HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en MwrtentieMad voor Hollands Noorderkwartier,
1^84. N". 118.
Woensdag 1 October. Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER
(z.
POSTKANTOOR HELDER.
8, NADIA'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Vcrechijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
t franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advcrtenticn: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de eerste helft der maand Augustus.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming.
J. JoosteAmsterdam.
Mej. v. Mantem
D. v. Vierssen
Mej. van Noort's Hagc.
Mej. KlumperHelder.
Mej. M. Bruinsllerwijnen.
A. OostenUithuizen.
Briefkaarten
OtrenAmsterdam.
J. Deutecom's Hage.
Verzonden geweest naar Janeiro:
L. MeijerMontevideo.
Blnnenlancï.
De wijziging in de wet op de visscherijen, dezer
dagen door de Tweede Kamer aangenomen, levert, volgens
de Tijd, een treurig bewijs van de manier van werken onzer
wetgevende macht. Wat toch is het geval?
Sedert drie jaren ongeveer is het aan de Volendammer
en Urker visschers gedurende tien maanden van het jaar
verboden geweest gebruik te maken van een zeker soort
netten, bij hen onder den naam van kwakkuil en wonder-
kuil hekend. De Regeering meende in 1881, toen zij de
wet op de visscherijen voorstelde, afgaande op rapporten
van deskundigen, dat door het vissehen met deze netten
de Zuiderzee gevaar liep, geheel of grootendeels, wat zijn
geschubde bewoners betreft, ontvolkt te worden. De druk
dezer bepalingen voor geheel de nijvere klasse, die in de
visscherij een middel van bestaan vindt, werd als zeer
licht voorgesteld.
De Volendammer visschers, die evenals de Urkers er
een bijzonder model schepen op na houden, waren van een
ander gevoelen. Naar hun beweren liet de nieuwe wet
hun slechts de keuze tusschen broodsgebrek en overtreding.
Zeer velen hunner, mannen die overigens nooit met de
justitie in aarakmg kwamen, ondergingen dan ook veroor
deelingen en moesten hun straf boeten in de gevangenis.
Nu begon bij de Regeering een flauw vermoeden op te
komen, dat de Volendammers wel eens niet geheel en al
ongelijk konden hebben. Zij besloot thans tot datgene,
waarmede zij, naar bet oordeel van de Tijd, bad moeten
Naar het Fransch van Henri Gréville.
{Vervolg.)
Hij zag er toch niet naar uit, dat er 't ccn of onder was,
waarover hij spijt kon gevoelen, dacht Nadia en er kwam eens
klaps een gevoel van jaloerschheid bij haar op.
Hij schijnt het zich niet erg aan te trekken, dat ik hem een
weigerend antwoord heb gegeven, dacht zij. Zij kon haar tranen
bijna niet weerhouden en wilde juist ontvluchten toen het orkest
een wals begon te spelen. Korzof boog voor haar, sloeg zijn
arm om haar midden en, omringd van een maalstroom van
golvende slepen, gaven zij zich over aan het genot van den wals.
Bij den tweeden toer gaf zij te kennen dat zij liever wat
ru*.ten wilde en hij geleidde haar naar een kleinen divan, die
tusschen twee deuren op een vrij rustige plaats was neergezet;
zij ging zitten, terwijl hij voor haar bleef staan.
Ik heb mijn tijd in Petersburg niet nutteloos laten voorbij
gaan, zeide hij glimlachend.
Inderdaad? vroeg zij op eenigszins twijfelachtigcn toon.
Ik zal het u morgen vertellenhoewel morgen zult gij te
vermoeid zijn om mij aan te hooren, dus liever overmorgen, als
gij 't goed vindt.
Zeer goed, antwoordde zij. Zonder er zich rekenschap van
te kunnen geven, begon de opgewekte stemming van Korzof
aanstekelijk op haar te werken en zij gevoelde berouw over haar
achterdocht van zooeven.
Wat dunkt u van een tochtje per jacht, om wat afwisseling
in uwe genoegens te brengen ging hij voort, terwyl hij met
den waaier van het jonge meisje speelde.
Dat zou wel aardig zijn. Maar waar zullen wij hecnvaren
Roubine was bij hen komen staan en zag hen met welbehagen
aan.
Waarheen? zeide hij. Wel, naar ons buitengoed Spask.
Het is aan den oever van de Newa, kort bij het Ladogaraeer,
gelegen. Om er van hier met een rijtuig heen te gaan, is een
tocht zonder einde; met een stoomjacht zal het verrukkelijk zijn
wij zijn in een dag over.
Wat dunkt je er van, Nadia?
Ik vind het uitstekend, papa.
Dus, dat is afgesproken. Wanneer zal de tocht ondernomen
worden
Overmorgen tegen tien uur, als gij 't goed vindt.
Uitstekend. Je kunt immers wel klaar koinen, Nadia?
Ben ik niet altijd bereid, vadertje? vroeg zij met haar
vroolijken glimlach, die sedert eenige dagen nu voor het eerst
weer op haar gelaat kwam.
Het feest werd hoe langer hoe opgewekter. Korzof scheen
zoo volkomen gelukkig, alsof niets in staat ware zijn plannen te
verijdelen. Nadia werd geheel medegcsleept door deze vroolijk-
heid cn zij gevoelde een ongekend geluk in haar ziel doordringen.
Waarom, dacht zij, vragen wij van het leven meer dan
het ons geven kan? Laten wij trachten bij den dag te leven
en afwachten wat de dag van morgen ons zal brengen.
beginnen. Kr werden op haar last door de commissie
voor de zee visscherijen met Volendammer en Urker schepen
ernstige proeven genomen en nu bleek dat de verbodsbepa
lingen, voor zooveel de kwakkuil betreft, belemmerend en
overbodig waren, „met andere woorden: het kwam uit,
dat de Volendamsche visschers, personen derhalve, die
toch reeds de grootste moeite hebben om in hun onderhoud
te voorzien, geheel noodeloos, op ernstige wijze in hun
broodwinning benadeeld waren.
Het vissehen met de kwakkuil geeft geen aanleiding tot
hetgeen men moordvisscherij noemt namelijk tot het
wegvangen van jonge visch, die nog ongeschikt is om tot
voedsel te dienen; het vissehen met de wonderkuil, volgens
het oordeel der Regeering, wèl. Het blad juicht het
natuurlijk zeer toe, dat de Regeering op de vroegere
dwaling is teruggekomen en voor liet vervolg, wat het
eerste soort van net betreft, den Volendammers en Urkers
wederom vrijheid laat. „Het leed en de schade echter van
zooveel arme gezinnen zijn niet meer goed te maken."
H. M. de Koningin heeft jl. Vrijdag het voorgenomen
bezoek aan de residentie gebracht, maar is des avonds
weder naar het Loo teruggekeerd, in plaats van eenige
dagen in Den Haag te vertoeven, zooals eerst was gemeld
dat geschieden zou.
Gisteren bracht H. M., mede op één dag heen en terug
reizende, een visite aan haar zuster, Prinses Pauline,
gemalin van den Prins van Bentheim.
Bij den kolfwedstrijd, jl. Woensdag bij den heer K. v. d.
Oord te Heer Hugowaard gehouden, werden de prijs en
de beide premiën respectivelijk gewonnen door de heeren
Kuileman van Nieuwe Niedorp met 126, Pluister van
Langedijk met 115 en Wonder van Oude Niedorper-Ver-
laat met 106 punten. Bij den biljardwedstrijd won de heer
Kuileman mede den prijs, terwijl de 1ste premie door den
heer Ks. Blom en de 2de premie door den heer Kist
(beiden te Broek op Langedijk) gewonnen werden.
De uitslag van den jaarlijkschen schietwedstrijd van
het kader der dd. schutterij te Alkmaar op jl. Zaterdag
was als volgt
a. op 200 pas: prijs H. Essen, sergeant; premie D.
Harteveld, sergeant
b. op 150 pas: prijs N. v. d. Voort, sergeant; premie
D. Koeman, sergeant;
c. op 100 pas: prijs J. P. Querelle, korporaal; premie
A. De Munk, sergeant.
De volgende dag leverde niets bijzonders op en werd door
gebracht met het. inaken van een menigte kleine toebereidselen
voor de reis van morgen, die verscheidene dagen zou aanhouden,
want Roubine maakte niet gaarne zooveel omslag voor niets en
wilde zijn eigendommen nauwkeurig in oogenscbouw nemen.
Tegen den avond liet Korzof vragen of het plan doorging en
ontving hij een bevestigend antwoord terug.
Klokke tien uur verschenen Nadia en haar vader op de aan
legplaats, waar het fraaie jacht voor anker lag. Korzof stond
op het dek om hen te ontvangen. Zij gingen het bruggetje over,
•lat aanstonds werd weggetrokken en weldra stevende het sier
lijke vaartuig in de richting van Petersburg, de dichte bosschcn
van Peterhof achter zich latende.
Het was een heldere dag. Er werd een linnen zeil over het
achterdek gespannen en onze reizigers stonden op hun gemak
de villa's te bewonderen, die langs den oever verspreid liggen.
Achter hen aan de linkerzijde scheen de zware granietmassa
van Cronstadt als een reusachtige monitor in zee weg te zinken
de masten der schepen, die in de haven lagen, kwamen sierlijk
en slank tegen de blauwe lucht uit. Langzamerhand verloren
zij dit alles uit het gezicht en vertoonden zieh de groene eilanden
van de Newa, waar tal van Petersburgsche families, die niet
gaarne een lange, vermoeiende reis maken, om gedurende den
zomer hunne grondbezittingen te betrekken, voor een gedeelte van
het jaar een fraaie buitenplaats huren.
Te midden van het groen verheffen zich overal paleizen, die
öf aan verschillende leden der keizerlijke familie öf aan rijke
particulieren toebehooren, en nu eens schijnen de talrijke armen
van de onmetelyke rivier geheel te verdwijnen, om dan weder
als kleine zilveren meren te voorschijn te komen. Het water is
blauwachtig en als bezaaid met schitterende loovertjeshet rivier
zand is geelachtig verguld; nu eens ontdekt men een eenzame
plek gronds, die nog geheel woest ligt, dan weder een groep
sombere pijnboomen, die aan de gewesten van eeuwige sneeuw
en ijs doen denken, maar een oogenblik later wordt het oog
verrast door het frissche groen der lindeboomen en heerlijke berken.
Peter8burg kwam plotseling, geheel gewapend, uit dezen oceaan
van groen, met zijn gouden koepeldaken, te voorschijn, evenals
Minerva uit het hoofd van Jupiter. De Izaak-kalhedraal verhief
haar statig koepeldak ver boven de paleizen en torens, terwijl
de twee spitsen van de vesting en van het gebouw van de Admi
raliteit zich als gouden naalden ten hemel verhieven. Het jacht
stoomde te midden van de talrijke menigte schuitjes en lichte
booten, die helder groen geschilderd zijn en van voren in den
vorm van een visschenkop met reusachtige oogen uitloopcn. Deze
bootjes, die er op het oog rank en broos uitzien, zijn inderdaad
sterk gebouwd en vervangen in Petersburg dikwijls de bruggen.
Aan weerszijden vertoonden zich nu tal van monumentenlinks
zag men de donkere massa van het Alexanderpark, vervolgens
het kleine houten huisje, dat Peter de Groote bewoonde, terwijl
voor zijn oogen de s!ad werd geboren, daarna de eindelooze
kolommen van de academie voor geneeskunde cn de artillerie-
school, waarboven de schoorsteenen der fabrieken, waarvan het
op dezen oever wemelt, hoog uitstaken. Aan de rechterzijde, als
men stroomopwaarts vaart, bieden de prachtige paleizen, die in
een rechte lijn met het Winterpaleis en de Hermitage gebouwd
Jl. Zaterdag middag werd te Leiden gehou t.-n ieuegen e
algemeene vergadering der Vcreeniging voor lijkenverhrnn-
ding. Uit het verslag over 1883 bleek, dat het ledental bedroog
712, verdeeld over 10 plaatselijke afdeelingen. Het bati<r
saldo bedroeg f 651, het fonds voor lijkovens bedroeg
f 15,400 nominaal. De bibliotheek der Vereeniging telde
ruim 200 nummers.
Als leden van het hoofdbestuur werden herkozen de
heeren Ising, Hoogewerff en Egeling, gekozen de heeren
De Groot, Symons, De Vrij en Stork. De volgende alge
meene vergadering zal gehouden worden te Haarlem.
Aan het acht-en-twintigste jaarverslag van het gesticht
Talitha Kiimi, te Zetten, is het volgende ontleend:
„Konden wij," zegt de heer Pierson, „een jaar geleden
ons verslag aanvangen met de woorden: „buitengewone
gebeurtenissen hebben er dit jaar niet plaats gehad,"
ditmaal moeten wij beginnen met eene zeer buitengewone
en, helaasdroevige gebeurtenis te melden. De directrice,
mej. B. Hotte, sedert 9 jaren aan de inrichting verbonden
en steeds met ijver en groote toewijding daaraan, gesteund
door hare zuster, werkzaam, heeft zich genoodzaakt gezien,
hare betrekking neder te leggen tengevolge van zenuw
lijden, waardoor haar de taak te zwaar werd. Dat Talitha
KCimi daardoor in een moeielijk overgangstijdperk verkeert,
zal niet gezegd behoeven te worden, te meer als de direc
teur terugziet op het negental jaren, dat met het heengaan
der directrice besloten wordt; dan gaat hij terug tot de
laatste dagen van Heldring's leven, toen hij, reeds bejaard
en vermoeid van zijn werkzaam leven, aan hare jongere
handen het bestuur van de inrichting kon toevertrouwen,
en zich verheugde, dat de arbeid, waaraan hij zoovele jaren
van zijn leven had gewijd, weder aan frissche krachten
was opgedragen, Er was toen alle reden om te hopen, dat
het beheer in langen tijd geene verandering zou ondergaan
en eene vaste hand, op Talitha zoo dringend noodig, eene
geregelde leiding aan de verschillende deelen van dit ar
beidsveld zou geven. Doch dit heeft, helaas! alzoo niet
mogen zijn. Hetgeen echter te midden van de bekomme
ringen, door dit heengaan veroorzaakt, tot eene vertroos
ting zijn kan, is, dat de zuster der afgetreden directrice,
mej. A. Hotte, die deze 9 jaren met haar in den arbeid
gedeeld heeft, zich daaraan zal blijven wijden en, beurte
lings door deze of die dame bijgestaan, de inrichting zal
helpen besturen totdat eene opvolgster zal zijn benoemd."
In het helpend personeel is eenige verandering gekomen,
zijir, een der schoonste schouwspelen op aarde aan. Dan volgen
nog tal van paleizen, uit marmer of andere steensoorten opge
trokken; de zomertuin, door kanalen ingesloten; dan weer nieuwe
paleizen, waarboven eindelijk honderden koepeldaken in verschil
lende kleuren uitsteken. Enkele er van zijn verguld, evenals
pantsei-3, andere van tin, dat als zilver schittert, weer andere,
blauw of groen, bezaaid met sterren, en alle, van verschillenden
vorm, zoo grillig mogelijk en voorzien van klokken, waarvan het
gelui bij groote feestdagen den grond doet trillen. De rivier
werd nu wat smaller, de huizen werden zeldzamer, de tuinen
lieten de boomstammen baden in het water, dat zijn loop begon
te versnellen. De hooge puntige klok van het klooster Smolna
verhief zich rechts van de reizigers; het groote indrukwekkende
mannenklooster, onder het patronaat van den heiligen Alexander
Nevsky verscheen nu op zijn beurt om zich in de verte te ver
schuilen en weldra verdwenen de huizen geheel. De fabrieken
bleven nog uit de kwistige rivier beweegkracht en waterputten,
dat zij in zoo ruime mate noodig hadden. Links had de natuur
hare rechten herkregen cn de uitgestrekte vlakten, de onbebouwde
kust, waar slechts een enkele wilg groeide, schenen aan een ver
verwijderd land toe te behooren. Toen zij ongeveer op deze
hoogte waren, noodigde Korzof zijn gasten uit hem naar de eet
zaal te volgen, waar een lijn ddjeuner hun wachtte.
Hij was een uitstekend gastheer, volkomen op zyn gemak.
Nu en dan rustte zijn oog met innige voldoening op Nadia, zoodat
het meisje cr bijna verlegen onder werd en zichzelf afvroeg of
zij ook iets kon gezegd hebben, waaruit hij had kunnen opmaken,
dat zijn aanzoek haar aangenaam was. Hij zag er toch niet uit
als iemand, die op het punt staat zyn vurigsten wensch vervuld
te zien; het jonge meisje nam zich dus voor, de oplossing van
het raadsel zoo kalm mogelijk af te wachten. Eindelijk zag men
in de verte een dichte groep lindeboomen.
Daar hebben wij nu Spaskriep de Prins in verrukking
uit. Zeg, Korzof, zijn zij niet mooi, die lindeboomen van myn
grootvader
Zij zijn kolossaal! Hoe oud zijn zij?
Ongeveer tachtig jaar, denk ik. Mijn grootvader was nog
joïig toen hij ze geplant heeft. Het is nog zoo kwaad niet om
lindeboomen te planten, wel Nadia? Mij dunkt het is van zeer
veel praktisch nut, zonder de moderne jeugd te na te spreken,
die geen boomen plant en zich tevreden stelt met de boomen,
die onze voorouders zoo zorgvol in den grond hebben gezet, te
verbranden.
Nadia glimlachte even, maar antwoordde niet; Korzof zag
haar met zoo'n vriendelijken, vcrtrouwelijken blik aan, dat haar
alle lust ontging om op de kleine plagerijen van haar vader door
te gaan.
Het jacht legde aan bij een oude vermolmde aanlegplaats,
waarvan de balken door vochtigheid en ouderdom een bijzondere
bronsachtige tint hadden gekregen. Roubine en zijn dochter stapten
aan wal, waar een eerewucht van boeren, aangevoerd door den
starost of eersten opzichter, hen wachtte.
Korzof volgde hen, nadat hij eenige bevelen had gegeven, en
het sierlijk jacht liet het anker vallen in het stille water, dat
nooit troebel werd en waarin de vissehen naar hartelust rond-
spartelden.