HELDERSUHE
EN NIEUWEIMEPER COURANT.
Bieaws- en Advertentieblad yoor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°.138.
Zondag 16 November.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER Oz.
NADIA'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
9 franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad vertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
BI nneniaii o.
De uitslag der verkiezingen, nu Middelburg (aldaar
werd gekozen de heer rar. L. W. C. Keuchenius anti-rev.)
en Alkmaar bekend zijn is als volgt: Gekozen zijn:
42 liberalen; 22 anti-revolutionairen, 19 katholieken en
3 conservatieven.
De Kamer bestaat dus uit 44 anti-liberalen en 42
liberalen.
Jl. Donderdag morgen is besloten lot liquidatie der
Zuid-Afrikaansche Handelmaatschappij.
De leening voor den Transvaalschen Spoorweg heeft
niet aan de verwachting beantwoorddientengevolge heeft
de commissie haar verdere bemoeiingen, gestaakt en de reeds
ingeschreven gelden van de hand gewezen. Een recht
treurig feit voorzeker.
De deelnemingen hebben slechts eene som van f2,228,700
bedragen.
Baldadige handen hebben, waarschijnlijk in den nacht
van jl. Zondag op Maandag, de gansche verzameling voor
werpen, die gebruikt worden bij het schoolonderwijs in de
infanterie-kazerne te Haarlem, vernield. Alle boeken, waar
onder tamelijk kostbare, lagen uit den band en bij losse
bladen hier en daar verspreid, 3 wandkaarten geheel aan
flarden gescheurd, een 50tal leien ingetrapt, schoolschriften
en zelfs alle penhouders in stukken. Ten overvloede waren
de gaslichten zoodanig verdraaid, dat die niet zonder gevaar
voor breken konden worden rechtgezet. Om deze wandaad
te bedrijven, heeft men het deurslot van het lokaal en het
slot der kast, waarin de verschillende voorwerpen geborgen
waren, met geweld moeten verbreken. De dader of daders
zijn vooralsnog niet bekend.
De statistiek van het gevangeniswezen over 1883
wijst o. a. de volgende cijfers aan:
De algemeene gevangenisbevolking bedroeg 72,499, zijnde
8,154 meer dan in 1882; gemiddeld waren er in alle straf
inrichtingen aanwezig 3,705.
Overleden zijn 40 gevangenen of 0.16 pCt. der geheele
bevolking; onder de overledenen waren twee zelfmoorde
naars. Zes gevangenen werden naar een krankzinnigen
gesticht overgebracht.
Gijzeling voor schulden werd op.... 170 gevangenen
toegepast.
Het onderhoud der gevangenen bedroeg f 8311 minder
dan in 1882, per hoofd beliepen zij ongeveer 66£ cent
daags.
De verhouding van het aantal vei'oordeelden tot de
bevolking van het Rijk was 0.35 pCt.
Het aantal der vrouwen op 100 mannen bedroeg 1.28.
28)
Naar het Fransch van Henbi Gréville.
{Vervolg.)
De dagen begonnen merkbaar te lengen; men behoefde
gedurende het middagmaal het licht niet meer op te steken, en
hoewel de maand April, zooals altijd in Rusland, de maand
der scherpe winden en stofwolken was, stemden die lange,
zonnige dagen en de blauwe hemel onwillekeurig de harten
vrpolijker.
Pierre kwam eens op een dag, als naar gewoonte, tegen zes
uur de Nevsky door, om, na een ingespannen arbeid in de
bibliotheek, naar het hospitaal terug te keeren. Hij liep met een
veerkrachtigen, vroolyken tred, die geheel in overeenkomst was
met zijn opgewekte stemming. Daar zag hij eensklaps op eenigen
aisland Nikolaas Stepline aankomen. Pierre wilde hem uit den
weg gaan, maar zijn kameraad ging pal voor hem staan, zoodat
hij hem niet kon ontloopon. Zij groetten beidon zonder elkaar
de hand te geven. Pierre was wat verlegen, de andere wist van
geen blikken of blozen. Er kwamen op dat oogenblik weinig
menschcn voorby.
Hoe gaat het? vroeg Korzof beleefd. In zijn hart verachtte
hij zijn ouden vriend, maar de welvoegelijkheid eischte dat hij dit
voor hem verborgen hield.
Het gaat mij goed, antwoordde Nikolaas doodbedaard.
Nu, ik móet zeggen, dat gij aristocraten, mannen van uw woord
zijt
Pierre kreeg een gevoel alsof men hem een zweepslag in het
gezicht had gegeven.
En gij, lompe boeren, zeide hij uit de hoogte, toont al zeer
weinig gevoel van eer te bezitten.
Ik? wel ik heb mij niets te verwijten, uw zuster had mij
beloofd....
Ik verbied u den naam van mijn zuster uit te spreken,
verstaat gij? riep Pierre buiten zichzelf van drift. Mijn zuster
is een oprecht, edel kind; gij zijt een ellendeling, die voor haar
niets gevoelt, maar enkel en alleen op haar geld geaasd hebt.
Gij zijt een valsche broeder, mompelde Stepline tusschen
de tanden, een valsche broeder die zijn beginselen ontrouw
wordt....
Pierre zag hem met een minachtende blik aan en zcide toen kalm
maar uit de hoogte:
Dat is gelogen. Gij hebt mij willen overhalen tot ik weet
niet welke principes, die gij zelf niet in staat zijt te begrijpen.
Er zijn menschcn die er aan gelooven, die er voor willen sterven
zy offeren zich voor hunne denkbeelden op, onverschillig of deze
vahch of waar zijn; maar daartoe behoort gij niet. Gij hebt
misbruik gemaakt van onze vriendschap, om u bij ons in te
dringen, om het hoofd op hol tc brengen van een arm kind,
wier edelmoedige denkbeelden u goed te stade kwamen en uwe
hebzuchtige plannen in de hand werkten. Gij zijt een ellendeling.
Indien wy arm geweest waren, zoudt gij geen vriendschap met
Naar hun leeftijd zijn de gevangenen in de strafgevan
genissen, cellulaire gevangenissen, huizen van verzekering
en huizen van arrest te verdeelen in: beneden 16 jaren
584, van 16 tot 25 jaren 4817, van 25 tot 40 jaren 5463
en boven 40 jaren 4124.
Onder de 14,988 veroordeelden tot principale gevange
nisstraf waren 1158 militairen.
De verhouding van het getal recidivisten (vroeger ver
oordeelden) tot het aantal veroordeelden was voor zwaardere
straffen gemiddeld 5.8, voor lichtere gemiddeld 24.5 pCt.
Van de 14,988 veroordeelden, die in de strafgevange
nissen, cellulaire gevangenissen, huizen van verzekering en
huizen van arrest aanwezig zijn geweest, konden lezen
noch schrijven 4034, dat is 26.96 pCt.
Van de 5581 tot het onderwijs toegelatenen konden hij
hun ontslag of op het einde des jaarsgoed lezen en
schrijven 2831, gebrekkig 2272, niet 478. Door 11,595
gevangenen is aan den arbeid deelgenomen. Het arbeids
loon bedroeg, na aftrek van het Rijksaandeel, f 54,372,16.
Voor huisdiensten werd aan de gevangenen f 9974.44
uitbetaald.
Het gaat den veehouders in De Beemster niet zoo
voordeelig als zij in de laatste jaren gewoon waren. De
kaas was het geheele jaar laag in prijs. Hebben zij zich
in het voorjaar magere koeien tegen hooge sommen aan
geschaft, nu zijn de vette minder duur. Ook de wol
heeft minder waarde. Daarenboven was er ten gevolge
van de langdurige droogte, in het midden van den zomer
geen overvloed van gras. Maar zullen de boeren dit wel
te boven komen, erger ziet het er uit voor den boeren
arbeidersstand.
Er is geen werk. Velen, die gewoon zijn op het land
hun brood te verdienen, nemen nu allerlei koopmanschap
ter hand. De een vent met fabrieksbrood uit Amsterdam,
een ander met visch, velen met manufacturen. In allen
gevalle is dat beter dan aalmoezen te ontvangen, en de
gegoede inwoners van den polder moeten zich maar troosten
met de gedachte dat zij door die half gedwongen, half
vrijwillige annkoopen eene weldaad bewijzen en armoede
helpen voorkomen.
Het Gerechtshof te 's Hage deed jl. Donderdag uit
spraak in de zaak van W. F. J. Roos, carouselhouder
aldaar, en heeft hem, met verwerping der beweerde provo
catie, wegens moedwilligen doodslag, voorafgegaan door
verwonding, veroordeeld tot 8 jaren tuchthuisstraf.
Jl. Donderdag tegen het vallen van den avond heeft
een ontaarde moeder haar beide kinderen, van 6 en 10
jaar, bij een logement in den Duivelshoek te Amsterdam
ons gesloten hebben. Gij zijt een valsche broeder en ik erken u
niet meer als mijn vriend.
Zeer goed, antwoordde Stepline, zich omkeerende, om
heen tc gaan. Pierre hield hem bij de mouw van zijn jas terug.
Houd u op een behoorlijken afstand, zeide hij, en wacht
er u voor mij in den weg te loopenik heb nog een oude schuld
met u te verrekenen. Het is al verscheiden jaren geleden, dat
gij mij zonder eenige aanleiding hebt geslagen, enkel uit de
zucht om kwaad te doen; ik heb u dien stokslag nooit terug
gegeven.... Vertoon o niet op mijn weg, want dan zou ik u
tegelijker tijd de oude beleediging cn de nieuwe terugbetalen
Stepline wierp hem een nijdigen blik toe. Ware het in den
nacht geweest, op een eenzame plaats, dan zou Pierre misschien
dien onvoorzichtige» uitval duur geboet hebben; maar de zon
wierp haar gouden stralen op het plaveisel, eenige rijtuigen reden
door de straat, de winkels waren open; een politie-agent, stond,
met de handen op den rug, te kijken naar twee honden, die
samen speelden...
Vaarwel, zei Stépline, terwijl hij zijn ouden vriend den
rug toekeerde. Pierre liep met versnelden pas naar het hospitaal.
Op den drempel kwam hij Volodia tegen, die ook in huis wilde
gaan.
Ik heb daar juist Stépline zijn afscheid gegeven, zeide hij
en zyn oogen schitterden nog van verontwaardiging.
Zoo, antwoordde Volodia, terwijl een lichte blos zijn wangen
kleurde; dat is dan gelukkig zonder vechtpartij afgeloopen?
Ik heb hem doodeenvoudig eens ter dege de waarheid
gezegd. O, beste vriend, dat heeft mij zoo opgelucht!
Zij liepen samen door de groote poort, die zich voor alle
ellende opende; zij traden die woning binnen, welke Nadia en
Dmitri, gedreven door een gevoel van edelmoedigheid en zelfver
loochening, daar gebouwd hadden en eensklaps gevoelde Pierre zich
door eerbied getroffen.
En is het werkelijk mijn vader, die dat alles tot stand
heeft gebracht, zeide hij tot Volodia, zacht sprekend alsof zij in
een kerk waren.
Ja, uw vader, en dit is nog slechts het zichtbaar bewijs
van zyn werk, maar zijn werk zelf is nog veel grootscher
en duurzamer. Deze muren zullen eens instorten, mijn beste
vriend, want alles moet éénmaal voor den tand des tijds zwichten
onvergankelijk is echter het goede dat wij doen, het licht van
plicht en zelfverloochening, in de harten uitgestort. Dat is het,
wat blijft voortleven tot in eeuwigheid. De naam uwer ouders
zal reeds lang vergeten zijn, Pierre, wanneer het onsterfelijk
zaad van dankbaarheid en liefde, uitgestrooid in dc harten van
hen, die hun weldadigen invloed ondervonden hebben, voor eeuwig
kostbare vruchten dragen zal. Ik zelf heb alles aan hun te danken
wat er goed en edel is in mijn ziel.
Het avondlicht viel door het raam boven de deur in het portaal
waar zij waren blijven staan. De groote trap achter hen was in
het duister gehuld.
Zie Pierre, dat is nu het beeld van het leven, hernam de
1 jonge man; aan de eene zijde is alles donker als wy het verge
aan de deur gezet en zich daarop ijlings verwijderd. In
een daarna gezonden briefje gaf zij den wensch te kennen,
dat de kinderen onder de hoede der politie werden gesteld,
wat dan ook gebeurd is. (Amst. Crt.)
De heer D. H. Recter, anti-revolutionair, raadslid en
kruidenier te Veenendaal, diende, zooals indertijd werd
medegedeeld, den 14 October 11. een klacht in tegen een
verslaggever in genoemd dorp, omdat deze in een raads-
verslag had geschreven: „D. H. Recter zegt: kermis moet
er zijn, ik heb er zelf te veel voordeel bij, hoe meer
rommel op dien dag, hoe beter, dan komen er wat meer
buitenlui daar wat aanzit" enz. Recter ontkende te hebben
gezegd: „Ik heb er zelf te veel voordeel bij." De Arnhem-
sche justitie heeft echter thans te kennen gegeven dat er
geen termen tot vervolging bestonden.
Jl. Zaterdag avond vond de familie Boom te Meppel,
ongerust over het lange wegblijven der meid, in de keuken
op tafel een papiertje, waarop geschreven stond, dat zij
maar bij R. D., haar vrijer, moesten informeeren waar zij
was. Daar gekomen, werd den heer B. gezegd, dat aldaar
twee brieven waren ontvangen, een aan de ouders van
haar vrijer, waarin zij haar dank betuigde voor de vriend
schap bijna 4 jaren ten hunne huize genoten, doch nu de
zoon de trouwbelofte had verbroken, was zij levensmoede
en kwam bij haar de wensch op, hoewel zij wist dit niet
te mogen doen, om een einde aan haar leven te maken.
In den tweeden brief aan haar vrijer gericht, schreef zij
zich te willen gaan verdrinken, met aanwijzing der plaats
waar zij te vinden zou zijn. Werkelijk werd de ongelukkige
na lang zoeken in de waterleiding achter het huis van den
heer B. gevonden. De beklagenswaardige meid, die bij het
gezin van den heer B. zeer gezien was en trouw haar
plicht vervulde, werd levenloos opgehaald.
Omtre;it de schipbreuk van de logger Maartje deelt
men aan de Haarl. Crt. uit Vlaardingen dd. 12 dezer
nog de volgende bijzonderheden mede:
„In beklagenswaardigen toestand kwamen heden de twee
overgebleven matrozen van het loggerschip Maartje, dat,
zooals reeds kortelïjk is gemeld, in de Noordzee vergaan
is, hier aan. Het waren Jacob de Goede, hier tehuis
behoorende, en de Duitscher Franz Bonge, uit Lohne, in
Oldenburg. Hun verhaal van de schipbreuk luidt als
volgt: Den 28sten October waren zij kruisende in de
Noordzee en was het weder zeer ruw en de zee hoog.
Door eene zware stortzee werd des namiddags te 2 uur
het schip plotseling op zijde geworpen en bleef het onge
veer 10 minuten in dien toestand ten speelbal van de
golven, waarna het weder recht kwam te liggen. Van de
lijken met het licht van het geluk, dat ons verblindt; wanneer
wij ons voorgesteld hebben eenig geluk te bereiken, wanneer
de vervoering der deugd ons met haar vlam verlicht heeft, en
wij eenige oogenblikken later in het gewone leven terugkeeren
dan gevoelen wij ons teleurgesteld en ontnuchterd, want het leven
is vol zorg en strijd. Langzamerhand echter geraken wy er
aan gewend en beginnen licht te zien in de duisternis; het is
hetzelfde licht dat overal doordringt; met dit onderscheid, dat
het niet als een straal komt binnenvallen, die licht geeft en
warmte, maar langzaam doordringt, alsof het door een zeef loopt.
Men kan helaas niet altijd in het volle zonlicht levenGelukkig
zij, die tevreden zijn met het kalme licht, waarbij men werken
en zijn plicht vervullen kan! Is niet de vervulling van onze
plicht het doel van ons bestaan en het middel om gelukkig te
worden
Zy liepen langzaam de trap op cn bleven een oogenblik staan
voor een groot raam aan de noordzijde, dat het bordes een kalm
licht gaf. Hier drukte Pierre met kracht en innigheid Volodia
de hand en fluisterde hij
Mijn broeder!
Op do bovenstaande trap vertoonde zich de liefelijke gestalte
van Sophie. Zij had hunne stemmen gehoord en begreep niet
waarom zij zoo lang bleven praten. Juist wilde zij hen tegemoet
gaan, toen zij eensklaps hevig ontroerd staan bleef.
Toen Piere zijn vriend met teederheid de hand drukte, voelde
zij haar hart in haar boezem van vreugde sneller kloppen. De
woorden van Volodia waren tot in haar ziel doorgedrongen: ja,
deze jonge man was hun broeder geweest, de oudste broeder,
die nu eens goeden raad schenkt, dan weer moed inspreekt en
somtijds vermaningen geeft. Hoe menigmaal had zij niet, terwijl
zij in verzet kwam tegen de welverdiende berisping van den
jongen zcdemecster, zich zelf bekend, dat hij gelijk had en dat
niets dan zuivere belangstelling hem die woorden deed spreken
Heb je staan luisteren? vroeg Pierre, toen hij zijn zuster
zag staan.
Ja, zeide zij, terwijl zij Volodia aanzag.
Heb je verstaan wat hij zeide?
Ja.
Pierre zag Sophie aan en drukte haar de hand. Hij was nog
te zeer aangedaan, om veel te kunnen spreken.
Toen zij in de eetzaal kwamen, begroette Nadia hen met het
zacht verwijt:
Wat komt gij laat, kinderen
Wij hebben onzen tijd niet nutteloos laten voorbijgaan,
beste mama, antwoordde Pierre, en hij drukte een kus op haar
hand.
Het scheen alsof er een adem van vreugde en geluk over hen
hcensweefdesedert den dood van den vader had dit gezin zich
nimmer zoo innig verbonden gevoeld als nu. Voor het eerst
begreep Nadia, toen zij die vier hoofden overzag, welke onder
hare hoede waren gesteld, dat zij, in weerwil van haar eeuwigen
rouw, nog gelukkig kon zijn.
(Slot volgt.)