wenscht te zien; door zijne verscheidenheden'' trok hij vooral de letterkundigen tot zich, die zeggingskracht, teeken- achtigen stijl, fijn en scherpzinnig oordeel, gelouterden smaak en frisch gezond verstand waardeeren; door zijn „Camera Obscura," het beeld van het echt Hollandsche burgerleven, won hij het hart van het geheele volk." In de volgende woorden bedankte Nicolaas Beets diep bewogen, jl. Zaterdag voor al het eerbetoon: „God zij de eer!" sprak hij „Ik zou mij zeiven verfoeien, indien ik, opgestaan om te spreken, dkt niet het eerst zeide, na al hetgeen ik gezien en gehoord heb. „Hem zij de eer voor alles wat gij in mij hebt onder scheiden, hem de dank voor al hetgeen gij mij hebt toe gebracht. Ulieder hart heeft gesproken en toch, gij vereert mij te veel, te veel naar evenredigheid van mijne verdiensten te veel naar evenredigheid van hetgeen te beurt gevallen is aan mannen, die ik eer en eeren blijf als mijne voor gangers, voorbeelden, meesters. Gij vereert mij te veel; maar ik kan het niet helpen't is voor uwe verantwoording. Intusschen hebt gij mij hoogmoedig gemaakt; in ootmoed dank ik mijnen God, en toch indien er al iets te veel in die eerbewijzen is ik zou er niets van willen missen, van die uiting van liefde, gehechtheid, deelneming. Zij zijn de grondtonen van deze uwe hulde. En in mijn gansche leven heb ik onder de menschen niets edelers en heerlijkers leeren kennen dan de liefde. Ik dank den Koning voor de hooge onderscheiding mij geschonkenik dank ook den Koning van het naburig land voor het eerebewijs mij gegeven. Ik dank den eere-voor- zitter en den voorzitter, beide mijne vrienden. Ik dank jongen en ouden, bekenden en onbekenden, Nederlanders en Vlamingen. Ik dank ook den bezielden dichter, die gezongen heeft op eene wijze zooals ik het niet kan; men zou wenschen zeventig jaar te worden om zoo iets te hooren, zoo breed en krachtig ontplooide onze Ten Kate zijne vleugelen. Ik dank ook de Hollandsche jongens met hun gedicht en hun krans; ik heb het wel gezien dat er nog aardige jongens zijn, met vroolijke gezichten, en die, ondanks dat zij overladen worden met alle vakken van onderwijs, voor mij blijven de spes patriae. Maar ook moet mij een woord van dank van het hart voor de hulde, mij dezen morgen reeds geworden uit naam van vele van Neêrlands vrouwen en maagden. Maar wien heb ik heden niet ge hoord, die mijn hart niet heeft getroffen? De vertegen woordigers van de Maatschappij der Nederlandsche Letteren en van Fraaie Kunsten en Wetenschappen; de beoefenaars der kunst; mijne ambtgenooten der Utrechtsche Hoogeschool, van wie ik nu ga scheiden; Felix, met zijn gelukkigen naam dank aan u allen, mijn innigste, hartelijkste, liefdevolste dank! Leve mijn Koning, leve de Koning van België, leve het vaderland, leve allen die met ons dezelfde taal spreken, dezelfde letteren liefhebben en eerenLeve allen die van goeden wille zijn, die het schoone en goede vereeren, die schoon zijn en goed zijn! Lof en dank aan God, wiens goedertierenheid altoos het hoogst geprezen zij Daverende toejuiching). Prof. Nicolaas Beets is door den Koning bevorderd tot commandeur van den Nederlandschen Leeuw en door den Koning van België tot officier der Leopoldsorde. Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd, 15 dezer „Als proeve van merkwaardig snelle vlucht van duiven diene het volgende: Jl. Vrijdag kwamen alhier per laatsten trein aan het adres van den heer Ter Hall, stationschef, twee postduiven aan, afgezonden uit Den Haag. Zaterdag morgen bij schoon weder, maar stijve oostenwind, liet de heer Ter Hall de diertjes op; zij vertrokken te 8 u. 10 m. Te 9 u. 30 m. kwamen beiden te gelijkertijd in Den Haag op hare til terug en hadden dus dezen betrekkelijk grooten afstand afgelegd in den tijd van 80 minuten, eene snelheid, welke die van een sneltrein zeer verre overtreft." Bij een te Callantsoog gehouden harddraverij is de prijs behaald door „De Kroonprins," van den heer C. J. De Wit te.Zijpe, bereden door K. De Wit; de 1ste premie door „Helena" van H. Dalenberg te Groet, bereden door den eigenaar, en de 2de premie door „Prinses," van J. Dalenberg te Schoorl, bereden door A. Dalenberg. Aan een te St. Maarten gehouden kolfwedstrijd namen 14, aan een aldaar gehouden biljartwedstrijd 12 personen deel. Bij het kolven werd de prijs behaald door C. Berk houwer te Haringkarspel, de 1ste premie door A. De Witt van St. Maarten en de 2de premie door J. Peetoom van Schagerbrug. Bij het biljarten won J. Peetoom van Schagerbrug den eersten prijs, C. Peetoom van St. Maarten de eerste premie en C. Groot, evenzoo van St. Maarten, de 2de premie. De uitslag van het jaarlijksche prijsschieten der Koninkl. Handboogschutterij St. Sebastiaan te Alkmaar, op jl. Zondag was, dat de 6 uitgeloofde prijzen werden behaald door de volgende heeren: W. Klaverwevden, C. J. Schaafs, N. v. d. Drift, A. Imhulsen, A. De Vries en G. Bossert. Do rozenprijs, alsmede de prijs naar den vogel, werden beide behaald door den heer A. Imhulsen. De bij vele veefokkers gunstig bekend zijnde stier Arnold, No. 174 N. R. Stamboek, van J. Go vers te Zijpe, welke op de Internationale Landbouw-Tentoonstelling te Amsterdam den derden prijs behaalde, is aangekocht door N. Van Leeuwen, te Eenigenburg, om in 1885 weder ter dekking beschikbaar te stellen. Willem III, de bekende harddraver, waarvoor onlangs een bod is gedaan van f 5000, liep op öjarigen leeftijd voor den ploeg, en werd toen door zijn eigenaar C. Bron- ger te Zijpe aan zijn tegen woord igen eigenaar P. Brommer te Zijpe voor f 325 verkocht. De onthulling van het standbeeld van burgemeester Van der Werf binnen Leiden zal den 3 October a. s. met feestelijkheden gepaard gaan, waarvoor de Gemeenteraad dier stad een som van f 7000 beschikbaar stelde. Vóór de eigenlijke onthullings-plechtigheid, die 's namiddags te half een uren op de Ruïne plaats heeft, wordt door Werk- lieden-Vereenigingen een gecostumeerde optocht gehouden, voorstellende de opkomst en ontwikkeling van Leiden, in acht groepen. Te half zes biedt de Gemeenteraad aan eenige genoodigdon een diner aan, terwijl illuminatie en vuurwerk den dag besluiten. De bijeenkomst voor Algemeen Stemrecht is jl. Zondag te 's Hage gehouden en heeft de verwachting niet beschaamd omtrent de daarbij te handhaven orde. Als sprekers voor gebracht. Nadia wisselde even een spotachtigen blik met haar vader, die even ondeugend was als zij. (Wordt vervolgd.) een zeer gemengd gehoor, op een 20.00tnl personen geschat, traden op de heeren B. H. Heldt van Amsterdam en P. Van der Stadt van Zaandijk, terwijl de heer Gebing te 's Hage de bijeenkomst leidde. Ds. A. Gelderman, te Burg op Texel, werd dezer dagen aangenaam verrast met een prachtig geschenk. In de gemeente Warmenhuizen is, aanvankelijk met 16 leden, een comité opgericht van de Maatschappij tot verpleging van weezen in het huisgezin. De presidenten en secretarissen van het bond voor algemeen stemrecht, van het Algemeen Nederlandsch Werk liedenverbond en van het sociaal-democratisch bond hebben gisteren aan den minister van Binnenlandsche Zaken aan zijn departement aangeboden het adres met de jl. Zondag aangenomen motie. Met welwillendheid ontvangen, ver zekerde den minister te zullen voorstellen dat de Regeering het verzoek in ernstige overweging zou nemen. De invoering van den gevraagden maatregel scheen den minister nog niet zoo noodzakelijk toe. Algemeen stemrecht heeft hier te lande nooit bestaan en een geheel nieuwe zaak kan niet voetstoots worden ingevoerd. President Gebing wees toen den minister op de beweging allerwege in den lande ten gunste van het algemeen stem recht, waarop de minister verzekerde dat de zaak met allen ernst, dien zij verdient, door de Regeering zou overwogen worden. De gelegenheid daartoe was zeer geschikt, nu men weldra grondwetsherziening hoopt ter hand te nemen. Bij den heen- en terugweg volgden 150 afgevaardigden de deputatie; bij hun vertrek van het departement weerklonk de kreet: „Leve het algemeen stemrecht!" Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld, dat de 27jarige vrouw van J. v. d. S., te Elspeet, dezer dagen van haar vierde tweeling is bevallen. Aan de Arnh. Crt. wordt uit Doesburg geschreven: „Een aardig voorval had jl. Zaterdag plaats met het prijsrichten van onze dd. artillerie-schutterij. De sergeant D. kreeg eenige schutters tot bediening van een 9 cM. stuk geschut; de eerste schoten gingen flink van de hand, doch op eens weigerde het stuk vuur te geven. Des kundigen kwamen er bij, maar het stuk bleef weigeren voor de bekwame hand der schutters; elfmaal was het geprobeerd en altijd wilde het schot er niet af. Een korporaal kwam op de gedachte het schot er af te trekken om te zien wat de oorzaak was; hier werd gevolg aan gegeven en nu bleek de lading zaagmeel te zijn; niet tegenstaande het toezicht van een sergeant, wist men niet hoe dit er in kwam Of de bediening van dat stuk voor het richten ook een prijs heeft gekregen, is tot nu toe niet bekend." Over de Amerikaansche sporen zegt de Financier o. a. „Wij zijn zoozeer verzadigd van Amerikaansche sporen, alsof wij ze met lepels gegeten hadden. Men kan op ver schillende manieren onder den gedrukten toestand der Amerikaansche spoorwegmarkt lijden. Zulk lijden moet echter wel het pijnlijkst zijn, waarbij de beurs wij bedoelen ditmaal niet het plompe gebouw op den Dam in niet geringe mate betrokken is. Er is het is waar in de laatste weken eenige verademing gekomen. Met twee stappen vooruit en één stap achteruit zijn de koersen een weinig opgekomen van den geduchten val, dien zij hadden ondergaan. Maar nog altijd staan de fondsen veel lager dan in den tijd toen belangrijke posten op prolongatie zijn gekocht. En wat erger is, op een spoedige verheffing der markt valt nog niet te rekenen." Wegens de ellende en misdaad, door die fondsen middellijk teweeggebracht, vermelden wij het bovenstaande. Een boertje vroeg aan het station Baarn een kaartje naar Amsterdam, hetgeen hem werd gegeven, met de op merking dat hij met den trein van tienen moest vertrekken. Daar komt de trein aan en het boertje aan het tellen der wagens: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. „Nee, dat is hij niet," zeide hij bij zichzelf. Na het vertrek van den trein zag de chef het boertje op het perron staan, en bracht hem onder 't oog dat hij met dien trein mede had moeten gaan, waarop het boertje autwoordde: „nee, nee, meneer, ge hebt gezegd ik moest met den trein van tienen en dit was die van zeven, ik heb ze goed geteld. Buitenland. Te Marseille heeft de cholera uitgewoed en worden geen verdere bulletins uitgegeven. De epidemie, die aldaar den 27 Juni 11. uitbrak, maakte er tot 31 Augustus 1640 slachtoffers, en wel 812 van het vrouwelijk en 818 van het mannelijk geslacht. Daarbij waren 1161 Franschen, 428 Italianen, 19 Spanjaarden, 11 Grieken, 6 Oostenrijkers, 5 Engelschen, 4 Zwitsers, 3 Duitschers, 2 Amerikanen en 1 Zweed. Een Amerikaan, die met zijn jonge vrouw een pleizierreis door Duitschland maakte, ging, toen de trein van Bebra naar Göttingen reed, naar buiten op het balkon van den waggon om het fraaie uitzicht te genieten, strui kelde en werd voor de oogen van zijn vrouw door den trein overreden. Hij was terstond een lijk. Evenals ten vorigen jare, openbaart zich thans weder in alle oorden der wereld een onbeschrijfelijke belangstelling in sir Mozes Montefiore, die 24 October a. s. het eeuw feest zijner geboorte hoopt te vieren. De grijsaard, een toonbeeld van menschenliefde, verheugt zich in den besten welstand en schrijft nog zelf de vele brieven, welke hij dagelijks te verzenden heeft. Hij wordt heden te Berlijn verwacht. Te Malton (Sussex) kwam de 22jarige Samuel Mannington 's avonds een beetje dronken thuis. In scherts nam hij een geweer op, waarmede hij dien dag als schutter was uitgeweest en dat hij niet meer geladen waande, en legde op zijn moeder aan. Deze viel doodelijk gewond neêr. Spoedig daarna gaf zij den geest; de zoon was radeloos van smart. Hij werd gearresteerd, en toen hij voor het gerechtshof verscheen, was hij door aandoening zoo overstelpt, dat hij onder het verhoor moest worden verwijderd. De jury sprak hem vrij, maar de rechter gispte hem over zijn onvoorzichtigheid. Zekere Thomas Culliforth, die als een buitengewoon kras grijsaard van 104 jaren in het Invaliden-hospitaal dei- Marine te Londen vertoefde, werd daar met bijzondere onderscheiding behandeld en had zelfs eene afzonderlijke woning. Hij ging op Kersmis altijd, door Koningin Vic toria uitgenoodigd, op Windsor zijn maaltijd gebruiken. Tal van geschenken, wijnen, confituren, „primeurs" werden den honderdjarige, die, naar bekend was, zich in een bijzonder goeden eetlust verheugen mocht, gedurig gezonden. Met zijn houten been wandelde hij dagelijks twee mijlen, dronk ettelijke pinten ale per dag, enz. Nu is hij onverwacht overleden en is het uitgekomen dat hij niet ouder was dan 67 jaar, en met de papieren van zijn grootvader, wiens naam hij droeg, zich die positie had weten te verschaffen. De zitting der Staten-Generaal is jl. Zaterdag met het gebruikelijk ceremoniëel door den minister Heemskerk gesloten. In de sluitingsrede zeide hij, dat, mocht al niet omtrent alle belangen de gewenschte overeenstemming zijn verkregen, toch gewichtige zaken tot een goed einde zijn gebracht. Hij herinnerde aan de overeenkomsten tot be scherming van den industriëelen eigendom, de bevordering der veeartsenijkunst en de tractaten met Frankrijk, aan de wetten van organieken aard omtrent het toezicht op de krankzinnigen, het vervoer van buskruit, politie visscherijen in de Noordzee, vicariegoederen en het vervoer van zaken, die besmetting kunnen overbrengen. Voorts herinnerde hij aan de vijf aangenomen wetten tot invoering van het nieuwe strafwetboek, de wijzigingen van de wetten op het lager onderwijs, de militie en andere wetten, de onteigeningswetten o. a. voor Javaspoorwegen. Vervolgens aan de geldleening, welke op niet onvoordeelige wijze is gesloten. Met de verbetering van enkele belastingen, die tot stand kwam, werd niet veel meer verkregen dan de rente en aflossing van die geldleening zullen eischen. Eindelijk werd herinnerd aan de wetten tot vermeerde ring van kapitaal, de muntbiljetten en de voorkoming van depreciatie der metalen betaalmiddelen en aan den gelukkig ongewonen arbeid door de wet op het regentschap. Moge aldus besloot de minister alles wat in deze zitting is vastgesteld strekken tot bevordering der belangen van het Nederlandsche volk. De zitting der Staten-Generaal is gisteren middag te 1 uur door den minister Heemskerk namens Z. M. den Koning geopend met de volgende rede: Mijne heeren Wegens den rouw over het smartelijk verlies, dat voor weinige maanden het Koninklijk Huis trof,'heeft de Koning ons opgedragen uwe vergadering van zijnentwege te openen. Algemeen en onverdeeld was de deelneming van het Nederlandsche volk bij het overlijden van Z. K. H. den Prins van Oranje. De betrekkingen des Konings met de buitenlandsche mogendheden bleven zeer vriendschappelijk. De vloot en het leger geven reden tot tevredenheid. Tot nog toe bleef het vaderland behouden voor de cholera, die in dit jaar een gedeelte van Europa teistert; de binnen het bereik der Regeering liggende voorbehoed middelen worden aangewend, Deze zomer kenmerkte zich door een gezegenden oogst en met tevredenheid mocht de landbouwer deelnemen aan de Internationale Tentoonstelling, die onlangs te Amsterdam, op uitstekende wijze ingericht, plaats had. De algemeene toestand in Nederl. Indië is niet ongunstig. Het ophouden van verwoestende epidemiën en van de veeziekte op Java kan niet anders dan een heilzamen invloed hebben op de welvaart der inwoners. Krachtige maatregelen worden genomen om in Atjeh een staat van zaken te vestigen, die veroorloven zal in het vervolg van de zee- en landmacht minder zware diensten te vorderen, dan tot dusver met onbezweken moed en vol harding door haar zijn bewezen. De schepelingen, die in Tenom wederrechtelijk werden gevangen gehouden, zijn in vrijheid gesteld. Het is te hopen, dat de bijzondere omstandigheden, die thans den landbouw in Suriname en den koophandel in Cura^ao drukken, van voorbijgaanden aard zullen zijn. In het aanstaande parlementaire jaar wachten u, mijne heeren, belangrijke werkzaamheden. Eenige u bekende overeenkomsten met andere mogend heden betreffende handel en internationaal recht vereischen nog uwe bekrachtiging. Het zal van u afhangen door de behandeling van onder scheidene aanhangige wetsontwerpen de invoering van het nieuwe wetboek van strafrecht mogelijk te maken. Een wetsontwerp tot regeling van het algemeen en bijzonder bestuur van den waterstaat zal u vermoedelijk eerlang bereiken. De voorstellen tot herziening van de grondwet zijn genoeg gevorderd om te wachten dat zij weldra in behandeling komen. De toestand der geldmiddelen zal op uwe belangstelling weder in ruime mate aanspraak maken. Zeker is het crediet van den staat wel gevestigd en het tekort, in ver gelijking van het vorige dienstjaar, verminderd, maar de Regeering meent niet te mogen rusten in het streven om door bezuiniging binnen de grenzen der mogelijkheid eener- zijds en door verbetering van middelen in Nederland en in Indië anderzijds, het noodige evenwicht tusschen uitgaven en inkomen te naderen en eindelijk te bereiken. Intusschen roepen wij in de allereerste plaats uwe aan dacht op de onlangs ingediende wijziging van een enkel artikel der grondwet, die om gelijke redenen als de aan genomen wet omtrent het regentschap den voorrang boven andere werkzaamheden verdient. Mochten de Staten-Generaal kunnen goedvinden dit onderwerp binnenkort te behandelen, dan zou de tijd voor de gewone naj aars-werkzaam heden niet behoeven te ont breken. Welke intusschen ook de loop uwer gewichtige beraadslagingen zij, wij hopen, dat die onder Gods zegen tot welzijn van het vaderland zullen strekken. In naam des Konings verklaren wij de vergadering der Staten-Generaal te zijn geopend. Benoemingen, enz. Bij de dd. Artillerie-Schutterij alhier zijn benoemd tot 2de luit. de heeren J. E. De Jongh, thans sergeant, en C. Stammes. Tot heemraad van het waterschap De Schermeer is benoemd de heer M. Groot. Tot burgemeester der gemeente Broek op Langedijk is benoemd de heer P. Nobel, om deze betrekking gelijktijdig te bekleeden met die van burgemeester van Sint Pancras. De kapt. ter zee H. J. S. Van der Sloot is tijdelijk toegevoegd als lid van het Hoog Militair Gerechtshof. De kapt. ter zee S. Krayenhoff Van de Leur wordt met den 30 dezer, onder eervolle ontheffing van het bevel over Zr. Ms. opleidingsschip Admiraal van Wassenaer, op zijn verzoek, eervol afgevoerd uit het corps zee-officieren der Nederlandsche Marine en met ingang van 1 October a. s. benoemd tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof. De gouden medaille voor vyftig jaren eerlijken en trouwen militairen dienst is toegekend aan den zieken-opzichter bij het Hospitaal der Marine alhier J. Jongman.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2