Men schrijft ons van Texel, dd. 21 dezer:
„In den afgeloopen nacht is de boerenhofstede, toebehoorende
aan den heer T. M. Zijm, staande aan de Westen, door
eene onbekende oorzaak tot den grond afgebrand.
De bewoners van het gebouw, opgeschrikt door het
knetteren der vlammen, moesten ijlings het perceel ver*
laten en hebben bijna niets van hunnen inboedel kunnen
redden.
Door toegesnelde hulp van anderen is het mogen gelukken
zeven van de acht stuks op stal staande koebeesten door
een raam uit het brandend gebouw te redden; overigens
is alles verbrand.
Gebouw en goederen waren tegen brandschade verzekerd.'
De heer D. C. Loman, burgemeester van Texel, is,
naar men verzekert, benoemd tot vice-consul van Rusland
aldaar.
De Centrale Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict
Alkmaar hield jl. Donderdag eene vergadering in de kolf
baan van den heer C. Kos Pz. te Schagen. Kortelijk
deelden we in ons vorig nommer den uitslag der gehoudene
beraadslaging mede. Die beraadslaging werd gevoerd naar
aanleiding van een bij het Bestuur ingekomen missive van
den heer De Bryn Kops. In dien brief geeft de schrijver
te kennen, dat de benoeming tot lid der Tweede Kamer
door hem alsnog niet kan worden aangenomen. Hij wijst
op hetgeen gebeurt is in de vergadering der Centrale
Kiesvereeniging op 17 October 11., waardoor, ook nadat
de stembus heeft gesproken, zijne verkiezing het karakter
mist van overeenstemming met den wensch van de meer
derheid der liberale kiezers in dit district. Blijft het door
bedoelde vergadering aan deze verkiezing gegeven karakter
behouden, dan maakt de gekozene bezwaar zijne benoeming
te aanvaarden. In 't verdere gedeelte van zijn brief zuivert
zich de schrijver van den blaam, als zou het hem in den
laatsten tijd ontbroken hebben aan gezindheid om mede te
werken, waar het de zuivere toepassing gold van onze
liberale beginselen. Op grond van het door hem aange
voerde, wijst de schrijver aan 't slot van zijn brief de
„even kwistig uitgestrooide als onbewezen beschuldiging
van scheurmaking" af.
Nadat deze brief was voorgelezen, nam de Voorzitter
de heer mr. A. P. De Lange, het woord om de zaak te
bespreken waarover in den brief wordt gehandeld: als
einddoel der bespreking werd door den Voorzitter gewezen
op het wensehelijke eener verzekering, dat de heer Kops
nog altijd is de man, aan wien de liberale kiezers in dit
district gaarne 's lands belangen zien toevertrouwd.
Door den heer Cohen Stuart werd daarop de flinke houding
van den heer Kops verdedigd. Door dezen spreker werd
ook hulde gebracht aan 't waardig gedrag van den gekozene,
die, als men hem vertrouwen ontzegt, liever zijn mandaat
niet wenscht te aanvaarden. De heer Waller toont aan,
dat het niet mogelijk zal zijn, aan het verlangen van den
heer De Bruyn Kops geheel te voldoen. Spreker acht de
uitspraak, die bij de eerste stemming op 28 October 11.
heeft plaats gehad, voldoende voor den gekozene. Gaarne
wil spreker medewerken om b. v. te verklaren, dat deze
vergadering den heer Kops inde Kamer wel op zijne plaats acht.
In 't vervolg der discussie sluit zich de heer Van der
Hoeven aan bij den heer Waller; doet de heer Ouden
hoven uitkomen, dat eene motie wellicht niet noodig is,
doch eene eenvoudige instemming met zijne verkiezing
door den heer Kops wordt verlangdverdedigt zich de
heer Mooy, naar aanleiding van eene uitdrukking, door
den heer Cohen Stuart gebezigd, over de houding der
Heldersche Kiesvereeniging, ook tegenover het beweren
alsof hij onjuist was geweest in zijne mededeelingen ter
vorige vergadering gedaan. Laatstgenoemde spreker beval
de aanneming aan van eene motie, waarmede zich zooveel
mogelijk allen konden vereenigen. De heeren Van der
Maaten en Breebaart sloten zich in hoofdzaak bij het
gesprokene door den heer Waller aan, en nadat de heer
Cohen Stuart en de Voorzitter nog een en andermaal
hadden gerepliceerd, werd gestemd over welke der beide
motiën, die tijdens de discussie waren voorgesteld, eerst
zou worden beslist.
De eene motie werd door den Voorzitter voorgesteld
en luidde aldus:
„De Centrale Kiesvereeniging, gelezen de missive van
den heer De Bruyn Kops, gekozen afgevaardigde van
Alkmaar, dank zeggende voor de gegeven inlichtingen, is
van oordeel, dat uit den uitslag der stemming blijkt, dat
de heer De Bruyn Kops de gewenschte vertegenwoordiger
is van de groote meerderheid van de liberalen in dit
district.'
De andere motie, voorgesteld door den heer Waller,
was van dezen inhoud:
„De vergadering, van oordeel zijnde, dat de kiezers
voldoende uitspraak gedaan hebben omtrent de wensche-
lijkheid, dat de heer De Bruyn Kops weder voor ons
district zitting zal nemen, wenscht dat de heer De Bruyn
Kops zijne benoeming aanneemt."
Met 21 tegen 2U stemmen verklaarde de vergadering,
dat zij de motie-Waller 't eerstin stemming wilde gebracht
hebben. Deze motie werd ten slotte met 23 tegen 16
stemmen aangenomen.
Bij de rondvraag bekwam de heer Waller het woord
om te wijzen op de wenschelijkheid, dat er meer politiek
leven kwam in dit district, en er daartoe meerdere samen
komsten van deze Vereeniging mochten plaats hebben.
Hierna sloot de Voorzitter de vergadering.
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 20 dezer:
„De heeren G. J. Van Leeuwen en H. J. Conijn zijn
heden herkozen tot leden der Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier, terwijl de heer C. Moerbeek werd gekozen
in de plaats van den heer C. Bosman, die niet weder in
aanmerking wenschte te komen."
Bij een biljard wedstrijd te Alkmaar is de prijs toe
gekend aan K. Blom, van Langendijk, de 1ste premie aan
K. Slenters en de 2de premie aan L. Lieshout, de beide
laatsten van Alkmaar.
Volgens de Amst. Crt., is de jongste der gebroeders
Tobias, op last der Fransche Regeering, in Paraguay gear
resteerd.
Omtrent de arrestatie van Leon (den kashouder van
de firma Raphaël Co. te Amsterdam), die ruim f200.000
aan zijn patroons ontstolen heeft, verneemt het Vaderland,
dat de minister van Justitie des avonds te 6 uren het
telegram ontving, dat Leon zich te Hhvre bevond.
Onmiddellijk begaf zich de minister naar zijn ambtgenoot
van Buitenlandsche Zaken en stelde met dezen het telegram
op, waarin Leons uitlevering gevraagd werd. Dat telegram
werd door den minister daarop direct persoonlijk bezorgd
en de spoed, waarmede de minister gehandeld heeft, had
tengevolge, dat Leon gearresteerd werd één uur voordat
de boot naar Buenos-Ayres vertrok.
Leon was in het bezit van weinig contanten, het grootste
gedeelte van de ontvreemde som moet in de laatste jaren
door hem verteerd zijn. Een „dame" wachtte te Liverpool
de komst der boot met Leon af en wacht daar nog.
Men deelt aan de Amsterd. Crt. mede, dat door de
Regeering zal worden onderhandeld over het sluiten van
een uitleveringsverdrag met Griekenland, ten einde even-
tuëele gauwdieven als Pieter ook daar den pas af te snijden.
De leening voor de Nederl.-Indische Landbouw-
Maatschappij is te Amsterdam volteekend.
Jl. Woensdag is onder Overveen een droevig ongeluk
voorgevallen. Aan de zanderij in de duinen is namelijk
door eene groote afschuiving van zand een löjarige knaap,
genaamd H. Van Veis, onder het zand bedolven. Levenloos
is hij daaruit te voorschijn gebracht.
Door het Hof van Assises te Cleef is Anton Schepop
die verleden jaar met Arents nabij Raalte een moord
pleegde, wegens in Duitschland gepleegde misdrijven ter
dood veroordeeld.
In Friesland zijn twee dorpen, die kerkelijk gecom
bineerd zijn. In de kerk van 't eene dorp is slechts vier
maal dienst per jaar, waarvoor de predikant jaarlijks f 1700
krijgt; dit is per preek f 425. De overige godsdienstoefe
ningen hebben in 't andere dorp plaats, waarvoor f 2300
wordt gegeven.
De heer Schleyer heeft gediplomeerd als onderwijzeres
in de wereldtaal (ji-volapükatidel) mej. De Keijzer, onder
wijzeres op het instituut van mej. Kreukniet te Rotterdam.
Dit is het eerste geval, dat in Nederland dit diploma
aan eene dame wordt uitgereikt.
Als curiositeit deelt de Tilb. Crt. het volgende mede
„De heer Th. Kl., te Tilburg, had jl. Zondag het geluk,
den blik af, dien gij óf uit nieuwsgierigheid, óf bij toeval op
hem zult slaan. Hij schuift met zyne oogen over den grond,
om to onderzoeken of hij geen gewillig voetje vindt en u ver
schooning te vragen en een gesprek met u aan te knoopen,
als gij uw voet van zijne onbeleefde aanraking terugtrekt. Hij
schikt zijne kleeren, zet een heel vriendelijk gezicht, strijkt zich
langs de haren, trekt een handschoen uit om zijn diamanten
ring te doen bewonderen, dien hij gaarne aan uwe voeten
zal neerleggen, als gij het maar verlangt. Hij trekt zijne man
chetten op, veroorlooft zich duizend aardigheden en vleierijen,
en zou zelfs eene valsche handteekening maken, als hij u maar
kon doen begrijpen, dat hij zich gaarne in uwe schoone oogen
spiegelen zou, om den knoop van zijne das te leggen en u den
genadeslag te geven.
Maar laat ons tot het verhaal terugkeeren. Ik herkende mijn
man, zag het gebaar mijner reisgezellin en sprong overeind. Ik
weet niet hoe ik eensklaps zoo lenig was, maar het is een feit
dat ik in een oogwenk aan de overzijde van het rijtuig stond.
Hij zag mij en stond stil op de loopplank; misschien wenschte
hij in zijn hart wel zich niet zoo ver begeven te hebbenmaar
het was te laat en hij moest nu wel front maken. Ook ik was
te veel vooruitgetredenmaar ik ben nu eenmaal zoo, en er is
geen kans dat ik veranderen zal. Alle overmoed heeft mij steeds
zenuwachtig gemaakt, en die van den quasi-Engelschman, die
als derde persoon in een coupé wilde plaats nemen, welke men
opgezocht heeft om alleen te zitten, en waar er twee, die elkander
niet kennen, reeds te veel zijn, scheen mij een overmoed, een
onbeschaamdheid van de ergste soort toe, die alle andere overtrof,
en die daar voor de oogen eener vrouw op geenerlei wijze geduld
mocht worden.
Mijnheer, zeide ik tot hem met een boos gezicht en op
een strengen toon, bezet... voor u!
Wat? Hoe? mompelde hij, wien daar zoo onverwachts
een spaak in het wiel gestoken werd. Er zijn nog twee
plaatsen over... de coupé is voor vier; ik zal eens zien...
Gij hebt niets te zien, en ge gaat heen, of bij mijne ziel...
Ik zal niet heengaan; die mij bang maakt, moet nog ge
boren worden.
Terwijl hij dit zeide, had hij reeds de hand aan de kruk van
het portier geslagen, om binnen te komen. Toen bemerkte ik, j
dat er krachtig moest gehandeld worden.
Bij Godgij komt er niet inantwoordde ik op barschen,
maar trillenden toon. Gij hebt eene vrouw beleedigd, die
hierbinnen eene toevlucht voor uwe snoodc vervolging gezocht
heeft. Als gij een enkele schrede doet, zijt gij een man des
doods. (Ik had mij, zooals men begrijpt, reeds gereed gemaakt).
Als gij den conducteur wilt verzoeken, u hier in ieder geval
plaats te geven, doe dat; maar reken er op, dat het een schan
daal zal geven, en dat ik u voor het publiek ten toon zal stellen.
Mijn tegenstander stond verbluft voor dat dilemma. Ik nam
de gelegenheid waar om hem een uitkomst aan te bieden en een
einde aan den twist te maken.
Indien overigens voegde ik er bij mijne handeling
u niet aanstaat, dan zullen wij, aan welk station gij wilt, beiden
uitstappen, en ik zal u voldoening geven. Ik laat het aan uwe
keus, of gij deze op het pistool of den degen verlangt.
Goed; zeide hij met een brullende stem; ik stap te
Ancona uit, en zoo niet, dan te Grottamare. Daar heb ik een
buiten... en grond om er meer dan één te begraven.
Uitstekend! antwoordde ik grinnikend; Ancona of Grotta
mare is mij om het even. Ik heb den tijd.
Gij zult mij rekenschap geven...
Alles wat gij maar wilt.
Intusschen kwamen de conducteurs, nadat het gewoel der
reizigers opgehouden had en allen gezeten waren, de portieren
sluiten.
Wij vertrekken, heeren, wij vertrekken! en de tonen
der klok bevestigden die woorden.
De onbekende werd verzocht, de loopplank te verlaten; met
een paar oogen als van een bezetene, wierp hij nog een woedenden
blik op mij; met een gebalde vuist maakte hij nog een dreigend
gebaar, en daarna verdween hy om eene plaats te zoeken, of
waarschijnlijk om de zijne weder in te nemen, die hij kort te
voren verlaten had.
Ik verliet nu het portier, terwijl de conducteur op de loopplank
steeg, om de nieuwe bewoonster van de coupé het plaatsbiljet te
vragen. Mijne gezellin haalde hare portemonnaie te voorschijn,
en ik nam het biljet aan, om het den conducteur ter hand te
stellen. Hierdoor was ik in de gelegenheid te zien, dat de
reizigster naar Bologna, het eindstation der zuidelijke spoor
wegen, ging,
Kort daarna kondigden de stoomfluit, het knarsen der rijtuigen
en de daaropvolgende schok ons vertrek van Foggia aan.
Foggia, hoofdplaats van de Capitanata, oasis van den Tavoliere
van Fuglia, rijke verkoopster van granen, wol en ingelegde
kapper, uw vruchtbare naam en uw aangenaam aandenken zullen
mij nimmer uit het geheugen gaan!
Volgens Pandolfo Collenuccio, in het eerste boek der ge
schiedenis van het koninkrijk Napels, werd Foggia aldus genoemd
naar het groot aantal kuilen, die er als magazijnen gebruikt
worden voor de granen. Wordt vervolgd.)
vader te worden van een tweeling, en hij haastte zich,
zijn broeder deelgenoot te doen worden van zijne vreugde.
Nog had de brief zijne bestemming (Rotterdam) niet bereikt,
of de heer KI. ontving een schrijven van dien broeder,
dat ook hij vader was geworden van een tweeling, die hem
geboren waren eenige uren vóór die van den den heer KI.
Men schrijft aan de Leidsche Crt.:
„Nu regen en wind zijn gekomen, zal liet vee grooten-
deels wel naar de stal moeten gehaald worden, vooral
wanneer de regen aanhoudt, want dan is het gras spoedig
vertrapt. De koeien hebben zonder onderscheid een best
najaar in de weiden gehad, zelfs de droge koude en
nachtvorst van de vorige week deerde geen stuk vee,
en het vooruitzicht was zóó gunstig, dat menige boer zich
begon te verkneukelen op Sint-Nicolaasmelk, die in het
weiland gemolken was. De kans hiertoe is wel verkeken,
en daar zulk een geval tot de zeldzaamheden behoort,
maakt het dan ook geen streep door de rekening van den
boer, die met een welgevulden hooiberg den winter kan
afwachten."
Buitenland.
De roover, die in de maand Juli jl. den omtrek van
Wiesbaden onveilig maakte en op vier dagen vier verschil
lende personen met een geladen revolver dwong, hun geld
en kostbaarheden af te geven, is deze week veroordeeld
tot 15 jaren tuchthuisstraf. Hij had reeds meermalen
zware straffen ondergaan.
Dezer dagen werd bij het uitgaan van een theater
te Berlijn aan eene dame haar portemonnaie met 270 mark
ontrold. Zij bespeurt dat, ziet rond en meent, dat niemand
anders het gedaan kan hebben dan een oude heer, die
bedaard naar den uitgang voortstapt. Met de woorden:
„Gij hebt mij bestolen," schiet de dame op hem toe, steekt
hare hand in den zak van zijn overjas en haalt ook wer
kelijk haar eigendom te voorschijn. De man werd in
hechtenis genomen en bleek een beruchte zakkenroller te
zijn, die reeds 25 jaren in het tuchthuis had doorgebracht.
Terwijl ten onzent de verkoop van vleesch en melk
van parelzieke runderen zelden wordt belemmerd, werd
o. a. te Dresden onlangs een slachter uit Lommatzsch,
Remmann genaamd, veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf
en 3 jaar verlies van het eererecht, wegens het koopen
van eene erg paarlzieke koe en het verkoopen van het
vleesch van dat dier, hetzij versch, hetzij in den vorm
van worst. De boerin, die de koe had verkocht, kreeg 4
maanden. Vele personen, die van het slechte vleesch ge
geten hadden, bekwamen buikpijnen en diarrhee en ook
brakingen.
De heer De Lesseps is jl. Woensdag zijn 80ste jaar
ingetreden.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Met veel genoegen en instemming las ik het ingezonden stuk
van Y in uw blad, en twijfel geenszins, of de sedert jaren
bestaande gewoonte van Nieuwjaars-bedelen ware door een
drachtige samenwerking wel te overwinnen. Maar, zoo dacht
ik, wat te beginnen met nachtwachta, lantaarn-opstekers, vuilnis
ophalers, plus de heeren agenten van politie, met hun quasi-
cadeau van Enkhuizer-almanakkcn Moet dan voor die geluk-
wenschen ook een extra bedeeling uit de Nieuwjaars-penningen
geschieden En gesteld, er waren leden van diakonie-armbesturen
met de uitdeeling belast, zou dan het komische niet boven het
philantropische gaan?
Uw bestendige lezer,
Benoemingen, enz.
De kapt.-luit. ter zee G. J. Buyskes en de off. van gez. 1ste
kl. F. H. L. Roessingh van Iterson, uit West-Indië, en de luit.
ter zee 1ste kl. J. A. Vening, uit Oost-Indië teruggekeerd, zijn
op non-activiteit gesteld.
Met ingang van 1 December worden op pensioen gesteld
ter zake van in doch niet door den dienst ontBtane lichaams
gebreken de luit. ter zee lste kl. L. Dupper, ad f 1492 'sjaars;
ter zake vau in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken
de luit. ter zee A. Leijh, ad f 1300 's jaars;
Met dien datum wordt bevorderd tot luit. ter zee lste kl. de
luit. ter zee 2de kl. S. K. Sybrandi.
ter zake van in doch niet door den dienst ontstane lichaams
gebreken voor den tijd van 5 jaren de luit. ter zee 2de kl.
C. E. Hummel, ad f 875 's jaars.
De off. van gez. lste kl. der Marine Thomson, belast met
den geneeskundigen dienst bij het bataillon mariniers en in de
cellulaire gevangenis te Rotterdam, wordt overgeplaatst als
eerstaanwezend off. van gez. in de Maritieme Directie te Hclle-
voetsluis.
Aan den luit. ter zee lste kL S. T. Land en den off. van adm.
lste kl. E. H. W. Wijnmalen, beiden geplaatst aan het Kon.
Instituut voor de Marine, is vergund het cijfer van het onder-
scheidingsteeken voor langdurigen dienst als officier op 6 Dec. a. 8.
te verwisselen en te brengen op XX.
Het onderscheidingsteeken voor 15 jaren eervollen dienst als
officier bij de zeemacht is toegekend aan de luits. ter zee lste
kl. J. Wentholt en P. H. F. Volcke, gedetacheerd by den Marine-
torpedodienst en aan den off. van adm. 2de kl. J. A. Sonnenberg,
dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip alhier.
Aan den lsten stuurman v. c. dek- en onderofficieren der
Marine H. J. Karei, thans gedetacheerd bij het Loodswezen te
Vlissingen tot het doen van peilingen op de Schelde, is de zilveren
medaille uitgereikt voor 24 jaren getrouwen dienst.
Toegekend is de zilveren medaille aan den scheepskok M. De
Koning en aan den matroos lste kl. C. J. Nonnekens, en de
bronzen medaille aan den matroos 2de kl. K. B. Scholze, allen
aan boord van Zr. Ms. wachtschip alhier.
Bij koninklyk besluit is aan vrouwe H. C. S. Van Marcelis
Hartsinck, weduwe van den in de uitoefening van bevolen dienst
verrichtingen omgekomen luit. ter zee lste kl. E. Simon van
der Aa, onder intrekking van den haar bij besluit van 28 Sept.
1882 verleenden tijdelijken onderstand, met ingang van 1 Oct.
1884, ten laste van den Staat, toegekend een pensioen van f 600
's jaars.
De conducteur der artillerie 3de klasse bij de magazijnen der
artillerie alhier D. Fransdonk, is bevorderd tot conducteur der
artillerie 2de klasse, en tevens overgeplaatst bij do stapel- en
constructiemagazijnen te Delft.
Vlsontoerioliten.
Door 57 korders en beugers werden jl. Donderdag 2 tot 14
mandjes kleine schol, 1 tot 4 manden scharren, 26 tot 100
schelvisschen en 2 tot 10 kabeljauwen aangevoerd; kleine schol
werd afgeslagen tegen f 3.80 tot 4.60 per mandje, scharren tegen
f 0.70 a 0.80 per mand, schelvisschen tegen f 67 tot 49 't honderd
en kabeljauw tegen f 1.45 per stuk. De Duitsche ever HB. 74,
schipper Eitzen, bracht 75 roggen en 118 tongen aan, waarvoor
ter afslag i 43.50 werd besomd.