HELDERSCHE
EN NIEllWEIMEPElt COURANT.
Nieuws- eu Advertentieblad Toor Hollands Noorderkwartier.
1884N°.120.^
Zondag1 5 October.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER (;z.
NADIA'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Vcrechijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
w t franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
islnnexiAAijLkLi.
Het gebeurde in de Caves de France, Kalverstraat,
Amsterdam, waar men aan eenige Israëlieten hooger bedrag
"heeft gevraagd voor het door hen bestelde, kennelijk met
het oog om hen te weren, heeft, gelijk te begrijpen is,
eenige pennen in beweging gebracht.
Een tweetal personen, die hun licht over de kwestie
meenen te moeten doen schijnen, beweren, dat hier van
godsdienstige onverdraagzaamheid" geen sprake is, maar
dat alleen zekere hebbelijkheden, den Israëliet eigen, den
eigenaar tot het gewraakte besluit hebben gebracht, of wel
dat het gebeurde uitsluitend op „verschil van ras" berust.
Een derde neemt den handschoen voor de beleedigde
partij op en noemt het meer dan treurig, „dat de eerste
de beste vreemdeling, met, God weet welke antecedenten,
burgers, die zoo goed als ieder ander goed en bloed voor
het vaderland veil hebben, mag beleecligen, op grond dat
zij Joden zijn."
Men zal zich herinneren, dat het vorige jaar in de
Groote Club te Amsterdam eenige Israëlieten, en onder
hen hoogst achtingswaardige mannen, zijn gedeballoteerd.
Toen is de zaak in kwestie lang en breed in de bladen
besproken, en wat ter verdediging van den maatregel werd
aangevoerd, was van zeer weinig beteekenis. Veel heil is
van nieuw debat niet te verwachten. Het publiceeren der
feiten, wanneer zij ergens voorkomen, zal het beste middel
zijn ter bestrijding van het ongepast vooroordeel.
In de afgeloopen week hield het comité voor de
oprichting van het standbeeld voor Graaf Jan van Nassau
te Utrecht zijn laatste vergadering. Naar het U. D. meldt,
is het waarborgfonds, voor de kosten der plechtige ont
hulling van het standbeeld bestemd, in zijn geheel opge
vraagd. Het batig slot, bijna tien gulden, zal gestort worden
in de broodbus van liet Elojen-gasthuis, wijl regenten van
dit gesticht belangeloos een lokaal voor de vergaderingen
van het comité hadden beschikbaar gesteld.
Naar men aan de Amsterd. Crt. meldt is in den Park-
Schouwburg een groote verbetering aangebracht, namelijk
damasten gordijnen, die de Promenoir aan beide zijden
van den wintertuin afsluiten. Daardoor kan men thans op
de balcons even als op de andere plaatsen duidelijk verstaan
wat op het tooneel gezongen of gesproken wordt en heeft
10)
Naar het Franscli van Henhi Geeville.
Vervolg.)
De oude kok had zichzelf dien middag overtroffen en toch kon
niemand zich later herinneren, wat hij dien dag gegeten had.
Geen van allen scheen haast te hebben om naar Peterhof
terug te koeren. Er was zooveel te overleggen cn te bespreken.
Roubine was onuitputtelijk in het maken van bezwaren, maar
hij gaf zich, na lang over en weer praten, toch meestal gewonnen.
De beide jongelieden, door geestdrift bezield, deinsden voor geen
moeilijkheid terug.
Korzof had bevel gegeven zijn eigendommen te koop aan te
bieden. De gelukkige familie had wel behoefte aan eenige dagen
rust, alvorens weder naar de drukke, wereldsche atmosfeer van
Peterhof terug te keeren. Onwillekeurig werden de enkele
dagen weken, zoodat de maand Augustus reeds op handen was.
Wanneer zullen wij weer vertrekken vroeg Roubine eens
op een avond, toen hij bemerkte dat zijn voorraad sigaren op
begon te raken.
Morgen als gij 't goed vindt, antwoordde zijn dochter.
Het jacht is gereed, niet waar Dmitri?
Het zal morgen ochtend tegen vijf uur onder stoom liggen.
Vijf uur! zei de prins huiverend. Er zijn dus mensehen
die bij voorkeur om vijf uur opstaan? Laten wy acht uur
zeggen als het je goed is, Korzof?
Zooals gij het liefst wilt.
Na het diner wilde de jonge man nog even zijn oog laten
gaan over zijn vaartuig en maakte gebruik van een oogenblik
dat Nadia en haar vader verdiept waren in de verwarde bereke
ningen van den hoofdopzichter. Zijn onderzoek duurde kort,
want alles aan boord was in de beste orde; nadat hij eenigen
bevelen voor den volgenden dag had gegeven, wilde hij juist
weer naar binnen gaan, toen zijn aandacht getrokken werd door
een donkere massa, die langzaam stoomafwaarts voer. Het waren
twee kolossale schepen, die vast aan elkaar gemeerd en tot op
een aanzienlijke hoogte met hooi belast waren. De schippers
boomden aan beide zijden van het groote gevaarte om het vooruit
te krijgen. Zij hebben dikwijls niet meer ruimte dan een voet
breedte om zich te bewegen en toch zien zij kans hun werk te
verrichten. Het gebeurt wel eens dat een onhandig schipper in
in het water valt, maar de Russische schuitenvoerders zwemmen
als visschcn en daar de buitenrand van het schip bijna gelijk
met de oppervlakte van het water is, kan de zwemmer zich in
een oogenblik weêr aan boord ophijschen, wel is waar onder
uitbundig gelach van zijn kameraden.
De schepen kwamen, door den stroom gedragen, vrij snel
vooruit. Op de eerste volgden weldra nog andere, die eerst bij
de bocht van de Newa zichtbaar werden. De zon was ondergegaan
en de nacht begon te vallen. Alles werd in een grauw, bijna
somber waas gehuld. Die reusachtige massa's trokken, als door
een geheimzinnige macht voortgestuwd, langzaam voorbij. Korzof
bleef staan om ze na te zien. Hij hoorde weldra de schreden
en de stemmen van den prins en zijn dochter naderby komen.
Wat is dat in de verte? Men zou zeggen dat het schimmen
waren, zei Roubine, die buiten adem was.
Het is hooi van de landen aan het Ladogameer, dat naar
de markt te Petersburg wordt vervoerd, antwoordde de jonge man.
liet inwendige van liet gebouw tevens op nieuw ia sierlijk
heid gewonnen. Ook is men bezig niet het leggen van
een nieuw kleed op de promenoir. Een en ander zal o. i.
de gezelligheid verhoogen.
Verder worden alle krachten in het werk gesteld, om
der kunstenaresse Sarali Bernhardt een omgeving te ver
schaffen, de Macbeth waardig.
Op uitnoodiging van generaal Smit zullen binnenkort
weder vijf weesjongens, alle timmerlieden, en eenige wees
meisjes uit de Weesinrichting te Neerbosch naar Transvaal
vertrekken.
In het Maandblad tegen de vervalsching van levens
middelen en handelsartikelen heeft de heer D. F. Van Hamel
Roos aan elk exemplaar van zijn blad een staal toegevoegd
van een arsenicum-houdend behangselpapier, dat in groote
hoeveelheid verspreid is geworden. Het is een deftig modern
patroon, een mat groen blad met donkerroode bessen op
zwarten grond. Ditzelfde patroon komt echter ook vrij van
arsenicum in de winkels voor.
De heer Van Hamel Roos geeft vervolgens een methode
ter opsporing van arsenicum in weefsels en papieren, die
hem het eenvoudigst voorkomt.
Omtrent de organieke sterkte aan officieren en kader
hij de landmacht deelt het Milit. Blad de volgende cijfers mede:
Wat het aantal ontbrekende officieren betreft was de
toestand op 1 Juni 1884 ongeveer dezelfde als op 1 Juli
1883. Bij de infanterie ontbreken nog 98 van de 649
luitenants, die volgens de organieke sterkte aanwezig moeten
zijn; bij de artillerie blijft de toestand te dezen opzichte
nog zeer ongunstig, aangezien van de organieke sterkte
van 280 er op 1 Juni 1884 98 of meer dan ontbraken.
Bestaat er kans, dat voor 1 Januari 1885 de toestand bij
de infanterie eenigszins noemenswaard zal verbeteren, aan
gezien er alsdan vermoedelijk 44 nieuwe luitenants zullen
zijn benoemd, bij de artillerie kan dit aantal hoogstens
16 bedragen. Gelukkig laat het zich aanzien, dat binnen
een viertal jaren een aanzienlijke verandering in dezen
toestand zal komeneendeels omdat er zich thans nagenoeg
een honderdtal cadetten voor de artillerie hier te lande
aan de Koninklijke Militaire Academie bevinden, anderdeels
door den tijdelijken cursus te Delft tot opleiding van offi
cieren der artillerie.
Zijn dat schepen? Zonder licht? Waar zijn dan de lan
taarns, die zij moeten uithangen
De schepen, die hooi vervoeren hebben geen lichten, uit
vrees voor brand. Zij blijven 's avonds ergens voor anker liggen
en waarschijnlijk zullen deze den nacht doorbrengen in de buurt
van het dorp, dat wat lager dan Spark is gelogen. Langzaam
bewoog zich dc processie voorwaarts.
Wat zien zy er somber uit, hernam Roubine. Wel vrienden
riep zij luid, zing eens eens bootsliedje voor ons. Als antwoord
deed een stem uit het ruim een soort van oproepingskreet hooren
en aanstonds hief een jeugdige, krachtige tenor een wegsleepende
melodie aan. Een koor voor vier stemmen zong telkens het
refrein, waarna een nieuw couplet werd aangeheven. Intusschen
was de eerste boot uit liet gezicht verdwenen, maar telkens werd
dc meiode door de schippers van dc volgende vaartuigen weer
opgevat en telkens weer viel het koor bij het refrein in en wis
selde naar de ingeving van het oogenblik de melodie op allerlei
wijze af, om den solozanger te herinneren, dat hij niet alleen op
de aarde, op een eenzaam bootje, te midden van een grootcn
stroom, ronddobberde.
Langzamerhand stierven de laatste tonen weg en er kwamen
geen schepen meer voorbij. De lichten werden aan den tegen-
overliggenden oever opgestoken.
Goeden nacht, zei de prins. Zij gaan onder den blooten
hemel slapen, laten wij ons donzen bed gaan opzoeken. Dat
noem ik nu philosophie, Korzof! Zeg eens Nadia, wat dunkt
je als wij ook eens onder den blooten hemel gingen slapen, dat
zou vrij wel mot je principes overeenkomen.
Neen, lieve papa, antwoordde zij zacht, ik zou echter zoo
gaarne willen, dat zij ook zoo'n goed bed hadden als wij.
Maar weet je wel, kindlief, dat een bed met dekens die
lui heel lastig zou zijn! Zij hebben het zich nu eenmaal niet
anders gewend
Och papa, plaag mij toch zoo niet! vroeg zij vriendelijk.
Roubine gaf haar een hartelijken zoen en zij gingen samen de
oude, vervallen woning binnen, waar de overvloed van zilver en
licht zulk een vreemde tegenstelling vormde met het door de
vocht uitgeslagen behangsel en de oudcrvvetsche meubels.
Het vertrek was bepaald tegen acht uur; maar waarom zou
men zich haasten als men volkomen meester van zijn tijd is?
Nadia zag er tegen op het oude te huis verlaten, waar zij de schoonste
uren van haar leven had doorgebracht. Zij liep nog eenmaal
met een droevigen glimlach de vertrekken door alsof zij er de
herinnering" aan hare tegenwoordigheid wilde achterlaten. Roubine
had nog duizend dingen met zijn starost en de boeren te bespreken
Het was tien uur, toen hij zich herinnerde, dat hij nog ver
geten had order te geven om het huis van buiten te laten
schilderen.
Waarom zouden wij niet tot na het dejeuner wachten met te
vertrekken, zeide hij. Wat maakt het uit of wij al wat later
terugkomen en bovendien varen wij stroomafwaarts.
Het was werkelijk reeds drie uur geworden, toen het jacht de
aanlegplaats verliet. Een lichte opborreling van het kalme
water veroorzaakt door de beweging van de schroef en de kust
was reeds op een afstand... Nadia wierp nog een afschcidsblik
naar de schoone lindeboomen, de met mos bedekte palen...
Dat is het verleden, zeide Korzof zacht; de toekomst ligt
ginds l
B:j de cavalerie en genie is de organieke sterkte aan
officieren ongeveer voorhanden.
Wat het aantal bij het leger aanwezige onderofficieren
en korporaals betreft, op 1 Juni 1884 bedroeg hun aantal
134 sergeanten en wachtmeesters een 99 korporaals meer
dan 1 Juli 1883. De minst gunstige toestand wordt hier
ook bij de artillerie aangetroffen, bij welk wapen, zonder
de compagnie werklieden te rekenen, die nog niet is op
gericht, 145 van de 570 sergeanten en wachtmeesters en
224 van de 598 korporaals mankeeren. Ook bij de compag
nieën hospitaal-soldaten is het incompleet nog belangrijk;
14 sergeanten en 15 korporaals op 36 sergeanten en een
gelijk aantal korporaals. Bij de infanterie ontbreken nog
275 van 1678 korporaals; het aantal sergeanten bedraagt
meer dan de organieke sterkte. Bij de cavalerie ontbreken
slechts 6 van de 316 korporaals en bij de genie is een
overcompleet van 4 sergeanten.
Het aantal vrijwilligers is van 1 Julï 1883 tot Juni 1884
met 233 vermeerderd; het incompleet bedroeg op laatstge-
melden datum bij de infanterie 5216 van de 6300bij de
cavalerie 49 van de 1655 bij de artillerie 463 van de 1360
bij het corps genietroepen 62 van de 400; bij de compag
nieën hospitaal-soldaten 4 van de 30; totaal nog een
incompleet van 5794 man.
Ter verklaring van het feit., dat het Nederl.-Indische
gouvernement heeft goedgevonden den Atjehschen balling
Toekoe Baïd van Ambon naar Atjeh te doen terugkeeren,
is niet onbelangrijk liet volgende, wat voorkomt in een
Atjehschen brief aan het Handelsblad:
„Men zegt, dat veel van den vroegeren en tegenwoordigen
maatschappelijken en staatkundigen toestand den gouverneur
Demmeni is ontvouwd door... Toekoe Baïd, die op Amboina
in ballingschap was en vergunning heeft verkregen om
naar zijn geboortegrond, Atjeh, terug te keeren. Dit is
een feit van groote beteekenis. Die balling was hoeloe-
balang der XXII Moekim en het meest invloedrijke hoofd
van Groot-Atjeh; vooral om zijne hooge geboorte betoonde
het volk hem den diepsten eerbied.
„Die Toekoe schijnt in 1879 een verraderlijke rol te
hebben gespeeld. Maar ik vraag u, welk Atjehsch hoofd
heeft dat nog niet gedaan!? Hij is daarvoor door generaal
Van der Heyden gevangen genomen en naar Ambon ge-
Hij wees in de richting van Petersburg. Zij zag hem aan
met dien betooverenden glimlach, die haar zoo onweerstaanbaar
maakte.
Het tegenwoordige is hier en dat sluit alle geluk in zich.
Roubine ademde onder dc linnen tent de frissche, opwekkende
lucht in.
Zeg eens, Nadia, zeide hij zonder zich om te keeren, hoe
ben je van plan te doen als je niet rijk meer bent? Als ik
nu ook eens een hospitaal ging stichten en het geld, dat je eens
van mij erven zult, daarvoor wilde gebruiken
Dat gave God, vader! antwoordde zij met een lichte zucht.
De prins zag haar van ter zijde aan. Zij sprak in vollen ernst.
Nu, dat kun je denken! zeide hij, zijn lange pijp opstekende.
Zoo dwaas zal ik niet zijn. Ik zal er wel voor passen en
mijn geld bewaren. Wie weet of er misschien mettertijd geen
kleine persoontjes komen, die het wel heel gaarne later in ontvangst
zullen nemen.
Hij zette zijn droomerijen weder voort en Nadia fluisterde
zacht met haar verloofde en zij bouwden samen luchtkasteelen,
die alle betrekking hadden op hunne stichting.
De schepen met hooi waren verdwenen; zij kwamen juist op
dit uur de haven van Petersburg binnen.
De dag ging rustig voorbij; een klein gebrek aan de schroef
veroorzaakte eenige vertragingmaar zooals de prins gezegd
had, zij voeren met den stroom mee. Toen zij aan tafel wilde
gaan om te dineeren, zagen zy eerst in de verte de fabrieken,
die in de buurt van Petersburg liggen, op den linkeroever te
voorschijn komen.
Het verstandigste, zeide de machinist in vertrouwen tot Korzof
die zich eenigszins ongerust maakte over de vertraging, het
verstandigst zou zijn een oogenblik stil te houden. In een half
uur kan ik het kwaad verhelpen en kunnen wij de drukking
vermeerderen, anders ben ik waarlijk bang, dat wij eerst laat
in den nacht te Peterhof zullen aankomen.
Het vaartuig stopte om deze voorzichtige raadgeving ten uitvoer
te kunnen brengen; terwijl onze vrienden aan tafel zaten werd
de schade herstelt cn tegen acht uur werd de tocht voortgezet.
De avond was gevallen toen zij voorbij Petersburg stoomden.
Zij hadden hun lantaarns ontstoken en stevenden met omzichtig
heid voorwaarts, om botsingen te vermijden met de kleine bootjes
welker bemanning tegen den avond niet altijd volkomen nuchter
is. Eensklaps riep Nadia, die achterom stond te kijken:
Zie een'! Wat is dat?
Een dichte rookkolom verhief zich in de richting van het
klooster Sraolna, dat zij even te voren gepasseerd waren, en
bijna op hetzelfde oogenblik werd de hemel door een feilen gloed
verlicht, die terstond weer verdween, om nog schitterender en
onheilspellender weer te verschijnen.
Er is brand! Laten wij eens gaan zien! riep Roubine.
In alle streken van de wereld wekt een brand de nieuws
gierigheid op, maar wij gelooven toch nergens in die mate als
in Rusland, waar, hoewel het zeer dikwijls voorkomt door het
groote aantal houten gebouwen, die zeer ontvlambaar zijn, op
het geroep van Pajar (brand)! ieder zijn werk of bezigheid in
den steek laat en zich naar de plaats des onheils spoedt. De
nieuwsgierigheid is even sterk bij de eergte als bij de laagste
klassen der maatschappij; men treft onder de menigte, die zich
bij brandende gebouwen bevindt, zoowel groote heeren en dame»