vraag,
„zal de kermis," welke gisteren aanving, „doorgaan," was
op aller lippen en werd druk besproken. En niet ten
onrechte. De kermis toch is voor vele ingezetenen van
groote beteekenis; niet als feest, maar als bron van inkomsten.
Voegt men bij die ingezetenen de vele kramers en onder
nemers van publieke vermakelijkheden, die vele kosten
voor het aanvoeren hunner kramen en tenten hebben gemaakt,
rekent men dan nog de kosten die zijn gemaakt aan inslag
van allerlei aard, om de duizenden, die in den loop der
feestweek onze gemeente bezoeken, te voeden en te laven,
dan kan men veilig aannemen, dat schorsing der kermis
aan onze gemeente eene schade van ettelijke duizenden
guldens zou berokkenen. Tot lieden is echter, zijn mijne
informatiën juist, niets van dien aard bekend; alleen zou
van hooger hand zijn verzocht sluiting der tooneelvoorstel-
lingen tot aanstaanden Zondag.
Van eene beschrijving onzer kermis, die ik gewoonlijk
jaarlijks geef, zal ik mij ditmaal onthoudenik acht zulks
min voegzaam in hetzelfde nummer van uw blad, waarin
ongetwijfeld de slag, die ons Vorstenhuis heeft getroffen,
mede zal worden besproken. Alleen zij vermeld, dat voor
dezulken, die in die treurige gebeurtenis geen aanleiding
vonden om zich de kermisvreugde te ontzeggen, veel en
velerlei te genieten valt, en dat onze kermis sinds jaren
niet zooveel verschillende amusementen heeft opgeleverd.
Ter paardenmarkt waren lieden 260 stuks aan de lijn.
Handel levendig; prijzen betrekkelijk hoog, vooral voor
goede werkpaarden (f 40 ii f 560 't stuk.)"
Dezer dagen had te Schagen de levering plaats van
156 stuks vee, aangekocht door den heer Jn. Breebaart,
voor rekening van Amerikaansche veekoopers. De vraag
naar geschikt fokvee voor Amerika wordt steeds grooter,
waardoor men zich in die streek algemeen sterk op de
fokkerij gaat toeleggen.
De Maatschappij Zeeland keert over a. p. een dividend
uit van 6 pCt.
De heer mr. C. J. F. Mirandolle, sedert 1869 lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het district
Haarlem, is in 56jarigen ouderdom overleden.
Toen dominé Proost, predikant te Blokker, jl. Zondag
in de godsdienstoefening bekend maakte, dat hij voor 't
verhaald, hoe dikwijls haar geschetst, hoe zij gedoopt was bij de
doodkist harer moeder, hoe haar broeder haar op de armen ge
houden, vast aan zijn borst gedrukt en bitter geschreid had
trouwens, een broeder als Klaus von Hegewitz was er geen tweede,
dat wist tante Rosamunde het beste. Zij herinnerde zich, dat
hij nachten lang bij het bed van het meisje gewaakt had, toen
zij ziek lag aan de mazelen, dat hij met onuitputtelijk geduld
haar luimen verdroeg, nu nog even als toen, met hoeveel zorg
hij onderwijzers cn meesters koos, haar lectuur uitzocht, met haar
las, reed en alles deed, wat de zorgvuldigste ouderliefde slechts
doen kon, cn nog meer veel meerAnne Marie wist immers
niet, wat ouderliefde was; haar vader was steeds een zonderling
geweest en werd het na den dood harer moeder nog meer! het
scheen bijna, alsof hij het kind niet kon liefhebben, wier leven
een leven gekost had. Hij was zelden te huis; hij bracht soms
een haltjaar te Berlijn door; als de tijd van de jacht kwam,
keerde hij naar het heerenhuis terug. Echter nooit alleen, hij
was altijd vergezeld van een jong man, een baron Stürner,
bezitter van het naburige riddergoed Dambitz, twee jaar ouder
dan Klaus.
Het was een zonderlinge vriendschap geweest, die tusschen die
beide mannen bestond.
Hegewitz ver over de zestig, somber en menschenschuwaltijd
ieder wantrouwend, onvriendelijk, zelfs tegen eigen kinderen, was
hij slechts voor zijn zooveel jongeren vriend toegankelijk. Tante
Rosamunde herinnerde zich op dit oogenblik duidelijk dat bleek,
edel gevormd gelaat, met de vurige bruine oogen en de donkere
lokken. Hoe dankbaar gedacht zij zijner. Hij was de eenige
geweest, die het verstond een botsing tusschen vader en zoon te
voorkomen, die met bewonderenswaardige volharding altijd weder
het tegenstrevende kleine meisje tot den vader gebracht had, en
dat alles uit die raadselachtige vriendschap. Zij speelden tot laat
in den nacht schaak, reden, jaagden te zamen en nog een harts
tocht verbond hen, zij verzamelden antiquiteiten.
Uren ver in den omtrek zochten zij steden en dorpen af naar
oude gebeeldhouwde kasten, naar klokken, porcelein en schilde
rijen en halve nachten konden zij er over twisten, of een door
hen gevonden schilderij van dezen of genen meester, of het
origineel of copie was? Zij bleven dikwijls dagen lang uit op
hun zwerftochten en de verkregen schatten werden dan in een
bovenkamer kunstig gerangschikt, „een ware uitdragerswinkel,"
had tante Rosamunde eenmaal spottend aangemerkt; het ver
wondert mij, dat ze mij nog niet aanwerven voor hun collection
antique."
Na Hegewitz' dood was deze waarlijk kostbare verzameling
bij testament aan baron Stürmer vermaakt, „omdat Klaus geen
verstand van zulke dingen had." Stiirmer aanvaardde de erfenis
ook, maar liet haar door deskundigen taxeeren en betaalde de
waarde aan de erfgenamen. Klaus von Hegewitz weigerde de
som aan te nemen, en dus kwamen de mannen overeen om er
een armhuis voor de beide dorpen Bütze en Dambitz van te
bouwen.
Dat was nli tien jaar geleden en de vcrzamelingswoede van
den ouden heer had goede vruchten gedragen.
{Wordt vervolgd.)
b.eroep naar Enkhuizen bed,ankte, gaven de toehoorders
lucht aan hunne blijdschap door toejuichingen.
Dezer dagen werd in eenige bladen gemeld, dat
generaal Smit, lid der Transvaalsche deputatie, besloten
zou hebben, zijn zoon naar de inrichtingen van ds. Van
Dijk te Deutichem te zenden. Naar wij vernemen, is
hiervan noch bij de verschillende besturen, noch bij den
directeur dier inrichting iets officiëels bekend. (N.R.C.)
Het bericht in ons vorig nummer, als zou de leening
der Nederl. Zuid-Afrik. Spoorwegmaatschappij zijn vol-
teekend, berustte op een misverstand. We hopen echter
spoedig mee te deelen, dat de gelden werkelijk gevonden zijn.
Omtrent den te Amsterdam gevangen genomen heer
Tobias, vader van de beide voortvluchtigen, meldt men,
dat de rechtsingang werd verleend wegens de verduistering
van eene som van f 65,000, vóór een paar jaar den heer
T. ter hand gesteld om te beleggen in hypotheken en
verder te administrateeren. De renten werden uitbetaald,
maar het kapitaal is zoek.
De eerste haringjager wordt heden met 170 ton te
Vlaardingen verwacht.
Te Edam zijn Zondag morgen vier pakhuizen voor
een groot deel door brand vernield. Voor f 35,000 aan
kaas verbrandde o. a.
Jl. Zaterdag werd door eene commissie uit het
bestuur van den Haarlemmermeerpolder aan den heer
mr. J. P. Amersfoordt een zilveren beker met inscriptie
aangeboden, als blijk van hulde en waardeering voor de
diensten, die hij den polder van 1856 tot 1884 als lid van
het bestuur heeft bewezen. De heer Amersfoordt heeft
zich onlangs verplicht gevoeld om gezondheids-redenen zijn
ontslag als lid van het bestuur van dien polder te nemen.
Jl. Vrijdag is in den Houtrakpolder eene bouw
manswoning met ruim 18 hectaren land publiek verkocht
voor f 32,000. Slechts twee koopers, vader en zoon
(N. Brantjes), waarvan de eerste kooper werd, waren ver
schenen.
De heer E. Voerman, gemeente-ontvanger te Scher-
merhorn, herdacht jl. Zondag zijn 25jarige ambtsvervulling.
Van gemeentebestuur en secretaris en namens een 40tal
ingezetenen dier gemeente werden hem, ten blijke van
belangstelling, fraaie geschenken vereerd.
Te Terschelling is aanbesteed: het verbouwen van
de school en onderwijzerswoning te West-Terschelling en
te Midslang. Er waren voor beide perceelen respectivelijk
14 en 12. biljetten ingekomen; de langste inschrijver was
T. C. Boer, te Terschelling, voor het 1ste perceel f 15,327
en voor dat te Midsland f 13,777. Daar de beide perceelen
samen boven de raming zijn, moet er wellicht een herbe
steding plaats hebben.
Mej. A. C. W. M. Quack, geagreëerd klerk aan het
Post- en Telegraafkantoor te Ravestein, heeft met goed
gevolg het examen afgelegd van postambtenares in den
telegraafdienst.
Van daag vóór eene week, zoo meldt men uit Cura9ao
dd. 31 Mei aan de N. Rott. Crt., is Zr. Ms. schroefstoom-
schip 1ste klasse Tromp, commandant kapt. ter zee P. Ten
Bosch, alhier aangekomen. Bij het binnenstoomen dei-
haven wapperde de vaderlandsehe driekleur op alle forten,
en eene groote menigte bewoog zich langs den havenkant,
om het statig binnenloopen van het krachtig gebouwde
schip te aanschouwen. Zoodra dit in het Sehottegat aan
het noordeinde der haven ten anker gekomen was, werden
er 21 salutschoten gedaan, die door een gelijk aantal
schoten van het Waterfort werden beantwoord. In den
loop dezer week brachten de gouverneur en de commandant
van het garnizoen een bezoek aan boord van de Tromp,
bij welke gelegenheid er weer salutschoten met het Water
fort gewisseld werden, zóó dat de lucht er van daverde
en de nabijzijnde huizen schudden. Ik hoorde commandant
Ten Bosch zijne ingenomenheid betuigen over onze schoone
haven, waarmee hij nu voor 't eerst kennis maakte. De
ótat-major ondervindt vele blijken van de zoo gunstig
bekende C'uraijaosehe gastvrijheid. Zoowel officieren als
adelborsten brengen hunne vrije avonden in den kring van
verschillende familiën door, hetgeen voor die heeren een
aangename afleiding is na de warme dagen, aan boord
doorgebracht. Deze week kon het verblijf aan boord juist
niet prettig genoemd worden, daar er steenkolen werden
ingenomen, hetgeen in dit klimaat bijzonder veel stof, dat
overal tot in de afgezonderdste plekjes doordringt, ver
oorzaakt.
Gisteren avond had er ten huize van den gouverneur
eene soiree dansante plaats, die door den commandant en
de meeste officieren en adelborsten van de Tromp werd
bijgewoond. Deze partij, waarop vele dames in de fraaiste
toiletten schitterden, was tot 't laatst toe zeer geanimeerd
en, te oordeelen naar het late uur, waarop de gasten
huiswaarts gingen, zal dit feest ongetwijfeld lang in ieders
geheugen blijven.
Ook op de Sociëteit Casino en ten huize van eenige
particulieren worden partijen ter eere van den état-major
gegeven, en ieder beijvert zich om 't dezen hier zoo ge-
noegelijk mogelijk te maken.
De aanstaande komst van Prins Roland Bonaparte te
's Hage staat in verband met zijn levendig verlangen om
plaats te nemen in de rijen van hen, die het stoffelijk
overschot van Z. K. H. den Prins van Oranje ten grave
zullen brengen. Zooals men weet bestond er tusschen den
overleden Kroonprins en Prins Roland een band van
vriendschap.
De hooi-opbrengst blijkt in de omstreken van Kampen
zeer verschillend te zijn. Leveren toch de hooggelegen
landerijen een uiterst gex-ing beschot, de lagere geven een
grooten voorraad. Ten bewijze diene, dat o. a. van een
stuk ter grootte van 1£ hectaren ongeveer 27,000 halve
kilo's gewonnen zijn.
In navolging van de Hollandsche boeren, wordt
tegenwoordig door den heer H. Smits, te Tietjerk in
Friesland, eene proef genomen met het bereiden van
zoetemelksche (Edammer) kaas. Gemiddeld worden weke
lijks 400 stuks afgeleverd, die tegen f 1.25 f 1.30 de
kilogram veel aftrek vinden.
Jl. Zondag avond had een heer in de Valkensteegte
Rotterdam het ongeluk zijn been te breken. Gelukkig dat
het een.... houten been was. De ongelukkige werd naar
zijn woning gedragen, terwijl een der omstanders zijn been
achter hem na droeg.
Geheel tegen de regelen der natuur heeft zich in de
gemeente Nijeveen een haan belast met de zorg voor jonge
kuikens. Een kip van A. Zoer aldaar had kuikens van
4 k 5 weken oud, die door haar verlaten werden, omdat