HELDERSCHE i:\ N1EIJWER1EPER COURANT. Nieuws- en Adverteutielilai voor HoUanis Noorderkwartier. 1884. N°.106. Woensdag 3 September. Jaargang 42. Uitgever A. A. BAKKER Cz. si) ANNE MARIE. ,,Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. uk franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der AdvertenticnVan 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belnngrijk lager. Blnnenlana. In liet Orgaan voor cle sociaal-democratische partij in Nederland wordt de verhouding tusschen liberalisme en socialisme met de volgende woorden geteekend: ,Het liberalisme gaf, ofschoon onbewust, het levenslicht aan het socialisme en, nu het ziet dat het kind niet wil gaan aan den leiband, dien liij beschermende om zijn lendenen had geslagen, maar daarentegen dien band verre van zich werpt, omdat het gevoelt, dat het tegen den vader is opgewassen, nu vloekt de onnatuurlijke vader in zijn machteloos heid dat kind, dat zijn weg zal vervolgen, ofschoon het gedurig gevoelt, dat men allerlei lage pogingen aanwendt om hem te verpletterende vader schrikt terug voor den weg, dien hij zelf eenmaal insloeg, en is te laf dien weg te vervolgen; dit echter zal het kind doen, den laffen vader ten spijt; de vader ontnam aan velen een blijde hoop en troost (het geloof), die vergoeding gaf voor s'werelds leed, en gaf niets daarvoor in de plaats; het kind zal daarentegen, nu hij de weinige energie bij den vader ontdekt, zelf de teugels in handen nemen en onverbiddelijk voorwaarts gaan; hij weet hoeveel hindernissen zich op dien weg bevindenhij weet ook dat zijn oorsprong hem het meest tegenwerktmaar alles en dit het meest ver achtend, wil hij zijn loop niet stuiten, wetende dat aan de eindpaal hem de overwinning wacht, hoe groot ook de tegenwerking moge wezen: hij weet dat die niet blijvend kan zijn, dat zij hoogstens slechts de overwinning iets kan vertragen.* Het conservatieve Dbl., deze woorden van het socialistisch orgaan citecrende, noemt het vooral opmerkelijk, dat de socialisten ineer heil verwachten van de clericaïen en dat algemeen stemrecht, al moet het leiden tot verderf van de liberalen, ook den steun verwacht van de kerkelijken, blijkende uit deze zinsnede: „het is een feit, dat meer en meer verschillende orthodoxen voorstanders er van worden." Het residentieblad wijst, er ten slotte op, dat de loop van zaken in beide opzichten zóó is als zij bad voorspeld. De Arnh. Crt. bevatte dezer dagen een hoofdartikel over de onderwijzers-examens, waarin men eenige ver klaring vindt van 't feit, dat zooveel adspirant-onderwijzers op de examens te kort schieten. Het schijnt onder de candidaat-onderwijzers volstrekt geen schande meer geacht te worden op een examen niet voldaan te hebben. Vooral niet omdat een afgewezen candidaat-onderwijzer het volgende jaar maar weer terug- Naar het Duitsch van Wilhelmina IIkim buhg. Vervolg Zij ging naar het venster en keek naar buiten. Klaus kwam juist de hofpoort binnenrijdenhij was zeker naar bet veld ge weest. Zijn oogen vlogen naar het parterre, toen wierp hij een kushand naar hoven. Susanne zal met het kind voor liet venster staan, dacht ik. „Klaus ziet er vermoeid uit," merkte Anne Marie op. „Is hij altijd wel?" „Ik denk van ja," antwoordde ik, „ik herinner mij ten minste niet, dat hij geklaagd heeft." „Geklaagd?" herhaalde zij, „alsof Klaus ooit klagen zou." Maar hij klaagde wel; wij vonden hem beneden aan de ont bijttafel. Anne Marie had gelyk, hij zag er slecht uit. „Ik heb erge hoofdpijn," zeide hij, toen zij hem bedroefd nanzag. Susanne hoorde het niet. „Klaus," vroeg zij vleiend, „niet waar, overmorgen illuraineeren wij den tuingij bezorgt mij immers bonte papieren lantaarns?" „Ja, Susi, gaarne," antwoordde hij, „maar ik heb geen bode. Huilt gij het slechts vroeger gezegd; Fredcrik, dien juffrouw Brockelmann naar de stad gezonden heeft, is reeds weg, en ik kan bij den oogst niemand missen; ik moet mij het weinig goede wefir ten nutte maken." „Maar gij hebt het toch geweten, Klaus?" pruilde zij, ik had het mij zoo heerlijk voorgesteld, als het avond is en de geheelc tuin vol lampen hangt." Hij streek met de hand over zijn pijnlijk hoofd. „Vergeef mij, lieveling, ik had het vergeten; ik had zooveel in mijn hoofd. Gy zult ze hebben de lantaarns." „Hebt gij de uituoodigingen geschreven, Klaus?" vroeg de jonge vrouw verder. „Ja, ja," antwoordde hij, „ik heb er reeds van morgen vroeg voor gezorgd, zij zijn reeds onderweg, en de lantaarns krijgt gij morgen." „Morgen?" vroeg zij teleurgesteld. „Als mijn hoofdpijn beter is, kan ik er immers heden middag nog heenrijden," zeide hij. Anne Marie zat er zwijgend bij en staarde op haar bord. Toen bracht Isa het kind; Susanne at nog. „O, geef hem mij eens," vroeg Anne Marie met fonkelende oogen. Zij stond op en ging naar het venster. Onderzoekend zag zij naar hot kleine gezichtje. „Hij lijkt op onze familie, Klaus," zeide zij, „hij heeft uw neus en uwe goede oogen." En zij kuste het kind innig. Isa was schielijk weder naar buiten gesneld. Er was veel gcdruisch in het anders zoo stille huis, overal werd geklopt en geborsteld, alles scheen overhoop gehaald te worden. Klaus stond eindelijk op. „Anne Marie," vroeg hij, terwijl hij haar naderde, „zoudt gij mij willen helpen, eenige zaken met mij in mijn boeken na te zien, dje noodzakelijk geregeld moeten worden?" Zij za! verheugd op. „Gaarne," zeide zij, „maar moet het dan van<aag zÜn> Klaus? Gij ziet er zoo slecht uit." „Ja!" antwoordde hij, „ik wenseh die zaken te regelen; de komt. Zou liet niet £oed zijn, zoo wordt gevraagd, te bepalen dat een candidaat-onderwijzer, die twee- of drie maal voor hetzelfde examen is afgewezen, niet meer tot dat examen wordt toegelaten? Thans wagen zich tal van adspirant-onderwijzers aan het examen, ofschoon hun voorspeld wordt dat zij niet zullen voldoen, door ieder eenigszins zaakkundig persoon, die hen omtrent het een of ander ondervraagt. Zij wagen het nochthans maar, in de hoop, dat ze op den dag van het examen geluk zullen hebben en... bij toeval de akte verkrijgen, voor welke ze de noodige be kwaamheden missen. De Arnh. Crt. deelt staaltjes mede van zóó groote onkunde, zelfs in de eerste grondbeginselen van de Nederl. taal, dat men het recht heeft van een leerling, die een paar jaren de lagere school bezocht, beter te verwachten. Gemis aan de noodige kennis, gemis aan eergevoel, soms gemis zelfs aan gezond verstand, zijn dat niet meer dan voldoende redenen om af te wijzen.? In de Vrijdag te Arnhem gehouden algemeene ver gadering van liet Volksbond werden na een korte toespraak van den Voorzitter tot leden van het hoofdbestuur herkozen de heeren dr. Egeling en dr. Schmidt. Daarna kwam in behandeling liet rapport der permanente commissie tot be vordering van goed en goedkoop bierverbruik. Er werd besloten de door het Bond aanbevolen biersoorten met laag alcoholgehalte nog meer ter kennis van het publiek te brengen en ook inlichtingen te geven aangaande de beste wijze van het bewaren en tappen van bier. Daarna werd besproken liet rapport betreffende het asyl voor dronkaards. Algemeen werd de wenschelijkheid van oprichting van een asyl voor mingegoeden beaamd, maar men deinsde er voor terug om daartoe vanwege liet Bond op dit oogenblik het initiatief te nemen. Daarna had de bespreking plaats van het rapport betreffende de behandeling van de dronk aards in de bedelaarsgestichten. De commissie rapporteerde dat die behandeling [veel te wenschen overlaat en dat de veroordeelde dronkaards beter moeten worden gevoed, en dat zij van de bedelaars moeten worden gescheiden; ook op bun zedelijke verbetering moet worden gelet, onder anderen door voor hen het godsdienstonderwijs en het herhalingsonderwijs verplicht te stellen. De vergadering besloot een afschrift van het rapport te zenden aan de Regeering en aan te dringen op verbetering van de in richting. hoofdpijn zal wel overgaan." Ik nam Anne Marie het kind af en broeder en zuster gingen naar buiten. Klaus kwam des middags niet aan tafel, hij was wat gaan liggen, en toen hij bij de koffie verscheen, zag hij er rood en verhit uit. Anne Marie zag hem bezorgd aan. „Word toch niet ziek, Klaus," zeide zij angstig. Hij lachte. „Misschien doet de rit naar de stad mij goed." „Om 's Hemels wil!" riepen Anne Marie en ik uit één mond. „Gij zult toch dien verren tocht niet willen doen?" „O, het zal immers niet schaden." En teedcr zag hij Susanne aan, die op een der lage divans zat en met de strikken van haar kleed speelde. Zij antwoordde er niets opzij zeide niet, blijf toch, als gij hoofdpijn hebt, het is een kinderachtige wensch van mij geweest zij vroegniet, is het werkelijk zoo erg? Zij zweeg eenvoudig en Klaus ging heen, om zijn paard te bestellen. „Susanne!" smeekte Anne Marie hoog rood, „ik geloof, dat hij werkelijk erge hoofdpijn heeft, laat hem niet heengaan!" Zij zeide dit wezenlijk angstig. Susanne zag haar koel en verwonderd aan. Hij is toch zijn eigen meester," antwoordde zij, „hij kan immers doen, wat hij wil!" „Ja, maar gy weet wel, dat het alleen uw wensch is als hij ziek word, zoudt gij 't u zelf verwijten." Susanne lachte. „Klaus ziek? Hoe grappig! Omdat hij een beetje hoofdpijn heeft?" En neuriënd ging zij in de zijkamer; toen hoorden wij, hoe zij uit het venster riep: „Adieu, Klaus, adieu!" „Het is onbedachtzaam!" zeide ik en vatte Anne Marie's sidderende handen. „Het is gevoelloos!" antwoordde zij en ging naar beneden in den tuin. Eerst tegen donker keerde Klaus terug. „Het pak komt aanstonds," zeide hij tot Susanne. „Stiirmer heeft het in den wagen; ik trof hem aan in de stad, hij was was juist met de Liineburger post gekomen." „Stürmer?" vroeg zij levendig. „Gij hebt hem toch op het doopfeest gevraagd, Klaus?" „Neen, inderdaad ik vergat het," antwoordde hij. Zij sloeg de armen om zijn hals. „O, schrijf hem toch," vleide zij; „ja? ik bid u! ik bid u! Mijn God!" riep zy toen, „gij zijt immers geheel nat!" „Nu, het regent ook sedert twee uren dat het giet," antwoordde hij. „Maar neem het mij niet kwalijk, dat ik niet meer schrijf, ik gevoel mij zeer ziek: morgen, ja. Ik verlang naar bed." Hij kuste haar op het voorhoofd en ging naar zijn slaapkamer. Ik zag, dat hij van koude huiverde. God zij dank, dat Anne Marie het niet gehoord heeft, dacht ik, maar ging toch om haar te zeggen, dat Klaus zich ongesteld gevoelde, terwijl Susanne opsprong, om naar haar schrijftafel te ijlen en met een gelukkig lachje de pen ter hand te nemen. Anne Marie bevond zich in haar kamer; ik zeide haar, dat Klaus naar bed was gegaan. Zij zat doodstil. Arme Klaus!" fluisterde zij. „Stürmer is ook weêr hier, mijn kind," vervolgde ik. Zij antwoorddo er niet op. Zwijgend zaten wij in het donkere vertrek bij elkander. Daarna werd besproken cle vraag van cle atdeeling Den Haag, wat gedaan moet worden om drankverkoop in open zee door cle drijvende drankwinkels tegen te gaan. Mr. Snijder van Wissekerke licht dit vraagstuk uitvoerig toe en wijst er op, dat waarschijnlijk weldra een internationale conferentie zal worden gehouden om dat misbruik te keeren. Naar zijn meening kan onze Regeering ook zelfs reeds nu er maatregelen tegen nemen door b. v. bij de wet te bepalen, dat geen restitutie van accijns aan die drankwinkels zal worden gegeven, tenzij het bewijs worde geleverd, dat de sterke drank de plaats van bestemming beeft bereikt. De vergadering besluit in bovengenoemden geest een adres aan cle Regeering te richten. Daarna wordt behandeld de vraag of het wenschelijk is, dat de afdeelingen invloed uitoefenen op de verkiezingen van leden voor de Kamers en voor de Gemeenteraden. Die vraag wordt ontkennend beantwoord, vooral omdat de vrees bestaat voor verdeeldheid in het Bond. Daarna had een uitvoerige bespreking plaats over de te wachten herziening der drankwet. Zeer werd betreurd, dat de minister van Binnenlandsche Zaken aan cle Provinciale besturen een circulaire heeft gezonden in strijd met zijne verklaring in de Eerste Kamer, dat van hem geen verzwakking der drankwet te wachten was. Het volgend jaar zal te Dordrecht de algemeene ver gadering worden gehouden. Jl. Zaterdag nacht of in den vroegen morgen zijn door een baldadige hand op de Internationale Landbouw- Tentoonstelling te Amsterdam twee handspuiten vernield, waarvan de een, Parisienne genaamd, verkocht was, en de andere, een reservoirpomp, bekroond werdliet ijzer- en koperwerk is onbruikbaar gemaakt en de slag afgesneden. Deze spuiten behoorden aan den heer Ritter, ingenieur te Parijs. Z. M. de Koning heeft op de Tentoonstelling het span stekelharige paarden van G. Woltmann uit Hanover aan gekocht. Aan den heer Sickesz, voorzitter van het uitvoerend comité der Tentoonstelling, is door de Fransche Société de 1'Agriculture eene zilveren coupe aangeboden, als blijk van waardeering van zijne persoonlijke verdiensten tegen over de Tentoonstelling. De jaarvergadering van de-Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust zal niet in het begin van October, maar eerst in het begin van November gehouden kunnen worden. „Genadige freule," klonk na een poos de stem van juffrouw Brockelmann door de deur, „het zou misschien beter zijn, als gij eens naar mijnheer zaagt; de genadige vrouw" zij sprak zachter „schijnt het niet te merkenzij zit daar en praat met hem, en hij lijkt mij volstrekt niet goed toe." Anne Marie was driftig opgestaantoen ging zij langzaam weder zitten. „Lieve tante, ga," smeekte zij. „Gaarne," antwoordde ik, „ik dacht juist, dat gij tot hem moest gaan. „Ik? vroeg zij op een toon, die mij door het hart sneed. „Ik? neen, het is beter, dat ik niet ga; ik zou niet kalm kunnen blijven." Ik vond de slaapkamer van Klaus helder verlichtSusanne zat naast zijn bed en babbelde als een molenradover den dichtstbij- staanden stoel hing een lichtblauwe zijden japon, rijk met witte kanten gegarneerd; op dc toilettafel brandden de candelabres, de lamp stond op het tafeltje voor het bed en wierp haar hel licht op zijn roode oogen. Hij hield een doek tegen het voorhoofd gedrukt en steunde zacht. Van buiten weerklonk het geklop op meubels en tapijten en in de zaal daar tegenover werkte men met wrijfwas en borstels niet al te zacht. „Ik mag dus den brief verzenden, Klaus?" vroeg Susanne; „kan Fredcrik nog heenrijden of moet de koetsier hem weg brengen? Gij denkt toch, dat Stürmer reeds te huis is? Klaus, antwoord toch, lieve Klaus!" Hy wenkte toestemmend met de hand en keerde het hoofd naar de andere zyde. „Als gij zoo vervelend zijt, pas ik myn japon ook niet aan," pruilde zij. „Maar, lief kind," fluisterde ik, „ziet gy niet, dat uw man ziek is? Ik nam de lamp weg en legde myn hand op zyn gloeiend voorhoofd. „Ach, slechts een weinig rast!" klaagde hij. „Kom, Susanne," vroeg ik de jonge vrouw zacht, „ga naar uw kamer; ik geloof, dat Klaus een hevige koorts heeft, hy moet rust hebben." Zij zag mij ongeloovig aan. „Morgen zal het toch beter zijn? vroeg zij haastig. „Niet waar, Klaus, morgen zijt ge weder gezond?" Hij knikte. „Ja, ja, mijn lieveling, heb geen zorg." „Nu, dan zal ik heel spoedig heengaan, opdat gij slapen kunt. Goeden nacht, Klaus, zeide zij, terwijl zij haar zijden kleed over den arm nam. En vluchtig boog zij zich over hem heen en kuste zijn voorhoofd. Toen was zij verdwenen, maar haar heldere stem drong nog eenmaal tot mij door: „Isa, Isa, hier! Christiaan moet aanstonds naar Dambitz, naar den heer Von Stürmer; hij moet op antwoord wachted." Klaus steende plotseling luide op. „Mijn arme jongen," beklaagde ik hem; gevoelt gij uw erg ziek?" „Ik geloof, dat ik zeer ziek word," fluisterde hy, „ik kan mijn gedachten niet bij elkander houden, alles draait met ray in het rond. Anne Marie, roep Anne Marie!" Juffrouw Brockclman was juist in den gang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1