HELDERSCHE
EN 1VIEUWERIEPER COURANT.
Klems- ei Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier.
1884. N°.116.
Jaargang 42.
Vrijdag 26 September.
e) NADIA'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
t t franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Uz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad verten tienVan 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 eents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
±ain nejQifcfcj-ii«u.
Prof. Nicolnas Beets plaatst in liet U. D. de vol
gende dankbetuiging:
rMet dankbare ontroering zie ik terug op den 13 dezer
maand, den dag waarop Koning en Volk, Landgenoot en
Vreemde het er op toegelegd hadden mij op allerlei wijze
te vereeren, begiftigen, gelukkig te maken. Hoe gaarne
bracht ik elk. die daartoe het zijne heeft bijgedragen,
afzonderlijk mijn dank? Wanneer ik echter naar waarheid
zeg, dat, behalve al wat mij op dien dag in het openhaar
is ten deel gevallen, waarvoor ik in de gelegenheid geweekt
ben openlijk eenige erkentelijke woorden te uiten, het
aantal blijken van belangstelling mij, door post, telegranl,
of op andere wijze, toen en vervolgens toegekomen, liet
duizendtal nog met ettelijke honderden te hoven gaat,
zullen zelfs zij, die daarop in eene eerste plaats aanspraak
hadden, willen hegrijpen, dat ik tot nog toe niet in staat
geweest hen ook maar de ontvangst er van te erkennen
en mij wel willen vergunnen ook hen op te nemen in de
algemeene dankbetuiging, welke ik, langs dezen weg. :in»
elk en een iegelijk, die mij op mijn /eventigsten verjaardag
zijn vriendelijk hart getoond heeft, van ganscher harte
toebreng.*
Door den minister van Marine is bepaald, dat personen,
behoorende tot de zeemacht, die in de termen vallen om
wegens krankzinnigheid te worden verpleegd, in het gesticht
te Medemblik zullen moeten opgenomen worden.
Het U. D. dringt in een hoofdartikel aan op beplan
ting onzer openbare wegen en van de pleinen, straten en
grachten onzer steden en dorpen met vrucht- en andere
boomen.
De Staten van Gelderland hebben tot lid van de
Eerste Kamer gekozen de heer mr. C. J. Sickesz.
Van hetgeen de Standaard aan de Mededeelingen
omtrent het Magdalenahuis te Zetten ontleent, nemen wij
het volgende over:
„De geschiedenis van het Magdalenahuis toont o. a. aan,
dat er ouders worden gevonden, die zich te braaf achten
om zich over hunne buiten echt moeder geworden kind te
ontfermen.
Hiervan wordt in het verslag gezegd:
*Zij, die zich noemen naar Hem, die ons leerde schande
te verachten, mogen niet weigeren de schande te dragen,
zij het ook die, welke hun eigen kind over hen brengt.
Naar het Franscli van Henri GrÉvjele.
Vervol?
Allerlei verschillende uitdrukkingen hadden zich op Nadia's
gelaat vertoond, terwijl haar vader spraktoen hij eindigde bleef
zij een oogenblik in gedachten verzonken.
Maar, zeide zij aarzelend, weet zijn zoon daar niets van
Féodor? Wel die maakt de rekeningen op! Zijn vader
verstaat bij uitstek dc kunst van naar zich toe te rekenen. Hij
doet het zoo listig dat ik hem nooit op heeter daad heb kunnen
betrappen; maar hij is niet op de hoogte van de regels der
spelling, daarom schrijft mijnheer zijn zoon die schoonschriften
(Hij wees naar de papieren).
Roubine lachte goedig; de gedachte, dat zijn intendant in ruil
voor de acht- of tienduizend roebels, die hij hem jaarlijks ontstal,
zulke fraaie registeis ter bezichtiging aanbood, vond hij recht
vermakelijk. Nadia lachte niet.
Dat die man medeplichtig zou zijn aan de diefstallen van
zijn vader, ging haar begrip te bovenHoe dat overeen te bren
gen.
Overeenbrengen? wat meen je toch, vroeg de Prins, die er
schik in had dat zij zoo verbaasd was, want hy mocht haar zoo
gaarne eens plagen. In korte woorden bracht het meisje hem
op de hoogte van de eerzuchtige plannen van Féodor.
Heelt hij je dat verteld? vroeg Roubine eensklaps ernstig
geworden. In welke bewoordingen? Nadia deed haar best, zich
zoo goed mogelijk de woorden van den jongen man te binnen
te brengen. Plotseling verspreidde zich een gloeiende blos
over haar gelaat en hield zij onverwacht op.
Het doet er ook weinig toe, zeide zijhet is in ieder
geval zeker, dat hij een eerzuchtig wezen is.
Haar vader zag baar bezorgd aan. Waarschuwend met den
vinger, zeide hij
Kindlief, wees toch voorzichtig met je denkbeelden, be
treffende gelijkmaking van standen; je zoudt bij sommige heet
hoofden gedachten kunnen opwekken, die nooit in je bedoeling
hebben gelegen. Ik hoop niet dat die onnoozele knaap den eer
bied, dien hij je verschuldigd is, uit het oog heeft verloren?
Neen papa, in het minst niet, antwoordde het jonge meisje,
hoewel zij zich nog zwaar beleedigd gevoelde door de woorden
van Théodor: „Wat zou ik voor u niet willen doen?" Wat zijt
gij van plan hem te antwoorden?
Wel, dat is zeer eenvoudig, dat myn zieken geen tyd
hebben om te wachten tot hij zijn studiën geëindigd heeft en
dat wij een officier van gezondheid zullen zien te vinden.
Nadia omhelsde haar vader. De deur werd geopend en Korzof
trad binnen.
Het regende zoo zonder ophouden, zeide hij, zijn excuus
makende over zijn vroege komst en de dag scheen my zoo lang,
dat ik het gewaagd heb reeds nu te komen op gevaar af van
ongelegen....
Neen, volstrekt niet! riep Roubine vroolijk. Wij zullen
een partijtje whist met een blinde maken voor het diner. Er
zijn toch altyd nog kaarten om een dag te dooden, die niet
sterven wil.
Dnaroin is liet eorsie wal wij doen. al-, er een anti vraag
om hulp tot ons komt, onderzoeken, ol de ouders nog
leven en zon ja, welke luinne ge> 'luiheid en of'zij genegen
zijn zich over hun kind te ontfermen. Blijven zoogenaamd
Christelijke ouders, niettegenstaande onze pogingen, weigeren
zich met hun kind te verzoenen, dan is de Christelijke
gemeente verplicht, zich het lot der verstootcne aan te
trekken en den last en de schande der zonde op zich te
nemen. Op deze wijze werden de deuren van het Magda
lenahuis \oor een paar meisjes geopend: wij hadden echter
het geluk de ouders der eene zachter te stemmen, zoodat
zij hun kleinkind tot zich namen, toen de moeder he;
verlaten moesr om in een dienst te gaan."
„Wat de kinderen betreft, die inliet Magdalenahuis worden
geboren, daarvoor wordt, zoo anderen er zich niet over
ontfermen, te Zetten tot het derde levensjaar gezorgd.
Meestal echter worden voor die arme kleinen geschikte
plaatsen opgezocht Ook worden ze dikwerf in de ia niliëu
der moeders opgenomen. Enkele moeders kunnen er niet
van scheiden, en eene bracht het bij de familie van den
vader, die zeer aan haar gehecht is.
De meisjes uit het Magdalenahuis gaan zoolang als zulks
mogelijk is mede naar de Vluchtheuvelkerk, teneinde daal
de godsdienstoefening bij te wonen. Kan dat niet meer,
dan houdt de directeur des Zondags middags voor de achter
geblevenen bijbellezing.
Overigens heelt er eiken dag tweemaal een huiselijke
godsdienstoefening plaats.
De doop aan de kinderen wordt in het huis zelf bediend,
in de kerk zou dit te veel opzien baren. Om echter niet
den indruk aan de moeders te geven, dat men haar met
opzet verbergt, worden bij die plechtigheid eenige belang
stellenden genoodigd.
Het verslag eindigt met een bede om hulp. Deze is zeer
noodig, want de financiëele moeielijkheden der stichting
zijn groot. Om de rente van voorgeschoten gelden en om
een erfpacht te betalen, benevens een bijbouw te bekostigen,
heeft do directeur, de heer H. Pierson, dit jaar nog minstens
f 2500 noodig, en er is bijna niets in kas."
Het volgende leest men aangaande den bloei van
Vlaardingen sedert de laatste jaren
„Vóór dat de heer A. E. Mans het initiatief nam om
de haringvisseherij met loggers te gaan uitoefenen, was de
Oost-hnvenkade onbebouwd en graasde het vee daar vreed-
De speeltafel werd aanstonds klaar gezet en de drie partners
namen met een ernstig gezicht plaats, alsof het een altaar was,
waaraan geofferd moest worden. Met de komst van Korzof was
het alsof er een vroolijk, opgewekt waas over de geheele kamer
was verspreid. Zij speelden, onder aangenaam gekout, tot het
tijd was om te gaan dineeren. Tegen zeven uur klaarde de
grauwe hemel wat op en er vertoonde zich in het oosten een
geelachtige streep.
Welk een wonder, het regent niet meer, riep Roubine, dc
deur naar het terras openslaande.
Er kwam een frissche geur van vochtig groen in de eetkamer
binnen en de drie vrienden waagden het even buiten te gaan.
De waterdamp steeg in een lichten nevel op, waardoor ternauwer
nood de huizen en boomen op eenigen afstand zichtbaar werden.
Er kwam werkelijk een zonnestraaltje door, dat de struiken, die
door den zwaren stortregen slap neerhingen, met een vreemd-
soortigen glans verlichtte.
O, nu herleeft men! riep Roubine vroolijk heen en weer
loopend.
Nadia was op den drempel blijven staan om haar mooie
schoentjes niet vuil te maken. Korzof kwam bij haar staan.
Gaat gij, als het goed weer is, morgen ook uw gewone
wandeling maken, vroeg hij baar.
Zij knikte toestemmend.
Staat gij mij toe er u te mogen ontmoeten?
Zij antwoordde zacht: „Ja."
Ik ben er u zeer dankbaar voor, hernam Korzof met
waardigheid.
Zij begreep, dat hij een man was in den waren zin des
woordshy kende den prijs van hetgeen hij vroeg en gevoelde
zich waardig dien te verwerven. Zij trad het salon binnen,
waar zij aan de piano ging zitten. Hare vingers dwaalden
afgetrokken over de toetsen, tot op het oogenblik dat de beide
heeren zich bij haar voegden.
Zij brachten onder het genot van muziek en aangename ge
sprekken een verrukkelijken avond door.
Een frissche windvlaag deed de bladeren van de groote linde-
boomen vroolijk trillen en strooide een overvloed van gevleu
gelde geurige bloesems, die tot aan de grasperken wegvlogen,
door de lanen. Nadia koos zich een plaatsje op het punt waar
dc bloemperken eindigden en de lanen saraenloopen. Zij bleef
een tijdlang in gedachten verzonken, de handen op hare knieën
samengevouwen, voor zich uitstaren.
Zij was alleen; haar gezelschapsjuffrouw had haar een uur
verlof gevraagd en het meisje had het haar toegestaan, in dit
toeval een beschikking der Voorzienigheid ziende. Het was dus
met recht een tête-a-tête dat zij Dmitri Korzof toestond, want
er kwamen slechts enkele personen nu en dan voorbij.
Op dit heete uur van den dag hielden de bewoners van
Peterhof zich in de linnen tenten van de tuinen hunner villa's
schuil.
I Nadia had nog niet den lijd gehad om te bedenken wat sy
zeggen zou, toen Korzof zich aan het eind van de laan ver
toonde. Hij liep haastig; toen hij haar bemerkte, vertraagde
j hij echter zijn schreden en naderde langzaam. Hij deed zijn best
er kalm uit te zien, maar zyn ernstig gelaat verried de aan-
I doening, die zich van hem meester maakte.
z.iatn: lliruis is nlios im-r [•-•hvIuii'i-ii ou witniiluii/.vii iie'ioow.',
ja men kan «ynut zegden, Vlaardingen is een \ienle
grooter geworden. En toch nog ruimte voor berging van
scheepsgoederen en haring te weinig! Aan beide zijden
van de haven liggen de tonnen haring twee hoog. zoodat
de passage niet altijd even gemakkelijk is. Dag aan dag
is de haven met bommen en loggers overvol, ook ziet men
\ele koopvaarders zout lossende. Alles brengt drukte en
beweging aan. Gelukkig voor kuipers en andere arbeiders,
1 aan werk is thans geen gebrek.
i Sedert Nieuwjaar is te dier plaatse ver over de •>,000,000
kilo's zout verbruikt, wel een bewijs van de uitbreiding
der vissclierii. Zooveel haring als dit jaar tot nu toe
gevangen is, kwam nooit voor."
De Locomotief wijst op "t volgende feit als verschil
van meening bij deskundigen
„Op het schijfschieten te Snmamng mist een soldaat,
verblind door den feilen zonneschijn, vijf opvolgende keeren.
De lijder wordt naar het hospitaal gezonden. Zijn linker
oog maakt /even dagen achtereen het middelpunt uit van
een ernstig onderzoek: zeven andere dagen achtereen is
alle aandacht gevestigd op het rechteroog. Uitslag: het
rechteroog heelt iets abnormaals, van weinig beteekenis
nochthans. Toch trekt men den man voor een genees
kundige commissie, die hem als geheel ongeschikt voor
den dienst afkeurt. Hij wordt ontslagen en vindt al dadelijk
emplooi bij de tram in de kwaliteit van conducteur. Eerst
echter noeieii zijn bogen onderzocht worden. Uitslag van
dit derde onderzoek: 's mans gezichtsvermogen is volkomen
in orde.
Gegeven een paar oogen, hebben wij hier nu: deskun
digen die ze finaal afkeuren, deskundigen die ze volstrekt
goedkeuren en een deskundige die den gulden middenweg
bewandelt: één oog gezond, één oog min of meer abnormaal.
Waarlijk verrassende uitkomsten op wetenschappelijk
gebied."
Onder de sollicitanten naar het baantje van conduc
teur bij de Nederlandsche Tramwegmaatschappij is een
wethouder van eene Friesche gemeente.
Te Compascuumkanaal, zoo schrijft de Pr. Gr. Crt.,
is een vrouw, sedert weinige dagen kraamvrouw, op het
vernemen dat haar tweejarig kind in het water gevallen
was, uit haar bed naar buiten geloopen en in het water
gesprongen. Wel werd door haar en anderer hulp het
Ik breng u mijn dank, mejuffrouw, zei hij, na haar eer
biedig gegroet te hebben, dat gij gekomen zijt. Gij hebt willen
begrijpen dat het voor mij een ernstige zaak betrof.... in één
woord, gij hebt het geluk van mijn leven in uwe handen.
Nadia boog haar hoofd voorover, zonder hem aan te zien.
Terwyl zy naar hem luisterde, had zy in het diepst van haar
ziel een ongekende zalige gewaarwording gevoeld, eenigzins te
vergelyken met den indruk van de orgeltonen in een groote
kathedraal: droevig weemoedig zelfs en toch zoo vol reine, heilige
vreugde.
Ik heb u reeds zoolang liefgehad prinses, vervolgde Korzof.
Ik heb mijn best gedaan die neiging te overwinnen.... het
kwam mij voor, dat gij mij niet de minste aanmoediging kondet
gevenwaarom zou ik mij dus aan een nuttelooze teleurstelling
blootstellen?.... Ik heb vergeefs gestreden. Ik gevoel er mij
niet tegen opgewassen. Als gij mijn vrouw wilt worden, zal ik
mijn leven lang gelukkig zijn en trachten een braaf mensch te
wordenzoo gij weigert.... Hij kon niet verder spreken. Hij
sloeg zijn oogen op naar het jonge meisje en zijn blik voltooide
den afgebroken zin.
Nadia zag hem op hare beurt aanhij meende op hare gelaat
een weifelende, maar toch teedere uitdukking te lezen, die hem
eensklaps nieuwen moed schonk.
Wilt gij de mijne worden? fluisterde hij zacht.
Het jonge meisje herstelde zich.
Gy kunt niet denken hoe vreemd ik mij gevoel. Toen ik
u hoorde spreken, was het mij of ik ja moest zeggen.... ik
gevoelde de overtuiging in mij dat wy samen gelukkig zouden
worden en toen....
Toen? vroeg Korzof angstig.
En toen, dacht ik weer dat onze denkbeelden, onze levens
beschouwingen (och te zeer uiteenloopen en dat de grondslag
voor waar geluk toch bestaat in een volkomen overeenstemming
van gevoelens....
En de liefde dan, rekent gij die in 't geheel niet? vroeg
de jonge man glimlachend. Nadia wierp trotsch haar hoofdje in
den nek met een zeker gebaar, dat hij kende.
De liefde gaat voorbij, zeide z\j, de overeenstemming van
gevoelens blijft.
Maar onze levensbeschouwing is dezelfde, lieve prinses,
riep Korzof wanhopig uit. Wij willen immers beiden het geluk
van hen, die ons omringen, helpen bevorderen, niet waar? Wy
moeten ons dus alleen nog omtrent de middelen trachten tc ver
staan. En dat zal zoo moeielijk niet zyn. Ik wil alles doen,
wat u behagen kan.
Hij sprak met vuur. Nadia glimlachte even, maar werd toen
eensklaps weder ernstig.
Ik heb een gelofte gedaan, zeide zy, terwijl een schaduw
haar schoon gelaat overtoog.
Een onbezonnen, ondoordachte gelofteWie heeft wel eens
niet in zijn leven een dergelijken eed afgelegd!
Ik heb nog nooit èen eed gezworen, dien ik niet gehouden
heb, hernam Nadia. Maar nu hij eens zooveel terrein gewonnen
had, voelde Korzof zich niet genegen het weer te verliezen. Hij
besloot met alle kracht, die in hem was, datgene te verdedigen
wat men hem wilde ontnemen.
Wat eischt gy van uw echtgenoot, prinses? vroeg hij op