HELDERSCHE EK MEI WEHEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 97. Jaargang 42. Woensdag 13 Augustus. Uitgever A. A. BAKKER Oz. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zatcrdug namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. s nu franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnenland. De N. Rott. Crt. geelt een overzicht van de verslagen der Kamers van Koophandel en fabrieken over 1883. Zonder juist in die verslagen een volledig beeld van den econo- mischen toestand van ons vaderland te zoeken, meent zij, dat men door die verslagen met aandacht door te loopen en onderling te vergelijken, toch een vrij juisten indruk van den algemeenen toestand verkrijgen zal. Nagaande welke uitkomsten het jaar 1883 voor de volksnijverheid heeft opgeleverd, komt zij in hoofdzaak tot de volgende slotsom: De zeevisscherij heeft zeer goede resultaten opgeleverdde berichten omtrent de veenderijen zijn zeer uiteenloopend; de Kamer van Koophandel te Hoogeveen roemt de groote vraag naar turf, die bijna het geheele jaar voortduurde; elders wordt echter over lage prijzen en tragen afzet geklaagd, daarentegen weer van goede winsten gewaagd, die de fabrieken van turfstrooisel afwerpen. Ten aanzien van landbouw en veeteelt wordt opgemerkt dat de oogst van granen en zaden goed, maar de prijzen, evenals in vorige jaren laag waren. De fijnere cultuur gewassen, oofttcelt, moezerij, enz. brachten schier overal goede winsten op. Voor veeteelt, tokkerij en zuivelbereiding was 1883 niet ongunstig. Over 't algemeen waren land bouwers en landeigenaren nog gedrukt onder de gevolgen der slechte jaren sedert 1878, die aan de vroegere welvaart ten platten lande een knak gaven. Onder den verachterden staat der plattelands-bevolking, rijst uit vele plaatsen de klacht over kwijning van klein handel en winkelnering. Wat den groothandel betreft deze was gedrukt door steeds dalende prijzen in meest alle stapelproducten. Reederijen leden onder lage vrachtprijzen, waardoor ook de scheepsbouw gedrukt werd, die echter eenigen steun vond in bestellingen uit het buitenland. In onze koopsteden, zoo wordt hierbij opgemerkt, weet men dat deze gedrukte toestand zijn oorzaak heeft in de algemeene gesteldheid van den wereld handel en denkt men er dan ook niet aan om van de Regeering bescherming te vragen door differentiëele rechten, premien en andere kunstmiddelen. Een vrij algemeene klacht hoezeer er enkele uitzonde ringen zijn is, zoo leest men, die over de slapheid in de ambachten-nijverheid, een treurig verschijnsel, omdat de lieden, die daarin hun bestaan vinden, moeilijk elders werk en brood kunnen zoeken. De oorzaak is voor een gedeelte dezelfde als die waardoor ook de kleinhandel en winkelnering ANNE MARIE. Naar liet Duitsch van Wilhelmina Heimburg. Vervolg.) Intusschen waren wij op het feestterrein gekomen. Allen bewogen zich bont door elkander, Stürmer leunde met over elkander geslagen arm tegen een eik, blijkbaar verdrietig. Toen ontdekten de menschen hun heer, hy werd met onstuimigheid verwelkomd, zij waren reeds allen in opgewonden stemming. Klaus sprak een paar woorden tot hen en wilde zich toen verwijderen, maar dat ging niet, hij moest volstrekt met de bovenmeid dansenmet een zuurzoet gezicht draaide hij met het stevige, van blijdschap en eer hoogblozend meisje eenige malen in 't rond. Anne Marie was op een der stoelen onder de hoornen gaan zittenEdwin stond voor haar, een gelukkig lachje speelde om haar mond. De stralen der avondzon fonkelden op haar blond hoofd en kleurden warm haar gelaat. Zij zag er op dit oogen- blik wonderschoon uit: peinzend zag Stürmer op haar neêr. Ik dacht aan al wat mogelijk was, toen ik die heiden zag wat denkt men al niet hij een blauwen hemel, hij zonneschijn en vroolijke muziek? „De schemering was reeds ver gevorderd, toen Isabella in mijn kamer kwam, om mij te zeggen, dat Susanne gereed was om Klaus te ontvangen of' het hier geschieden kon? Ik stemde vroolijk toe; de oude ging en een oogenhlik later trad een lichte witte gedaante binnen en leunde als iemand, die wankelt, tegen de groote eikenhouten kast bij de deur. Isabella verwijderde zich, om, zoo als zij zeide, mijnheer kennis te geven. Aarzelend kwam Susanne tot in het midden der kamer. Ik haaste mij licht te ontstekenzij verzocht mij dit na te laten haar stem klonk schier krachteloos. Toen ik Klaus' vluggen tred in den gang hoorde, ging ik in de naaste kamer, Susanne liep mij haastig een paar schreden na, alsof zij mij wilde vasthouden; maar voor alles ter wereld had ik Klaus dit kwartier uurs niet door mijn tegenwoordigheid willen bedervenwaarom zou een derde hooren, wat twee men schen elkander te zeggen hebben, die elkaar voor eeuwig willen toebehooren? Dus deed ik de deur dicht en hoorde nog slechts den uitroep cener diep bewogen mannenstem: „Susanne!" Ik stond bij het geopende venster en zag over liet door dc maan beschenen binnenpleinin huis was alles stil. Edwin Stürmer was reeds voor den maaltijd weggeredenhij dacht, dat er veel te bespreken was bij het korte verblijf van Klaus, ook de gasten uit de pastorie waren vroeg naar huis gegaan. Isabella had Klaus van Anne Marie's zijde naar zijn verloofde geroepen daar onder de eiken dansten de menschen bij het licht der lantaarns lustig doormuziek en nu en dan een luid gejuich weer klonken, of het begin van een lied door een frissche meisjesstem; de lucht was zacht als op een lenteavond. Anne Marie wat zou zij doen? dacht ik. Het ééne kwartier na het andere verliep: ratelend sloeg de oude klok zeven, ik sprong op; neen, de oude tante vergat toch niet geheel en al de plichten der etiquette. Ik opende de deur en trad mijn kamer binnen. Bij het raam zag ik hen staan, beiden; hij had zijn arm om haar heen geslagen en boog zich gedrukt wordtmindere welvaart bij den boerenstand. Daar komt nog een andere oorzaak bij: de reactie van de over dreven bouwspeculatiën der laatste jaren. Deze beeft een aantal bekwame en onbekwame werklieden vooral naar de steden gelokt en nu de overproductie in den huizenbouw tot staan gekomen is, is er eeu stilstand van werk gekomen, waarvan de ambaclits- en handwerkslieden de slachtoffers zijn. Ook dit kwaad is niet alleen aan ons land eigen; men merkt het overal op. Het is door geen kunstmiddelen weg te nemen, zelfs niet door protectie. Het moet zijn natuurlijk verloop hebben. Het moge hard zijn, dit te zoggen: het kan niet anders. Over de eigenlijke fabrieks-nijverheid is het moeilijk een algemeene uitspraak te doen. Sommige vakken lijden be paaldelijk onder de tijdsomstandigheden, zooals de steen bakkerijen, houtzagerijen en andere, die met de bouwin- dustrie in verband staan. Andere hadden een goed jaar, zooals b. v. haast overal van de bierbrouwerijen gemeld wordt. Uit Twente zijn de berichten (met uitzondering van Olden/.aal) goed. Hengeloo zegt: „De algemeene toestand der fabriekmatige nijverheid te dezer plaatse, in 1881 be vredigend, in 1882 gunstig genoemd, mogen wij voor 1883 als zeer gunstig beschouwen." Almeloo gewaagt van gunstige toestanden en goede resultaten. Enschedé zegt: „Uit de hierna volgende statistiek blijkt de voortdurende bloei der katoennijverheid." Rijssen: „Het is voor de kamer een aangename taak, om in haar verslag over het afgeloopen jaar weder een gunstig bericht te lainnen geven over den handel in 't algemeen en over den voortdurenden bloei der fabrieken te dezer plaatse." Ook uit het zuiden zijn de berichten niet slecht, al is men daar niet geneigd te roemen. Alleeh Roermond en inzonderheid Maastricht klagen. Vooral in laatstgenoemde plaats wil men door een hoog tarief van inkomende rechten andere Staten dwingen hun tarieven te verlagen. Zouden wij er dan beter aan toe zijn, vraagt de N. Rott. Crt., en zij eindigt met deze woorden: Zijn er dan niet nog genoeg vrije markten in de wereld, waarheen Maastricht, zoo goed als Twente en Tilburg en Helmond, voor zijn producten een uitweg zoeken kan? Met hoe weinig een mensch toe kan, zegt het Rott. N.blad. wanneer al wat zweemt naar weelde en over daad vermeden en alleen in de stellige levenbehoeften voorzien wordt, kan men eenigermate nagaan uit de ver diep tot haar neêr. „En zeg nu één woord, Susanne, zeg, dat gij mij lief hebt, zoo als ik u bemin hoorde ik hem warm en smeekend fluisteren. Het maanlicht bescheen nu geheel haar lichte bekoorlijke ge stalte; ik kon duidelijk zien hoe haar arm langzamerhand van zijn schouder begon te glijden. Daar buiten zweeg juist de muziekeen oogenhlik heerschte er een ademlooze stilte, maar toen vond een jeugdige menschenstem haar weg naar boven en zweefde in diepe treurige tonen door het geopende venster: Dat ik bovenal U minde Hield ik voor zeker en gewis; Maar sedert ik den ander vond Weet ik eerst wat liefde is. Zoo klonk het naar boven. Susanne gleed geheel naar heneden. Nog eens hoorde ik hem fluisteren, zachter nog dan vroeger. „Ja!" zeide Susanne toen haastig, met half verstikte stem en ik zag dat Klaus haar onstuimig in zijn armen sloot en kuste. De volgende dag vloog om, ik weet nauwelijks nog te zeggen hoe. Er werd zoo veel overlegd, afgesproken en geregeld. Klaus had met Isabella over de bruiloft gesproken; men was overeengekomen, dat dc twee-en-twintigste November de gewich tige dag zou zijn. Isabella verliet zijn kamer met een nieuw zijden kleed over den arm; heel verheugd zag zij er niet uit, immers had hij haar medegedeeld, dat hij in Berlyn een kleine fatsoenlijke woning voor haar huren en de noodigc middelen tot onderhoud geven zou; tot de bruiloft kon zij hier blijven; Anne Marie had hem daartoe overgehaald en hem zelf was de oude als toegift bij zijn vrouw juist niet begeerlijk. Zij wierp byhet heengaan op Anne Marie een nydigen blikzij had wel begrepen, aan wien zij deze haar zoo weinig gevallige schikking te danken had. Aan Susanne's hand schitterde een fonkelende ring. Klaus was bestendig bij haarik zag hen des morgens in de tuinpaden op cn neêr wandelen en eens weerklonk ook haar bekoorlijke lach, maar slechts kort afgebroken. Zij was stil, maar liet zich niettemin door den oplettenden bruidegom als een Koningin aanbidden. Wat zag hij er gelukkig uit, die lieve oude jongen, en hoe trouw zorgde hij voor het kleine meisje, dat hij zijn hart geschonken hadAls een beangstigde moeder pakte hij haar in doeken en sjaals, toen zij in de warme middagzon op het terras zat. Ieder zin dien hij sprak begon met: Susanne, zoudt gij u verheugen, als het zoo was?" en eindigde met: „Als gij het goed vindt, natuurlijk, mijn lieveling!" Anne Marie had heden buiten veel te doen. Was dit werkelyk het geval? Deed het haar leed, die twee zoo te zien, gevoelde zij nog een opwelling van ijverzucht? Zij liet het vervelende ambt van dame d'honneur bijna geheel alleen aan mij over. Des avorids moest Klaus weder vertrekken, het uur naderde snel; hy werd stil en bewogen, hoe meer het oogenhlik van scheiden naderde. Na het avondmaal zaten wij in de tuinzaal rondom de brandende lamp, reismantel en deken lagen over een stoel; Susanne was voor een oogenhlik naar haar kamer gegaan en Anne Marie naar de keuken, om voor Klaus een glas heeten wijn gereed te maken, want het was gevoelig koud geworden. Klaus hield een strik in de hand, die hy uit Susanne's haar had genomen. slagen der vereenigingen voor armenverzorging. In het Armenlmis te Amsterdam b. v. kostte in het afgeloopen jaar de gewone voeding per dag en per hoofd nog geen 12$ cent, zegge 87$ cent per week of f 45.62$ per jaar. Eveneens blijkt uit die verslagen, dat toch nergens, of men hoog af laag zoekt, het verschil in stand verdwenen is. Zelfs in het Armenhuis heeft men zijne aristocraten en zijn plebs. De eersten laten afzonderlijk voor zich koken en eten niet aan den algemeenen disch. Voor hen wordt dan een kleinigheid door de familie betaald. Dat het echter toch geen uitgebreide menu's zullen zijn, die hun bereid worden, blijkt uit de kosten per hoofd en per dag, die voor de voeding dezer „meerbedeelden" worden gemaakt, n. 1. 318/10 cent per hoofd en per dag. Toch is het aantal dier fijnproevers maar gering; althans ofschoon het aantal verpleegden slechts 341 bedraagt, vermeerdert de extra-voeding de algemeene kosten, per hoofd en per dag berekend, slechts van 12484/, 000 cent tot 15433/, 000 cent. Cijferaars kunnen nu zelf wel uitrekenen hoeveel demo craten er in het Amsterdamsche Armenhuis zijn. De gezamenlijke verpleegkosten, waaronder zoo wel die voor voeding en kleeding, als voor bewassching, ligging, oppas sing, verwarming, verlichting, administratie en onderhoud van het gebouw alles en alles dus te zamen bedragen per hoofd en per dag 42,13/iOoo cent per dag. Trekt men daar af wat voor de betere voeding van enkele be voorrechten meer wordt uitgegeven dan dringend noodig is, dan komt men tot een cijfer van 397G4/loo0 cent per dag of 2.78$ per week. Deze cijfers, vergeleken met die van voor 8 lOjaren, toonen het best, hoe enorm de prijzen der allereerste levensbehoeften gestegen zijn; zij bedroegen toen weinig meer dan de helft, d. i. f 1.75 k 2.per week en per hoofd. In de te Brielle gehouden vergadering van regenten over het Asyl voor oude- en verminkte zeelieden aldaar, werden de nieuwe regenten C. Bumond en Th. Arens, benoemd, in de plaats van den heeren Van Berlekom en Lette, plechtig geïnstalleerd. De vice-voorzitter H. De Jager gedacht daarbij in de hartelijkste woorden den overleden president G. F. Lette, die zooveel jaren die betrekking had vervuld, nadat hij reeds bij de groote feesten van 1872 op zoo waardige wijze het voorzitterschap der hoofdcommissie had waargenomen. Tot president werd nu gekozen de vice-presipent H. De Jager, en tot vice-president mr. C. R. Merkus, te Utrecht. „Tante Rosamunde," zei hij op eens en zag mij aan, „Stürmer komt hier tegenwoordig dikwijls, niet waar?" „Ja, Klaus, zeer dikwijls." „Zou hij weder een paar paarden willen doodrijden, om om wihst met u te spelen?" vroeg hij lachend. „Ik weet het niet, Klaus," antwoordde ik. Hy kwam dichter by mij. „Als het zoo wa9, tante," zeide hij zacht, „gelooft gij, dat Anne Marie ditmaal weder „Neen, Klaus, als ik Anne Marie goed ken, dan heeft zij Stürmer nog altijd lief." „Altijd nog, tante? Nu, wilt gij zeggen!" Ik wist niet wat daarop te antwoorden. „Ik zou er mij zoo over verheugen, als Anne Marie en Edwin" Hij hield op, want Susanne was binnengekomen; zij had znlk een zaehtcn zwevenden gang, dat wij haar eerst bemerkten, toen zij reeds midden in de kamer stond. Zij kwam langzaam nader; zij leed zeker door de gedachte aan de scheiding, want zij zag zeer bleekzij sprak dien avond ook bijna niet meer. Toen Klaus haar bij het afscheid in zijn armen sloot, zag zij omhoog in zijn trouw, diep bewogen gelaat en legde een oogenhlik, terwijl zij op de teenen ging staan, haar beide armen om zijn hals, maar voor zijn hartelijke woorden had zij geen bescheid. Zij bleef naast mij staan op de stoep en zag hem na, toen hij, in zijn grooten mantel gehuld, in den wagen steeg. Anne Marie ging met hem naar beneden en legde nog eigenhandig deken en voetzak in liet rijtuig. Broeder en zuster reikten elkaar de hand, maar voorbij Anne Marie vloog zijn blik naar de bekoorlijke gestalte, die daar onbewegelijk stond in het flikkerende licht der lantaarn. Juffrouw Brockelmann zag plotseling als versteend naar het jonge meisje, dat slechts vluchtig groetend haar hand bewoog. Ratelend reed de wagen heen; nog eens stak hij zyn hoofd naar buiten, toen rolde het rijtuig door de poort den nacht tegen. Susanne wachtte niet, tot Anne Marie de 9toep opkwam; zij liep als gejaagd in huis terug; ik hoorde haar lichte voetstappen de trap opvliegen. Anne Marie en ik gingen weder in de tuinkamer, wij spraken geen van beidenik legde breiwerk en bril in mijn werkmandje en Anne Marie stond peinzend in het midden der kamer. Op eens zag ik haar een paar stappen doen en zich schielyk bukken toen zy weder opstond, was zij bleek geworden: in haar hand hield zij een klein blinkend voorwerp Susannes verlovingsring! Zij sprak geen woord, zij legde den ring op de tafel en ging zitten. Zij wachtte op Susanne, het meisje moest immers den ring missen, zij zou weldra angstig zoekend weder naar beneden ylen. Een uur verliep. Anne Marie bladerde in een roman van Scott; zij sloeg met lange tusschenpoozen de bladen om. Ik had mijn breiwerk weêr ter hand genomen. Eindelijk legde zy het boek weg. „Wij willen ons ter rust begeven, tante Rosamunde," zeide zij„wilt gij Susanne den ring brengen?" Ik nam het zwaar in goud gezette, kleine liefdepand. „Hij zal haar veel te groot zijn," zeide ik om haar te verontschuldigen,"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1