nrUïnUT BOEKEN, welte door Oma's tn yer-
DDniUIll. schillende daghladen voor raderen
worden aangeboden, kunnen door
DE CONCURRENT.
Weststraat, L 87. Weststraat, L 88.
Spèoialltelt in
ülNDlRSPliLlOEl
A. S. MANHBIM,
Voor f 10.
6 flesschen zuivere BORDEAUX WIJN,
3 MADERA,
3 COGNAC,
PERSONEN
AMSTERDAMSCHE COURANT.
QUINA LAROCHE,
KRAEPELIEN HOLM.
PILLEN
tegen dezelfde
prijzen franco itlmil worden.
BERKHOUT C.
Do nieuwste
Ontdekkingsreizen in Afrika, Reintj'e de Vos, Zeil- en
Roeiwedstrijd, Parforce-Jacbt, De Haas en de Egel,
Wedrenners, Tramwavspel, Reis om de Wereld,
Oorlogsspel, De Dierentuin, Wedrenspel,
en eene ruime keuze Schaak-, Dam-,
Triktrak-, Domino-, Boerenschroom,
Lotto-, Klok- en Hamer en Bclege-
ringsspellen, enz. enz.
Alles tegen de bekende lage prijzen.
8
Makelaar, Loodsgracht, Helder
beveelt zich aan tot het HOOPES en VERK«OPE> van
alle ROERENDE an ONROERENDE GOEDEREN.
HANDELSDRUKKERIJ.
JVÜolenplein. 163.
AFLEVERING VAN ALLE SOORTEN BOEK
EN STEENDRUKWERK GESCHIEDT
SPOEDIG NET UITGEVOERD EN TEGEN
DE LAAGSTE PRIJZEN.
wordt onder rembours afgezonden een mandje inhoudende:
door J. WONDER,
WIJNHANDELAAR te HOORN.
Voor franco terugzending van het ledige goed wordt
70 cents terugbetaald.
Flinke
Solide
uit alle «tanden kannen zicli zeer ruime
verdienste verzekeren door den verkoop van
Winst-Aandeelen.
Franco oflfrrtcn ouder letter G 2.
NMG9I V4\ DITT14R. Amsterdam.
ruime I
>p van I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen.
De Amstcrdamsche Courant zal na nauwgezette
keuze de belangrijkste en belangwekkendste gebeurtenissen
van den dag mededeelen.
De Anisterdamsclic Courant is bet goedkoopste
Dagblad van Nederland. Voor Amsterdam per
3 maanden 1.50, franco per post f 1.80.
Niemand kan door den prijs worden afgeschrikt onze
Courant iederen dag alleen of met een vriend gesamenlijk
te ontvangen.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Bureau: O. Z. Voorburgwal 280, over het Stüdhni*.
Apothekers te Zeist,.
Opwekkend, versterkend,
koortsverdrijvend.
Ijzerhoudende Quina-Laroche bij bloedarmoede, etc.
Depót bij de Heeren Apothekers: te Helder
L. JELGERSMA; Alkmaar, A. CONIJN Az.;
Schagen, W. A. HAZEUen verder bij de meeste
Apothekers verkrijgbaar in flesschen 1.90 en ƒ1.
Verzekering van gezondheid. Het voornaamste doel van al de
voorbehoedende geneesmiddelen onder welk getal de medicamenten
van Holloway eene voorname plaats bekleeden, is de circulatie
des bloeds voor iedere ongeregeldheid en onzuiverheid te bewaren.
Er is geen tijd waarin die voorbehoedende middelen zoo noodig
zijn, dan in de maanden November en December, als wanneer
de nevelachtige en koude lucht den grond legt van zoo menige
keel en borstziekte. De zalf moet tweemaal daags goed inge
wreven worden dicht bij de aangedane plaats, om in het vel te
kunnen dringen ten einde de opeenhooping van kwade vochten
te verstrooien. In geval van mazelen, roodvonk en ontsteking
aan de long zal de zalf, geholpen door de pillen, eene goede uit
komst opleveren, door de ziekte te verdrijven en de levensorganen
op te wekken.
Doosjes PILLEN en Potjes ZALF
f 0.80, f 1.85, f 3.—, f 6.75, f 13.50 en f 20.50.
Ze worden verkocht bij de Apothekers.
Voor den verkoop in het groot ver voege men zich
Professor Holloway, 533, Oxford-Street, Londen.
Op de rol, vau de civiele rechtbank te Philadelphia,
zoo lezen wij o. a. in een Ainerikaanschen brief aan het
Vaderland, komt voor de eisch tot echtscheiding van
Melissa Emelia Evans, veertienjarige echtgenoote van den
zeventienjarigen Smith R. Rhodes.
In Juli van dit jaar gehuwd, werd deze eisch in de
afgeloopen maand, dus na een kwartaal ongeveer, ingesteld.
Zekere predikant Bender, van een der Duitsch-Luthersche
kerken in Philadelphia, huwde deze kinderen, waarvan hij
als naar gewoonte niets wist dan dat de trouwlustige
jongen verklaarde, dat hij en het meisje zijner keuze den
wettigen leeftijd bereikt hadden om in het huwelijksbootje
te worden opgenomen.
Dit was den Reverend voldoende, om met het gezag
dat de wet hem als zoodanig verleent deze jeugdige aspi
ranten voor huwelijkstrouw in den echt te vereenigen.
Meen nu niet dat er tusschen Juli en October een
bloedig drama is voorgevallen, dat den eisch tot ontbinding
na zoo korte vereeniging noodzakelijk maakt. Och neen,
't is alles kinderspel, zoowel de vereeniging als de ont
binding. In den loop van het geding gevraagd wat ter
wereld de eischende gade had bewogen om op dien leeftijd
te gaan trouwen, was haar antwoord, dat ze altijd zooveel
bananen van hem kreeg en zoo prettig met hem speelde
en stoeide, maar dat nu de bananen wegbleven en als ze
stoeiden, hij haar veel harder kneep dan vroeger; daarom
wilde ze niet langer met hem samenwonen.
Dit eenvoudige feit geeft een trouw beeld van den ernst
van den wetgever en het publiek met betrekking tot het
huwelijk in de Unie.
Inderdaad men kan de uitnemend vrijgevige wetten der
Unie niet genoeg zegenen, wanneer men, door den lust
om altijd volop bananen te eten verleid tot de verpanding
van ontijdige huwelijkstrouw, in de gelegenheid is dat
pand gemakkelijk te kunnen inlossen.
Of zou men wenschen dat deze kinderen eerst tot de
gebruikelijke revolvers hun toevlucht moesten nemen, al
vorens de band, door een beminnelijk toegevenden Reverend
in een oogenblik gelegd, eerst na een paar jaren tobben
kon worden verbroken?
Neen, bij zulke huwelijkswetten passen zulke scheidings-
wetten, zooals sommige advocaten in Chicago adverteeren
„in 24 uren met inachtneming der betamelijkheid en zorg
vuldige bewaring van het toevertrouwde geheim." Ik
hoop dan ook hartelijk, dat onze „moralisten," die zoo
akelig afgeven op deze beminnelijke scheidingswetten, nog
in langen tijd geen gewonnen spel zullen hebben met de
afschaffing of strenge restrictie daarvan, althans zoolang
14jarigen in de gelegenheid kunnen komen daartoe hun
toevlucht te moeten nemen, 't Is zonderling hoe sommige
menschen, die het zoowel meenen met de maatschappij,
hun goede bedoelingen in zoo averechtsche wegen kunnen
laten wandelen. Want niemand kan toch betwijfelen, dat
het belang der samenleving veeleer geschaad dan gebaat
wordt, wanneer men hij weinig of geen wet op het huwelijk
daarvan een onontbindbare overeenkomst maakt. Wanneer
een meisje van 14 met een jongen van 17 jaar, zonder
voorkennis van ouders of voogden en zonder eenige andere
formaliteit dan hun eigen verklaring door een geestelijke,
die hen evenmin kent als zij hem, in den echt vereenigd
kan worden, dan is het eenvoudig ongerijmd de scheiding
moeilijk, of zooals sommigen willen onmogelijk te maken.
De Amsterdamsche Crt. behelst de volgende particuliere
correspondentie uit Parijs:
Het Journal officiel bevatte dezer dagen de officiëele
statistiek der bevolking in Frankrijk, gedurende 1883.
Daaruit blijkt dat er 937,944 geboorten werden aangegeven,
waarvan 74,213 onechte kinderen zijn. De bevolking nam
dus met 96,843 toe, tegen 97,027 in 1883.
Voor een gewoon Parijzenaar, die in statistische cijfers
niets bijzonders ziet, heeft dit resultaat weinig of geen
belang. Hij vindt dat de toestand zoo wat dezelfde blijft
en Frankrijk vooreerst nog niet tot het pré-historische
tijdvak zal behooren. Iemand, die nadenkt echter, maakt
zich en niet zonder rede bezorgd. Te ontkennen valt het
toch niet, dat Frankrijk met zijn bevolking hard achter
uitgaat en ondanks het groot getal huwelijken, hetwelk
jaarlijks tot stand komt dit bedroeg in 't afgeloopen
jaar alleen reeds 284,519 niet in verhouding tot andere
rijken voor zijn toekomst arbeidt. Immers, wanneer slechts
34 pCt. der gesloten huwelijken blijkt vruchtbaar te zijn
we tellen de onechte geboorten niet rneê is 't dui
delijk dat there is something rotten in the State, m. a. w.
dat er oorzaken moeten bestaan, die tot de ontvolking van
't land bijdragen, misschien wel de toekomst in gevaar
brengen.
Opnieuw is dan ook de aandacht der wetenschap op deze
zonderlinge uitkomst gevestigd, en wordt er van Regeerings-
wege een onderzoek ingesteld naar de mogelijke oorzaken
en de middelen, die deze eventueel zouden kunnen ver
ijdelen. Te meer werd dit noodig, omdat het getal dood
geborenen 't tamelijk hooge cijfer van 43,747 bedraagt, wat
onwillekeurig de gedachte doet ontstaan, dat ook kwade
praktijken hier in Frankrijk alles behalve iets zeldzaams,
trouwens de hand in 't spel hebben.
Onder die „kwade praktijken" duid ik u in de eerste
plaats aan de welbekende bureaux de nourrices, die zoo
weelderig in de groote steden voortteelen als de champignons
op een vochtigen grond.
Ge weet misschien niet wat die bureaux eigenlijk betee-
kenen? Luister, 't Zijn systematische instellingen, waar
men tegen betaling van een godspenning zich van minnen
of voedsters kan voorzien, naar eiken prijs en keur, evenals
in den trant der huur en verhuurkantoren van dienstboden.
Die bureaux houden er hunne agenten op na, die voort
durend 't land bereizen, om jonge boerenvrouwtjes, die
haar eigen kinderen gespeend hebben, te huren op de volgende
voorwaarden: De vrouwen worden naar de stad gebracht,
gehuisvest en gevoed totdat zij voedsterlingen vinden, en
dan behoeven zij slechts het loon der eerste maand aan de
inrichting af te staan. Ge ziet, het systeem is allereen
voudigst, maar nu moet men 't ook in de praktijk gadeslaan.
En daarvoor ga ik u de geschiedenis vertellen van Manon
Pitou. Gij hadt haar eens moeten zien toe zij te Parijs
kwam met haar prachtig blauwe oogen, tanden wit als melk
en haar net geplooid mutsje op de blonde lokken een
model-exemplaar eener Bourgondische vrouw. Zij was met
een troepje andere rooskleurige vrouwen, onder leiding van
den heer Babillard, een der agenten van een Parijsch bureau
de nourricesnaar de groote stad gereisd en was nog geen
hal ven dag in Parijs of ze slaagde. Een eerlijke schoor
steenveger, juist met een stamhouder gezegend, zag haar
en 't certificaat van den dokter was niet eens noodig, om
hem te overtuigen dat zij blakend was van gezondheid.
Hij gaf den godspenning en teekende een contract voor
30 francs per maand. Toen nam hij zijn koopje mede naar
huis een woning op de zesde verdieping. Zijn vrouw,
een hloemenwerkster, was een dier duizende volksvrouwen,
die zich onmogelijk de weelde kunnen veroorloven hun
kinderen zelf te zoogen. Maar Manon won al dadelijk de
genegenheid der jeugdige moeder. Een flink bundeltje
kindergoed werd haar ter hand gesteld, zoo ook de noodige
suiker en zeep en haar een nieuw kleedje beloofd, zoodra
de kleine zijn eerste tand zou hebben. Toen werd de min
naar 't station teruggebracht, waar onze agent voor de
noodige plaatskaartjes zorgde, want alles gaat volgens
systeem, ziet ge, en keerde onze schoorsteenveger, die de
voedster van zijn kleine ook had begeleid, verheugd terug
bij zijn vrouw, overtuigd dat zijn spruit 't uitsluitend genot
zou hebben van zulk een degelijke min.
Den volgenden dag reist Manon Pitou echter alleen naar
Parijs en biedt zich op een ander bureau de nourrices aan.
Zij komt van dit tweede uitstapje terug met een jongen
lantaarnopsteker en de gewone cadeaux. In Lyon weet
zij de spruit van een wever, in Besan9on die van een
pasteibakker en te St.-Etienne een klein smedertje op te
loopen. Zij heeft dus nu al vijf kinderen te voeden, die
haar 150 francs 's maands opleveren. Dit was echter
Manon niet genoeg nog. Zij maakte nogmaals contract
met een agent en slaagde er ditmaal in het ziekelijke
wormpje te bemachtigen van een jonggetrouwden parfumerie
handelaar, die pas op de boulevard een winkel had opgezet.
Hier bedong zij 50 francs 's maands, en werd door heel
de famielje overstelpt van attenties en kleine zorgen.
Op 't land vinden wij nu zes zuigelingen bijeen en Manon
als een zorgende kloekhen over hen wakende. De kleintjes
worden door haar goed gevoed, gewasschen en met stuif-
poeder bestrooid in één woord, de kindertjes hebben
een koningsleven. Niet precies.
Pitou is wijnbouwer en heeft een hutje in drie vertrekken
verdeeld: een voor hem, zijn vrouw en twee kinderen, 't
tweede dient voor keuken, een soort van algemeen vertrek,
waar ook Pitou's moeder slaapt en 't derde is een schuurtje,
waar gereedschappen en ouden rommel wordt bewaard. In
een ledikant in het laatste vertrek liggen de zes kinderen
opeengepakt, drie aan 't hoofd, drie aan 't voeteneinde.
Zuigflesschen zijn niet in gebruik, die kosten te duur. Nu
en dan komt de moeder van Pitou met een pot melk, die
eigenlijk al eenige malen met de pomp heeft kennis gemaakt,
en een rietje en laat elk der kinderen een poosje zuigen,
dan worden zes dotten in de melk gedoopt en elk der
stakkertjes krijgt er een in den mond. Die oude vrouw
wordt ook veronderstelt zorg te dragen voor de zindelijk
heid der kleintjes, doch daar zij in den regel de handen
te vol heeft met andere bezigheden, begrijpt men licht
dat daar niet veel tijd voor over blijft en kan men zich
een denkbeeld vormen hoe 't komt, dat die zes slachtoffers
al heel spoedig bedekt worden met uitslag, uit vervuiling
ontstaan, doch dat men verzachtenderwijs aan 't tanden
krijgen toeschrijft.
Maar is er dan niemand in 't dorp die over zulke
schandalen den mond open doet? Wel neen, de Fransche
boer beschouwt als een regel den stedeling voor iemand,
dien hij zonder eenige toegevendheid mag exploiteeren en
ieder doet dit op zijn manier, zoodat nooit de een den ander
zal verklappen. En de maire? Dit is zijn zaak niet-. De
curé? Trekt er zich niets van aan.
Maar de agenten der bureaux de nourrices dor
immers inspectie? Zeker, maar Manon weet te .reu
wanneer deze komt; dan staat zij met het kind van den
schoorsteenveger, netjes opgetooid, voor hare deur; de
inspecteerende agent heeft volstrekt geen achterdocht, drinkt
met vader Pitou een glas wijn en vervolgt zijn reif
En het gouvernement? De vraag is al dikwijls ter sprake
gebracht om de bureaux de nourrices onder staatstoezicht
te plaatsen, doch de Regeering heeft tot dusver de zaak
niet ernstig aangedurft. Moest toezicht worden toegepast
en voor minnen, die dicht bij Parijs wonen, ware dit moge
lijk misschien, de toestand zou dan slechts in zoover zich
wijzigen dat de voedsters drie en viermaal duurder werden,
waarmede natuurlijk de lagere klassen al heel slecht zouden
gebaat zijn.
Nu nog even 't lot der zes ongelukkigen. De jonge
pasteibakker gaf den strijd 't eerst op. Ook de kleine
smid en de lantaarnopsteker hadden al spoedig genoeg van
deze vreemde wereld. Daarna marcheerde de wever af;
toen kwam eindelijk de beurt aan de spruit van den par
fumeriehandelaar. De schoorsteenveger alleen scheen koppig
genoeg om betere tijden af te wachten. Nauw was echter
de parfumeur gestorven of Manon ontving een zenuwachtigen
brief van de moeder, meldende dat haar een erfenis te deel
was gevallen en zij nu voortaan haar kindje bij zich wilde
hebben. Een mooi cadeau voor de voedster en de kosten
voor de terugreis naar Parijs, 1ste klasse, waren er bijge
voegd. Denk niet dat Manon nu verlegen was. De vol
maakte min weet ook in zoo'n geval raad. Sterft een
harer slachtoffers, dan wordt steeds de naam van 't armste
kind in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven:
de rijkste ouders verliezen de hunne steeds 't laatst. Zoo
ook nu Manon bracht de spruit van den schoorsteen
veger bij den parfumeur; mama herkende hem dadelijk en
daar de eerste tand juist was doorgebroken, leverde zijn
uitslag geen punt van bezwaar op. Manon werd andermaal
met geschenken overladen, en de arme schoorsteenveger en
zijn vrouw? Zij konden heete tranen schreien over't verlies
van hun lieveling, die eene andere toekomst tegemoet ging.
Ik geloof dat ik den moraal van dit geschiedenisje niet
behoef neer te schrijven: een ieder make dien voor zich-
zelven, maar dat de bureaux de nourricesbehalve nog
zooveel meer, een groot aandeel hebben aan 't feit, dat de
bevolking van Frankrijk zoo sterk vermindert, mag als
bewezen worden aangenomen. Jules Granier.
MarfcttoerloliterL
TEXEL, 18 November. Werkpaarden f 120 a 180, oude
Paarden f 40, Rijpaarden f 200 a 325, vette Koeien f 190 a 240,
Geldekoeien f 140 a 170, Melkkoeien f 180, Ossen f 110 a 180,
Stieren f 60 a 90, Kalfvaarzen f 120 a 160, Geldevaarzen f 75
a f 115, Graskalveren f 45 a 55, Rammen f 25 a 35, Fokschapen
f 20 a 24, Weideschapen f 18, éénjarige Lammeren f 12 a 15,
Biggen f 6.— a 9.50, alles per stuk; vette Varkens 26 c. per
half kilogram.
Bovenstaande prijzen werden in den commissiehandel besteed.
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.