- Tegen den sergeant J. K., van het 7de regiment j infanterie, te Amsterdam in garnizoen, die zich in kwaliteit van menagemeester aan het maken van valsche handtecke- ningen heeft schuldig gemaakt, is eene aanklacht ingediend. Te Alkmaar werd een achtjarig knaapje, dat met zijn vader van de kermis te De Rijp huiswaarts keerde, overreden, met het droevig gevolg, dat hij na een paar dagen overleed. Aan een particuliere correspondentie, in de Zutph. Crt., dd. 19 Augustus 11., wordt het volgende gemeld: De Atjehers houden zich vrij rustig en naar het schijnt doen zij alles tot het verkrijgen van eene flinke legermacht. Het hoofd eener kampong dicht bij Anagaloëng heeft zijne medaille voor trouwe diensten, hem door het Nederl. Gouvernement geschonken, aan den controleur teruggezonden met de tijding, dat hij zich met zijn broeder en hun gevolg bij den vijand had aangesloten. Een der Europeesche deserteurs heeft aan den comman dant van Analaboe een brief geschreven, waarin hij zijn verlangen te kennen gaf zich met de ,/Companie" te meten, nu hij commandant over de tweede mobile Atjehers en op alles voorbereid was' Rooven trachten de vijanden nog steeds. Den 1 dezer reed de tram voor het eerst van Kotta-Radjah naar Lain- baroe, natuurlijk onder dekking. Alles ging goed. Te Lambaroe aangekomen, gaf een der leden van de firma De Lange Co. eene som van f 150, om daarvoor den soldaten een prettigen dag te bezorgen. Onze soldaten hadden in minder dan geen tijd een kermis georganiseerd, waar allerlei acrobaten, goochelaars enz. te zien waren. Te midden van de pret vielen er eenige schoten, en onze soldaten stonden dadelijk klaar, sommigen zelfs nog met hun maskerade pak aan. Eenige Atjehers van de leven digheid willende profiteeren trachtten eenige koeien weg te halen. Door de vivaciteit onzer troepen mocht het hun evenwel niet gelukken. Slechts één koe kreeg een kogel. Door het kantongerecht te 's Hage is jl. Donderdag iemand tot f 3 boete veroordeeld, wegens het snijden van een letter in een boom in het Haagsche bosch. Een braaf koetsier der Rijtuig Maatschappij, te Amsterdam, Splinter genaamd, vond een som van f 606 in het door hem bestuurde rijtuig en bracht dit geld terstond bij de politie. De Bred. Crt. vestigt de aandacht op het gebruik van aliekruiken, die, evenals de mosselen, gedurende een zeker gedeelte van het jaar geacht kunnen worden schade lijk te zijn voor de gezondheid. Wij wezen er reeds meer malen op, zegt het blad, dat de maanden die in haren naam de letter r voeren, liet geschiktst zijn voor 't gebruik van mosselen en aliekruiken. Wel is waar is dit met September het geval, doch er bestaan uitzonderingen op den regel, en zoo ook met betrekking tot de maand waarin wij ons thans bevinden. Een, zoover wij weten, drietal huisgezinnen ondervinden op het oogenblik al het onaan gename van het gebruik van aliekruiken, of, zoo men ze in Holland noemt, zeeslakken. Voorzichtigheid zij dus iedereen aanbevolen. Twee timmerlieden en een metselaar, die hunne opleiding genoten in de Weesinrichting te Neerbosch, zullen deze week naar Ermeloo in Transvaal vertrekken. De oudste is 23, de jongste 20 jaar oud. Vanwege het bestuur der Vereeniging zijn de overtochtskosten betaald tot Durban en is hun het noodige geld medegegeven, om in de eerste behoeften te voorzien, bedragende met de kosten van over tocht de som van f 500 voor elk; verder bezitten zij het noodige gereedschap en kleeding. Zij hebben zich verbon den, zoodra zij daartoe in staat zijn, dit geld van hun aangeboren bevalligheid; zij had voor alle jonge meisjes oen glimlachje, voor de oudere dames een vriendelijk woord en voor ieder een bijzonder praatje over, waardoor /.ij aller hart won. Men danste reeds in het grootc salon; onder de veranda zaten de mama's en de oude generaals een partijtje te maken. Op elke speeltafel stonden twee kaarsen te branden, hetgeen een vr ooi ijk en grillig aanzien gaf' aan liet terras. Nadia had de eerste wals met een liarer vurigste aanbidders gedanst, om daarna, haar plichten als gastvrouw tot voorwendsel nemend, de andere dansen aan hare gasten, die elkaar onderling kenden, over te laten. Zij ging naar het eerste salon, waar zij uitgeput op een canapé, dicht bij twee praatzieke dames, ging zitten. Na een paar woorden gewisseld tc hebben, kon zij eindelijk een oogenblik rusten. Waarom voel ik mij toch zoo treurig? vroeg zij zichzelf af. Hoe komt het toch dat het leven zoo zwaar op mij drukt? Het is alsof ik den last van een misdaad op mijn schouders torsch en toch voel ik mij van geen schuld bewust! Zij gaf zich geheel aan hare overpeinzingen over, toen onver wacht de generaal-adjudant een sierlijke buiging voor haar maakte, waarbij zijn sporen rinkelden. Mag ik zoo vrij zijn u aan de quadrille, die ge mij beloofd hebt, te herinneren, prinses, vroeg hij met zijn vriendclijksten glimlach. Nu reeds! was Nadia ontvallen. Zij weerhield dit echter en nam den arm aan, die haar op hoffelijke wijze werd aangeboden. De contredans kwam haar geweldig lang voor. De woorden vloed van haar cavalier klonk haar als een verward geluid in de oorenzij antwoordde zoo goed zij kon en daar de mooie officier slechts ooren voor zichzelf had, kwam het er eigenlijk ook minder op aan of zij al of niet antwoordde. Aan alle dingen komt echter een einde, zelfs aan de contre- dansen. Na verloop van een half uur ongeveer werd Nadia van haar danser bevrijd en hoorde zij de pendule elf uur slaan. Zou hij niet komen! dacht zij en zij verwonderde er zich zelf over, zoo eenzaam en verlaten als zij zich te midden van die tooverwereld gevoelde. Zij sloeg eensklaps haar oogen op en zag Dmitri Korzof op den drempel staan. Het was alsof er een steen van haar hart was weggenomen en een gevoel van vroolijkheid en levenslust haar eensklaps doortintelde. Op een gezegde van een vriendin, die juist langs haar ging, antwoordde zij zoo gevat, dat allen om haar heen hartelijk lachten. Toc-n richtte zij onwillekeurig haar schreden naar dc deur. Dmitri Korzof kwam naar haar toe met een blijmoedigen trek op zijn gelaat. Hij reikte haar de hand, waarin zij even de hare legde, maar zij trok die aanstonds weer terug. Toch had zij in dien vluchtigen handdruk iets gevoeld, dat haar vertrouwen gaf, iets, dat geheel in overeenstemming was rnet den opgowekten toon, waarop de jonge man tot haar sprak. Het komt mij voor, dat men zich hier uitstekend vermaakt, zeide hij. Ja, ik geloof het ook. Ik kom regelrecht van Petersburg. Roubine ging juist voorbij hen. Welzoo, kon mijnheer niet voor liet diner komen? vroeg hij ondeugend. Neen, mijn waarde prins, het was onmogelijk. Ik behoef U niet te zeggen hoezeer het me speet. (Wordt vervolgd.) eigen verdiensten terug te geven. Twee hunner zijn ver loofd met twee weesmeisjes, die als helpsters in de Wees- inrichting dienstbaar zijn. Zoodra deze eerste landverhuizers in staat zijn eene vrouw te onderhouden en te ontvangen in eene goede woning, zullen ook deze meisjes de reis naar Transvaal aanvaarden, om daar met hen in den echt ver bonden te worden. Nu de koolrups dit jaar zulk eene groote schade heeft aangericht, kan het nuttig zijn te vermelden, dat men die verwoesting kan voorkomen. In de Langstraat toch zijn enkele tuinlieden, die tusschen de koolbedden eenige hennepzaden uitzaaien met het doel de rupsen te weren. De reuk der hennepplanten kunnen zij niet verdragen, althans men heeft dit jaar weder proefondervindelijk de goede resultaten gezien; de kool is tusschen de hennep ongeschonden gebleven. Ook de bouwlanden, die voor vier of zeven jaren in de Langstraat verpacht worden, deelden dezer dagen in de algemeene vermindering der huurwaarde. Gemiddeld hebben zij van 30 tot 40°/o verloren. Voor de bezitters of gebruikers van de tegenwoordig ree Is veelvuldig gebezigde stoom- of andere dorschwerk tuigen is eene uitvinding van den fabrikant C. G. Fannert, te Sadv (Posen), van belang. Zij bestaat in eene inrichting, waardoor het uitspringen van graankorrels uit de opening, waarin de schoven gestoken worden, verhinderd en liet verlies van veel zaad voorkomen wordt. Wel is waar bezitten thans reeds sommige soorten van dorscliwerktuigen dergelijke inrichtingen, doch zij zijn alle óf ondoelmatig óf leveren zelfs gevaar op voor de arbeiders, die met liet werktuig moeten omgaan. Volgens de beschrijving in een Duitscli landbouwblad, moet de nieuwe inrichting, door den lieer Fannert uitge vonden, zeer eenvoudig en aan iedere dorsch machine door middel van een enkele schroef te bevestigen zijn. Hoewel schijnbaar van geen zeer groote beteekenis, kunnen toch dergelijke uitvindingen zeer veel nut opleveren. De in dc Tweede Kamer ingediende vesting-begrooting is uitgetrokken tot een bedrag van f *2,302,900, waarvan f 1,435,000 voor de stelling van Amsterdam, waarin, naar de Regeering meent, de werken krachtig moeten worden voortgezet, zoo krachtig als de toestand van 's lands financiën slechts eenigszins gedoogt en moet er naar worden gestreefd die belangrijke positie, het reduit, de sluitsteen van ons nationaal stelsel van landsver dediging, zoodra mogelijk in verdedigbaren toestand tc brengen. Eer dit geheel gereed kan zijn, zullen altijd nog jaren moeten verloopen en als de tijd, waarin de politieke hemel voor ons helder is, niet wordt benuttigd, kan men plotseling voor be zwaren staan, waarvan de minister dc kans niet voor zijn rekening mag nemen. Verslag betreffende den dienst der Posterijen over 1883. - Ook dit pas verschenen verslag toont, evenals zijn voorgangers, aan, dat onze posterijen, vooral in dc laatste jaren, waarin groote verbeteringen en hervormingen zijn tot stand gebracht, met reuzen schreden voorwaarts gaan. Ieder jaar worden de getallen, die het verkeer met brieven, briefkaarten, postwissels en kwitantiën aanwijzen, grooter. Ook de ontvangsten en het voordeelig saldo is, niettegenstaande de enorme uitgaven voorden pnkketpostdienst, bijna 14 ton grooter dan in 1882. Hieronder volgen eenige bijzonderheden, die op den genoemden dienst betrekking hebben. Het binnenlandsch brievenverkecr bedroeg bijna 47 millioen, dus ruim 1 millioen meer dan in 1882; ongefrankeerde brieven bijna 260,000, alzoo bijna 60,000 stuks minder dan in het voor afgaande jaar. Naar het buitenland werden verzonden ruim 7 millioen in 1882; dat vorkèer vermeerderde met 2.70 pet. Het aantal briefkaarten was ruim het 4 deel van dat der brieven en steeg in vergelijking met 1882 met ruim IJ millioen. De verhouding van het aantal briefkaarten naar het buitenland tegenover de buitenlandschc briefkaarten was als 1 tot 6. Opmerkenswaard is het, dat dc gewone anngeteekende stukken met 0.25 pet. verminderden, terwijl de brieven met aangegeven waarde 13 pet. meer bedroegen dan het voorgaande jaar. Vooral nam het aantal couranten dat jaar weer enorm toe; niet minder dan ruim 184 millioen couranten van 4 cen* en bijna 24 millioen van 1 cent werden op de verschillende kantoren ter post bezorgd. De vermeerdering voor de l-cents bedroeg 13 voor de 1-cents G percent, terwijl dc overige gedrukte stukken (boeken, circulaires, visitekaartjes enz.) met 20 pet. vooruitgingen. Ook de naar bet buitenland verzonden bladen vermeerderden met ruim 2| precent. Dat de pakketpost door het publiek gewaardeerd wordt, blijkt uit liet feit, dat er in 1883 984,000 stuks meer werden verzonden dan in 1882, terwijl het aantal naar liet buitenland bijna ver dubbelde. De ontvangsten bedroegen bijna 5 millioen de uitgaven ruim 34 millioen, zoodat er een batig slot. van circa li railioen was. Onder de 50,000 brieven, die door onbekendheid van geadres seerden of wel door onvolledige adressen, alsmede in geval van weigering niet konden besteld worden, waren 89 stuks, waarop geenc plaats van bestemming was vermeld, terwijl 61 brieven in liet geheel geen adres droegen. Bij briefkaarten was dat ver zuim nog grooter. Op niet minder dan 928 briefkaarten was geen adres geschreven, terwyl op 100 stuks geene plaats van bestemming was ingevuld. Van de 109 aangiften wegens beweerde vermissing van nan- goteekende brieven bleken er 103 ongegrond. Uit deze gegevens blijkt, alweer, dat het publiek bij vermissing van een brief dikwijls lichtvaardig dc schuld op den postdienst werpt. Ook de Rijks-Postspaarbank gaf over 1883 bevredigende uit komsten. Op de 1000 inwoners spaarden in 1882 10.2, in 1883 15.1. liet gemiddeld bedrag der inlagen voor icderen inlegger was in 1882 66 gulden, in 1883 85 gulden, terwijl het saldo tegoed van iederen inlegger over 1882 bijna 42 en over 1883 ruiin 46 gulden bedroeg. Is er dus vooruitgang, toch kan de verhouding van het aantal spaarders op dat der inwoners nog veel gunstiger worden. Niettegenstaande de vele middelen, die voor publiciteit dezer heilzame instelling worden aangewend, is vermoedelijk onbekendheid, vooral in de groote steden, oorzaak, dat op 1000 inwoners slechts 15 personen worden g-vonden, die van de Rijks-Postspaarbank gebruik maken. En houdt men 1111 rekening met. het aantal Vereenigingen en personen, die deze Bank meer als Bewaarkag beschouwen, dan kan stellig niet meer dan 1 pCt. op de geheele bevolking gerekend worden, voor wie de Rijks-Postspaarbank eene werkelijke behoefte is geworden. Buitenland. In ons vorig nummer werd gemeld, dat de Engelsche kanonneerboot Wasp op de hoogte van Torv Island, niet ver van de Iersche kust, omstreeks Donegal, in den nacht van jl. Zondag op Maandag nagenoeg met man en muis vergaan is. Er waren 58 personen aan boord en er zijn slechts zes gered. Vijf officieren van hongeren en lageren rang, die aan boord waren, schijnen mede omgekomen te zijn. Het bericht, dat eenige leden der Dublinsche com missie van toezicht op de havens en visscherijen ook aan boord waren, wordt uit Dublin tegengesproken; zij waren aan boord geweest, maar reeds weder aan wal. De Wasp was uitstekend van booten voorzien, maar, naar aan de Daily News gemeld wordt, heeft zij, aanmerkelijk uit hare koers geraakt zijnde, op eene plaats waar de zee zeer diep was, hevig op eene klip gestooten en zulk een lek bekomen, dat liet schip in een oogenblik zonk. De groote opgewondenheid, die tengevolge van de bekrachtiging der schoolwet sedert een paar dagen in de Belgische hoofdstad heerschte, maakt allengs voor meerdere kalmte plaats. President Grévy heeft het volgende telegram aan Koning Humbcrt gezonden: „De ramp, welke Italië getroffen heeft, wekt in Frank rijk en de geheele wereld het diepste medelijden, het verhevene, heldhaftige, grootmoedige gedrag van Uwe Majesteit bewondering en enthusiasme op." Voor eenige dagen deed een bericht in de dagbladen de ronde, dat in het Zwitsersche kanton Thurgau een spoortrein onderweg door den bliksem getroffen was. Daar dit het eerste geval was, dat zoolang de spoortreinen bestaan was waargenomen, trok het nogal de aandacht en een machinist te Marburg voelde zich bewogen, recht streeks aan zijn Zwitserschen collega, die den getroffen trein bestuurd had, inlichtingen te vragen. Volgens zijn uit Marburg aan de Weser-Zeitung gezonden bericht is uit die inlichtingen gebleken, dat de trein niet door den bliksem getroffen is, maar een telegraafpaal, op het oogen blik, dat de locomotief van den trein dien voorbijging. De bliksem vernielde al de isolatoren van den paal en de stukken vlogen tegen den locomotief, welks lantaarns be schadigd werden, terwijl ook het glas, dat den machinist beschermt, verbrijzeld werd. De reizigers in den trein voelden wel een schok en waren zeer ontsteld, maar niemand bekwam eenig letsel en de trein reed door, alsof er niets gebeurd was. Graaf Herbert von Bismarck zal, voordat hij naar zijn post als gezant te 's Gravenhage terugkeert, een plei- zierreis door Schotland maken, waar hij den Prins van Wales te Abergeldie zal bezoeken en eenigen tijd de gast van den Earl of Fife zijn zal. De Engelsche bladen, die dezen tocht met de staatkunde in verband brengen, zijn, zoo zegt de Ivöln, Ztg., verkeerd ingelicht. De aangekondigde Tentoonstelling van zuigelingen te Parijs, welke den 3 October had moeten geopend worden en waarvoor 3348 kleinen waren aangegeven, is door den prefect van politie verboden, en wel wegens het gevaar voor besmettelijke ziekte, dat de opeenhooping dezer schepseltjes zou opleveren. Bovendien is de prefect van oordeel, dat deze Tentoonstelling voor de wetenschap geene beteekenis had en alleen dienen moest als eene reclame op groote schaal voor de fabrikanten en verkoopers van allerlei kindervoedsel. Benoemingen, enz. I)oor den Commissaris des Konings in Noordholland zijn benoemd tot zetters voor '3 Rijks directe belastingen te Alkmaar de hecrcn W. Helling, T. L. Koorn en P. B. De Lange. Dc kapt. ter zee E. L. baron Van Heeckeren van Waliën wordt met den 31 October a. s. eervol ontheven van het bevel over Zr. Ms. wachtschip alhier en met 1 November vervangen door den kapt. ter zee J. H. Commys. Het bevel over Zr. Ms. opleidingschip Admiraal van Wasse- naer wordt met 16 November a. s. opgedragen aan den kapt.-luit. ter zee J. C. Joekes, en de lste officier van dien bodem, de luit. ter zee lste kl. jhr. J. C. R. Westpalm Yan Hoorn van Burgh, wordt met 1 October a. s. tijdelijk belast met dit bevel. Met 24 October a. s. worden buiten dienst gesteld Zr. Ms. rainmonitor Draak, ramschip Buffel en rammonitors Haai en Panter; met 15 November a. s. Zr. Ms. fregat Evertsen. De commandeerende officieren dier bodems, respectivelijk de kapt.-luits. ter zee C. Ten Bosch en J. Loots, de luits. ter zee lste kl. G. Van Herwaarden en H. Schotborgh cn de kapt.-luit. ter zee J. C. Joekes worden met die datums eervol van het door hen gevoerde bevel ontheven, eerstgenoemde tevens als bevelhebber over de bij Zr. Ms. besluit van 26 Mei jl. samen gestelde divisie voor binnenlandschen dienst. De luit. ter zee 2de kl. L. N. De Bruijne, dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip lste kl. Tromp, wordt met 6 October a. s. gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden. Opgave van geplaatste, overgeplaatste en op non-activiteit gestelde officieren der zeemacht: luit. ter zee lste kl. J. P. Wesselink, lste officier aan boord rammonitor Draak, op non-activiteit, met 24 October a. s. luit. ter zee 2de kl. J. II. Calmcijer, rammonitor Draak, op het wachtschip te Amsterdamidem H. E. Bunnik, idem, op scbroefstoomscbip Tromp; idem W. T. Dc Booy, idem, op wacht schip alhier, allen met 25 October; adelb. lste kl. C. W. De Visser, idem, op non-activiteit, met 24 October; off. van gez. lste kl. H. A. Beekhuis, idem, op schrocfstoom- schip Bonaire, met 25 October; off. van adm. 2de kl. J. Vasseur, idem, op non-activiteit; luit. ter zee lste kl. H. L. C. Wolterbeek Muller, lste officier aan boord ramschip Buffel, idem, beiden met 24 October; luit. ter zee 2de kl. A. C. Van der Sande Lacoste (op folio van luit. ter zee lste kl.), van ramschip Buffel op wachtschip alhier; idem G. L. Goedhart, van idem op idem, beiden met 25 October; adelb. 1ste kl. D. Birnie, van idem op non-activiteit; idem G. L. II. Luyten, van idem op idem; idem K. L. Reepmaker, van idem op idemidem M. II. E. Sachse, van idem op idem off. van gez. lste kl. G. Poolman, van idem op idem; off. van adm. 2de kl. M. C. De Jong, van idem op idemluit. ter zee lste kl. L. Dupper, van lste officier aan boord rammonitor Haai, op idem; luit. ter zee 2de kl. F. E. baron Mulert, van ram monitor Haai, op idem, allen met 24 October; idem W. Naudinten Cate, van idem op schrocfstoomscbip Bonaire, met 25 October; adelb. lste kl. J. J. Rambonnet, van idem op non-activiteit; off. van gez. 2de kl. M. M. Jung, van idem op idemoff. van adm. 2de kl. F. H. M. Rant, van idem op idem, allen met 24 October luit. ter zee lste kl., J. G. Snethlage, lste officier aan boord rammonitor Panter, op wachtschip te Hellevoetsluis, met 25 Oct. luit. ter zee 2de kl. P. YV. Sachse, rammonitor Panter, op non activiteit, met 24 October; idemG.S. H. Burgerhout, van idem op schrocfstoomscbip Tromp, met 25 October; adelb. lste kl. G. R. Van Nauta Lemke, van rammonitor Panter, op non-activiteitoff. van gez. 2de kl. J. Bijl, van idem op idem; off. van adm. 2de kl. J. C. Van Reyn, van idem op idem: luit. ter zee lste kl. J. A. Snoek, van rol wachtschip Hellevoetsluis en belast met het bevel over het stoomriviervaartuig Mosa, op idem, allen met 24 October; luit. ter zee 2de kl. P. D. Holtzapffel, van rol wachtschip te Hellevoetsluis en gedetacheerd aan boord van het stoomrivier vaartuig Mosa, op wachtschip te Hellevoetsluis, met 25 October; luit. ter zee lste kl. A. Van Hengel, van rol wachtschip alhier en belast met het bevel over de stoomkanonneerboot Njord, op non-activiteit, met 24 October; luit. ter zee 2de kl. G. C. D. baron van Hardenbroek, van rol

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2