9 IIEIJEIIMIIE ESI NIEIJWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1884. N°.117. Zondag 28 September. Jaargang 42. 7, NADIA'S GELOFTE. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Znterdng namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. a franco per post 1.20. Elnneraiaiia. Het Dagblad geeft, naar aanleiding eener eritisclie beschouwing der tabellen door den minister van financiën bij de aanbieding van de Staatsbegrooting overgelegd, een financiëele statistiek aangaande den toestand des lands. Zoo blijkt uit bijlage B dat van 1804 tot 1883 van de nationale schuld is geamortiseerd voor f 71,743,760; in datzelfde twintigjarige tijdvak werd evenwel voorf 99,507,227 geleend, zoodat per saldo de Staatschuld, buiten en behalve de schuld door de Indische administratie aan de Ncderlandsche gemaakt, in die 20 jaren met f 27,763,401 vermeerderde. Voor spoorwegaanleg werd in ditzelfde tijdvak f 203,700,000 besteed. Wanneer men zich bepaalt tot de ongunstige jaren, waarin tot het sluiten van leeningen de toevlucht moest worden genomen, d. i. sedert 1876, dan verkrijgt men de volgende uitkomst: geleend f 99,507,227, geamortiseerd f 0,673,364 en voor spoorwegaanleg besteed f 81,700,000, zoodat voor al de overige buitengewone werken van 1876, tot 1883 door leening gedekt moest worden een som van even 11 millioen. Daarna gaat het blad na welke uitkomsten de Staats dienst zou hebben opgeleverd, wanneer men van de kosten voor den aanleg van Staatsspoorwegen een geheel afzon derlijke rekening had gehouden, in dien zin dat die kosten steeds beschouwd waren als uit leening gedekt te moeten worden. Daartoe moet men het tijdvak 18601884 be schouwen en het Dagblad, komt dan tot dit resultaat: a. voor spoorwegaanleg f 245,700,000; b. geamortiseerd f 123,227,664,waartegenoverstaateen bedrag van f107,968,579 aan nieuwe schuld. Hieruit zou volgen, dat de balans van den toestand van 's lands middelen sedert 1860 met ruim 260 millioen verbeterde. Hierbij vergete men even wel niet, dat de Indische baten van 1860 tot 1877 later kwamen ze niet meer voor f 364,317,392 beliepen. Ten slotte, om te doen zien dat de toestand niet zoo erg ongunstig is, geeft het blad nog de volgende becijfe ring: Van de Indische bijdragen werd alzoo, om in de goede jaren tot dekking der uitgaven te komen, f 103,358,307 aangewend. Voor het achtjarig tijdvak van 1876 tot 1883 moest door leening worden gedekt f 11,133,363 en werd eene Indische bate van f 5,000,000 genoten, alzoo gemid deld per jaar f 2,016,670. In de 16 hieraan voorafgaande goede jaren (18601875) Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. werd geamortiseerd f 115,146,800; voor spoorweg lanlèg besteed f 122,000,000, samen f 237,146,300. Aan Indische bijdragen werd in die jaren genoten f 233,646,864. Er was dus, om tot liet boven aange wezen resultaat te komen, gemiddeld per jaar noodig 14f millioen van Indië. In de 8 jaren 18761883 was noodig: uit leening f 99,507,227 en van de laatste Indische bijdragen f 5,000,000, te zamen f 104,507,227, dus gemiddeld per jaar 13jj millioen. /Groot is het verschil niet, maar voor de latere, de slechte jaren, valt de vergelijking toch niet ongunstig uit." De Nederlandsche Zondagschool-Vereeniging hield jl. Donderdag te Dordrecht haar 18de algemeene verga dering. Uit het verslag van den binnenlandschen secretaris, den lieer T. M. Looman bleek, dat de Zondagschool meer en meer in bloei toenam. In het vorige jaar waren er 17 afdeelingen, thans 18. In het geheel telt Nederland onge veer 1260 Zondagscholen met 116,000 leerlingen, Dordrecht maakt hierop geen slecht figuur, daar het 88 werkende leden (onderwijzers, onderwijzeressen, helpers en helpsters) telt en 1360 leerlingen. Uit het verslag van den buitenlandsclien secretaris, den heer J. M. Heijbroek, bleek, dat ook elders de toestand der Zondagschool gunstig mocht worden genoemd. Over de gcheele wereld zijn ongeveer 15 millioen leerlingen, terwijl aan het hoofd der scholen ongeveer 1,800,000 onderwijzers staan. Overigens waren geen gebeurtenissen van belang te vermelden; alleen, dat de subsidie der Engelsche Zondagschool-Vereeniging aan de Nederlandsche weder op 80 pd. st. was gebracht, zijnde dit de oorspron kelijke som. Met het verslag van den penningmeester zag het er niet zoo rooskleurig uit. Daaruit bleek, dat het batig saldo zeer gering is, en er zeker een belangrijk nadeelig saldo zou zijn geweest, indien de school te Amsterdam, waar bijeenkomsten worden gehouden, niet een tamelijk voor- deelig slot had opgeleverd. Het voorstel No. 2, van de Afd. Rotterdam, om de jaar verslagen van de binnen- en buitenlandsche secretarissen en penningmeesters eene maand vóór de jaarvergadering in druk onder de leden te verspreiden, wordt geacht, wil men een nauwkeurig verslag geven, niet uitvoerbaar en eene besnoeiing van de algemeene vergadering. Het zal Naar het Fransch van Henri Gréville. {Vervol*}.) Hunne krachten waren gebroken, als na een geweldige lichaams inspanning. De moeielijkheid, die zij moesten overwinnen, drukte als een zware laat op beiden. Ik zou zoo gaarne willen, zei Nadia eensklaps, dat gij niet rijk waart. Ik begrijp, dat gij nooit zou kunnen besluiten, afstand te doen van een fortuin, dat u in staat stelt om zooveel goed te doenen ik, heb gezworen een man zonder fortuin te huwen... Het was een ondoordachte gelofte, zeide Korzof zacht. Dat kan zijn, antwoordde zij, haar sterk blozend gelaat afwendend; maar ik kan die gelofte niet breken. Als ik mijn fortuin aan de armen schonk, zoudt gij mij dan tot uw echtgenoot willen hebben? riep de jonge man uit, hare beide handen vasthoudend. Zij gevoelde grooten lust om ja te zeggen, maar een nieuwe gedachte hield er haar van terug. Wat zoudt gij zonder uw fortuin doen willen? zeide zij. Hoe zoudt gij uw ledige uren zonder een bepaalde bezigheid doorbrengen? Gij kunt toch nagaan, dat het nooit in mijn be doeling heeft gelegen een doodarmen man te trouwen? Wat ik wenschte, was, dat hij door werken in zijn onderhoud zou voor zien. Dat is iets, wat nooit onder uw bereik zal liggen. Aldus zijt gij vast besloten, antwoordde Korzof met moeite, mijn vrouw niet te willen worden. Gy wilt dus liever uw schoonheid, uw gevoel voor wat rein en goed is, uwe zucht om edelmoedig te zijn aan een ander wegslingeren, die voor u niet die vurige liefde en dien innigen eerbied kan hebben die ik voor u gevoel, noch dat heilige voornemen om zooveel mogelijk in deze wereld van strijd en moeilijkheden het goede te willen? Hij zal niet in staat zijn li iets meer te schenken dan ik vermag. Integendeel hij heeft nooit die vurige begeerte gekend om uwer waardig te worden, maar hij zal de uitverkorene zijn, omdat hy het geluk heeft gehad arme ouders te hebben, en ik, ongelukkige, zal mij moeten troosten in het uiterste hoekje der aarde ora mijn fortuin uit te geven voor nuttige stichtingen, waarvoor gij mij niet den minsten dank weten zult.... Laten wij eens zien wat ik doen moet om u te behagen? moet ik metselaar ot smid worden? Geen van beiden? Professor dan? Neen, zeide Nadia weifelend. Ik weet zelf niet wat ik wil. Maar gij weet wat gij niet wilt! Gij wilt mij niet hebben? Zij gevoelde zich een oogenblik gekwetst door den bitteren toon, waarop Korzof sprak, en stond op het punt om kortweg neen te zeggen, maar zij gevoelde dat hij diep bedroeft moest zijn en bedwong zich dus. Denk er eens over na, zeide zy zacht; geloof intusschen dat ik te goeder trouw heb gehandeld, dat ik niet uit grilligheid de gelofte heb afgelegd.... O, wat zou ik gaarne de blinddoek van uw oogen wegrukken, zeide Korzof op droevigen toon, maar de verhevenste zielen begaan dikwijls de grootste dwalingen! Waarvan zij zelf de nadeelige gevolgen moet ondervinden, antwoordde zij opstaande. Gij vergeet dat ik u liefheb en dat gij mij innig leed doet. Zij bleef een oogenblik aarzelend staan en zag den jongen man toen open en vrijmoedig in het gelaat. Als gij arm waart, zeide zij, als gij voor ons vaderland of de menschheid nuttig kondet zijn!.... - Wilt gij dat ik weer in dienst zal treden? vroeg Korzof haar in de rede vallend. Neen: er zijn officieren genoog in Rusland. Dus weigert gij? Ik heb gezworen, zeide zij zich omkeerende. Hij zag dat het haar moeite kostte. Prinses, fluisterde hij zacht.... Wat wilt gij van my? Geef mij dan ten minste uw hand uit vriendschap. Zonder de oogen op te slaan reikte zij hem haar zachte fijne hand, die hij innig drukte. Zij verliet hem zonder ccn enkel woord, zonder eenmaal om te zien. Midden in den bloementuin kwam Nadia haar gezelschapsjuffrouw tegen; zij sloegen te zamen den weg naar de villa in, terwijl Korzof' als vastgenageld op dezelfde plaats bleef zitten en haar, in diep gepeins verzonken, zoolang mogelijk nastaarde. Twee dagen waren intusschen verloopen. Zoo nu en dan was de prins eens uit zijn humeur, hoewel het opgewekte heldere weder een ieder vroolijk moest stemmen. Den geheelen dag werd op het terras of' in het groote salon druk bezoek ontvangen. Van den vroegen morgen tot laat in den avond hoorde men piano spelen, hetzij door Nadia of een harer vriendinnen. Toch kon de Prinses, hoewel zij hare plichten als gastvrouw met bevallige voorkomendheid vervulde, een zekere ernst en gedruktheid niet geheel verbergen. Dat ernstige gelaat was oorzaak dat Roubine uit zijn humeur raakte en hare stilzwijgendheid maakte hem verdrietig. Je moet eens wat menschen vragen, zeide hij eens op een morgen; ik wil wat vroolijkheid om mij heen zien. Er zal morgen eens gedanst worden. Er moet wat leven in de brouwerij komen. Al krijg jij nu in 't hoofd om non te worden, daarom is dit voor my geen reden, ook den sluier aan te nemen. Ik heb geen gelofte gedaan. Hij trachtte op schertsenden toon te spreken, maar dat gelukte hem slecht. Zijn dochter zag hem met een verwijtenden blik aan, maar hij hield zich afsof hij er niets van bemerkte. Wie zullen er nlzoo genoodigd worden? Ik wil dat men zal dansen. Ik verlang naar wat leven en vroolykheid. Is me dat een leven! Nadia ging aan haar schrijftafeltje zitten en nam uit de lade eenigc sierlijke kaartjes, waarop zij enkele woorden schreef. Zonder een woord te spreken, zette haar vader zich recht tegen over haar en schreef de adressen. Toen ongeveer twintig kaarten gereed waren, belde Roubine en reikte ze den boerenknecht over. Heb je Korzof geïnviteerd? vroeg de prins. Ik heb hem vergeten, antwoordde zij hevig blozende. Dat doet er niet toe, ik zal zelfs hem gaan uitnoodigen. Hij kreeg zijn hoed en ging de deur uit. Toen zij alleen was verzonk zij weldra in diep gepeins. 1 Haar hoofd was op haar hand geleund. Daar zag zij een I glinsterenden droppel op het papier voor haar vallen; onwille- Prijs der A <1 v er ten t ië nVan 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. echter worden aangehouden op het om eene volgende vergadering te bespreken en zoodoende beide partijen tot schikking te laten komen. Besloten wordt de volgende algemeene vergadering te Amsterdam te houden. Tot leden van het bestuur werden herkozen de aftredende leden, de heeren, S. H. J. De Wolff uit Leiden, en A. C. Bouman uit Dordrecht, terwijl werd gekozen de heer D. G. Escher uit Haarlem. In de 's middags gehouden openbare vergadering werden vraagpunten ingeleid door de heeren J. M. Heijbroek, J. H. Bodegraven en G. P. Fruijt jr. Tegen 5 uur veree- nigden zich 65 leden en afgevaardigden aan een gemeen- schappelijken maaltijd, terwijl in de Donderdag avond gehouden openbare vergadering als sprekers optraden de heeren Loeft', Talma en Van Hoogenhuyse, allen predikanten te Dordrecht. Rott. N.blad. Te Amsterdam heeft zich eene commissie gevormd, die eene proef wil nemen met de verstrekking van een warm middagmaal aan schoolgaande kinderen, die dit werkelijk behoeven, zooals die, welke hun vader hebben verloren, of wier vader zonder werk is, of door een ongeluk verhinderd wordt te werken, enz. Reeds zijn gelden bijeengebracht, voldoende om op een beperkt getal kinderen de proef toe te passen. De vice-admiraal Van Capellen, die in opdracht had Z. M. den Keizer van Duitschland namens Z. M. den Koning der Nederlanden in Keulen te begroeten, is te 's Ilage teruggekeerd. Bij de jl. Maandag te Limmen gehouden harddraverij, waaraan 12 paarden deelnamen, werd de prijs gewonnen door het paard van Jb. Kraakman, bereden door T. W. Dekker, en de premie door dat van den heer Smit te Zijpe. Te 's Hage is jl. Donderdag aanbesteed: het maken en stellen van een ijzeren zeekaap op Vlieland en het afbreken en opruimen van een aldaar bestaande houten kaap. Minste inschrijvers waren de heeren D. A. Schretlen Co., te Leiden, ad f 5792. Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te Haarlem, is jl. Donderdag aanbesteed: het maken en inhangen van twee stel ijzeren buiten vloeddeuren voor de kleine schutsluis en de uitwateringssluis der Noordzee sluizen te IJmuiden, benevens het uitnemen, vervoeren, herstel len en opbergen van de te vervangen deuren (raming f29,150). Minste inschrijver was de heer L. Kok, aldaar, ad f 27,994. keurig bracht zij haar hand aan hare oogen en bemerkte zij dat zij weende. Waartoe diende haar trois, haar waardigheid en de heiligheid harer geloften, als zij niet eens haar tranen kon be dwingen? Het hielp haar niet of zij met haar zakdoek de drop pels die haar met geweld in de oogen schoten, al wegveegde. Zij moest weenen zooals met weent, als men lang zijn verdriet heeft verkropt. Toen zij zag dat zij zich niet goed kon houden en lucht moest geven aan een ongekende smart, waaraan zij geen naam wist te geven, liep zij naar haar kamer om op haar kleinen divan kalmte te zoeken voor haar geschokt gemoed. Toen haar vader terugkwam, vond hij dat zij bleeker zag dan gcwoonlyk, hoewel zij hem vriendelijk tegemoet liep. Hij schaamde zich over de ruwe wijze waarop hij haar had toegesproken en omhelsde haar hartelijk om haar daarna den uitslag van zijn tocht mee te deelen. Ik ben bij Lapoutine geweest; uitstekende sigaren, maar een vervelende snuiter, hoewel hy een hart heeft van goudHy is smoorlijk op je verliefd, Nadia. Wil je met hem trouwen? Neen? Nu, daar doe je wel aan. Zoo'n schoonzoon zou mij van verveling doen sterven. Daarna bij Korzof. Die is al te grappig. Hij weet van iedereen wat te vertellen, maar als men alles gelooven zou wat hij zegt, dan was de geheele maatschappij een groot roovershol. Ik heb daar Lesghief ontmoet. Zy zullen alle drie komen. Ik ben bij Korzof geweest, maar ik heb hem niet thuis gevonden. Zijn bediende heeft mij gezegd, dat hij sedert twee dagen te Petersburg is. Hij zal van avond of morgen ochtend terugkomen. Ik heb hem een telegram gezonden. Hij moet van de partij zyn, anders kan het niet goed gaan. Hij zag ter sluiks even naar zijn dochter, die eensklaps stil was geworden. Heb jt-al antwoord? vroeg hij. Ja, allen zullen komen. Dat doet mij genoegen! Doe nu eens je best dat het schitterend is. Het zal goed zyn, papaatje; maakt u daarover in het minst niet ongerust. Den volgenden avond kwam Nadia tegen half negen beneden en het groote salon was geheel gereed om hare gasten te ontvangen. Het was schitterend, zooals zij beloofd had, en Roubine betuigde er haar zijn ingenomendheid mede. Sierlijke bloemslingers hingen rondom aan de muren en geleken veel op kolommen van groen. Boven aan elke guirlande was een krans van schitterende bloemen aangebracht. In de hoeken prijkten kolossale planten en vreemde gewassen, terwijl overal op verschillende verhevenheden kandelabers met tal van kaarsen geplaatst waren, die als toortsen tegen den donkeren achtergrond afstaken. Het terras, geheel door gordijnen afgesloten, was op dezelfde wijze versierd; in een hoek schitterde een reusachtig buffet, beladen met kristal en zilver, als een kostbare reliquien- kast, en overal waren tafels met ververschingen geplaatst. Nadia stond bij den ingang van het salon om haar gasten, die reeds kwamen opdagen, te ontvangen. Men zou onmogelijk ergens anders dan in deze vorstelijke oorden van Rusland binnen vier-en-twintig uren zestig of tachtig gasten uit de elite van het land bijeen hebben kunnen brengen. Nadia ontving de genoodigden steeds en ook nu met sen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1