komen, heeft verkozen boven de"1 omslachtige en flauwe
manier der administratief-diplomatieke tusschenkomst. Wel
bestaat in Engeland tegenwoordig het Openbaar Ministerie
tot vervolging van misdrijven, maar het oude stelsel, dat
de beleedigde partij zelve de vervolging instelt, bestaat
daarneven, ja wordt veel meer toegepast. De Duitsche
Regeering heeft daarvan gebruik gemaakt en zal door dit
krachtig optreden meer uitwerken in 't belang van de
veiligheid der Duitsche Noordzeevisschers, dan alle nota's
en depêches van onze ministers van Buitenlandsche Zaken
en diplomatieke agenten. (Arnh. Crt.)
In het jaar 1884 zijn te Amsterdam met de Haven-
stoombooten 1,263,143 passagiers vervoerd.
Blijkens eene door commissarissen der Maatschappij
van Weldadigheid openbaar gemaakte specifieke opgaaf van
den uitslag der collecten, in 1884 door afdeelings-besturen
en correspondenten, gemeente- en kerkbesturen ten behoeve
der genoemde Maatschappij gehouden, was de opbrengst
als volgt: Door de eerstgenoemde colleges is gecollecteerd
in: Noordbrabant f 2500.96, Gelderland f 6851.32^, Zuid
holland f 14,858.58i, Noordholland f 11,246.68, Zeeland
f 1373.83$, Utrecht f 6721.28, Friesland f 3747.91$,
Overijsel f2742.834, Groningen f 2543.39, Drenthe f 771.15,
Limburg f 507.65, te zamen f 53,865.60$. De opbrengst
der kerkcollecten was: Herv. kerk f 648.09Remonstr.
Broederschap f 67.05, Evang. Luth. gemeenten f 65.05,
Doopsgez. gemeenten f 26.97$, R.-Kathol. gemeenten f 62.37,
Oud-Bisschoppelijke Klerezy f 239.434, Nederl.-Israël. ge
meenten f 2.724, te zamen f 1111,70. De volgende afzon
derlijke giften zijn rechtstreeks aan den voorzitter-commis
saris, financie-commissaris of directeur overgemaakt, als:
van H. K. H. de Groothertogin van Saksen f 500, H. K.
H. Prinses Hendrik f 100, mr. Th. M. B. van L. f 500,
H. M. de K. f 300, N. N. te R. f 100, N. N. opbrengst
van een schilderijtje f 100, postmerk Diepenveen f 50, A.
D. baron B. tot S. f 25, J. W. A. te 's Hage f 100,
Vereeniging „Uitspanning en Inspanning" te Brammen
f 93.40, W. Gr. B. te 's Hage f 300, onbekend f 25, door
tusschenkomst van den correspondent te Wilp f 400, vijf
giften, te zamen f 20; te zamen f 2613.40.
Algemeene verzameling: provinciën f 53,865.604, kerk
collecten f 1111.70, afzonderlijke giften f 2613.40, totaal
f 57,590.704; onkosten bij het algemeen beheer f 390.64;
zuiver bedrag f 57,200.064-
Te Alkmaar is op Oudejaarsavond een brutale dief
stal gepleegd. Uit het kantoor der Kunstboterfabriek
Kinheim, toebehoorende aan de heeren v. d. B., werd de
geheele brandkast ontvreemd. Later werd zij, opengebroken
en geledigd, op den weg teruggevonden. Behalve eenige
honderden guldens, bevatte zij de kantoorboeken, welke
door de dieven zijn verscheurd en vernield. De daders
zijn nog niet opgespoord.
Te Medemblik had de eerste vergadering plaats van
aandeelhouders in den aanleg van het lokaalspoor Medem
blikHoorn. Het voorloopig comité, bestaande uit de
heeren C. Donker, dijkgraaf van de Vier Noorderkoggen,
B. Van Houweninge, burgemeester van Medemblik en
Opperdoes, en F. Groot, burgemeester van Midwoud,
deelde aan de vergadering mede, dat het geheele benoo-
digde kapitaal, f 380,000, is geplaatst, dat de provinciale
subsidie, f 150,000, is toegezegd, en de Hollandsche Spoor
wegmaatschappij f 100,000 op zich neemt voor het materieel,
alzoo te zamen f 630,000.
Tot leden van het uitvoerend bewind werden gekozen
de leden van het uitvoerend comité en tot secretaris-boek
houder door dat bestuur de heer K. Laan.
Als zich geen onvoorziene omstandigheden opdoen, hoopt
men met den zomer 1886 deze lijn gereed te hebben,
terwijl de Hollandsche Spoorwegmaatschappij bereid is ze
dan in exploitatie te nemen.
Onder Voorburg zakten jl. Donderdag vier jonge
dames door het brooze ijs; gelukkig werden allen gered.
Jl. Donderdag zijn te Utrecht drie mannen, die zich
op het ijs van een der fortgrachten hadden gewaagd, er
doorgezakt. Een er van is verdronken.
Te Lemmer zijn twee lijken, van een jongman en
een jongedochter van Langweer, opgevischt, die bij het
schaatsenrijden verdronken waren. De lijken zijn te
Woudsend aan wal gebracht.
De landerijen in de provincie Groningen verminderen
sterk in waarde. Een boerderij te Nieuw-Beerta, waarvoor
in 1875 f 117,000 ondershands geboden was, bracht onlangs
p. m. f 80,000 op. Te Eexta werd den 29 December eene
boerderij verkocht voor f 42,100, welke voor 3 jaren had
kunnen verkocht worden voor f 51,000. Met de huur
prijzen gaat het evenzoo.
NASCHRIFT.
Waarde lezer!
,i Aldus de ongenoemde vriend, van wien ik u in het begin
gesproken heb.
Wat heeft hij zich toch voor een gril in het hoofd gehaald?
Zal hij den draad van Ariadne, dien hij nu drie jaren geleden
van eene vrouw die hem beminde niet kon verkrijgen, in hare
tegenwoordigheid en terwijl hij zijn best daartoe deed, nu erlangen
als zij verwijderd en verre is? Ik zal hier niet eens het sterkste
argument aanvoeren, dat zij zeer waarschijnlijk deze bladzijden
niet zou lezen, al waren zij ook geschreven in de taal van Wilkie
Coüins, of in die van mijn Paul Heyse, den Benjamin der
Gratiën.
Waarom zou men ook in de asch wroeten? Waarom zou men
trachten, de draden van een afgebroken roman weder aan te
knoopen? Zegt hij zelf niet, dat zijne doorleefde gelukkige
da<*en hem soms geheel en al als een droom voorkomen
Maar al te dikwijls bestaat het geluk alleen op voor
waarde, dat het vluchtig zij en als een droom voorbij ga. Het
begin en het einde oefenen eenen slechten invloed uit op het
aanschijn der dingen. De hemel is juist alleen zoo schoon,
omdat hij ons in zijne blauwe diepte niet laat zien, waar hij
begint en waar hij eindigt.
Indien de mensch het geluk kon ketenen; indien hij het genot
naar zijn believen kon verlengen, dan zou het leven ellendig
zijn; want dan zou het al zijn heiligen strijd, al zijne vrucht
bare zorgen verliezen! Wat anders prikkelt om vooruit te
streven dan de hoop? En wat is de hoop anders dan de smart
van het tegenwoordige, die zich schakelt aan de vreugde van de
toekomst?
In het lijden alleen wordt de geest gescherpt; dc geest, die
onvermoeibare, soms ook ongeduldige zoeker naar het schoone,
goede en ware. Één dag van geluk, te midden der doornen op
den levensweg genoten, is al3 een vriendelijke baken op zee, als
een oasis in de woestijn, als een droom in het leven. Men wendt
den blik naar die verre punten, naar die onbedriegelijke voor
teekens van het betere, en men hoopt.
Op Oudejaarsavond ontstond te Hoorn brand in de
wachtkamer 3de klasse van het station. Een gat werd in
het dak aangebracht en de vlam door een extincteur
gebluscht. De spuiten waren aanwezig, maar behoefden niet
te werken. Het plafond is zwaar beschadigd.
De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij herdacht
jl. Donderdag haar 124jarig bestaan. Te dier gelegenheid
waren conducteurs en koetsiers met bloemruikers versierd
en droegen de laatsten witte zeemlecren handschoenen. Als
blijvend aandenken schonk de technische afdeeling van het
personeel aan de directie een zwart marmeren pendule met
zinnebeelden en opschriftenhet personeel van het technisch
bureau bood een constructieve versiering van Amerikaansch
notenhout, afgewisseld door palmhout, aan. Het personeel
van den loopenden dienst, vereerde aan den directeur, den
heer H. Schadd, een fraai album met goud opgewerkt, op
koperen standaard, en eindelijk was de stal van het oudste
paard „Jans" versierd, en boven het tralievenster daarvan
was het opschrift geplaatst: „Ana Jans, voor 12$jarigen
trouwen dienst."
Genoemde Maatschappij vervoerde in het laatste kwartaal
van 1884 2,367,249 personen, tegen 2,749,318 in hetzelfde
ffxdvak van 1883; totaal sinds 1 Januari 10,606,607, tegen
12,107,333 in 1883.
Het Nederl. Panopticum te Amsterdam werd in 1884
door 125,845 personen bezocht.
Met het van Amsterdam vertrokken stoomschip Prins
Hendrik werden, behalve f 500,000 aan groot zilvergeld,
naar Indië verzonden 2,200,000 dubbeltjes.
„Het Lootsje," van de firma Lucas Bols te Amster
dam, viert binnenkort zijn 300sten verjaardag.
In 1884 zijn van het leger hier te lande overleden:
Prov. staf, 1 luit.-kol. Administratie, 1 kapt. en 1 luit.
van kleeding. Geneesk. dienst, 2 offic. van gez., id. 2
reserve, 1 apotheker, Inf. 1 kapt. en 5 luits. Artill. 1
majoor, 2 kapts, en 4 luits., waaronder 1 gesneuveld.
Genie 1 kapt. en 1 luit.
In 1884 zijn van het leger hier te lande gepensioneerd
generale staf 1 kapt., prov. staf 2 maj., pl. staf 1 kol.,
milit. adm. 1 kol., 2 kapts. Geneesk. dienst 2 kols., 2
luit.-kols., 2 majoors, 4 kapts. Infanterie: 1 luit.-gen.,
3 gen.-majs., 3 luit.-kols., 3 kapts., 6 luits. Cavalerie:
1 luit.-kol., 1 maj., 2 luits. Artillerie: 1 gen.-maj., 4
kols., 1 luit.-kol., 5 kapts., 2 luits. Genie: geene.
Gedurende het jaar 1884 zijn van het leger eervol uit
den dienst ontslagengeneesk. dienst 1 off. van gez., infan
terie 2 luitenants, cavalerie 1 luitenant, artillerie 1 kapi
tein, genie 1 luitenant, en gingen bij het O.-I. leger over:
administr. 2 luits., infanterie 12 luits., artillerie 2 luits.
In 1884 verloor het leger door verschillende mutatiën
93 officieren en werd het sterker door benoeming van 2e
luits., administratie 10, geneesk. dienst 10, infanterie 41,
cavalerie 2, artillerie 15, genie 3, te zamen 80, zoodat
het verschil ten nadeele bedraagt 13 officieren.
Op 1 Januari 1885 zijn van het leger hier te lande
gedetacheerd in de Koloniën: Milit. administr. 6 luits.-
kwartierm., infanterie 14 kapts. en 49 luits., cavalerie 2
luits., artillerie 3 kapts. en 4 luits., genie 3 luits. Alzoo
te zamen 81 officieren. Bij de zeemacht is 1 offic. van
gezondh. gedetacheerd.
Op 1 Jan. 1885 bevinden zich van het leger op non-
activeit: Generale staf 1 kapt. Kamerlid Milit. administr.
2 kapt., 2 luits. Geneesk. dienst 4 offic. van gez., 2 paar
denartsen. Infanterie 1 luit.-gen. Kamerlid, 1 luit.-kol.,
1 majoor, 7 kapts., 12 luits. Cavalerie 1 luit.-kol., 1
majoor, 4 ritmeesters. Artillerie 1 kol., 1 kapt. Kamerlid,
2 luits., 1 luit. Kamerlid. Genie geene.
Gedurende 1884 zijn van het leger in Oost-Indië eervol
ontslagen: geneesk. dienst 5 offic. van gezondh. (allen
tijdelijke), infanterie 1 luit. Ontslagen zonder meer, in
fanterie 1 luit., overgeplaatst bij het leger hier te lande,
artill. 1 luit.
In 1884 zijn van het leger in Oost-Indië gepensioneerd
milit. administr.: 3 kapts., 3 luits. Geneesk. dienst: 3
offic. van gez., 2 apothekers, 1 paardenarts. Infanterie:
1 generaal-majoor, 2 luit.-kolonels, 6 majoors, 16 kapts.,
12 luits. Cavalerie: 1 majoor. Artillerie: 1 luit.-kol.,
2 kapts., 2 luits. Genie: 3 majoors, 1 kapitein.
In 1884 zijn van het leger in Oost-Indië overleden, de
gesneuvelden medegerekendMilit administr. 1 luit.-kol.,
2 luits.; geneesk. dienst 4 off. van gez. 1 apoth.infan
terie 1 majoor, 3 kapts., 8 luits.: cavalerie 1 ritmeester;
artillerie 1 lult.; genie 1 luit. Het West-Indische leger
verloor 1 off. van gez. door pensioneering.
Het O.-I. leger verloor in 1884 door verschillende
mutatiën 91 officieren, terwijl benoemd werden 103 luits.
milit administr. 9, geneesk. dienst 25, infanterie 52, cava
lerie 1, artillerie 11 en genie 5, zoodat„het leger 12 offic.
sterker werd.
Een zeer onaangename Oudejaarsavond is den leer
aren aan de Hoogere Burgerschool te 's Hage bezorgd.
De portier had de traktementen der leeraren tot een
bedrag van ruim f 3200 op een behoorlijk onderteekende
betaalsrol ten kantore van den gemeente-ontvanger aan
het Stadhuis in ontvangst genomen. Hij begaf zich onmid
dellijk naar het agentschap der bank en wisselde daar de
specie tegen bankpapier, hetwelk hij in een portefeuille in
den bovenzak van zijn overjas borg. Het schijnt dat het
bankpapier uit de portefeuille stak en voor een gedeelte
zichtbaar was, waarvan behendige handen gebruik kunnen
hebben gemaakt om het pakket er uit te lichten. De
man althans is het geld kwijt. De drager van het geld
herinnert zich een man in verdachte houding in de vesti
bule van de bank te hebben zien ronddwalen en ook het
personeel van de bank heeft daar twee manspersonen
gezien, naar hun uiterlijk te oordeelen Engelschen, welke
lieden kort na het voorval spoorloos verdwenen waren.
De politie heeft van het gebeurde proces-verbaal opge
maakt.
Daar de betaalsrol naar behooren ingevuld was, zullen
waarschijnlijk de leeraren zelf de schade moeten dragen.
In het vorige jaar ontving het bestuur van de Ver
eeniging „het Paardenstamboek" te Leeuwarden het aanzoek,
de opneming in het stamboek van uitnemende fokdieren ook
voor de provincie Groningen open te stellen. De groote
overeenkomst tusschen de Friesche en Groninger paarden
en de vermenging der rassen reeds sedert jaren, deden de
Vereeniging op voorstel van het bestuur besluiten, voortaan
ook buiten Friesland stamregisters van uitmuntende fokdieren
aan te houden. Sedert is in de provincie Groningen, aan
vankelijk nog slechts op ééne plaats, halfjaarlijks de gele
genheid aangeboden, fokdieren in het stamboek te doen
inschrijven. Kort geleden had te dien einde te Groningen
eene keuring plaats. Er werden ter inschrijving aange
boden behalve een te jeugdige hengst, 2 hengsten en 21
merriën, waarvan ter inschrijving werden aangenomen
1 hengst en 13 merricn, van welke laatste 9 onder inlandsch
ras en 4 onder de gekruiste rassen. Het meerendeel dejer
merriën wordt reeds vóór de fokkerij gebezigd, en daar
onder worden aangetroffen, die bij oordeelkundige paring
uitmuntende afstammelingen kunnen voortbrengen.
De Gids bevat weder eens een beschouwing van
prof. Buijs, getiteld „Politieke Vooruitzichten." De hoog
leeraar ziet in den afloop der verkiezingen een voor de
liberale partij bemoedigend verschijnsel, omdat eindelijk de
kiezers getoond hebben, dat zij aan de persoonlijke kibbe
larijen een eind willen maken, terwijl de anti-liberale
partijen weinig geloof toonen in hun meerderheid door
volstandig te weigeren de regeering te aanvaarden. De
grondwetsherziening zal nu eindelijk moeten ter hand
worden genomen, en de schrijver toont aan, in welke richting
een oplossing der hangende vraagstukken hem mogelijk en
gewenscht voorkomt. Groot zijn zijn verwachtingen niet
bij een parlement zonder meerderheid, waarvan elke partij
juist sterk genoeg is om elke andere tot onmacht te doemen.
Doch wel schemert in zijn artikel door, dat hij 't liefst
wil bouwen op een toenadering tusschen de anti-revolutionairen
en een groot deel der liberalen.
Onlangs werd door een student te Leiden een canapé
naar het bureau van politie gezonden, met het verzoek deze
in een der detentie-kamers te plaatsen. Zender had reeds
menigen nacht hier doorgebracht en hoopte insgelijks, dat
in de toekomst zulks nog menigmaal het geval zoude zijn.
Om zich tegen koude en harde ligging te vrijwaren, had
hij dit verzoek tot den commissaris van politie gericht.-
Zij, die over sterfgevallen in de huisgezinnen van armen
koelbloedig spreken, als eene gelukkige verlossing van
smart voor den gestorvene, en eene wenschelijke bevrijding
van bezwaar voor de overgeblevenen, weten niet hoe bitter
zulke verliezen zijn. Uren lang had het kind aan de
voeten zijner ouders gezeten, terwijl het zijne handjes
geduldig over elkander hield geslagen en zijn bleek gezichtje
tot hen ophief. Zij hadden het van dag tot dag zien
wegkwijnen; en hoewel het in zijn korten levenstijd zoo
weinig vreugde had genoten, zij waren toch zijne ouders,
en dit verlies verscheurde hun het hart.
Samuel Pickwick.
Hij zei, dat het zijne roeping was, iedereens broeder
te zijn. Maar het bleek, dat hij met zijne geheele uitge
breide familie in ongenoegen leefdeRel verlaten huis
Wie is er op wiens gemoed een heldere lentemorgen
niet een tooverachtigen invloed uitoefent, welke hem terug
voert naar de dagen zijner kinderlijke spelen, en hem het
oude grasveld met zijne zacht wiegende boomen weêr voor
den geest doet komen, waar de vogels zongen, gelijk hij
hen naderhand nooit weêr heeft hooren zingen, waar de
vlinders veel vroolijker fladderden dan hij hen nu ooit ziet
doen, waar de lucht blauwer was en de zon veel helderder
scheen, en de wind frisscher was, en de bloemen een liefe
lijker geur verspreidenZoo diep is het gevoel der kinds
heid en zoo krachtig de indruk, dien elk behaaglijk voor
werp dan op het gemoed nalaat. Schetsen en portretten.
Eene huwelijksplechtigheid is een wettig onderwerp voor
scherts en spotternij, hoewel de zaak zelve toch waarlijk
geen gekheid is; wij spreken alleen van de plechtig
heid en verzoeken uitdrukkelijk geen verborgen schimp
op den echten staat in onze woorden te zoeken.
Onder de vreugde waartoe zulk eene gelegenheid opwekt,
vermengen zich de smart van de ouderlijke woning te
moeten verlaten, de afscheidstranen van ouders en kind,
en de bewustheid dat men de dierbaarste en teederste
vrienden van het gelukkigste gedeelte des levens vaarwel
zegt, om met anderen, die men nog niet beproefd heeften
nog weinig kent, zorgen en stormen tegemoet te gaan
natuurlijke aandoeningen, met wier beschrijving wij geen
zweem van treurigheid willen geven, evenmin als wij wen-
schen verdacht te worden, dat wij er meê zouden willen
spotten. Samuel Pickwick.
Buitenland.
Het Alhambra in Spanje is niet verwoest. Alleen het feit,
dat de telegraaf in een drietal woorden de vernieling van
dit monument mededeelde, was voldoende om aan de juist
heid van het bericht te doen twijfelen.
De Indépendance kan niet begrijpen hoe zij zelf er
geloof aan geslagen heeft. Wathet Alhambra zou verwoest
geworden zijn en de telegraaf dit slechts in zoo weinig
woorden mededeelen! De ramp zou niet door twintig
wanhopige berichtgevers tegelijk naar alle deelen van het
heelal verzonden zijn, als het bericht van een moordaanslag
op een souverein, als het feit van een gewonnen of liever
verloren grooten veldslag! Dat was onwaarschijnlijk.
Het tooverpaleis, door de Moorsche Koningen gesticht,
ligt op een hooge rots, op twee mijlen van de stad Grenada,
door het heerlijke dal van den Darro er van gescheiden;
zijn roode muren zijn van verre te zien, zijn dertig torens,
zijn moskeeën, paleizen, paviljoenen, patio's en tuinen
schakelen zich in bonte rij aaneen. Het werd ontworpen
door Mohamed Abu Abdallah in 1213 en voltooid door
Koning Pharagi in 1338. Reeds zestien jaren later viel de
burcht den Christenen in handen, en leed sedert zooveel
schennis en vernieling, dat men zich mag verbazen over
hetgeen nog van de pracht der Mooren overgebleven was.
De Christenen verbouwden het paleis, dat behalve het
schitterende hof reeds de lijfwacht van 10,000 kon bergen,
en door 40,000 Mooren tegen hen verdedigd was, tot een
vesting volgens hun begrippen; de Koningen van Kastilië
woonden er een tijdlang; Karei V liet een nieuw paleis
bij dat der Caracenen voegen, tot een aardbeving een deel
der werken verwoestte en hem van de voltooiing deed
afzien. De laatste Koningen van Spanje in de achttiende
eeuw lieten het Alhambra vervallen, en het werd een roof
nest van bedelaars en vagebonden; de Franschen maakten
het schoon, maar deden, toen zij vertrokken, een deel der
vestingwerken in de lucht vliegen; de latere Koningen
richtten het als artillerie-magazijn en als gevangenis in.