Met de meeste voldoening werd kennis genomen van
den toestand der gebouwen, die, na de groote reparatie van
het vorig jaar, geen gebreken meer deden zien. Alleen
betreurden regenten, dat geen algemeene verbetering van
de toelagen aan de bewoners kon worden gegeven, al kon
toch voor hen, die boven de 80 jaar oud zijn, de weke-
lijksche toelage van f 0.50 op f 0.75 worden gebracht.
Er is nog één woning open, die echter aan den sollicitant,
die zich hiervoor had aangemeld, met het oog op de
statuten, niet kon worden toegewezen. De aandacht van
belanghebbenden wordt op deze vacante woning gevestigd.
Jl. Vrijdag is Zr. Ms. rammonitor Panter met averij
in het dok te Hellevoetsluis aangekomen. Het vaartuig
heeft door aanvaring op de Oude Maas bij Schiedam een
lek gekregen onder zijne pantsering.
De opbrengst van de verkooping der wijnen, likeuren,
enz. uit den kelder van wijlen den Prins van Oranje
bedroeg ongeveer f 5000.
Het hoofd-comité van het Roode Kruis in Nederland
zal op de internationale conferentie te Genève worden
vertegenwoordigd door den onder-voorzitter, den heer
K. J. G. baron van Hardenbroek van Bergambacht, en
het lid jhr. J. L. C. Pompe van Meerdervoort.
Dezer dagen is de 409de school met den Bijbel
geopend, en wel te Huizen.
Men schrijft ons van Texel, dd. 11 dezer:
„De vier burgerwoningen te De Cocksdorp zijn Zater-
dag jl. verkocht aan den heer P. H. Schreuder, ad f525.
Heden zijn verkocht: 7 hectaren gerst, in den polder
Het Noorden, ad f 842; 2$ hectoliter klaver, idem, ad
f 54, en 3| hectoliter Lucern, idem, ad f 151.
Verhuurd 41| hectaren land tot 1 Nov. a. s. ad f205.
De 46 hectaren zijn opgehouden voor f 52.
Jl. Zaterdag dreigde in den Eierlandschen polder te
Texel groot gevaar van brand in de boerenhofstede De
Wamberg. Het hooi, ongeveer 90 wagens, dat in de schuur
was geborgen, broeide vreeselijk. Een brandspuit van De
Cocksdorp was inmiddels gekomen en stond gereed water
te geven. Echter brak de brand niet uit. Van al het
hooi is evenwel niets meer bruikbaar; alles is verbroeid.
In de zitting van den Raad der gemeente Zijpe, den
5 dezer gehouden, werd medegedeeld, dat de verkooping
der oude schoolbanken te Burgerbrug heeft opgebracht de
som van f 31.60. Met eenparige stemmen werden goedge
keurd de navolgende rekeningen en verantwoordingen
a. die van 't Algemeen Weeshuis, waarvan de ontvangsten
bedroegen f 34781.84, de uitgaven f 32297.15 en het batig
saldo f 2484.69; b. die van 't Weeshuis, sluitende met deze
eindcijfers: ontvangsten f 5043.89, uitgaven f 4763.49,
batig saldo f 280.40; en c. die van 't Burgerlijk Arm
bestuur, met deze cijfers: ontvangsten f 8550.87, uitgaven
f 8089.22, batig saldo f 461.65. De kosten voor den
bouw eener provoost te Burgerbrug en voor 't vergelijkend
examen voor Hoofd der school te Schagerbrug werden bij
suppl. begrooting, dienst 1884, verantwoord. Als candi-
daten voor 't collegie van zetters werden voorgedragen de
heeren Zijp en Kos, aftredende leden, en de heeren P. Stam
en C. Bood. Met het oog op een rechtskundig advies
van den heer mr. N. H. De Lange, werd gehandhaafd
't in de vorige zitting genomen besluit tot opzegging van
een overpad over 't schoolerf te Burgerbrug. Een
suppletoir kohier der hondenbelasting, ten bedrage van f 33,
werd vastgesteld. Omtrent de verbouwing van 't Arm
huis werd door den Voorzitter, in overleg ook met
„Ja," antwoordde Anne Marie bitter, „hij past niet voor haar
hand." En mij ernstig toeknikkende, verliet zij nog vóór mij
het vertrek.
Het scheen, alsof de herfst met zijn aankomst slechts gewacht
had, om liet oogstfeest van Bütze niet te storen. Nu brak hij
des te onstuimiger los met zijn regenbuien, zijn stormen en zijn
haat tegen alles, wat nog aan den zomer herinnerde. Ieder groen
blaadje verfde hij geel of roodde tuin werd bont als een staal
kaart; de wilde wingerd liet zijn purperroode guirlandes hangen
en des morgens lag er een witte damp over het landschap. Het
ooievaarsnest op het dak der schuur stond lediggroote zwermen
wilde ganzen trokken schreeuwend over het dorpje heen en tegen
wil en dank overmeesterde ons de gedachte aan den langen
eentonigen winter, dien Anne Marie en ik alleen hier moesten
doorbrengen.
Anne Marie gaf zich niet over aan ledige droomerijen, zij zocht
naar werk, naar veel werk zelfs, als het beste middel tegen zorgen
en het zich overgeven aan droefheid. Alleen in de schemering
stond zij somwijlen ledig over het plein heen naar buiten te zien
en luisterde dan naar het eentonige dorschen, dat er van den dorsch-
vloer weerklonk, dan placht zij met de hand over haar voorhoofd
te strijkenzij stak licht aan en ging met haar werk bij de tafel
zitten, want werk was er in overvloed.
Anne Marie was onverwijld met Snsanne's uitzet begonnen.
Zij bracht het jonge meisje voor de reusachtige linnenkasten,
toonde haar met den trots eener huisvrouw uit den goeden ouden
tijd de rollen sneeuwwit linnen, verhaalde haar, welke stukken
zij zelf gesponnen had en spreidde het kostelijke damasten tafel
goed met de ingeweven wapens voor haar oogen uit. Susanne
stond naast haar en wierp een meer verbaasden dan bewonderenden
blik op deze heerlijkheden; zij begreep niet., wat men met zulk
een groote massa moest aanvangener was immers meer, dan
men in honderd jaar kon verbruiken, meende zy. Ook in Isa-
bella's smaak schenen die wichtige, schatten niet te vallen.
„Te grof, te grof, Mademoiselle!" zeidc zij, en liet het linnen,
dat drie naaisters voor Snsanne's lijfstoebehooren verwerkten, door
haar vingers glijden„dat duurt immers eeuwig en wrijft het
kind haar teedere huid stuk."
Susanne toonde meer belangstelling, toen de stalen voor japonnen
kwamen, die op bestelling van Klaus uit Berlijn gezonden werden.
De kleine handen bewogen zich met een waar genoegen in de
bonte lappen zij liep van Anne Marie naar Isabella, van Isa-
bella naar mij en vroeg, of atlas of moirée antiek, brokaat of
gros de Tours ons beter beviel? En iederen avond, precies te
zeven uur, kwam in de najaarsschemering, door regen en wind,
Edwin Stürmer.
Als vroeger trad hij de kamer binnen en vroeg naar het welzyn
der damesals te voren, sprak Anne Marie, wanneer hij zich
gereed maakte om te vertrekken, haar vriendelijk: „Blijft gij
niet bij ons, baron En evenals voorheen legde hij hoed en
rijzweep weder weg, nuttigde met ons het avondmaal en zat dan
aan de wishttafel, alles evenals vroeger, en toch zoo geheel anders.
Susanne was een vluchtige, ongeschikte speelster, zij wierp de
kaarten op goed geluk heen, wist nooit wat er uitgespeeld was
en had geen idee van de eigenlijke beteekenis van het spel.
Anne Marie nam elke bezigheid in het leven ernstig op, zoo
ook hier.
„Maar Susanne, pas toch op, gij speelt immers uw tegenpartij
in de hand," zeide zy tusschenbeide of „ik bid u, Susanne, zie
tante Rosamunde niet in de kaarten, dat mag men niet doen!"
Dit klonk pedant, als men het rozige lachende wezen aanzag,
dat zoo bekoorlijk onhandig de kaarten in de kleine handen vast-
HH. Armvoogden, een gunstig rapport uitgebracht.
Door den heer Biersteker werd medegedeeld, dat de ver
bouwde school te Burgerbrug thans in gebruik is gesteld;
dat de ingezetenen van dat dorp bij die gelegenheid aan
dc kinderen een feest hebben bereid en dat men er zeer
dankbaar is voor de aangebrachte verbeteringen. Naar
aanleiding van een artikel over de cholera-kwestie, in de
Zijper Courant voorkomende, besprak de heer Nobel 't nemen
van voorzorgsmaatregelen. De Voorzitter gaf geruststellende
verzekeringen, waarbij zich de Raad ten slotte neerlegde.
Mededeeling geschiedde, dat de heer P. Stadt op 18 dezer
zijne betrekking als Hoofd der School te Schagerbrug zal
aanvaarden.
De Gemeenteraad van Hoogwoud heeft besloten voor
f 3000 deel te nemen in de leening voor den spoorweg
HoornMedemblik.
Een groot gedeelte der machinerieën, die het vorig
jaar door de Koninklijke fabriek van Stoom- en andere
Werktuigen op de Internationale Tentoonstelling te Amster
dam waren geëxposeerd, zou jl. Zaterdag afgeleverd worden
ter verzending naar Indië. Doch in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag kantelde in het IJ nabij den steiger de zolder
schuit, waarop de werktuigen geladen waren, en alle, samen
ruim 32000 kilo wegende, verdwenen in de diepte. Zaterdag
is men er in geslaagd met een duiker 5 a 6 kisten boven
water te brengen. Zondag werden de pogingen om ook
de andere kisten te vinden voortgezet. Het ongeval ver
oorzaakt groot oponthoud, want alles moet weder naar de
fabriek terug om nagezien en zoo noodig hersteld te worden.
De heer C. P. Hofstede de Groot, hoogleeraar in de
godgeleerdheid aan de Universiteit te Groningen, is gisteren
overleden.
Bij het koppelen van wagens kreeg jl. Zaterdag te
Alkmaar de stilstaande trein, door de te groote vaart der
locomotief, zulk een schok, dat enkele reizigers gewond werden.
Te Alkmaar geraakte jl. Vrijdag het zoontje van
den heer W. al spelende te water en verdronk.
Jl. Vrijdag verbrandde nabij Hoorn op Terschelling
het huis en de schuur van den landbouwer Groeneveld
van het huisraad is nagenoeg niets gered en ook het
varken en al de kippen van den bewoner kwamen in de
vlammen om.
Jl. Zaterdag werd te Bafloo (Groningen) eene hard
draverij gehouden door paarden, bespannen voor twee
wielige rijtuigen. De prijs, f 400, werd behaald door
„Suzanna," van den heer C. Paarlberg te Zijpe; de premie,
f 150, door „Noordster," van de heeren J. Koster te
Beemster en Sormani te Groningen.
Toen jl. Vrijdag de sneltrein van Duitschland in
volle vaart het station te Zutphen binnenstoomde, raakte
de Westinghouse-rem onklaar. Door tegenwoordigheid van
geest van machinist en stoker werd van den gewonen rem
gebruik gemaakt en ontkwam men aan een groot gevaar.
Op een voet afstand stonden twee treinen tegenover elkaar.
Een ingezetene van Leiden wendde zich dezer dagen
tot Z. M. den Koning met het verzoek, als nagedachtenis
aan Prins Alexander, een van diens papegaaien te mogen
hebben. Een spoedig daarop volgend antwoord van den
adjudant des Konings meldde, dat aan dit verzoek zou
worden voldaan, en de man ontving aan het Paleis te
's Hage een fraaie groene papegaai en daarenboven een
sierlijke kooi.
Zekere V., te Leiden, vierde dezer dagen zijn 50jarig
huwelijk. Het L. D. vermeldt er bij, dat te gelijkertijd
hield, dat ieder oogenblik vergeten had wat Atout was, hartelijk
lachte als zij een slag maakte, en zoo kennelijk ter neder ge
slagen was, als zij verloor.
„O, est-il possible?" vroeg zij dan en schudde het hoofd, „geen
troef?"
Stiirraer speelde met engelengeduld dit wihstspel, en nam onver
moeid de op den grond gevallen kaarten van Susanne op; hij
lachte, al3 zij lachte en als Anne Marie haar berispte, fronste
hij nauw merkbaar zijn wenkbrauwen. Tusschenbeide, wanneer
hij Anne Marie's aide was, speelde zij verlegen en besluiteloos
en hij verstrooid; een paar malen verloren zij de partij, even
als vroeger.
Ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde, zeide dominé
Grüne, die op zulk een avond achter Anne Marie's stoel zat; zij
bloosde plotseling; de hAnd, die de laatste kaart vasthield, beefde.
Edwin Stürmer merkte met fijnen tact dc toespeling niet op
Susanne zweeg en zag naar Anne Marie; op een3 kwam er een
zonderlinge glans in haar oogen. Haar betrekking tot Klaus
werd volgens afspraak nooit in tegenwoordigheid van vreemden
aangeroerd, zij zelf dacht er wel het minste aan, om zich door
cenige onwillekeurige uitdrukking te verraden. Eens had ik
gevraagd, of men Stürmer niet in het geheim zou inwijden
Maar Anne Marie beweerde, dat Klaus het niet wenschtedus
zweeg ik.
Susanne sprak zelden over den afwezigen bruidegom; maar
Isabella legde geregeld elke week twee brieven aan hem in de
brievenbus, antwoorden op Klaus' talrijke brieven, vol vurig ver
langen.
In haar kamer vermeerderde intusschen de stapel geschenken,
die Klaus voor haar in Breslau kocht, voorwerpen van weelde,
sieraden, waaiers en zulk nutteloos tuig, dat ik het mij nooit in ver
band met Anne Marie kon voorstellen. Klaus vond vroeger in
die dingen ook geen behagen; hij verstond het ook niet een
goede keuze te doen en menig oude winkeljuffer zal hem wel veel
als het nieuwste voor duren prys in de hand hebben gestopt.
Susanne had een buitengewoon ontwikkeld schoonheidsgevoelik
heb daardoor ook nooit iets van die zaken door haar zien dragen,
de bekoorlijke manier der vrouwen om uit piëteit iets te dragen,
wijl een geliefde hand het geschonken had, scheen haar geheel
vreerad. Zij juichte echter luid, als zij een oud kanten doekje
ontdekte, dat Anne Marie bij het uitpakken in een lang gesloten
lade gevonden hadals Stürmer 's avonds kwam, droeg zij het
sierlijk om den hals geknoopt, en in den geelachtig fijnen strik
staken de laatste roode asters uit den tuin.
Anne Marie werd na ieder bezoek van Stürmer ernstiger en
stiller, maar er lag een onmiskenbare trek van stil innerlijk
geluk op het trotsche meisjesgelaat. Zij herinnerde mij dagelijks
meer aan die Anne Marie, die eens op een stormachtigen lente
dag in mijn kamer trad, mij om den hals viel en mij bijna
o, dat het toch geschied warehet geheim van haar jeugdig
hart had toevertrouwd. Onuitsprekelijk bevallig scheen zij mij
in haar stille zaligheid, naast dat verloofde kind, dat nergens
rust had, dat dan eens lachte doller dan een kobold en 't volgend
oogenblik schreide, dat het een steen zou vermurwen. Ja, lachen
en schreien kon Susanne Mattoni, zoo als geen ander menschen-
kind.
Meermalen zag ik Anne Marie in de schemering onder de oude
linde staan, onbewegelijk staarde zij in de richting, waar in de
avondnevels zich de donkere gevels en spitse daken van Dambitz
uit de boomen van het park verhieven. Zij verkeerde in een
droomerigen toestand, waaruit zij meer dan eens plotseling op
schrikte, als zij door een van Susanne's zonderlingheden aan
Klaus herinnerd werd. Dan rustten haar oogen weder met
de man het feit herdacht, dat hij 62 jaren lang dagelijks
zand uit Katwijk naar Leiden had vervoerd. Zijne 15,000
vrachten vertegenwoordigen 150,000 kubieke^neters. Meter
op meter zou dit eene kolom vormen ongeveer twintig
maal hooger dan den Montblanc.
De pastoor Thiebes, te Spanbroek, herdacht den
5 dezer den dag waarop hij vóór 25 jaar tot priester was
gewijd, waarbij zich het verblijdend verschijnsel voordeed
dat niet alleen de R. K., maar ook de Protestanten zich
innig verheugden in het voorrecht den geachten jubilaris
ten deel gevallen.
Men meldt uit Banjermassing, dat de officier van
gezondheid bij de Nederlandsche Marine, dr. H. Mullner,
zich rechtstreeks per reqeust tot den Koning heeft gewend
met verzoek om een eerval ontslag uit Zr. Ms. zeedienst.
De redenen, welke genoemde officier hebben genoopt tot
het vragen van dat ontslag, zijn gelegen in „onaangenaam
heden" met den commandeerenden officier van Zr. Ms.
stoomschip Onrust, welke het voor dr. Mullner onmogelijk
maken, langer op een Nederlandsch oorlogschip te dienen.
Niet minder dan 600 Engelsche en Iersche en 400
Deensche grondbezitters, zijn voornemens, behalve de Ten
toonstelling te Amsterdam, de voornaamste landbouw
streken van ons land te bezoeken.
Naar de Amsterdammer verneemt, is zoowel op het
casco als op de vrachtpenningen der Nisero de geheele
verzekerde som afgedaan. Reeds vroeger is medegedeeld,
dat de assurantie van de lading was uitbetaald.
Het moeielijkste oogenblik, dat een man in zijn leven
hebben kan, is wanneer hij zijn tweede vrouw, twintig
jaren oud, moet voorstellen aan zijn oudste dochter, die er
drie-en-twintig telt.
De kleine Fanny is in een hoek der kamer druk
bezïg met haar pop te ontkleeden.
„Mama," zegt het meisje plotseling tot hare moeder:
„ik kan mijn pop zijn haar niet afdoen."
„Waarom wou je dat?"
„Omdat ze naar bed gaat."
„O, dat is niet noodig, lieve, iedereen slaapt met zijn
haren op."
„Ja, de kleine meisjes, maar niet de mama's, want u
doet toch iederen avond uw haar af, en ik wil dat mijn
pop ook een mama is."
Mama zeide niets meer.
Buitenland.
Het muziekkorps der Guides, dat thans in Nederland
zijn lang aangekondigde kunstreis volbrengt, kon jl. Zondag
in de Belgische hoofdstad best gemist worden. Het was
voor Brussel geen tijd van zingen. Den geheelen dag
verkeerden de inwoners in zekere spanning. Voor- en tegen
standers van de nieuwe orde van zaken, vrienden en
vijanden van het openbaar onderwijs, vereerders en tegen
standers eener geestelijke supprematie waren als in twee
vijandige kampen verdeeld, die elk een demonstratie be
oogden, om openlijk getuigenis af te leggen van hun
politieke geloofsbelijdenis.
Te 10| uur begaven zich de „Inde penden ten," zooals
de vrienden van het tegenwoordige Ministerie en de
geestelijkheid zich noemen, op weg. Zij hielden stil voor
het Ministerie van Justitie, waar de minister Woeste, wien
men een ovatie bracht, op het balcon verscheen, om voor
het ontvangen blijk van hulde en de tot hem gerichte
toespraak te bedanken.
onuitsprekelijkcn angst op het kwikzilverachtige schepseltje, zij
ging naar haar eenzame kamer en kwam eerst na verloop van
eenige uren terug.
Juist drie weken voor den bepaalden bruiloftsdag kwam ik
tegen den avond van een bezoek bij mijn oude mamsel Grüne
uit de pastorie terug. Het was winderig en vochtig koud, een
ware herfstavond, die volstrekt niet in mijn smaak valt; ik sloeg
mijn sluier beschermend voor mijn gezicht, wikkelde mij vaster
in mijn mantel en volgde den koristen weg over het kerkhof
door den tuin. Het heerenhuis kwam somber uit de boomen te
voorschijn, geen enkel venster was verlicht, maar uit de groote
schoorstcenen waaide de rook als lange, donkere rouwvlaggen over
het dak heen en streed met den wind, die hem naar alle zijden
wegblies.
„Aha, Anne Marie heeft wat extra's gereed laten maken,"
zeide ik vergenoegd tot mij zelfik dacht aan de gezellige woon
kamer, aan warme biersoep en aan de gewone avondwihsttafel.
Van plan een zijpad in te slaan, zag ik onder den lindeboom
een donkere' gestalte zitten.
„Mijn God, Anne Marie!" mompelde ik, „en bij dit weder!"
Ik bleef een oogenblik staan, met het voornemen, haar toe te
roepen; een dichte regen viel neder, en ik maakte mij erg be
zorgd, dat zij dezen avond kou mocht vatten.
Ik liet het echter na, wijl ik bedacht, dat zij in ieder geval
niet graag gezien zou zijn en een nieuwsgierigen blik laten slaan
in een voorzichtig bewaard meisjesgeheim en ik haaste mij dan
ook zoo spoedig mogelijk weg te komen, ten einde ongemerkt te
verdwijnen.
Toch bleef ik staan; voorbij het hek kwam een ruiter; niet
tegenstaande de grauwe schemering herkende ik Stürmer; groetend
zwaaide hij met zijn hoed naar het prieel en van daar groette
men terug (ik kreeg bijna hartkloppingen van blijden schrik), met
een witten doeken dit kleine teeken fladderde in de sombere
avondlucht, tot hij aan de andere zijde der brug achter den muur
verdween.
„Anne Marie!" Is het mogelijk? zeide ik onder het voortgaan
half luid dat het als een jubelroep klonk, kon ik niet helpen.
O God, het moest immers nog alles goed worden en het werd
zeker nog alles goedHaastig snelde ik de trappen op, om een
paar woorden aan Klaus te schrijven. Anne Marie en Edwin
waren nader tot elkander gekomen, dan hij verwacht had; hoe
zou hij zich verheugen Maar, zooals het meermalen gaat, ik
kwam er heden niet toe. In het voorhuis kwam juffrouw Broc-
kelmann mij te gemoet en ik moest, trots mijn blijde ontroering,
een lange geschiedenis aanhooren, waarom zij mij uitnoodigde in
haar kleine, nette kamer te komen. In het dorp woonde een
zusters dochter van haar; deze had gister twist gehad met haar
man, ten gevolge waarvan hij ten laatste het: „Hij zal uw heer
zijn!" met een dikken 3tok nadrukkelijk had pogen te bewijzen.
Dc goede juffrouw Brockelmann was diep verontwaardigd over
den „slechten kerel" en liet mij niet heengaan, voor ik haar
plechtig beloofd had, den woesteling eens onder handen te nemen.
„Anne Marie verstaat het misschien nog beter," voegde zij er
bij, „maar ik weet niet, hoe het tegenwoordig met haar is; ik
geloof, dat ik haar de historie wel tienmaal zou kunnen vertellen
en per slot van rekening zou zij mij aanzien en vragen: „Wat
zegt gy, Brockelman?" Als ik daar maar eerst achter komen
kon."
„Nu," zeide ik lachend, „ik zal het in orde brengen, zend
morgen den ouden lomperd eens bij mij boven." Zij volgde mij
in den gang en slofte op haar pantoffels de trap af, brommend
e^ in het allerslechtste humeur, omdat Fieke de ganglampen nog
niet had aangestoken. (Wordt vervolgd