leger hier te lande kan men zeer gemakkelijk vooruitkomen.
En vooral voor den ambachtsman zijn er in het leger tal
van betrekkingen met eene flinke bezoldiging, ja met een
inkomen zooals de meeste werklieden in de burgermaatschappij
nooit bereiken. Het is waar, men moet eerst soldaat zijn;
maar moet men ook, om timmerman te worden, niet eerst
de leeijaren door? Bovendien, voor hen, die willen, duurt
het soldaat-zijn maar korten tijd; na enkele maanden kunnen
de korporaalsstrepen reeds verdiend zijn. Er zijn, zonder
dat men officier behoeft te worden, nog talrijke onderoffi-
ciersposten, die met f 1000, f 1200, ja f 1400 's jaars
bezoldigd worden en waaraan pensioenen zijn verbonden
van f 500 tot f 700 per jaar.
Wat al praatjes loopen er bovendien bij het volk rond.
Men zegt, dat men in dienst niet trouwen kanintegendeel,
de getrouwde onderofficier heeft het zeer veel beter dan
de getrouwde ambachtsman. Men zegt, dat men zijne
vrijheid verliest met in dienst te gaan. Ja, dat is waar.
Men mag niet dronken langs de straat loopen, enz. Maar
overigens geniet de militair eene billijke vrijheid. De
militair moet op vastgestelde uren zijnen dienst doenmaar
ook de werkman moet op vastgestelde uren op zijn werk
zijn, en het eenige onderscheid is, dat deze uren voor den
werkman zeer vele en voor den militair veel minder zijn.
Men trede in het leger en bedenke, dat naarmate het
leger sterker is er beter voor zal en moet worden gezorgd.
Het jonge volk worde soldaat; dan is er van zelf werk
voor de getrouwden en zij, die er de macht toe hebben,
helpen medewerken tot het doen verdwijnen van een toestand,
dien de schrijver eene schande voor Nederland noemt.
In den nacht van jl. Donderdag op Vrijdag is weder
een mannelijk verpleegde uit het Rijkskrankzinnigengesticht
te Medemblik ontvlucht. Eerst Zaterdag werd hij weder
binnengebracht.
Dit is reeds de derde maal, dat een verpleegde vandaar
ontvluchtte, in den korten tijd dat de inrichting bewoond is.
De Keizerin van Oostenrijk, die de maand Maart in
ons land zal doorbrengen, heeft voor dien tijd het Engel-
sche stoomjacht „Santa Cecilia" gehuurd.
Naar men verneemt, zal Zr. Ms. schroefstoomschip
3de klasse Alkmaar, gestationeerd te Curagao, bij terug
keer in dit jaar naar Nederland, te Amsterdam binnen
vallen, om aan 's Rijks werf aldaar aan een nauwkeurig
onderzoek te worden onderworpen.
Tot dusver is, naar men verneemt, van aanhouding
der voortvluchtige gebroeders Tobias waarvan een
gerucht melding maakte officieel niets bekend. Wel
moet aan den veroordeelden vader Tobias, gedetineerd te
Amsterdam, met het oog op zijn gezondheidstoestand, ver
gunning zijn verleend op de pistole te worden geplaatst.
Dewijl de in het jaar 1884 plaats gehad hebbende
aankoopen van inlandsche paarden ten behoeve van het
leger het vermoeden wettigen, dat bij voortzetting van dien
aankoop steeds betere uitslag zal worden verkregen, heeft
de Regeering bepaald, dat voor de remonte een telken jare
door den minister van Oorlog te bepalen aantal inlandsche
paarden zullen worden aangeschaft.
Op bevel van de Rechtbank te Amsterdam is eene
vrouw in hechtenis genomen, die haar kind in den schouder
gebeten en tot bloedens toe verwond heeft.
Een ooggetuige verhaalt, dat het arme kind toch nog
wanhopig schreide, toen een Rijksveldwachter haar „moesje"
kwam weghalen.
De heer W. Ort, fortificatie-opzichter 1ste kl. te
Vlissingen, herdacht jl. Zaterdag zijn 55ste dienstjaar bij
het wapen der genie. In 1830 als mineur in dienst getreden,
heeft hij achtereenvolgens al de verschillende rangen door-
loopen.
ledigen.
Vervolgens klom hij verder de trap op, en daar stond hij
vlak voor de deur der slaapkamer.
In de kamer hoorde hij niet het minste geluid.
„Als er eens niemand was!" fluisterde de hoop schroomvallig.
Maar op hetzelfde oogenblik hoorde de ongelukkige hoesten.
Het was de half asthmatische hoest van den corregidor.
Er was geen twijfel meer aan In die schipbreuk vond hij
geen reddende plank meer.
De molenaar glimlachte in de duisternis en die glimlach was
ijzingwekkend.
Waarom geven zulke bliksemschichten in de duisternis geen
licht? Wat is al het vuur der helsche pijnen, vergeleken by
den laaien brand, die soms woedt in 's menschen hart?
En toch, zoodra Tio Lucas zijnen vijand had hooren hoesten,
begon hij kalmer te wordendat lag zoo in 's mans aard, zooals
wij reeds op eene andere plaats hebben opgemerkt.
Hij vond de werkelijkheid in elk geval nog minder pijnlijk
dan de twijfel. Precies zooals hij dien middag tot Sena Frasquita
had gezegd: van het oogenblik af, waarop hij het eenige geloof,
dat zijn lust en leven was, verloren had, begon hij een nieuw
mensch te worden.
Gelijk bij den moor van Venetië (met wien wij hem al bij de
beschrijving van zijn karakter vergeleken hebben) werd door de
ontgoocheling eensklaps alle liefde in hem gedood, zijne gansche
persoonlijkheid werd veranderd en de wereld kwam hem voor
als een geheel nieuw gebied, dat hij nu voor het eerst betrad.
Het eenige onderscheid bestond daarin, dat Tio Lucas uit indio-
syncrasie minder tragisch, minder streng en minder zelfzuchtig
was, dan Desdemona's niet bijster verstandige moordenaar.
Zonderling! en toch weer volkomen begrijpelijk in zulk eenen
toestand! Twijfel, of wel hoop, hetgeen in dit geval tamelijk
hetzelfde was. kwelde hem nog een oogenblik...
„Als ik mij eens vergist had," dacht hij, „als het eens Fras
quita was die had gehoest..."
In zijn verpletterend ongeluk vergat hij ten eenenmale, dat
hij de kleederen van den corregidor bij den haard had zien
hangen, dat hij de deur van den molen open gevonden, dat hy
de schriftelijke bevestiging van zijne schande met zijne eigene
oogen gelezen had...
Hij bukte en keek door het sleutelgat, bevend van onzekerheid
en vrees.
Het gezichtsveld omvatte slechts eenen kleinen driehoek aan
het hoofdeinde van het bedmaar juist in dien kleinen driehoek
kon hij het uiterste einde van het hoofdkussen zien, cn op dat
hoofdkussen lag het hoofd van den corregidor.
Opnieuw vertrok het gelaat van den molenaar en een duivelsche
glimlach misvormde zijne trekken.
Men zou haast hebben kunnen gelooven, dat hij zich weder
gelukkig voelde.
„Nu ben ik in het bezit der waarheid,* mompelde hij, en
bedaard stond hij op. Vervolgens klom hij even zacht en tastend
de trap weer af.
„'t Is een zeer netelig geval... Ik moet eens nadenken. Ik heb
al den tijd nog." Zoo overlegde hij bij zich zeiven toen hij naar
beneden ging.
Toen hij weer in de keuken was aangekomen, ging hij midden
n het vertrek zitten en verborg het gelaat in zijne handen. Zoo
Bij verschillende scheepsrampen verloor eene vrouw
te Pernis haren man en vier zonen; bij het verongelukken
der sloep Lichtstraal verdronk nu ook haar laatste zoon.
In de zitting van den Raad der gemeente Zijpe, den
6 dezer gehouden, werd kennis genomen van 't bedanken
voor de betrekking van onderwijzeres te Schagerbrug door
mej. Flothuis, tot welke functie zij in de vorige vergadering
was benoemd. Verder werd medegedeeld, dat met den boek
handelaar Peetoom eene overeenkomst is aangegaan voor
de levering van schoolbehoeften volgens ingediende prijs
courant, en dat opnieuw met heeren geneesheeren is gecon
tracteerd voor de waarneming der armenpraktijk. Ter
vervanging van den heer J. Zeeman, die verklaard had de
betrekking van armen-regent niet meer te kunnen waar
nemen, werd benoemd de heer J. Kistemaker, en ter ver
vanging van de heeren A. Schermer, D. De Graaf en C.
De Goede, die voor hunne benoeming tot leden der Com
missie van Toezicht op 't Lager Onderwijs hadden bedankt
werden gekozen de heeren J. J. Vernieuwe, P. Berkhouwer
en L. Liefhebber. Ten bedrage van f 7 werd vastge
steld een suppletoir kohier der belasting op de honden.
Voor kennisgeving werd aangenomen de mededeeling, dat
de heeren S. Prins en J. Muijs afgezien hebben van hun
eisch betreffende het overpad bij de school te Burgerbrug.
Aan ieder der 3 veldwachters werd eene gratificatie
verleend ad f20 voor aankoop van uniforme bovenkleeding.
Op deswege gedane vragen, antwoordt de Voorzitter,
dat baanvegen op 't ijs een zaak is, die algemeene con
currentie toelaat, en dat vanwege 't Gemeentebestuur van
Petten geen nader schrijven is ontvangen, betreffende de
kosten van het onderwijs aan kinderen uit Zijpe. Er
werd verder gesproken over 't gebruik der schoollocalen
voor tijdelijke huisvesting van kinderen, die buiten de kom
van 't dorp wonen tusschen de voor- en namiddag-school
tijden. Op voorstel van den heer Biersteker werd besloten,
dat de Hoofden van scholen aanschrijving zullen ontvangen
om de schoollokalen op den boven aangewezen tijd open
te stellen voor de leerlingen die buiten wonen tot schuil
plaatsen bij slecht weer, het gebruik van ververscliingen, enz.
Door eenige veehouders in de gemeente Schagen zal
aldaar eene kaasfabriek worden opgericht. Voor dat doel
zal een gebouw, dat vroeger diende voor vlasserij, worden
ingericht.
De bevolking der gemeente Haringkarspel bedroeg
op 1 Januari 1884: 1044 m. en 1003 v., totaal 2047 per
sonen. In 1884 zijn geboren: 37 m. en 43 v., totaal 80;
ingekomen van elders: 83 m. en 61 v., totaal 144. Over
leden zijn: 30 m. en 17 v., totaal 47; vertrokken naar
elders: 92 m. en 106 v., totaal 198. De bevolking bedroeg
dus op 1 Januari 1885: 1042 m. en 984 v., totaal 2026
personen, naar de verschillende godsdienstige gezindheden
verdeeld als volgt: 992 Nederd. Herv., 984 R. Cathol.,
23 Chr. Geref., 21 Doopsgez., 2 Evang. Luth. en 4 tot
geene gezindte behoorende. Het aantal huwelijken bedroeg
15, waarvan 11 tusschen jonkmans en jongedochters, 1
tusschen jonkman en weduwe en 3 tusschen weduwnaars
en jongedochters.
In een artikel over „inlandsche paarden," opgenomen
in eenige aan de belangen van landbouw en veeteelt ge
wijde bladen, komt eene algemeene beoordeeling voor om
trent onze paarden. Deze algemeene beoordeeling, getrokken
uit de verslagen der commissiën, die door den minister
van Oorlog in 1884 belast zijn geweest met den aankoop
van inlandsche paarden ten behoeve van het leger, bevat
tevens eene opsomming der algemeen onder onze paarden
voorkomende gebreken. Het oordeel over het Noord-
hollandsche paard luidt niet zeer gunstig. Het werd over
bleef hij geruimen tijd zitten tot een lichte schok op zijnen voet
hem uit zijne mijmering deed opschrikken.
Het was de donderbus, die langs zijne knieën naar beneden
was gegleden en hem tot bezinning bracht.
„Neen, ik zeg neen, hoor je," prevelde Tio Lucas, op het
wapen neerziende. „Jou kan ik niet gebruiken. Iedereen zou
medelijden met hem hebben, en mij zouden zij ophangen. Er is
hier immers een corregidor in het spel, en het dooden van een
corregidor is in Spanje nog eene misdaad, die geene genade
gedoogt; zij zouden zeggen, dat ik hem uit ongegronde ijver
zucht gedood en daarna uitgekleed en in bed gelegen had. Zij
zouden verder zeggen, dat ik mijne vrouw op een bloot ver
moeden had gedood. En ik zou opgehangen worden. Overigens,
zou ik al heel weinig blijken van verstand en hart hebben
gegeven, als ik aan het einde van mijn leven medelijden ging
opwekken. Allen zouden mij nog uitlachen op den koop toe
Zij zouden myn ongeluk heel natuurlijk vinden, aangezien ik
gebocheld was en Frasquita zoo mooi. Niets van dat al; neen,
wraak heb ik noodig, en na my gewroken te hebben, wil ik
triumfeeren, verachten, lachen, veel lachen, over allen lachen, en
zoo vermijd ik, dat men over dezen bochel spot, dien men thans
benydt, en die aan de galg zoo'n mal figuur zou maken."
Zoo sprak en overlegde Tio Lucas, zonder zich misschien
precies rekenschap te geven dat hij het deed, en tengevolge van
die redeneering legde hij de donderbus weer op hare plaats en
begon met de armen op zijnen rug en met gebogen hoofd op
en neer te gaan, alsof hy zijne wraak op den vloer, in den
grond, onder de puinhoopen van zyn levensgeluk, in een lach
wekkend vulgair loopje zocht, dat zijne vrouw en den corregidor
prijs zou geven aan het algemeen gelach. Hij zocht zijne wraak
in de gerechtigheid, niet in vergeving, niet in den hemel, gelijk
een ander man in zijne plaats zou gedaan hebben, wiens tempe
rament zich minder verzet zou hebben tegen al de eischen van
natuur, maatschappij en gemoed.
Eensklaps vestigden zich zijne blikken op de kleederen van
den corregidor. Hij stond op....
Van lieverlede helderde zijn gelaat op, en het nam eene on
verklaarbare uitdrnkking aan van vroolijkheid en triumf; daarop
begon hij op schrikbarende wijze te lachendat wil zeggen, het
waren aanvallen waarbij men niet het geringste geluid te hooren
kreeg, want boven mochten zij niet merken dat hij daar was;
hij drukte zijne vuisten tegen zijne kinnebakken, om niet te
barsten van het lachen, schudde heen en weer als iemand, die
door kramp overvallen wordt, en liet zich eindelijk in eenen
stoel vallen, tot de aanval van sarcastische blijdschap voorbij
was; het was inderdaad het gelach van eenen Mephistopheles.
Zoodra hij wat bedaard was, begon hij zich met koortsige
haast te verkleeden; hij plaatste zyne kleederen precies op de
zelfde stoelen, waarop die van den corregidor hadden gelden,
trok al het moois aan, dat dezen toebehoorde, met de schoenen
en den steek incluis, gespte den degen aan, drapeerde zich in
den rooden mantel, greep den stok en de handschoenen, stapte
de deur uit en naar de stad toe, daarbij denzelfden waggelenden
gang aannemende, waaraan Don Eugenio de Zuniga herkenbaar
was, en van tijd tot tijd herhaalde hij eenen volzin, dien hij in
gedachte weder ontleedde; die volzin luidde:
„De corregidor ziet er ook goed uit.»
Wordt vervolgd.)
het algemeen slecht gebouwd, te lang en zeer krachteloos
geacht.
Naar men verneemt, heeft de directie der stoom-
varkensslachterij te Ede, die reeds meermalen pogingen
aanwendde om uit Gelderland zelf betere varkens te krijgen,
thans eenige uit Engeland aangevoerde beeren en zeugen
in verschillende plaatsen der provincie gestationeerd, waar
ze nagenoeg kosteloos beschikbaar staan. Voor de ver
betering van het varkensras verwacht men van dezen maat
regel veel goeds.
Aan den internationalen wedstrijd op schaatsen, welke
24 dezer te Cambridge zal plaats hebben, zal vanwege
het Nederlandsch Schaatsenrijdersbond worden deelgenomen
door de bekende Friesche hardrijders Marten Castelein, te
Wartena, en W. De Vries, te Oenkerk.
De beste Hollandsche, Zwitsersche en Engelsche
raskoeieu geven gemiddeld weinig boven de 3500 liter
melk, doch Saksische veefokkers zijn er in geslaagd om
koebeesten van Hollandsch ras boven de 7000 liter te
brengen. Dat ook Siberië landhuishoudkundigen heeft,
die de veefokkerij tot eene aanmerkelijke hoogte weten op
te voeren, bewijst eene melkkoe, door den graaf Pinto
aldaar opgekweekt en genaamd De Zwarte Jette, die volgens
aanwezige bewijsstukken 8000 liter melk gegeven had.
In een xoinkel. Heer (met zéér ontwikkelden voorgevel)
Mag ik asjeblieft twaalf zakdoeken van u hebben?
Dame: Met alle genoegen, mijnheer, maar, als ik
vragen mag zijn ze voor u zelf?
Heer: Jawel, waarom vraagt u dat?
Dame: Ik dacht zoo bij mij zelf, of't dan niet beter
was, dat u maar servetten nam.
Buitenland.
Volgens een telegram uit Madrid, dd. 16 dezer, zijn
te Zavarrava (prov. Grenada) 9 personen doodgevroren.
In het noorden van Spanje heeft het weder zwaar ge
sneeuwd. De sneltrein uit Frankrijk is jl. Donderdag
tusschen Vittoria en Alsasua blijven steken.
In de provincie Grenada zijn, behalve de 3240 ver
nielde huizen, nog 749 min of meer gescheurd, ten gevolge
van de aardbevingen. De steden die het meest hebben
geleden zijn Alhama, waar 1302 huizen werden vernield,
280 gescheurd; Albunuelas (362 vernield, 146 gescheurd),
Murchas (805 vernield, 9 gescheurd), Arenas (166 vernield,
160 gescheurd), Santa-Cruz (164 vernield, 46 gescheurd),
Venlas (96 vernield, 53 gescheurd), Zafaraya (72 vernield,
103 gescheurd).
Koning Alfons bezocht Antequera en ging vandaar
naar Malaga en Velez. Maandag keert hij naar Madrid
terug.
Te Carcassonne, in het zuiden van Frankrijk, heeft
zich het zeldzaam geval voorgedaan, dat aan een regiment
een belangrijke erfenis is ten deel gevallen. De moeder
van generaal Aymard, barones Aymard, die 4 dezer stierf,
vermaakte aan het 63ste linie-regiment, dat indertijd door
haar zoon gecommandeerd werd, de som van 200,000
francs. Aan de gelukkige erfgenamen werd dit buiten
kansje bij dagorder bekend gemaakt. Hoe die erfenis
besteed zal worden, is een kwestie waaromtrent in toon
gevende kringen nog vrij wat twijfel heerscht.
De stedelijke geneesheer te Leeds, dr- Ritchie, geeft
openbaarheid an het feit, dat, sedert het sluiten van levens
verzekering voor kinderen daar ter plaatse gebruikelijk is
geworden, de sterfte onder zuigelingen beneden het jaar,
die vroeger 15 per 1000 bedroeg, over de jongstverloopen
zeven jaren op onverklaarbare wijzen tot gemiddeld 170
per 1000 gestegen is.
Heeren-armbanden, zoo schrijft men uit Keulen,
komen hoe langer hoe meer in de mode. Het zijn thans geen
groote ringen of slangen meer, als toen de Prins van
Wales die een paar jaar geleden invoerde, doch meestal
breede zilveren schakels met een Georges-thaler in het
midden. In Keulen zijn er 25 k 30 heeren, waaronder 8
kurassiers-officieren, die zich er mede tooien. De Konings
huzaren en de Borussen te Bonn dragen ze bijna algemeen.
De officieren krijgen ze van de dames ten geschenke en
kunnen dan niet anders dan de moderne mode volgen.
„Waarom zou men ook sieraden aan de vingers, aan den
horlogeketting en op de das dragen en niet even goed aan
den pols?" zoo wordt gevraagd.
Dezer dagen ontdekte de politie te Leicester bij het
arresteeren van een on verbeterlij ken dronkaard, dat die
volgeling van Bacchus over het geheele lichaam met illu-
stratiën bedekt was.
Sedert jaren scheen het individu er zich op te hebben
toegelegd om zijn lichaam te tatoueeren, waardoor het
zeer veel van een museum van schilderijen heeft wegge-
kregen, waarin alle bekende genres, landschap, portret, ja
zelfs genreschildering zijn opgenomen.
De politie maakte het volgende lijstje van meesterstukken
op, waarmede de man zijn huid tooide:
Op den rechterarm: Portret van een zeeofficier; een
kruis; een visch; een matroos met een aantal vlaggen en
en de naam „Charlotte."
Op den linkerarm: Een visch en een politie-beambte die
een misdadiger arresteert, met het bijschrift: „geloof, hoop
en liefde.*
Op de borst: Een duiventil; een korenschoof; een aantal
boomen; een man die met een schaap en een varken een
wandeling maakt; eene Schotsche dame die met een Schotsch
soldaat danst en de opschriften: „Heb mij lief en verlaat
me niet,* en „ter herinnering aan allen die ik lief heb.*
In de maagstreek: Militaire zaken en attributen; bajo
netten, trommels, kanonnen en verder oorlogs-materiëel
voorts een kruik, een glas en een paar gekruiste pijpen.
Op het linkerbeen: Portret van een onbekende ten voe
ten uit.
Op het rechterbeenEene vrouw die met een vaandel
zwaait en twee stieren die op eene vlakte aan het worste
len zijn.
De man is wegens dronkenschap en nachtelijk buren
gerucht tot 10 shillings boete veroordeeld.
Men koestert de hoop, dat de kunstwereld hem hiervoor
eene vergoeding zal schenken, door hem een fauteuil in de
Academie voor schilderkunst aan te bieden.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur
Vergun mij een plaatsje voor het navolgende
Door den Raad der gemeente is beslist, dat het Molenplein
beplant zal worden. Uitnemend, maar vanwaar de noodige
gelden daarvoor? Daarover een enkel woord.