naar werk en brood omziet, mag men liet optreden der commissie wel dubbel waardeeren. Een groote f 125,000 heeft zij tot dusver aan giften en bijdragen voor haar doel ontvangen, maar hoe groot die som ook zij, voldoende om er den winter mee door te komen, is zij niet, vooral daar het aantal sollicitanten, die zich bij de commissie aanmelden, nog gestadig grooter wordt. De burgerij zal dus nog eens goed in den zak moeten tasten, want nu de zaak eenmaal zoo uitstekend marcheert, zou het zeer te bejammeren zijn, indien men uit gebrek aan de noodige fondsen halverwege bleef steken en den zoo gunstig werkenden maatregel juist in het strengst van dan winter moest laten varen. t Amstelaar. Binnenland. Blijkens den Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardijvloot op 1 Januari 1885, zijn gedurende het jaar 1884, ten gevolge van schipbreuk, zinken, afkeuren, vermist geraken, afbranden en sloopen uit de vaart ge raakt: 37 zeil- en stoomschepen, metende 11,533 tonnen en door verkoop naar het Buitenland: 12 zeil- en stoom schepen, metende 2,874 tonnen; te zarnen 49 zeil-en stoom schepen, metende 14,427 tonnen. Daartegen kwam in de vaart: 9 nieuw gebouwde stoom schepen, metende 9,994 tonnen; 5 nieuwgebouwde zeil schepen, metende 3,372 tonnen; 8 onder vreemde vlag aangekochte zeilschepen, die onder Nederl. vlag werden gebracht, metende 3,977 tonnen; te zamen 22 zeil- en stoomschepen, metende 17,343 tonnen. Zoodat de Nederl. Kooovaardijvloot met 2,916 tonnen is vermeerderd. Het volgende wordt dd. 22 dezer van Terschelling gemeld: Met bijzondere ingenomenheid melden wij, dat het Engelsche Gouvernement onzen schipper Tjirk De Haan, die met zijn volk in December 1884 de bemanning, be staande uit 26 koppen, van het Engelsche stoomschip uit de Buitengronden van Terschelling redde, eene flinke belooning in geld heeft doen toekomen, alsmede aan zijne equipage, bestaande uit de volgende zeeliedenW. De Haan, J. Spits, B. H. De Haan, J. Starrenburg, J. Stobbe en J. J. Spits. De schipper ontving 36 gulden en de overigen ieder 18 gulden. Luide gaven alle zeelieden hunne vreugde te kennen over deze goedgunstige beschikking van de Engelsche Regeering, en is het al waar, dat een Terschel- linger zeeman geene redding van menschenlevens beproeft, om daarvoor met goud beloond te worden het doet het zeemanshart toch waarlijk goed, te ondervinden, dat daden van zelfopoffering, gelijk hier zoo vaak bedreven worden. Eer zoowel in dit geval hun die wisten te beloonen als hun, die hun leven durfden wagen voor hunne ongelukkige natuurgenooten. In 't geheel zijn door onzen schipper, Broeder van de orde der Nederl. Leeuw, reeds acht equi pages, samen 126 man, van een anders wissen dood gered. Terwijl de gelukkige tijding, De Haan en zijne bemanning betreffende, hier aankwam, was de stoute zeeman met zijn botter in de Noordzee bezig te vissehen met zijn neef T. Krul, den schipper op de Voorlooper, eene stevige tweemast visschuit. Tegen lialfzes komt er in den dikken mist eene stoomboot opdagenvan alle kanten worden seinen met de misthorens gegeven, doch de Voorlooper wordt aangevaren en zinkt onmiddellijk. De bemanning, 6 personen sterk, waaronder van zware huisgezinnen, wordt met moeite door de stoomboot gered en is te Cuxhaven binnengebracht. Maar wie beschrijft de tooneelen van wanhoop, toen schipper De Haan binnenkwam en de tijding van 't ongeluk bracht, en wist te zeggen waar de bemanning der schuit was! 't Duurde eenige uren voor de tijding van behouden aankomst hier arriveerde, maar de uren schenen geen einde aanhet pakte hem om zijn lichaam, trok hem op de steenen en begon hem te stompen en te slaan. Dat was Sena Frasquita, die op hare beurt uitriep„Gemeene landlooper! Laat mijnen Lucas los!" Doch op dat oogenblik wierp zich iemand, die eenen ezel aan den halster leidend, zooeven verschenen was, vastberaden tussclien hen beiden en trachtte Tanuelo te ontzetten.... Garduna was het, die den alguacil van het dorp voor don Eugenio de Zuniga hield, en tot de molenaarsvrouw zeide: „Senora, wat meer eerbied voor mijnen meester, alsjeblieft!" En hij wierp haar ruggelings tegen den alcade aan. Toen Sena Frasquita zich zoodoende tusschen twee vuren bevond, gaf zij Garduna zulk eenen slag tegen zijne maag, dat hij zoo lang als hij was ter aarde viel. Met hem waren er nu al vier personen, die op den grond lagen te spartelen. Inlusschen belette Juan Lopez den pseudo-Tio Lucas op te staan, door zijnen voet op 's mans nierstreek, te plaatsen. „Garduna! help! In naam des Konings! Ik ben de corregidor!" schreeuwde eindelijk laatstgenoemde, toen hij voelde, dat de harde laars van den alcade letterlijk bezig was hem te verbrijzelen. „De corregidor? 't Is waarachtig waar ook!" zeide Senor Juan Lopez met de grootste verbazing. „De corregidor!" herhaalden allen. En in een oogwenk waren allen weer op de been. „Alles in de gevangenis! riep don Eugenio de Zuniga. „Alles aan de galg!" „Maar, mijnheer," bracht Senor Juan Lopez in het midden, voor hem neerknielend. „Uwe Excellentie vergeve mij, dat ik u mishandeld heb. Hoe kon ik ook Uwe Excellentie in die ge- meene kleeding herkennen." „Barbaar!" antwoordde de öorregidor. „Ik moest toch wat aantrekken! Weet gij niet, dat men mijne kleederen ontstolen heeft? Weet gij niet, dat eene rooverbende, waarvan Tio, Lucas de hoofdman is...." „Dat 's gelogen!" riep de Navarreesche. „Luister eens, Sena Frasquita," zeide Garduna ter zijde tot haar. „Met verlof van mijnheer den corregidor en het geheele gezelschap. Als gij de geschiedenis niet in orde brengt, dan worden wij allemaal opgehangen, en Tio Lucas het allereerst." „Maar wat is er dan toch gebeurd?" vroeg Sena Frasquita. „Tio Lucas gaat op dit oogenblik, als corregidor verkleed, in de stad rond.... en God weet, of hij niet in deze vermomming de slaapkamer der corregidora binnengedrongen is." En in weinige woorden vertelde de alguacil haar hetgeen ons reeds bekend is. „Hemel!" riep de molenaarsvrouw uit. „Mijn man houdt mij dus voor onteerd! Hij is dus naar de stad gegaan om zich te wreken! Vooruit, vooruit, laat ons naar de stad gaan. en recht vaardigt mij in de oogen van mijn Lucas!" „Wij znllen naar de stad gaan en beletten, dat die man mijne vrouw allerlei gekheid op de mouw spelt," sprak de corregidor, naar eene der ezelinnen gaande. „Help mij eens een handje, senor alcade." „Ja, wij zullen naar de stad gaan," liet Garduna er op volgen, „en de hemel geve, dat Tio Lucas bij mevrouw zich vergenoegd heeft, met wat te praten." „Wat zeg je daar, ongelukkige?" barstte don Eugenio de Zuniga uit. „Geloof je dan, dat hij in staat zou zijn...." „Tot alles!" antwoordde Sena Frasquita. Wordt vervolgd te zullen nemen. En nu hebben die arme luidjes, hun plunje J verspeeld, zijn zonder broodwinning, en hebben in den afge- loopen herfst en winter nauwelijks droog brood verdiend, waar- lijk zij vcrkeereninbeklagenswaardigen toestand. Zoo is 't zee leven. De een overgelukkig haast, en de andere deernis- i wekkend. Aan het Departement van Waterstaat is een plan 1 ontworpen, volgens hetwelk een zijkanaal uit de binnen haven van liet Noordzee-kanaal zal worden gegraven, dat benoorden om de bestaande sluizen heen loopt en in het kanaal weder uitmondt. In dat kanaal komt dan beoosten de tegenwoordige sluizen een nieuwe en grootere sluis met 208 meter schutlengte, 24 meter breedte en een diepte van 8£ meter. Bezuiden de binnenhaven bij de tegenwoordige sluizen wordt een visschershavcn gegraven van 350 op 100 meter en tusschen de haven en de sluizen worden sluizen gebouwd. In de gemeente Ileer-Hugowaard vond men dezer een lijk in het ijs, 't welk gebleken is te zijn dat van zekeren H. Brans, die zijn kost verdiende als straat muzikant. Men gist naar de oorzaak van 's mans dood. Te Amsterdam is voor de noodlijdenden door de aardbevingen in Spanje reeds f 2200 bijeengebracht. Aan de daling in de tarieven voor tusschendeks- passagiers tusschen de Noord-Amerikaansche en Europeesclie havens schijnt geen einde te zullen komen. Terwijl reeds maanden geleden dat tarief op het toen ongekend laag standpunt van 17 dollars was gevallen, is het thans tot op 10 dollars gereduceerd, d. w. z. voor f 25 kan men, met inbegrip van onderhoud, de achtdaagsche reis over den Oceaan aanvaardenEn van deze f 25 gaan nog af 3 a 3£ gulden voor agentuurs-provisiën. Onder zulke omstan digheden is het niet de vraag hoeveel de stoomvaart maatschappijen verdienen, doch alleen hoeveel zij per pas sagier bijleggen en hoelang zij het zullen kunnen volhouden. Aan de Continental Conference te New-York, waarboven- vermelde reductie is vastgesteld, namen o. a. deel de Norddeutsche Llovd te Bremen, Carr te Hamburg, bene vens Antwerpsche, de Rotterdamsche en Italiaansche lijnen. De Maatschappij, die met het verminderen der tarieven een aanvang heeft gemaakt, en het doen kon omdat zij door het Fransche Gouvernement gesubsidieerd wordt, is de Compagnie Generale Trans-Atlantiqne te Hfivre. Zij was ter conferentie niet vertegenwoordigd. Nog altijd schijnt dus gebrek aan overeenstemming te bestaan, en koestert men vrees, dat de tarieven nog meer zullen dalen. Inder daad wordt dan ook uit Hamburg gemeld, dat dezer dagen reeds passagiers voor 8 dollars (f 20) het uitstapje naar de Nieuwe Wereld ondernomen hebben! Blijkens de uit verschillende plaatsen ingewonnen informatiën, wordt van de passagiers der stoomboot Oude Maas II niemand meer vermist, zoodat bij dit ongeluk zijn omgekomen niet vier maar acht personen. Het zijnGrietje Sluimer een oude vrouw, koopvrouw; Teunis Baars, koop man, een bejaard man, nalatende eene vrouw; Jan Van der Schoor Hz., koopman, nalatende eene vrouw en 3 kinderen, waarvan 1 gehuwdCornelis van der Linden met vrouw en kind, nalatende 2 kinderen als weezen, een van deze weezen was 's morgens mee van Oud-Beierland ge varen, maar verliet te Spijkenisse de boot om familie te bezoeken; Pietje De Ruijter, een meisje, die zich naar haren dienst te 's Hage begaf. Dit meisje, bijna in veiligheid, viel van de raderkast van de Oude Maas II in het water. Men stak haar een schippershaak toe, tweemaal greep zij mis de derde maal begaven haar de krachten. Haar lijk spoelde kort daarop te Vlaardingen aan; Willempje Van Vliet, een veertienjarig meisje. Alle acht zijn uit Oud-Beierland afkomstig. Op het oogenblik weet men niet van meer verongelukten, men hoopt dat het bij dit getal blijven zal. Het verlies aan vee en goederen wordt op omstreeks f 30,000 geschat. De heer F. L. Stracké Jr. heeft een levensgroot Maria-beeld gemaakt uit Carrarisch marmer. Marie draagt het kind Jezus op den arm en is geplaatst onder een uit witten steen gehouwen baldakijn, dat de beelden draagt van God den Vader en den H. Geest en met een engelen-figuurtje bekroond is. Het beeld is geplaatst in de R. K. hoofdkerk te Haarlem. Het hoofdbestuur van het Nederlandsch Zendeling genootschap heeft in een openbaar schrijven den treurigen financiëelen toestand, waarin dat Genootschap op dit oogen blik verkeert, nader bekend gemaakt. Men leest daarin o. a. het volgende: „Wat sedert jaren voorspeld was, maar wat ons niet mocht terughouden van te doen wat onze hand te doen vond, heeft zich bewaarheid: wij zijn thans, nu onze kas is uitgeput, geheel afhankelijk van de bijdragen en giften, die dag aan dag, week aan week inkomen, en bleven deze ons niet toevloeien, ja, vermeerderden zij niet, wij zouden gedwongen worden ons werk te staken. „Tot onze smart zien wij ons genoodzaakt u te ver klaren, dat onze ontvangsten, voor zooverre wij het bedrag daarvan kunnen nagaan, ten eenenmale ontoereikend zijn, om in de behoeften onzer zendingen over 1884 te voor zien. Reeds waren wij genoodzaakt van welwillende vrienden gelden op te nemenmaar dat heeft zijne grenzen. Niets kan ons baten, dan ruimer deelneming aan ons werk." Uit het jaarboekje voor de Chr. Geref. Kerk in ons land over 1884 blijkt, dat het aantal Christ. Geref. gemeenten nu reeds bedraagt 371 met 295 predikanten, terwijl er nog 86 vacatures zijn. Onder de oudste der dienstdoende predikanten komen o. a. voor E. J. Soegers te Lioesens en G. Wissink te Appelscha, die beiden zijn bevestigd in 1841, en W. A. Kok te Hoogeveen in 1842. Er zijn 22 gemeenten, die meer dan 1000 leden tellen, waaronder Amsterdam met 4620, Rotterdam met 4327, Hoogeveen met 2300, Leiden met 1900, Urk met 1739, Kampen met 1700 en 's Hage met 1570 leden. Dan zijn er 53 gemeenten met minder dan 100 leden, als Schagerbrug met 30, Ooltgens- plaat met 30, St. Maartendijk met 22 en Borne met 20 leden. Het aantal Christelijke scholen bedraagt 76, waarvan 34 een jaarlijksche subsidie ontvangen van de Vereeniging voor Gereformeerd schoolonderwijs. Hulpvereenigingen 88 Gereformeerde Zondagschoolvereeniging Jachin, Hulpver eenigingen 37. Het aantal Christelijke Jongelings-vereeni- gingen, die onder toezicht staan van de kerkeraden der Chr. ger. gemeente of in betrekking staan tot de gemeente, bedraagt 198, en dat der Chr. Jongedochtersvereeniging 99. Er zijn 338 Zondagscholen, die bestuurd worden door leden of onder toezicht staan van de kerkeraden der Chr. Ger. gemeenten, waarvan er weder 69 in betrekking staan tot de Zondagschoolvereeniging Jachin. Aan de Theol. school te Kampen zijn thans verbonden 7 docenten en 1 leeraar, en zij telt daarenboven 40 theologische en 38 litterarische studenten. Als gevolg van de beslissing van den Raad der gemeente !s Hage tot geleidelijke afschaffing van de kermis hebben B. en W. thans aan den Gemeenteraad het voorstel gedaan om den duur van de kermis, thans bepaald van den tweeden Maandag in Mei tot op Dinsdag der daarop volgende week, reeds dit jaar van denzelfden Maandag tot den daaropvolgenden Maandag en in 1886 tot den daarop- volgenden Zaterdag terug te brengen. Voorts geven zij den Raad in overweging, te bepalen, dat, nadat de kermis, aldus beperkt, in 188*5 en 1886, dus nog tweemalen zal zijn toegelaten, de jaarmarkt na 1886 is afgeschaft. In 1876 werd een boerderij in West-Stellingwerf met een oude vervallen woning verkocht voor f 11,900. Ofschoon daarna een nieuw huis werd gebouwd, bracht het goed dezer dagen niet meer dan f 7742 op. Het bericht, dat de weduwe Jut uit de gevangenis zou zijn ontslagen en zich te Rotterdam zou hebben ge vestigd, is onwaar. Zij bevindt zich nog steeds in de gevangenis voor vrouwelijke veroordeelden te 's Bosch en, tenzij gratie worde verleend, hetgeen tot heden niet het geval is, duurt haar straftijd tot Juli 1888. Men klaagt wel eens, dat onze natie weinig over heeft voor het leger, hoeveel millioenen daarvan ook door de officiëele organen van wetgeving en bestuur worden ten koste gelegd. Zeker is 't, dat men in vroegere tijden wel eens treffende bewijzen van genegenheid en belangstelling ontmoette van de burgers voor den soldaat, al waren de soldaten destijds in den regel geen landskinderen.... al namen de bewijzen wel eens vormen aan, die in den tegenwoordigen tijd, nu de Nederlanders zoo eerbaar, zoo fatsoenlijk en zoo wars van alle uitspanningen zijn, stellig niet goedge keurd zouden worden. Zoo vindt men in de Nederlandsche Jaarboeken van December 1784 van het fort Lillo aan de Schelde het volgende vermeld: "De collonel van Pabst, bevelhebber over de Hollandsche vestingen aan de Schelde, heeft een brief ontvangen van den heer Doorn, hoofdofficicier der stad Schiedam, waarbij hem berigt wordt dat eenige koop lieden dier stad, in aanmerking van het gure jaargetijde en uit hoofde, dat het krijgsvolk aan de Schelde meer dan andere aan gedurige vermoeijenissen is blootgesteld wel genegen zouden zijn, om ter verkwikking van die brave lieden, een Vaderlandsch geschenk van 5 a 6 oxhoofden Genever over te zenden in gevalle zulks aangenaam zoude wezen; waarop voornoemde Collonel heeft geantwoord, dat zulks met groote blijdschap en dankbaarheid door de krijgs- bezettingen zal worden tegemoed gezien." Waarschijnlijk maakte de in 1784 dreigende oorlog met den Keizer den Schiedammer kooplieden het gemoed bijzonder week voor de brave soldaten aan de Schelde. fArnh. Crt.) Te Leeuwarden had jl. Woensdag door eene com pagnie van het 1ste reg. inf., onder bevel van den kapitein J. A. A. In 't Veld, eene velddienstoefening plaats op schaatsen. Het doel der manoeuvre was om met den meesten spoed eenige belangrijke punten te bezetten, ten einde een vijand, die ondersteld werd te Holwerd te zijn geland, te beletten naar Leeuwarden op te rukken. Onderscheidene verkenningstochten en een uitgebreide patrouillegang op schaatsen werden hierbij uitgevoerd. Uit Mastenbroek wordt gemeld, dat de oud-polder meester G. Kragt, iemand van 84 jaren, nog met de moeste zwier en gemak dezer dagen op schaatsen vandaar naar Kampen reed. Door het bestuur van den Nederlandschen Schaatsen- rijdersbond is bericht ontvangen, dat de voorgenome inter nationale wedstrijd op schaatsen te Cambridge, wegens den ongunstigen ijstoestand aldaar, niet zal door gaan. De Engelsche rijders zullen thans aan de wedstrijden in Fries land komen deelnemen. Blijkens het programma voor den internationalen wedstrijd op schaatsen, vanwege den Nederlandschen Schaatsenrijders- bond, den 28 Januari a. s., op de Wielen bij Leeuwarden te lioudeu, worden daarbij de volgende prijzen uitgeloofd: lste prijs f 600, benevens de groote, door het gemeente bestuur van Leeuwarden toegezegde gouden Champion- medaille, ter waarde van f 100; 2de prijs f 300, 3de prijs f 180, 4de prijs f 120. De afstand, door de deelnemers af te leggen, bedraagt 1600 meters met één keerpunt. Eene aalmoes in natura. Naar men in de Gil Bias leest, wendde dezer dagen een groote kunstenares, in den uitersten nood verkeerende, zich tot Gounod, om eene som van 500 francs, hare bede kleedende in een gedicht. Gounod, de som niet ter beschikking hebbende, componeerde eene georkestreerde melodie op liet gedicht en verwees haar daarmede naar zijn uitgever. Deze betaalde er 1000 francs voor. De vijver in het Bois de la Cambre te Brussel wordt des avonds electrisch verlichtten behoeve der schaatsenrijders, zoodat zij, die door hunne zaken verhinderd zijn des daags van het ijs te profïteeren, des avonds hunne schade kunnen inhalen. Tot middernacht leveren de ijsbanen bij het elec trisch licht een tooverachtigen aanblik. Benoemingen, enz. De luit. ter zee lste kl. II. J. Van der Mandele, dienende als lste officier aan boord van het stoomschip Tromp te Cura«;ao, is om redenen van gezondheid gerepatrieerd en aan boord van voornoemd stoomschip in die betrekking vervangen door den luit. ter zee lste kl. D. J. Boom. De benoemde tijdelijke off. van gez. 2de kl. bij de zeemacht A. Lachawiec, med. doctor, wordt met 26 dezer geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip aihier, ten einde dienst te doen in het Hospitaal der Marine. De machinist lste kl. v. c. W. Fagg blijft, met intrekking zijner verplaatsing naar hier, te Hellevoetsluis belast met het toezicht op de torpedobooten. De machinist lste kl. C. Over heeft met guustig gevolg examen afgelegd voor het vaste corps. Vlsontoerlonten. Jl. Woensdag zijn van de groote Noordzee-visscherij aange komen de sloepen M. D. 5, schipper Van Eek, M. D. 9, schipper Koster en M. D. 11, schipper Koster, gezamenlijk aanbrengende 7800 schelvisschen, waarvan 1800 levende, en 26 kabeljauwen; schelvisch werd afgeslagen tegen f 41.50 tot f 47.50 't honderd en kabeljauw tegen f 1 per stuk. Donderdng zijn aangekomen de sloepen M. D. 3, schipper v. d. Hoek en M. D. 17, schipper Jongejan, aanbrengende 5000 schel visschen, waarvan 1400 levende, en 45 kabeljauwen; schclvisch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2