HH. MM. de Koning en de Koningin zullen, naar liet Dagblad uit goede bron verneemt, tot na het Paascli- feest in de residentie vertoeven. Onmiddellijk daarna zullen HH. MM. hun jaarlijksch bezoek brengen aan de hoofdstad en den 14 April van Amsterdam naar Berg in Luxemburg vertrekken, waar zij toteindeMei zullen vertoeven. De maanden Juni en Juli zal Z. M. tot het ondergaan van een badkuur te Carlsbad doorbrengen, terwijl H. M. de Koningin met het Prinsesje dien tijd te Mariënbad in Bohemen verblijf zal houden. Van 1 Augustus tot half September de opening der Kamers zijn HH. MM. voornemens. Oranje Nassauoord, daarna een paar weken het Paleis in Den Haag en vervolgens nog 2 üi 3 maanden het Loo te betrekken. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp tot wijziging der drankwet, hierop nederkomende, dat bij gecombineerde bedrijven de verkoop wel, het schenken niet geoorloofd zal zijn. Te 's Hage overleed jl. Zaterdag in 45jarigen ouder dom de kapt.-luit. ter zee J. A. Waldeck. Multatuli viert 2 Maart a. s. zijn 65sten verjaardag. Eenige vereerders willen hem bij die gelegenheid een passend geschenk aanbieden. De gedachtenlezer Cumberland heeft met veel succès te 's Hage eene séance gegeven. Volgens het Dagblad zal den 17 dezer te Groningen een Congres gehouden worden van.... vetweiders. Brieven uit de hoofdstad. 12 Februari. Maandagavond waren er groote volksmenigten saamgestroomd op de Place de 1'opéra te Parijs en op het Leidsche plein (tot September 1884 ook ons Opera-plein) te Amsterdam. De aan- leidende oorzaak was op beide plaatsen dezelfde: bespreking en bepleiting der sociale qnaestie. En de uitslag was in beide gevallen ook tamelijk wel dezelfde: gemis aan eenig practisch resultaat. Maar daarmede houdt ook alle overeenkomst op en blijft er overigens slechts het grootst mogelijke verschil. Daar de woelige viering van den Franschen „anarchistendag," hier een vreedzaam tournooi tusschen aanhangers van de meest tegenstrijdige beginselendaar de vrees gewettigd, dat er ieder oogenblik een oproer kon uitbreken, hier alles met de meeste kalmte en zonder onheilen afgeloopendaar municipale gardes en cavallerie in de weer om de belhamels in bedwang te houden, hier de politie slechts fungeerende als onmisbaar attribuut. Toch geloof ik, dat de predikant Westhoff, die als bestrijder van eenige socialistische leerstellingen tegenover den heer Nieuwenhuis optrad, niet met onvermengde voldoening op dezen avond zal terugzien. Hij is er het slechtst afgekomen, omdat hij met onvoldoende wapenrusting in het strijdperk trad. Toen Luther op 4 Juli 1519 te Leipzig het vermaarde twist gesprek met dokter Eek hield, kwam hij beter beslagen ten ijs. Uit den aard der zaak was hy, Luther, de gewezen monnik, volkomen thuis in de begrippen en leerstellingen van zijn tegen stander en kon hij hem dus met wapenen uit zijn eigen arsenaal bestrijden. Doch dit was bij den predikant Westhoff blijkbaar in geenen deele het geval. Geen enkel argument uit zijne inleiding of zijn repliek toonde aan, dat hij een meer dan gewone studie van het socialisme achter den rug heeft, waardoor hij dus bij zijn opponent aanmerkelijk ten achter stond. Al zijn bewijs voeringen waren ontleend aan den Bijbel, waarin Domela Nieu wenhuis trouwens even goed den weg bleek te weten als hij, hetgeen herhaaldelijk uitkwam in de handige gevatheid, waarmede deze de aangehaalde Bijbelteksten telkens door andere wist te neu traliseeren. Maar of dominé Westhoff van zijn kant daarentegen wel even goed thuis is in de werken van Fourrier, Saint-Simon, Lasalle, Karl Marx en al de andere corypheeën van het socialisme, durf ik na de Maandag gevoerde discussie niet onvoorwaardelijk jongelieden, die bij mijnheer Dunois op het kantoor werkzaam waren. Het eerste werk moest zijn hem als klerk te doen aan nemen. Even voor het eten trad de heer des huizes bij zijne vrouw binnen. Nadat hij haar eenig onbeduidend nieuws had verteld, zocht hij blijkbaar een voorwendsel, om zich weer te verwijderen, toen zijne vrouw onverwachts zcide: Valt er ook eene plaats op je kantoor te begeven? Neen, waarom? vraagde mijnheer Dunois verrast, daar zijne vrouw zich nooit met zijne zaken inliet. Ik vraag het ter wille van Hubert. De knaap wordt groot, en het is hoog tijd, voor zijne toekomst te zorgen, vindt ge niet? Als bediende kan ik hem misschien wel gebruiken. Wij hebben een boodschaplooper, maar de man wordt oud en is tamelijk kort van begrip, zoodat Hubert hem best kan vervangen. Verlangt ge van hem ontslagen te worden? Leest hij hakkelende voor, of heeft hij eene nieuwe spelling uitgevonden? Gij slaat den bal volkomen mis, beste vriend, sprak mevrouw Dunois op een toon, die van bedwongen aandoening getuigde. Hubert leest zeer goed voor, schrijft eene mooie hand en zonder fouten, en het ontbreekt hem niet aan eenige kennis... Waar heeft hij die opgedaan? vraagde mijnheer Dunois ongeloovig. Hij werd immers drie a vier jaar geleden van school genomen... Zou hij door het voorlezen van boeken en tijdschriften ook niets hebben kunnen leeren? Begrijpt hij dan wat hij leest? vroeg Hortense's echtgenoot en hij vond deze gedachte zoo kluchtig, dat hij hartelijk begon te lachen. Bedaard hernam mevrouw Dunois: Hubert is zeer bevattelijk van aard en kan u van grooteu dienst wezen. Hij is zeer aan ons gehecht, en ge zult het u later niet beklagen, hem als klerk te hebben aangenomen. Nu, mij wel, zeide mijnheer Dunois, na een korte aarzeling. Maar vindt ge toch niet, dat de livrei zijne rijzige gestalte des te beter zou doen uitkomen.... Toen Hortense hierop een gebaar van ontevredenheid, ja bijna van verontwaardiging maakte, liet mijnheer Dunois haastig volgen Nu, zooals ge verkiest, lieve. Hij had een afkeer van alles wat naar woordenstrijd zweemde. Elk misverstand vergde eene opheldering, en hij kende geen grooter ideaal dan een rustig leven, met volle vrijheid van handelen. Daök je wel, antwoordde zijne vrouw met een blijden glimlach, die haar gelaat eene bijzondere bekoorlijkheid leende. Doet je dat zoo veelgenoegen merkte mijnheer Dunois aan, getroffen over de uitdrukking der oogen, die hem het verleden weer voor den geest tooverde. Zeker, het geluk van dien knaap gaat mij ter harte. Best, maar hij moet eerst vervangen worden. Je kamenier, die zich op schryven noch lezen verstaat, kan zijne plaats niet innemen. Zal ik naar een nieuwe page omzien? Na zich een oogenblik bedacht te hebben, zeide Hortense: Ik had liever een jong meisje. Eene gezelschapsjuffrouw? De hemel beware mijEen jong, aardig meisje van buiten, dat lezen en schrijven heeft geleerd.... Maar, melieve, die zal je de courant als een liedje opdreunen aannemen. De kampioenen stonden dus op verre na niet gelijk en waren, wat de bestrijding van eikaars beginsel aanging, vol strekt niet tegen elkauder opgewassen. De wetenschappelijke waarde der gevoerde discussie heeft dus weinig of niet te beduiden. En de krijgshaftige predikant moet nu reeds van zijn eigen geestverwanten harde waarheden hooren over zijn onvoorzichtig heid, om zich tc meten met een kampvechter, die „geen portuur" voor hem was, zooals de jongens zeggen. Onberedeneerde strijdzucht heeft al vrij wat kwaad gesticht. En in plaats van alle middelen aan te grijpen, om dat kwaad zooveel mogelijk te beperken, heeft het soms den schijn, of men het integendeel opzettelijk tracht te bevorderen. Nog altijd wordt er in woord en schrift te vergeefs aangedrongen op een verbod op het dragen van wapenen door militairen buiten diensttijd, schoon er voortdurend de treurigste gevolgen van worden gezien. Zoo is er nu weer rechtsingang verleend tegen een korporaal der mariniers, die de vorige week in een tapperij in de Monni- kenstrrat een bootsmansmaat met zijn sabel verwondde, voor welk feit hij zich dus nu voor officieren-commissarissen heeft moeten verantwoorden. Zou nu bij deze officieren geen oogenblik de gedachte opkomen, dat die verwonding waarschijnlijk niet had plaats gehad, indien de korporaal slechts ongewapend de bedoelde tapperij had kunnen bezoeken? Bij de aanstaande viering van 's Konïngs verjaardag de volgende week zullen zij er zich trouwens weer van kunnen overtuigen, hoeveel kwaad er wordt gesticht door de onverantwoordelijke roekeloosheid, om opgeschoten jongens, die ter eere van 's Vorsten geboortefeest in buitengewone mate van de genietingen der „vergunning" hebben geprofiteerd, langs 's Heeren straten te laten rondloopen met een priem of een mes op zijde, die in hun onbedreven banden ieder oogenblik het gevaarlijkste moordtuig kunnen worden. Zou het eergevoel dier strijdlustige helden werkelijk zoo diep gegriefd worden, als mcn> hun het dragen van wapenen slechts toestond voor die gevallen, waarin het door de eischen van den dienst onvermijde lijk noodzakelijk is? En het gebeurde met dezen korporaal der mariniers is volstrekt geen op zich zelf staand of zelden voor komend feit, want voortdurend kan men er hier in den laten avond getuige van zijn, hoe onwaardige dragers van 's Konings rok bij de minste of geringste aanleiding van leer trekken en het leven van rustige burgers in gevaar brengen. Men klaagt onder de militairen over vooroordeelen tegen hunnen stand; maar zijn zulke tooneelen wel geschikt om die vooroordeelen te bestrijden en uit den weg te ruimen Wie kan met mogelijkheid eenige sympathie gevoelen voor een bende smoordronken woeste lingen, die het wapen, dat hun als een zichtbare en vereerende onderscheiding is omgehangen, misbruiken om er klop- en snij- partijen mede aan te richten! En hoeveel van die bloedige dronkemanstooneelen zullen er nog moeten voorvallen, eer de militaire autoriteiten een ministeriëele aanschrijving ontvangen om tot den zoo hoog noodigen maatregel over tc gaan Het zou reeds een stap in de goede richting zijn, indien aan militairen beneden den rang van officier het dragen van wapenen na zons ondergang verboden werd. Maar doe eens wat tegen dat mili taire adat van het oorlogs-departcment! Op het gebied van handel en nijverheid echter hebben we hier weer een verblijdend levensteeken te boekende oprichting der „Ilollandsche Stoomboot-Maatschappij," die door een gere gelde stoombootvaart tusschen de havens van Amsterdam en Groot-Brittannië voor handel en verkeer nieuwe wegen zal openen. Dus een eigen, rechtstreeksche vaart van Amsterdam op Londen, om daardoor het hart van het vasteland, via de hoofdstad, in directe verbinding met Engeland te brengen. De Amsterdamsche booten, uit Engeland komende, zullen met onge broken lading aan den wal kunnen komen en voor het landver- keer toegankelijk zijn, waartoe de schepen van den tegenwoor- digen dienst niet in staat zijn, zoodat deze dus niet meer aan de eischen van den bestaanden toestand voldeden. Met een kapitaal van zes ton werkende en onder leiding en toezicht van bekwame en energieke deskundigen geplaatst, kan deze onderneming, in dien zij den ten volle verdienden steun van den Amsterdam- schen handel geniet, een zaak van groote beteekenis voor de hoofdstad en voor het geheele land worden, wier bloei in velerlei Door dezen kluchtigen uitval van haar echtgenoot aan 't lachen gebracht en blijde hem vroolijk geluimd tc zien, antwoordde zij: Mits zy bevattelijk is, zal ik haar wel spoedig het voorlezen leeren. Gij bezit dus aanleg voor het onderwijzersvakdie bekwaam heid had ik nog niet in je opgemerkt. Ge zult toch zien, dat het mij goed is gelukt met Hubert. Dat ontging mij haast; doch wanneer zal ik hem in zijn nieuwen post aanstellen? Zoo spoedig mogelijk. Eerst eene nieuwe voorlezeres, zeide mijnheer Dunois op staande. Bij de deur gekomen keerde hij zich om en voegde Hortense toe: Welnu, doe uw best er eene te vinden, en ik zal van mijn kant ook zoekenzoodra zich eene plaatsvervangster voor uw page opdoet, beloof ik u dezen aan het schrijfwerk te zetten. Ge verlangt immers niet, dat ik hem een vorstelijk inkomen geef? Ik ken u als een rechtvaardig man, en als iemand die zijne klerken goed behandelt. Gevoelig voor dit compliment, naderde mijnheer Dunois opnieuw zijne vrouw en kuste haar de hand. Ik ga even naar de club en blijf er denkelijk eten. Goeden nacht, Hortense lief. Na een vriendelijken knik van zijn vrouw vertrok bij. Zij staarde op het deurgordijn, dat zich na het doorlaten van haaf- echtgenoot nog even bewoog, liet toen den blik op de magere handen vallen, die op haar schoot rustten, en uit de neergeslagen oogen rolden twee heldere tranen op haar kleed. De oorzaak dier tranen had zij moeilijk zeiven kunnen opgeven. Wellicht had dit onderhoud eene sedert lang onderdrukte smart weer verlevendigd; misschien deed het gevoel der ver latenheid, waarin zij eiken avond onder het een of ander voor wendsel verkeerde, haar pijnlijk aan. Of smartte haar ook, hoewel onbewust, het gebrachte offer? Wat een offer was het; vooral sedert Hubert met meer dan gewone gaven van gemoed en geest bedeeld bleek, had zy zich met liefde aan zijne opvoeding gewijd. En terwyl zij gevoelde dat het haar zwaar viel van haar leerling te scheiden, erkende zij dat het hoog tijd werd. De luidruchtige wijze, waarop haar echtgenoot zich over den knaap had uitgelaten, dien hij slechts voor den dienstbaren stand geschikt rekende, terwijl zij hem als een vriend, bijna als een zoon beschouwde, bewees der jonge vrouw, dat, als zij de toe komst van haar jeugdigen voorlezer wilde verzekeren, er niet getalmd moest worden, opdat de knaap voor goed zijn nieuwen post bekleedde eer Eer wat? Eer zij ging sterven. Welnu, ja, de gedachte aan den dood had niets schrikver- wekkends voor haar, sedert zij de ongeneeslijkheid harer kwaal had ingezien. Doch eerst moest aan Hubert eene plaats aan een der lesse naars worden aangewezen, al zou het hem misschien minder welkom wezen, den geheeleii dag over cijfers gebukt te zitten want tot nu toe bracht hij het grootste gedeelte van den dag, wanneer mevrouw Dunois hem niet noodig had, met lezen en droomen onder de boomen in den grooten tuin door. Doch het moest, want het was voor zyn bestwil. Nooit zou de knaap tot den dienstbaren stand kunnen terugkeeren, waaraan Hortense hem had onttrokken door aan zijn geest de vrije lucht te geven. Wordt vervolgd richtingen rijke vruchten zal kunnen afwerpen. En vooral is die steun verdiend, daar het hier een onderneming geldt, die niet eenvoudig op speculatie of denkbeeldige vooruitzichten is gegrond, maar wier ontstaan voortvloeit uit dc eischen van het snelst en gemakkelijkst mogelijke verkeer. Er is behoefte aan dc uitvoering der plannen dezer „Hollandsche Stoomboot-Maat schappij," en dit geeft al dadelijk een grooten waarborg voor haren bloei. Er worden tegenwoordig met ons goede Hollandsche geld zooveel „chateaux en Espagne" gebouwd, dat het wel als een verblijdend levensteeken mag aangemerkt worden, als er weer eens iets op touw gezet wordt, dat niet ten eenenmale van den stempel der oud-vaderlandsche soliditeit verstoken is. Ook krijgen de geruchten meer en meer vastheid, dat het Panopticum van bestemming zal veranderen en er nu een door- loopende nijverheids-tentoonstelling zal georganiseerd worden. Over deze verandering zal niemand zich verwonderen. Het Panopticum is tegengevallen, de zaak rendeert niet, en ondanks alle lokmiddeltjes wordt het schaarsch bezocht. Wie éénmaal het Panopticum gezien heeft, is er verzadigd van; wie er tweemaal heengaat, heeft er zijn reden voor; wie er driemaal komt, ver dient een plaats inhet Panopticum. Ook de Parkschouwburg loopt, als alles mij niet bedriegt, op zyn laatste beentjes. De aatideelen, die indertijd ver boven pari liepen en een jaar ge leden nog tusschen dertig en vijf-en-dertig percent variëerden, halen nu ternauwernood tien k elf. „Het kan verkeeren," zei Brederoo, aan wiens „derde eeuwfeest" men hier den lfiden Maart een beetje geurmakerij zal wijders Ik ben dol benieuwd, welk van 's mans tooneelstukken men den volke vertoonen zal. Zijn „Spaansche Brabander" of zijn „Moortje?" Of een ander van zijn dubbel gezouten en sterk gepeperde schotels? Er is keus genoeg, maar.... ziet ge.... het is altijd Brederoo; en tegen woordig zijn we (of houden we ons) zoo heel anders dan vóór driehonderd jaar! Anutelaar. De Koninklijke Nederlandsche Marine telt thans: 1 opper bevelhebber der zeemacht; 2 vice-admiraals; 4 schouten-bij-nachts 25 kapiteins ter zee; 36 kapt.-luits ter zee; 121 luits. ter zee lste kl.180 luits. ter zee 2de kl.; 59 adelborsten lste kl.het corps mariniers: 1 kolonel-commandant, 3 luitenant-kolonels, 15 kapiteins, 15 lste luitenants, 14 2de luitenants, 1 luitenant- koloncl-intendant, 2 kapitein-kwartiermeesters, 1 lste, 1 2de luit.-kwartierm., 1 kapit.-administrateur van kleeding; de geneeskundige dienst der zeemacht: 1 inspecteur, 2 dirigeerende officieren van gezondheid lste kl., 4 dirigeerende officieren van gezondheid 2de kl., 23 officieren van gezondheid lste kl., 26 officieren van gezondheid 2de kl., 1 gedetacheerd off. van gez. lste kl. Van de landmacht, 12 vreemde geneeskundigen, tijdelijk off. van gez. 2de kl., 1 apotheker lste en 2 apothekers 2de kl. de administratie by de zeemacht: 1 hoofdinspecteur, 2 inspec teurs, 24 officieren van adm. lste kl., 47 officieren van adm. 2de kl, 1 off. van adm. 3de kl., 7 adjunct-administrateurs; de stoomvaartdienst: 4 officieren-machinist lste kl., 6 idem 2de kl., 47 machinisten lste kl. in het vaste corps; ingenieurs: 1 hoofdingenieur, adviseur voor scheepsbouw; 3 hoofdingenieurs; 3 ingenieurs lste kl.; 5 ingenieurs 2de kl.1 adspirant-ingenieur. Van de militaire studenten, aanstaande officieren van gezond heid bij de zeemacht, zijn er 4 candidaat-artsen13 aan de Rijks-universiteit te Leiden; 12 aan die te Utrecht; 6 aan die te Groningen, en 13 aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. Aan schepen en vaartuigen van oorlog telde onze zeemacht op 1 Januari jl.: 21 gepantserde schepen; 33 ongepantserde schepen tot verdediging van kusten, zeegaten enz.; 18 voor algemeenen dienst; 19 voor bijzondere diensten; 28 schepen der Indische militaire Marine; te zamen 121 schepen. Aan het korps mariniers ontbraken op 1 Januari 2 officieren en 14 onderofficieren en minderen, te zamen 16, vermits de bepaalde sterkte bedraagt 56 officieren en 2221 onderofficieren en minderen, totaal 2261. Bultenljincl. Het huwelijk van Prinses Hendrik der Nederlanden zal kort na Paschen worden voltrokken. Dit zal plaats hebben in het paleis harer ouders te Berlijn, uitsluitend in don familiekring, zonder het gebruikelijke Pruisische hofcere monieel. Eene officiëele depêche van generaal Wolseley meldt nadere bijzonderheden omtrent Gordon's dood. Het blijkt, dat Gordon in haast zijn paleis verliet met een 20tal getrouwen, op het vernemen van Farag Pacha's verraad. Gordon spoedde zich naar het Oostenrijksche consulaat, maar ont moette in de straten reeds de troepen van den Mahdi, die een onafgebroken vuur onderhielden en Gordon neder- schoten. De Oostenrijksche consul vond den dood in zijn eigen huis, terwijl de Grieksche consul en de geneesheer krijgsgevangen gemaakt zijn. De Amerikaan Hotchkiss, uitvinder van den kanon revolver, is overleden. Benoemlncon, enz. De minister van Marine breDgt ter kennis van belanghebbenden, dat in dit jaar bij het Koninklijk Instituut voor de Marine alhier, na afgelegd examen, kunnen geplaatst worden: 30. jongelieden als adelborst voor den zeedienst. Het examen zal vermoedelijk in de 2de helft van de maand Mei aanvangen. Nadere bijzonder heden bevat de Staatscourant van jl. Zaterdag. De minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in dit jaar zes jongelieden kunnen geplaatst worden als adspirant-administrateur bij de Kon. Nederl. zeemacht. Het vergelijkend examen zal in de maand Juli e. k. worden afge nomen. Nadere bijzonderheden bevat de Staatscourant van jl. Zaterdag. De minister van Oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de eerste helft van April a. s. weder pupillen op de Pupillenschool te Nieuwersluis zullen worden geplaatst. Van de op dien datum openstaande plaatsen zullen er wellicht eenige kunnen worden vervuld door zonen van niet-militairen. Nadere bijzonderheden bevat de Staatscourant van jl. Zaterdag. Door 17 korders werden jl. Zaterdag voor- en namiddag 20 tot 100 groote tongen en 20 tot 130 groote schollen aangevoerd groote tong werd afgeslagen tegen 45 a 60 en groote schol voor middag tegen 45 k 50 c., namiddag tegen 40 a 45 c. per stuk. Van de groote Noordzeevisscherij kwamen geen sloepen binnen. Gisteren is aangekomen de sloep M.D. 14, schipper Taal, aanbrengende 150 levende kabeljauwen, 200 doode idem, 24 lengen, 4 heilbotten, 900 ijs-schelvisschen, 3 ben vleet en 5 punt roglevende kabeljauw werd afgeslagen tegen f 2.65, doode idem tegen f 1.80 a f 1.35, leng tegen f 3.85, heilbot tegen f 19, alles per stuk en schelvisch tegen f 23.50 't honderd, vleet en rog tegen f 125 de aanbrengst. Door de bommen N.W. 19 en Sch. 87 werden 144 groote tongen, 400 kleine idem en 314 groote schollen aangevoerdgroote tong gold ter afslag 50 k 60 c., kleine idem 20 a 10 c. en groote schol 50 a 35 c. per stuk. Drie tal haring, door trekkers aangevoerd, werd tegen f 8.90 per tal afgeslagen. HurgerUjl^e Stand. Gemeente HELDER, van Zaterdag tot Dinsdag. Ondertrouwd en Getrouwd: Geene. Bevallen: G. Telman, geb. Van der Weg, Z. N. Van Horik, geb. Ryper, D. H. M. Zaal, geb. Makelaar, D. D. Veldman,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2