HELDERSCHE EX NIEUWEftlEPER COURANT. Nieuws- ei AdvertentieMad voor Hollajifls Noorderkwartier. 1884. N°.101. Vrijdag 22 Augustus. Jaargang 42. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Blnneniana. ANNE MARIE. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddng. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. p pp franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 rents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Naar aanleiding van haar artikel «geen inkoopen in den vreemde/ deelt F. S., uit Beek bij Nijmegen, het volgende aan het Dagblad mede: «Onlangs had mijne vrouw raamgordijnen noodig. Een harer vriendinnen raadde haar sterk aan, ze uit Parijs te laten komen, want dut was eerst best goed en zoo goedkoop Alvorens echter hiertoe over te gaan, werden eerst stalen ontboden, en toen die ontvangen waren, begaf men zich naar een onzer grootste magazijnen Bahlmann te Nijme gen, ten einde zoowel kwaliteit als prijzen met elkander te vergelijken. De uitslag was, dat mijne vrouw niets meer te Parijs bestelt." Hoewel vaak, en in menig opzicht niet ten onrechte, wordt beweerd dat onze wetgeving met de grootste zorg waakt tegen kwade betaleis, noemt het Paleis van Justitie op grond van een middeltje dat in den lateren tijd gebruikt werd en den kwaden betaler den spot kan doen drijven met elke rechterlijke uitspraak, waarbij hij tot betaling wordt veroordeeld Nederland het dorado voor kwade betalers. Bedoeld middeltje wordt door het blad als volgt om schreven: «Op het oogenblik dat de deurwaarder het roerend goed van den schuldenaar in beslag heeft genomen, om het krachtens het vonnis te verkoopen, opdat de schuldeischer uit de opbrengst de schuld kunne verhalen, komt X., een vriend van den schuldenaar en van even slecht gehalte als deze, en vertelt dat het in beslag genomen goed hem toe behoort. Dat is geheel uit de lucht gegrepen; maar dat doet er niet toe. De schuldenaar wordt voorgoed geholpen, gelijk ge zien zult. X. moet nu volgens de wet den schuldeischer en den schuldenaar beide voor de rechtbank roepen, opdat de rechtbank beslisse, of het goed werkelijk van X. is. Nu komt de schuldeischer op; maar de schuldenaar blijft weg. Volgens art. 79 Wetb. v. Burg. Rechtsv., mag nu de rechtbank de zaak niet beslissen, maar moet zij haar aan houden, totdat de eischer (dat is X., de vriend van den schuldenaar) den schuldeischer en den schuldenaar opnieuw voor de rechtbank zal hebben geroepen. Maar dat doet X. natuurlijk niet; hij laat niets meer van zich hooren, en nu blijft het onbeslist, of X. werkelijk de eigenaar is der in beslag genomen goederen. De schuldeischer laat den bewaarder er van naar huis gaan; want de bewaring kost hem eiken dag minstens f 1en de goederen blijven in het bezit van den schuldenaar, en worden niet verkochthet vonnis blijft onuitgevoerd, en de schuldenaar Naar liet Duitsch van Wilhelmina Heimburo. Vervolg Het was tegen den avond van den dertienden November, toen haastig een extra-post het plein opreed. Ik stond voor het raam in mijn kamer. Alweder bezoek, was mijn eerste gedachtedezer dagen was zoo menigeen afgewezen. «Het zal u ook niet beter vergaan," dacht ik, «gij zult weldra wenden en naar huis rijden," Maar neen de wagen hield stil, een heer sprong er uit, het hart stond mij bijna stil van schrik Klatis! Hoe kwam Klaus nu reeds? Zou ik hem schielijk te gemoet gaan? Hem verhinderen, Anne Marie te ontmoeten Hem voorzichtig voorbereiden Maar hoe Kon ik dan van het conflict spreken, zonder hem doodelijk te kwetsen? Het was ook reeds te laat; ik hoorde zijn voetstap op de trap; hij ging eerst naar boven naar Susanne; men had hem reeds gezegd, dat zij boven was. Ik ging naar den gang, het was geheel onwillekeurig en daar opende zich reeds Susannes deur; haar lichte gestalte verscheen op den drempel, toen vloog zij den man tegemoet, die daar met uitgebreide armen staan bleef. «Klaus, Klaus! Mijn lieve Klaus!" klonk het in mijn oor, zoo teeder, zoo van vreugde juichend, als slechts een teedere bruid kan roepen, die den geliefde met innig verlangen verwacht heeft. O, Anne Marie, al spraakt gij met de tong eens engels tot hem, het zou u niets baten, het is te laatIk zag, hoe Klaus de tengere gestalte aan zijn hart drukte, hoe zij de armen om zijn hals sloeg en hem steeds weder den mond tot kussen bood; ik hoorde, hoe zy begon te snikken, eerst zacht, toen heftiger en hoe zy riep: «Nu is immers alles goed, nu gy hier zïjt, alles !y/ En zij vleide zich tegen hem aan, als een vervolgde ree. Zacht trad ik terug; ik zag nog hoe Susanne hem vleiend in haar kamer trok, hoe hij op hartstochtelijken toon sprak toen vloog de deur achter hem in het slot. «Gevangenzeide ik zacht, gevangen, als eenmaal Tannhaüser op den Horselberg!" En bittere tranen liepen mij uit mijn oude oogen, toen ik de trap afging, om naar Anne Marie te gaan. Juffrouw Brockelm&nn kwam mij ontsteld tegemoet. Mijnheer is te huis!" fluisterde zij mij toe, «maar Anne Marie wil het niet gelooven." Zonder aan te kloppen trad ik bij haar binnen zij zat op de kleine sofa, haar nieuw testament voor haar op de tafel. In het verdwijnende daglicht zagen haar groote blauwe oogen bijna akelig uit het droevig gelaat. «Klaus is gekomen, myn kind," zeide ik en naderde haar. Zij zag mij ongeloovig aan. «Ik heb hen gezien, Anno Marie, het is waar." «Waar is hy dan," vroeg zij, «waarom komt hy niet bij mij?" «Myn lieve kind," ik vatte haar hand «Klaus is bij Susanne." en zijn vriend X. drijven hartelijk den spot met het vonnis en den Nedcrlandschen rechter." Tal van slechte betalers en gewetenlooze oplichters zijn met dat kunstje bekend, en, als zij het niet zelf weten, zijn er altijd nog wel lieden, die het hun willen vertellen ja, er is, volgens het P. v. J., zelfs een specialiteit op dit gebied, tot wien de heeren oplichters geregeld hun toevlucht nemen. En wat er tegen te doen? Niets meer, zegt het blad, dan een wijziging van art. 79 W. v. B. R.v., die door een practisch minister van justitie in 10 minuten tijds zou zijn ontworpen, met een memorie van toelichting op den koop toe. Zou het, vraagt zij ten slotte, geen zaak zijn, dat de verschillende orden van advocaten zich de zaak aantrokken, en de raden van toezicht invloed oefenden, opdat inmiddels het gebruik van dat schandelijke middel zooveel mogelijk worde voorkomen? In het N. v. d. D. wordt de aandacht gevestigd op het feit, dat sinds 187778 in alle provinciën van ons land de waarde van bouw- en weidegronden daalde en de huur- en koopprijs van landerijen nog niet weêr tot belang rijk herstel kon komen. Ofschoon 't op de effectenmarkt, ook niet voordeelig gaat, wil het kapitaal zich evenmin in landerijen steken, omdat ook daar achteruitgang en alge- meene malaise heerscht. Van waar dit verschijnsel? Dr. L. Mulder schrijft dit toe aan gemis aan samenwerking tusscqen eigenaars en pachters, beperkt gebruik van meststoffen en te korten pachttijd. Maar zeer zeker is 't in de eerste plaats noodig, dat de boeren den ouden sleur laten varen en rekening houden met de eischen der wetenschap. Drainage, ensilage, eene behoorlijke omwerking van den bodem en bemesting verdienen vooral de aandacht, terwijl het stelsel van voor schotten bij bieten- en fabrieksaardappelenbouw en het «tc veel land onder den ploeg nemeji," zeer schadelijk werken. Zal de waarde van de landerijen stijgen, dat is: zal de landbouwer naar de hedendaagsche toestanden een rente- gevende boerenplaats hebben, dan dient hij, als ieder vak- manj er naar te streven, om volmaking in zijn werk te brengen. Hij moet leeren met weinig veel te doen, niets verloren te laten gaan, den minsten afval zelfs niet, en zich getroosten iets te moeten leeren, waarmede zijne vaderen zich niet bemoeid hebben, maar wat hij weten moet om zijn bedrijf uit een practisch, maar ook uit een wetenschappslijk oogpunt, uit te oefenen. De verbrande Nederlandsche Oliefabriek bij Delft was bij verschil lende Maatschappijen verzekerd. Er zijn daarbij ongeveer 450,000 liters olie verbrand en verloren gegaan. Zij liet het hoofd zinken. «Maar dan zal hij komen,'- zeide zij, «hij moet immers komen Hij zal toch moeten eten, en hij zal mij willen beknorrenik wenschte, dat hij mij zeide, hoe slecht ik ben, hoe verkeerd ik gehandeld heb, opdat ik hem alles, alles vertellen kan, wat mij zoo zwaar op het gemoed ligt, Misschien, misschien dringt mijn stem nog eenmaal door, als hy aan alles denkt, wat wij gemeen schappelijk doorleefd hebben, als hij er aan denkt, hoe lief ik hem heb!" Ik drukte haar hand en ging zwijgend naast haar zitten; mij klonk immers nog steeds dat zoete, heldere: «Klaus, Klaus, myn lieve Klaus 1 in de ooren en dan dat snikkenhet was de eerste maal, dat hem het geliefde meisje zoo blij, zoo hartstochtelijk tegemoet kwam met de uitdrukking van een vurig, eindelyk be vredigd verlangenzulk een tooverdrank bedwelmt den kalmste, en Klaus lag reeds zoo geheel en al in haar boeien. En nu, als hy uit haar mond vernam, waarom zij weende? Als hij de witte doek van haar voorhoofd nam? De kalmste man zou een tijger worden, en hij was niet kalm, evenmin als Anne Marie! Mocht God ons helpen! Een siddering overviel mij by de gedachte, dat deze twee tegenover elkander zouden staan. En de duisternis viel in en omhulde de voorwerpen in het vertrekvoor de vensters bogen zich spookachtig de takken der oude olmen in den wind, altijd met dezelfde beweging naar ons heen, als wenkten zij met magere armen. En Anne Marie wachtte! Bij elk geluid in huis richtte zij zich op; ik meende haar hart te hooren kloppen,en telkens werd zij teleurgesteld. Eindelijk, eindelijk! Dat was zijn voetstap op de trap! Zy verhief zich plotseling in haar volle, trotsche lengte. «Klaus," zeide zij, «mijn broeder Klaus!" Als moest zy zich moed inspreken, terwijl zij de gansche innige betrekking, waarin zij tot elkandor stonden, uitsprak, «mijn eenige broeder!" In deze worden lag haar gansche levenslot. Klaus' stem drong tot ons door; het was, als gaf hy ver scheiden bevelen, nu dichter bij reeds in den gang; daarop ver wijderden zijn voetstappen zich weder en eindelijk weerklonk het dreunen der huisdeur. «Hij gaat heen!" riep Anne Marie uit, hij gaat en ik heb hem niet gezien, hij heeft niet naar mij gevraagd «Neen, neen, mijn kind," zocht ik haar gerust te stellen," hij gaat niet heen, hij kan niet gaan, waarheen zou hij zich ook begeven? Wees slechts bedaard, hy zal den opzichter willen spreken, of hij wil zyn koffers laat mij naar buiten gaan, en gij kom, ga rustig weder op uw plaats zitten, ik breng u Klaus, ik beloof het u." Hit viel mij gemakkelyk, haar van de deur terug te voeren en op de sofa te zetten: het groote, sterke meisje was als be dwelmd door angst en verwachting. Ik kuste haar op het voorhoofd en ijlde naar buiten; in den Te Rotterdam werd jl. Zaterdag eene ergadering gehouden van werklieden, belegd door de vereeniging te Hillesluis. Er werd besloten, met liet oog op de schaarschte van werk, een adres te richten tot den Gemeenteraad van Rotterdam en daarin te verzoeken tot de spoedigst moge lijke uitvoering van verschillende ontworpen werken te besluiten. Voorts om zooveel mogelijk alles hier te lande te doen vervaardigen, met name aan de nabij gelegen inrichtingen. Er gaan meer en meer stemmen op, om op dergelijke wijze eenigszins tegemoet te komen aan de niet te mis kennen noodzakelijkheid dat de werkman werk behoort te vinden om te kunnen eten. Het is verder een veeg teeken dat in de industrie, die wel bij uitnemendheid nationaal mag heeten, het bakken van steenen, een ongekende stil stand heerscht en verbazende hoeveelheden gebakken steenen geen afnemers vinden. Sommige theoriën op staathuishoudkundig gebied zullen wel krachteloos blijken tegenover een werkelijkheid, waarin slechts de gezonde praktijk eenigszins kan voorzien. Boven dien werd het jaren geleden voorspeld, dat de vele inrich tingen van industriëelen aard, die met de uitbreiding van het spoorwegnet en met de onderneming van vele groote werken ontstonden, voortdurend werk moeten vinden, daar er anders rampen zouden te verwachten zijn. Moeielijke tijden vereischen bijzondere maatregelen, zoowel als offers, die op het altaar der algemeene welvaart kunnen gebracht worden, zonder te zwaar te zijn. Men mag niemand b. v. beletten om zich aan te schaffen hetgeen in werkelijke en denkbeeldige behoeften moet voor zien, daar waar men het best terecht kan komen. Is het buitenland voordeeliger dan het binnenland, dan kiest men het eerste als bron van herkomst, in zijn eigen belang. Thans echter is daarvoor een grens aan te wijzen, die getrokken wordt door het algemeen belang, in de eerste plaats voor de behoeften, die meer tot de denkbeeldige of die der weelde behooren, zonder dat er zware offers geëischt worden. Het is onze overtuiging, dat dit in deze tijden een punt van algemeene overweging behoort uit te maken, daar de toepassing er van in een klein land als het onze, maar van groote dichtheid wat de bevolking betreft, van beteekenen- den invloed moet zijn op de algemeene welvaart. Hoevele industriën zijn er niet in ons land, die in deug delijkheid van fabrikaat stellig met het buitenland kunnen wedijveren, maar in prijs wellicht iets hooger zijn. Over een klein prijsverschil heenstappende, zou men voor 't oogenblik de algemeene welvaart bevorderen. Wij stellen volstrekt geen theorie tegenover theorie, maar gang kwam juffrouw Brockelmann mij met haastige schreden tege moet, zij zag er verhit uit, het witte mutsje zat scheef op de grijze haren. Zij droeg een brandend licht en maakte met de andere hand haastig haar grooten sleutelbos van haar voorschoot is. De meid volgde haar met een korf vol brandhout. «Groote God, genadige freule," zeide de oude vrouw, toen ik haar verwonderd vroeg, wat die haast te beduiden had. «Als ik het zelf maar wist! De zaal moet verwarmd en verlicht worden binnen een uur moet alles gereed zijn en een geheel jaar lang zijn daar binnen de overtrekken niet van de meubels geweest; ik geloof, dat mijnheer zijn verstand heeft verloren En met bevende handen sloot zij de vleugeldeuren open, die naar de beide vertrekken voerden, welke onder de namen van de zaal en de roode kamer reeds sinds mijn jeugd alleen bij bijzonder plechtige gelegenheden geopend werden. Hier verzamelde zich vroeger eenige malen in het jaar een hoogst aristokratisch gezelschap, dat na een prachtig, stijf diner den avond met een dans placht te besluiten; hier waren sedert verschillende geslachten do doop- en trouwraaaltijden der Hege- witzen gehoudenhier had zoo menige doodkist gestaan, voor men haar naar buiten droeg in den grafkelder daar beneden in den tuin. Wat was Klaus heden van plan? Onwillekeurig was ik haar naar de zaal gevolgdde lamp verlichtte slechts flauw het groote vertrek; zijn mat schijnsel deed hier en daar van kleuren schitte rende droppels aan de overtrekken der kristallen candelabnes weêrkaatsen en als spoken stonden de met grijs overtrokken meubels in het rond. De oude vrouw begon in aller ijl op te ruimen en in den haard flikkerde onder de handen der meid de eerste zwakke vlam omhoog ik zag het als in den droom. «Wat, om Godswil moet dat beteekenen?" vroeg ik nog eens met nadruk. Juffrouw Brockelmann antwoordde niet aanstonds, zij wilde het tapijt voor de groote sofa uit elkander spreiden. «Ga Sophie, het vuur brandt immers; Christoffel kan men een kwartier komen, om de lichten aan te steken. Zij zullen nog wel voldoende zijn," voegde zij er bij, met een blik op de half afgebrande kaarsen der kroon- en muurcandelabres. Het meisje ging; de oude vrouw hield op met het afnemen der overtrekken. «Men beleeft veel, als men oud en grijs wordt en nergens gaat het bonter toe dan in de wereld," zeide zij opgewonden, «maar dat zoo iets gebeuren moest als heden geschiedt! Weet gij, genadige freule, waar hij- heen is, mijnheer, zonder eens zijn zuster begroet te hebben? Naar den predikant is hij en daar boven zit de oude Isa en heeft het rayrthestekje, dat gij de de vreemde jnffer geschonken hebt, kaal gesneden, zoödat, het er uitziet als een roede, waarmede ondeugende kinderen gekastijd worden. En het jonge ding ligt op de sofa en speelt met haar katje, en met haar beschreide oogen lacht ze, en zij lacht met al haar witte tanden, omdat het eindelyk zoo ver is. Genadige freule, geweend en gejammerd hebben zijals mijnheer zyn ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1