Tengevolge van het in werking trqden (lpr wet
betreffende art. 108 der Grondwet en de daaruit voort
vloeiende ontbinding der Sta ten-Generaal is bepaald: de
sluiting der tegenwoordige zitting van de Staten-Generaal
zal plaats hebben op Zaterdag 11 dezer; de verkiezingen
van de nieuwe Tweede Kamer op 28 dezer; de herstem
mingen op 11 November; de verkiezing van leden der
Eerste Kamer door de Provinciale Staten op 5 November;
de opening der nieuwe Kamers op 17 November.
De Haagsche correspondent der N. Gron. Crt.,
schrijft o. a. het volgende aangaande de gezondsheidstoe-
stand van Z. M. den Koning:
,/Het doet mij hartelijk genoegen de onrustbarende
mededeelingen te kunnen tegenspreken, dis dezer dagen in
een der bladen (wij meenen de Delfsche Crt.) over Zr. Ms.
toestand zijn gedaan. Wel verre van ernstig ziek of op nieuw
ingestort, is de Koning in de laatste weken vrij gezond en
in kracht toegenomen. De reis naar Luxemburg is niet
ondernomen zonder voorafgaande raadpleging met 's Konings
lijfarts, dr. Vinkhuysen Sr., die voor enkele maanden in
de grootste bezorgdheid over Zr. Ms. toestand, er thans
hoegenaamd geen bezwaar in gezien heeft, dat hij zich op
reis begaf. Men leide daaruit niet af dat 's Konings
kwaal geheel is geweken; dat is helaas 't geval niet; de
kiem van de nier-aandoening is niet overwonnen en al
verkeert Z. M. dus nu ook in een bevredigenden toestand,
er blijft op den duur gevaar bestaan voor een herhaling
der ziekte-verschijnselen."
Door de officieien der infanterie en van het korps
mariniers, die gedurende de zomermaanden bij de normaal
schietschool te 's Hage, zijn gedetacheerd geweest, had
voor hun vertrek een schietwedstrijd te Waalsdorp plaats,
waarbij twee revolvers als prijzen werden uitgeloofd. De
lste prijs (10 schoten op 150 meter) werd behaald doel
den lsten luitenant P. Silvergieter Hoogstad, van het
Oost-Indische leger, bij dat van hier te lande gedetacheerd
met 94 punten: de -2ue prijs, met 92 punten, door den
lsten—lïiii'énant P. Lelsz van het 5de regiment infanterie,
na kamp met den 2den luitenant F. C. L. Ovink van het
instructie-ba taillon.
Het voormalig Koninklijk Instituut voor de Zeevaart
te Medemblik, in den loop van dit jaar verbouwd en ge-
wijzigd tot krankzinnigengesticht, is op 1 dezer in gebruik
gesteld en zal weldra door 150 lijders thans elders
verpleegd worden betrokken. Het gebouw, een front
met twee vleugels, maakt een hoogst gunstigen indruk. De
inrichting voldoet aan alle redelijke eischen, die men op
dergelijk gebied mag stellen. De verblijven voor de onge-
lukkigen, zoowel kamers als cellen, de uitspanningszalen,
de zitkamers, badvertrekken, enz. enz. laten niets te wenschen
ten opzichte van ruimte, lucht en licht en aan wat strekken
kan om hun treurig lot te verzachten en te veraangenamen.
Do overige localen, zooals keuken, wasch-, mangel- en
droog vertrekken en zoo meer, munten uit door practischen
zin; bijgevolg vindt men daar toepassing van de nieuwste
vindingen tot snelle, zuinige en zindelijke machinale behan
deling of bereiding, zooals wij die wenschen in alle derge
lijke groote gebouwen. De woningen, zooals voor den
geneesheer, den directeur en voor de geëmployeerden, zijn
in overeenstemming met het geheel dus sierlijk en zeer
logeabel. Het gesticht is door stoom verwarmd en met gas
verlicht. De architect de heer Van Wijngaarden, heeft eer
van zijn werk.
Een Rotterdamsche familie H. is op hare terugreis
per rijtuig van Delft naar Rotterdam jl. Zondag avond
Niemand zal er sterven, zeide zijmen zal er geen tranen
zien; allen, die er in opgenomen worden, zullen het hersteld en
met een dankbaar hart verlaten.
Eenige dagen later vertrokken zij nnar hun uitgestrekte grond
bezitting in het gouvernement Smolensko.
De oude intendant ontving hen bij aankomst als altijd, pruilende
en weeklagende, zooals men het reeds vijftig jaar van hem ge
woon was. In weerwil van die gewoonte om over alles te
klagen, over het weer, den oogst, den geest van den tijd en zijn
gezondheid, was het hem gelukt een aardig duitje over te leggen
en had hij op een handige manier allen, met wie hij iets had
uit te staan, weten te bedriegen. Zou zoo'n afgeleefd man in
staat wezen zijn naasten te bedriegen vroegen de mcnschcn zich
wel eens af. Op deze wijze wa3 hij in een zeer goed doen geraakt.
Hij schraapte alle mogelijke winstjes van de goederen van zijn
heer af en rekende altijd naar zich toe.
Als hot geld maar eens goed en wel in zijn zak was, dan was
het voor goed verzekerd. Al was hij rijk en al konden de boeren,
als zij er open voor wilden uitkomen, heel goed weten dat hij
met alles en alles een groot kapitaal bezat, waarvoor zij een
ontzettend groote interest moesten betalen, toch zag hij er altijd
vuil en schooierig uit. Hij veroorloofde zich nauwelijks de weelde
van een overkleed, dat iets minder versleten was dan het gewone,
uit de kist tc halen ter cere van zijn heer; het zou niet bij hem
opgekomen zyn de pelsmuts, die totaal afgesleten wus, door een
ander hoofddeksel te vervangen.
Zonder zijn muts zou Iwan Stepline niet meer dezelfde zijn
geweest.
Zijn zoon Féodor liep zoo recht als een kaars naast hem en
luisterde met een onverdragelijk gelegenheidsgezicht naar de
klaagliederen van zijn vader. Die langdradige jammerklachten
waren niet meer in de mode en hij, die er zich op beroemde met
zijn t\jd mee te gaan, moest het inwendig afkeuren, dat zijn
vader deze vernederende rol bleef doorspelen. Hij volgde den
Prins en zijn dochter blootshoofds en zonder een woord te spreken.
Toen zij in de groote zaal gekomen waren, vroeg hij of er
ook iets van hun dienst was en op hun ontkennend antwoord
ging hij heen; Iwan Stepline zag zich wel genoodzaakt hem te
volgen
Nadia wandelde den volgenden morgen reeds zeer vroeg in
den tuin en bezocht de serres cn alle merkwaardigheden van
haar schoon landgoed. Zij had altijd een bijzondere voorliefde
voor deze plaats gevoeld, die haar zooveel herinneringen aan haar
lieve moeder te binnen bracht. Daar was de Prinses geboren
en daar had zij haar eenige dochter ter wereld gebrachtginds
in die kerk, recht tegenover het kasteel, rustte haar dierbaar
lijk reeds sedert tal van jaren. Ver» uld van haar nieuwe geluk,
gevoelde Nadia behoefte om al deze plekjes, vol van liefelijke
herinneringen uit haar jeugd, nog eens weêr te zien; alles kwam
haar weêr levendig voor den geest, maar het: was haar alsof die
herinneringen veel van haar waarde cn aantrekkelijkheid ver
loren haddenhaar vroeger leven ging geheel op in den glans
van haar tegenwoordig geluk en de schitterende toekomst, die
zich voor haar opende.
Tegen elf uur liep zij met langzame schreden naar huis terug
en had zooveel bloemen als zij dragen kon in den bloementuin
geplukt. Zij ontmoette juist op den drempel haar vader, die
gereed was om uit te gaan. Zij gingen samen, zondereen woord
te spreken, naar de kerk, waar de priester hen in zijn rouwrois-
gewaad wachtte. Midden in het koor was op een tafeltje, dat
met fijn lijnwaad overdekt was, een schotel met in water ge-
een dropviji ongeval overkomen. Dqorjlat het p,wd schrikte
ging het rijtuig, waarin zes personen zaten, te water, met
liet ongelukkig gevolg, dat drie de vrouw en een kind
van II., benevens diens broeder verdronken.
Men schrijft uit Alkmaar aan de Amsterdammer:
„Terecht schreef uw Haarlemsehe correspondent u, dat
hier de candidatuur van mr. A. P. De Lange voor de
Tweede Kamer ernstig ter sprake is gekomen. Voor de
velen, die het stellen eener lilx*rale candidatuur buiten de
heeren Van der Kaay en Kops noodzakelijk achten, was
hij de aangewezen man.
Jammer maar, dat hij verklaard heeft zich niet beschik
baar te kunnen stellen. De redenen voor zijn besluit liggen
buiten de politiek en moeten, zij het ook met leedgevoel,
door ons worden geëerbiedigd."
Ter bevordering van de wekelijksclie veemarkt op
Vrijdag, zijn onlangs door het gemeentebestuur van Hoorn,
premiën uitgeloofd en wel van f 25 en f 10 voor hen die
aanvoeren en f 35 voor de koopers van runderen, vaarzen,
vette kalveren, wolvee, varkens en biggen, benevens f 10
en f 5, voor de aanvoerders en f 15, voor de koopers van
gevogelte; een en ander aanvangende met 3 dezer. Voor-
loopig zijn die bemoeiingen reeds met succes bekroond.
Met de extra marktrein arriveerden jl. Vrijdag vele
kooplieden terwijl er buitengewoon veel vee werd aange
voerd o. a. ruim 1100 schapen.
Bij de jl. Zondag te Barsingerhorn gehouden hard
draverij is de prijs behaald door den heer Blauwboer, van
den Ivreildijk, en de premie door den heer Van der Horst,
te Schagen.
Wegens valschheid in geschriften is de sergeant
J. K., van het 7de reg. infanterie, te Amsterdam in garni
zoen, en de sergeant van W. wegens wangedrag, gedegra
deerd tot gewoon soldaat.
De luitenant-generaal Van der Heijden is door de
Fransche Regeering benoemd tot „officier de 1'instruction
publique.
De benoeming is, naar Het Vaderland verneemt, het
gevolg van het rapport, dat door den markies Brau de St.
Pol Lias over zijn zending naar Atjeh is uitgebracht.
De hulp, hem op zijn wetenschappelijke reis door den
generaal verleend, wordt in dit rapport met de hoogste
waardeering in herinnering gebracht en heeft den minister
van Onderwijs in Frankrijk doen besluiten de onderscheiding
toe te kennen en den heer St. Pol. Lias op te dragen de
insignes namens hem persoonlijk aan den generaal te over
handigen.
Als kenmerkend staaltje van het gebrek aan werk te
Amsterdam strekke, dat een schoenmaker, die per adver
tentie een loopknecht vroeg, tegen f 6 per week, aanbieding
in persoon, door 400 mannen werd bestormd, die zich allen
op het vastgestelde uur (tusschen 12 en 2) ter plaatse be
vonden. Het gedrang was zoo groot, omdat ieder zich
het eerst wilde aandienen, dat de politie tusschenbeide
moest komen, om de orde te handhaven.
Naar het D. v. N. verneemt, zijn John Adair, oud
50 jaar, geboren te Belfort, van beroep hofmeester, wonende
te Londen, en James Lvous, oud 42 jaar, geboren te Londen,
verwezen naar den procureur-generaal bij het gerechtshof
te Amsterdam, ter zake van diefstal van f 55,400, ten
nadeele der firma Kol gepleegd.
Men herinnert zich de geruchtmakende zaak van de uit
den Haarlemmer omnibus zoo gelukkig teruggevonden
bankbiljetten.
kookte rijst geplaatst, waarop gedroogde druiven in den vorm
van een kruis gelegd waren. De kerkelijke autoriteiten, de livrei
bedienden, de intendant roet zijn familie en een vrij groot aantal
boeren waren hier en daar in de kerk verspreid en maakten
eerbiedig plaats voor den Prins en zijne dochter, die op de eerc-
plaats gingen zitten, welke bestemd was voor de aanzienlijken en
omgeven van een ijzeren hekje, dat in het midden open ging.
Die plaats, vanwaar men juist het gezicht op de zangers heeft,
is dicht bij de beeltenissen van den Zaligmaker en van de heiligen,
die dc ruimte versieren, welke een soort van echtscheiding vormt
tusschen den tabernakel en de eigenlijke kerk.
De priester begroette de geloovigen, te beginnen bij de aan
zienlijken, en vervolgens het koor en de menigte in de kerk.
Hij nam een brandend wierookvat, dat de diaken, evenals hij
met teekenen van rouw bedekt, hem toereikte, en bij bewierookte
daarop het bord met rijst, dat bij lijkdiensten het lichaam van
den overleden persoon, waarvoor gebeden wordt, moet voorstellen.
Hij hief daarna dc lijkzangen aan. die het koor op een klagenden
toon beantwoordde.
De plechtigheid duurde niet lang en liep geregeld af. Roubine
richtte zich toen naar een steen, zonder eenig opschrift, bij den
ingang van liet koor gelegen. Nadia knielde naast hem neder
en legde baar bloemen op den steen, die den grafkelder bedekte,
waarin baar moeder rustte. Zoolang zij zich herinneren kon,
was deze vrome bedevaart hun eerste werk na aankomst op deze
buitenplaats; zij vervulde haar steeds met innige vroomheid, maar
dezen keer fluisterde liet jonge meisje, terwijl zij haar offerande
en haar gebed aan de luwe doode bracht, alsof haar moeder het
had kunnen hooren: „Moeder, ik ben gelukkig; zegen mij in
mijn nieuw geluk!"
Onder het naar huis gaan wisselden de Prins en zijn dochter
eenige woorden met de boeren, die zij meer van nabij kenden.
Allen kusten hem nederig de hand.
Het was in de dagen van dc lijfeigenschap, maar Roubine was
bemind bij zijn onderhoorigenzij zouden gaarne een minder
roofgierig intendant hebben gehad, maar niemand wist een middel
tegen dit noodzakelijk kwaad, daar alle opzichters, op enkele
loffelijke uitzonderingen na, nagenoeg van één slag waren.
De strenge handelingen van Stepline werden Aanmerkelijk
verzacht door het jaarlijksche bezoek van hun heer, die met eigen
oogen den toestand van het land onderzocht, altijd een open oor
had voor klachten en nooit weigerde hout te geven voor het
bouwen van een nieuwe isba (woning) als dc oude vervallen en
vermolmd was.
Nadia werd goed op de hoogte gehouden van alles wat haar
hospitaal betrof en het ging geheel naar wensch, dank zij de
voortreffelijke zorgen van den nieuwen officier van gezondheid,
die in alle opzichten een vastberaden, ijverig mensch toonde tc
zijn. Hij was een oud regimentsdokter en had van den eersten
dag af een militaire tucht weten tc handhaven, die altijd op zieken
een gunstigen invloed moet hebben, maar vooral zeer noodzakelijk
is in Rusland, waar een ieder van nature geneigd is wel eens
van zijn plicht af te wijken.
De klok van het kasteel sloeg twaalf uur, de Prins nam af
scheid van het volk, dat hem omringde, verzocht den priester
over eenige uren terug te komen om gebeden te zeggen en het
huis te zegenen, opdat liet van alle rampen bevrijd mocht blijven.
Daarna begaf hij zich met zijn dochter naar huis terug.
Des middags werden de gebeden gepreveld en werd den priester
en den diaken een maaltijd aangeboden, waarna het leven weder
zijn gewonen gang van genoegens cn plichten vervolgde.
Wordt vertolgd.)
Dp broodfabriek to Arnhem heeft de prijzen van liet
brood met 2 centen verlaagd. De bakkers aldaar echter
blijven tot nog toe zich aan den gewonen verkooprijs houden.
De heer mr. F. M. C. Pels Rijcken, burgemeester
van Arnhem, is jl. Maandag overleden.
De heer J., onderwijzer te Joure, werd jl. Maandag,
terwijl hij, zich naar de school begevende, in de Midstraat
een kroegje passeerde, door een schot in 't linkerbeen
getroffen. Gelukkig kon hij nog het huis van een lid zijner
familie, aan de overzijde van de straat, bereiken, maar bij
onderzoek bleek, dat het been was getroffen door 18 k 20
hagelkorrels (kleine 6), die echter, volgens verklaring van
den dokter, niet in 't vleesch waren gedrongen. De patiënt
werd met rijtuig naar zijne woning vervoerd, en bevindt zich
op dit oogenblik vrij wel. Wat was nu de oorzaak van dit
ongeval? Een berucht jager was met geladen geweer in de
kroeg; onverwachts ging het schot af, drong door eene
stevige deur, en zoo trof het den heer J., gelukkig nadat
de kracht er van grootendeels gebroken was.
Te Delft zijn door de politie, wegens dronkenschap
op den openbaren weg, aangehouden drie werklieden, af
komstig uit Amsterdam, Rotterdam en 's Hertogenbosch,
die bij hunne komst aan het bureau in 't bezit bleken te
zijn van.... cent te zamen.
„Men kan nooit weten hoe een koe een baas vangt."
Dezer dagen beeft men dit laatste in Friesland kunnen zien
op een land onder Wijnjeterp. Eenige koeien omsingelden
daar een haas, totdat een van haar het geluk had, met
haar natuurlijk jachttuig, de horens, de haas te spietsen,
waarna de eigenaar van het land en van de koeien zich
in het bezit van den buit stelde.
In navolging van Duitschland, waar de steenen in
den laatsten tijd aanhoudend in prijs zijn gestegen, komt
er volgens het H. D. aan de steenfabrieken langs den Rijn
ook weêr meer vraag, en zijn in de laatste dagen van het
nieuwe fabrikaat reeds aanzienlijke partijen verkocht. Thans
acht men het zoo goed als zeker, dat de gedrukte stemming,
welke in dit vak sedert 2 jaren heeft geheerscht, voorbij
is en de prijzen binnenkort op de vorige hoogte gebracht
zullen kunnen worden, wat in elk geval den arbeiders ten
goede zal komen.
De schrijver der Haagsche Kout in de Prov. Gron.
Crt.. deelt het volgende geval van bigamie mede:
„Een Engelschman ontmoet op reis een Haagsche dame
en maakt haar het hof, gelijk iedere knappe vrouw uit de
residentie daarop aanspraak mag maken. De dame in
kwestie heeft eene zaak, die een ruim bestaan oplevert,
en of nu de begeerte naar de winstgevende betrekking
dan wel naar 't hart der vrouw de drijfveer was genoeg,
dat de Engelschman op zekeren dag naar Den Haag trekt
en het hart der jonge dame weet te treffen. Eenigen tijd
daarna bezegelen stadhuis en kerk die verceniging, en de
gehuwde vrouw gaat, op raad van haar echtgenoot voor-
loopig voort met hare winstgevende zaak.
Daar ontvangt zij dezer dagen het bezoek eener Engel-
sche dame, die haar vraagt of zij inderdaad met Mr
gehuwd is. Zeker, antwoordt de gelukkige echtgenoote
sedert een paar maanden zijn wij gehuwd. U is zeker
eene bloedverwante van mijn man?
Neen, geen bloedverwante, maar....
Eene vriendin?
Meer dan dat
Meer?
Ja, ik ben zijne vrouw. De ontrouwe heeft mij en
zijne twee kinderen schandelijk verlaten en bedrogen!
Tableau."
Bluf boven bluf. „Is dat nu dat mooie land,
waar ze zooveel van vertellen?" vraagt een Noordbrabant-
sche landverhuizer, korten tijd na zijn aankomst in Amerika,
aan den agent, bij de bezichtiging van een armzalig stuk
weiland, dat de andere hem te koop aanbiedt, „dan moet
je bij ons in Holland komen, als je daar 's avonds een
beest het land indrijft, kan je het 's morgens haast niet
terugvinden, zoo hoog staat het gras."
„Wat dat betreft," zegt de agent, „kan je gerust wezen,
als je dat hier probeert, vindt je het 's morgens in 't geheel
niet terug."
Bultenlana.
De Hamburger Börsenhalle bevat thans tal van verdere
bijzonderheden omtrent den brand die jl. Vrijdag middag
het groote slot Christiaansburg bij Kopenhagen vernielde.
Des namiddags te 4 uren werd onraad bespeurd in een
der kamers nabij de groote statenzaal en weldra sloeg de
vlam uit, waarna tegen 6 uur een gasontploffing volgde
en weldra de oostelijke vleugel geheel in brand stond. Er
werd militaire wacht gez( nden en de stads-architect Mel-
dahl, ondersteund door 600 soldaten en vrijwilligers, bracht
de 800 schilderijen uit de Koninklijke galerij in veiligheid
ook de marmergroepen Hercules en Hebe werden gered,
evenals de gewichtigste staatspapieren en de koninklijke
boekerij; de bibliotheek van den Rijksdag werd echter
grootendeels vernield.
Des avonds te 7 uren kwam de Koning,, de Kroonprins,
Prins Waldemar en minister Bernstorff op de plaats des
onheils aan de voorstelling in den schouwburg was uit
gesteld. Toen om 8 uur liet 23ste bataillon aankwam
stond de koninklijke vleugel, met zijne prachtige ver
trekken, in brand en tegen 10 uur was het geheele kasteel
aan een vuurzee gelijk. De vlammen schoten wel 20
meters de lucht in en de aschregen woei tot mijlen ver
weg. Tegen 11 uur werd met dynamiet de boel opge
ruimd tusschen het slot en de slotkerk, om deze laatste
en het Thorwaldsen-museum te kunnen behouden. Zondag
morgen te 1 uur was men het vuur eindelijk meester. De
slotkerk is slechts weinig beschadigd en het Thorwaldsen-
inuseum was met natte zeilen belegd en werd zoodoende
gered.
Een artillerist is bij de ramp omgekomen en een offi
cier zwaar gewond. Bij de dynamiet-ontploffing bekwamen
verscheiden spuitgasten min of meer belangrijke wonden.
De Koning dankte, door middel van een open brief, allen
die tot het redden der behouden gebleven kunstschatten
hebben medegewerkt. Daar de zalen van den Rijksdag
vernield zijn, zal de opening van dit lichaam waarschijnlijk
twee maanden worden uitgesteld. De verbrande vleugel
was voor 1,800,000 kronen bij binnenlandsche maatschap
pijen verzekerd. Het hoofdgebouw was niet verzekerd.
De troonrede, waarmede de Koning van Denemarken
gisteren in de feestzaal der Universiteit de zitting van den
Rijksdag opende, maakt gewag van het verbranden van het
slot Christiaansburg, hetwelk den volksvertegenwoordigers