tegen het verslag in de Staatscourant betreffende de uit komsten van het vergelijkend onderzoek naar de visscherij op de Zuiderzee met den wonderkuil en met de schakels. In het bijzonder wijst hij er op, dat de vaartuigen der Volendammers en de meeste botters van Urk niet geschikt zijn om te schakelen, dat er op die wijze volstrekt geen brood te verdienen is. Ter bevordering van de Zondagsrust, bij de post beambten, wordt de bodenloop van Ursem naar Schermer hom, met aanvang van 29 dezer, op Zondag gestaakt. De Tijd maakt melding van een bericht, dat een Nederlandsch oorlogsschip ten spoedigste naar Columbia zal vertrekken, wijl de opstand aldaar een dreigend aanzien verkrijgt. De haven van Carthagena is geblokkeerd. Volgens enkele bladen zou onze Regeering besloten hebben, van Nederlands belangstelling in de Antwerpsche Tentoonstelling te doen blijken, door zich, op den ope ningsdag, in de haven van Antwerpen te doen vertegen woordigen door een paar oorlogsvaartuigen, met name de korvet Marnix en de brik Castor. Na de treurige figuur, ten aanzien van het verleenen van subsidie geslagen, zegt de Amsterd. Crt., zouden wij der Regeering wel in overweging willen geven de Marnix en de Castor maar stillekens thuis te houden. Volgens de Amsterdammer werd de adelborst 1ste klasse, dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Atjeh, gewond in een gevecht tegen de negers van Tatalla (Angola). Hieruit blijkt, dat de zending van de Atjeh niet vrede lievend afliep. Zij ging naar den Congo, om daar de Nederlandsche vlag te vert>onen. Van Tenerifte werden nog berichten gezonden. Den I3den Februari had het gevecht plaats. Prins Albert van Saksen-Altenburg en de Erfgroot- hertog van Oldenburg hebben jl. Vrijdag middag per Rijnspoor van 4.22 de residentie verlaten. Naar aanleiding der rapporten in zake de Internatio nale Landbouwtentoonstelling te Amsterdam en daaromtrent ingekomen adviezen van sommige afdeelingen heeft het bestuur aan het hoofdbestuur der „Friesche Maatschappij van Landbouw" voorgesteld, om de 4 jaar een algemeene tentoonstelling van vee te Leeuwarden te houden, den eersten keer in 1887, en daarvoor hooge prijzen uit te loven, en verder, om in 1885, 1886 en 1887 te Leeu warden keuringen van hengsten en merriën te houden en voor prijzen en premiën jaarlijks f 2500 beschikbaar te stellen, mits door de Provinciale Staten van Friesland f 2000 toegezegd worde. Ook de afdeeling Knollendam, Marken-binnen en omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft op stoffelijke wijze hare belangstelling getoond in de te Alkmaar, op Vrijdag 27 Maart a. s., te houden Paasch- tentoonstelling voor rijstieren, melkvee en vet rundvee, door eene bijdrage van f 5 te verleenen. Het aantal aan gegeven beesten overschrijdt nog dat van het vorige jaar en heeft het belangrijke cijfer van 187 nummers bereikt. Eene keur van fokdieren zal dien dag aldaar vereenigd zijn: niet minder toch dan 10 drie-, 36 twee-en 46 eenjarige stieren, benevens 11 paar kuispinken. Let men op de jaarlijksche uitbreiding, die deze rubriek van het programma ondergaat, dan mag men zich met reden verheugen, hoe de Noordhollandsche boer begrijpt, dat in de fokkerij zijne toekomst ligt en dat alleen zorgvuldige kruising en aan houdende zorg den ouden roem van zijn vee kunnen handhaven. Volgens een mededeeling van het bestuur van het „Roode Kruis" is er thans in Indië en vooral op Atjeh gebrek aan goede lectuur voor zieke en gezonde krijgslieden. Het hoofdcomité hoopt, dat door tusschenkomst van het publiek in dat gebrek zal worden voorzien. Het zal elk geschenk, hoe gering ook, van boeken, tijdschriften enz. in de Hollandsche, Fransche en Duitsche taal in dank ont vangen, en voor de geregelde verzending naar Indië zorg dragen. Bij voorkeur worden romans, illustratiën en stich telijke lectuur verlangd. als het paard een ruk deed, om over de Giljeheuvels te glijden. De huisdeur werd geopend en Ola stond bij de stoep met de stal-lantaren, om de gasten bij te lichten. Na nog eene poos gewacht te hebben, klonken de bellen eens klaps duidelijk achter de houtschuur... Men hoorde de sneeuw onder de ijzers van de slede kraken. De kapitein zette den kandelaar op de tafel in het voorhuis, dat pas geschrobt en met takjes van den jeneverbessenstruik bestrooid was. Hij ging op de stoep staan, terwijl de kinderen, de hoofden bijeen, naar de keukendeur gluurden en Pasop, die achter hen stond te knorren en te janken, beletten, blaffende naar buiten te stormen. „Goeden avond, Rónnowgoeden avond, luitenantwelkom op Gilje!" klonk zijne krachtige, opgeruimde stem, terwijl het voer tuig, dat op de laatste wisselplaats met den naam van gletscher- slede vereerd was, de voorplaats op en naar de stoep reed. „Een ff)n spul, zei ik!" „Koud, Peter!... Drommels koud, Peter!" klonk het uit de hooge, in een pels gewikkelde gestalte, die de teugels losliet en een weinig stijf in hare bewegingen uit de slede stapte, terwijl het bezweete paard, nu rillende van de kou, het tuig deed schudden, dat de bellen rinkelden. „Ik geloof, dat we door en door bevroren zijn. En de kleine rot, die wij tot paard hebben, wilde ook niet vooruit.... Zij hebben een dashond voor de slee gespannen, om ons door de sneeuw te gravenGoeden dag, Peterik verlang bij je in huis te komen... Hoe gaat het?" eindigde hij, terwijl hij op de stoep de hand van den kapitein schudde. „Luitenant, breng de flesschenmand mee!" Terwijl de twee heeren zich in het voorhuis van hunne pelzen en reislaarzen ontdeden en den voerman betaalden en Ola den koffer naar de logeerkamer droeg, drong de geur van reukwerk uit het vertrek tot hen door, en dit deed Rónnow als een echt cavelier dadelijk aan de vrouw des huizes denken, die hij in de vreugde des wederziens van zijn ouden vriend geheel vergeten had. Zijne groote, statige gestalte bleef voor de deur staan en bracht de das in orde: „Zie ik er zoo fatsoenlijk genoeg uit, Peter, om mij aan je vrouw te vertoonen?" sprak hij, terwijl hij met de hand zijn zwart krulhaar opzette. „Ja, o ja, het kan best zoo... Een knappe vent, luitenant. Wees zoo goed, myne heeren!" „Kapitein Rónnow en luitenant Mein, ma!" sprak hij, terwijl hij de deur opende. De vrouw des huizes rees van hare plaats aan de tafel op, waar zij nu met een net, wit breiwerk gezeten was. Zij groette zoo hartelijk als hare stijve gestalte toeliet kapitein Rónnow en den luitenant, terwijl zij den laatste een weinig nauwkeuriger dan den eerste opnam. Mevrouw verliet kort daarna de kamer, De zendingen worden verwacht aan het bureau van het hoofdcomité Lange Voorhout 6. Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer: „Ongeveer te middernacht van Zondag op Maandag werden de bewoners van den Burg opgeschrikt door het luiden der brandklok en bleek dat eene huismanswoning in den polder Eierland met alles wat zich daarin bevond eene prooi der vlammen was geworden. Alles was tegen brandschade verzekerd bij Maatschappijen te Tiel en Oudkarspel.* f Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer: „Tijdens de bewoners zich te Harlingen bevonden, is inbraak gepleegd in de woning van den schipper C. K. te De Cocksdorp. Er werd o. a. een kist opengebroken van den knecht, die daarin al zijne spaarpenningen bijeen hield. Uit die kist moet een bankbiljet van f 100 zijn geroofd. De politie heeft een streng onderzoek ingesteld." „De boerenstand op dit eiland beleeft ongekende moeie- lijke tijden. Velen zien zich door den dwang der omstandig heden genoopt, have en vee te verkoopen. De opbrengst van het vee is evenwel bijzonder gering. Zoo werden dezer dagen koeien verkocht tegen f 120 per stuk, die een jaar geleden het dubbele golden. Ook de handel in lammeren is nog even stug. Dezer dagen is voor een partijtje lammeren f 7 geboden, een prijs ongeveer de helft minder dan andere jaren. De koop ging niet door. Overigens verneemt men van den lammerhandel niets. Ook de prijs van de wol is ongekend laag." „Eene niet alledaagsche vangst hadden Zondag morgen eenige visschers van Nieuwediep. Terwijl zij bezig waren met het haringtrekken, joeg een troep bruinvisschen een school haring in het net. Terstond begonnen de visschers nu het net naar den wal te sleepen. Zoodra de bruin visschen bespeurden dat ze in de engte werden gedreven, sprongen zij over het vischtuig en kozen het ruime sop. Evenwel bleef er vier last haring in het net, waarvoor de visschers f 200 besomden. Bovendien bevond zich een kolossale zalm in het net, waarvan de bruinvisschen nog in de gauwigheid den staart hadden afgebeten, welk lichaamsdeel later in het net werd gevonden. De zalm bracht f 25 op." In de vergadering van 17 Maart 11. van de afdeeling Haarlem en Omstreken der „Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst" werd door eenige leden mededeeling gedaan van verscheidene gevallen van vergifti ging, waarvan twee met doodelijken afloop, die in den laatsten tijd voorgekomen waren door het gebruik van Haarlemmer olie. Dat er onaangename menschen op de wereld zijn ondervond dezer dagen een Hagenaar. Tijdens de ziekte zijner overleden echtgenoote liet hij tot 4 maal toe aan een zijner naaste buren beleefd vragen of men met piano spelen, dat de zieke zeer hinderde, wilde ophouden. Hij ontving op die verzoeken eenvoudig een weigerend ant woord, onder mededeeling dat de pianobespeelster zich oefenen moest voor een muziekpartijtje, dat binnen weinige dagen gegeven zou worden. Naar aanleiding van bovenstaande meldt het Vaderland Door een advertentie in een blad, dat elders uitkomt, is de persoon, wier pianospel tot de klacht, in Dagblad en Vaderland van jl. Zaterdag avond aanleiding gaf, met name aangewezen. Op de juistheid der voorstelling wordt zeer veel afgedongen zij heeft niets van een ernstige ziekte gewetenhet verzoek om niet te spelen was ongemanierd overgebracht; desniet temin heeft zij zooveel mogelijk buitenshuis gestudeerd. Wij willen deze vermelding niet achterwege houden, maar treden hierin niet verder, omdat wij van de zaak geen personenquaestie hebben willen maken. Het verzoek aan pianospelers en speelsters, om aan hun lijdende mede- menschen te denken, behoudt zijne waarde. De welbekende schimmelhengst Tabor, die op de in 1884 te Amsterdam gehouden internationale harddraverijen tegen den harddraver Willem III liep, is dezer dagen voor het eerst hier te lande vader geworden. De moeder was om iets voor van avond gereed te maken. Kapitein Rónnow wreef zich de handen van de kou, draaide op het eene been rond en ging daarop met den rug naar de kachel staan „Ik zeg je, dat we stijf bevroren zijn, Peter... maar och luitenant, krijg de flesschenmand!" Toen luitenant Mein weer binnenkwam, nam Rónnow eene van eene etiquette voorziene, gelakte flesch uit de mand, en ze bij den hals zwaaiende, hield hij die zijn vriend voor. „Zie je die, Peter Jaeger! Zie ze eens goed aan en wees geroerd, kameraad.... Echte arak uit Atchin in Voor-, in Achter-, in Oost-,.... of West-Indië Ik stel ze u bij deze ter hand. Mocht ze uw hart smelten, Peter Jaeger!" „Warm water en suiker, ma!" riep de kapitein naar de keuken, „dan zullen wy gauw te weten komen, of je ons, eenvoudige landlui, maar wat wijs wilt maken. En dan aan de whisttafel, tot wij wat te eten krijgen wij zullen met den blinde moeten spelen." „Brr... rrr... potz blitz, wat is dat voor goed, dat je in den tabakskist hebt, Jaeger?" riep Rónnow, die eene pijp gestopt had. „Nieskruid, geloof ik. Ruik eens, luitenant ik houd het voor wormkruid uit de kinderkamer." „Echte tabak van Tidemand uit de „Drie kronen," vriend. Hier in het hoogland houden wij niet van grove tabak en Vir- ginia," sprak Jaeger, die de speeltafel opensloeg en gereed maakte. Op zij onder het lood, daar vind je gekorven bladtabak, echte Bremer, zoo zwart en gesaust, als je maar wilt. Hier lusten alleen de boeren dat goed en dan de lui, die van den kant van Bergen komen." De deur ging open en de drie meisjes, gevolgd door haar broertje, kwamen binnen met de glnzen en een keteltje warm waterzij schenen den arbeid onder elkander verdeeld te hebben volgens de regels voor de processie bij de begrafenis van den hertog van Marlborough, waar, zooals bekend is, de vierde niets droeg. De rijzige blonde Kathinka ging aan de spits met het blad en de glazen en de rammelende suikerlepels. Zij beproefde het kunststuk, te nijgen en te groeten, terwyl zij het blad droeg, en werd gloeiend rood, toen het dreigde te mislukken, en de luitenant moest toeschieten en de hand uitsteken, om haar het evenwicht te doen bewaren. Dadelijk daarop werd zijne aandacht getrokken door de naast volgende in jaren met hare donkere oogen en lange wimpers, die met den dampenden ketel op een bord aankwam, terwijl de jongste, Thea, met het suikerschaaltje volgde. „Maar, mijn goede Peter Jaeger," sprak Rónnow, verrast door het gezicht van de bijna volwassen dochters zijns vriends, „wanneer heb je al dit volkje gekregen? Je hebt me eens ge schreven van kleine meisjes... en een jongske, dat gedoopt zou worden." Wordt vervolgd.) het eigendom van den landbouwer Witte op Texel. Het veulen is een zwarte hengst en is reeds kort na de geboorte gestorven. De heer P. Ellerbroek te Hoorn had het veulen reeds vóór de geboorte voor f 100 gekocht. Door de heeren Duyvis, T. Mackay, Ruys van Beerenbroek, Schiramelpenninck, "Gleichman en Mees is voorgesteld om alsnog aan den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid een niet te overschrijden crediet te openen van f 25,000 ten behoeve der Tentoonstelling, welke dit jaar te Antwerpen zal worden gehouden, ten einde de minister die som ter beschikking kunne stellen van den commissaris-generaal voor genoemde tentoonstelling, om daaruit te bekostigen het aanbrengen van extra-decora tief, het inrichten van een bureau en de vergoeding van reis- en verblijfkosten aan de leden der jury. Als eene bijzonderheid wordt uit Montfoort gemeld, dat een koe van den landbouwer Boerman in de Waard, deze week drie kalveren ter wereld bracht, nadat zij even eens het vorige jaar een gelijk getal had ter wereld gebracht. Als een bewijs, dat de zaken in Limburg ook niet vooruitgaan, meldt men, dat eene papierfabriek te Valken burg, die vier jaren geleden f 72.000 bij verkoop opbracht, dezer dagen verkocht werd voor f 15,100. De vermoedelijke dader van den moord te Wageningen, die te Aalten aangehouden en naar Arnhem getransporteerd is, heet Willem Regeling, is 28 jaar oud, heeft reeds vroeger 6 jaar op den Kruisberg gezeten wegens moord op een vrouw, die hij met een schop de hersens had ingeslagen en was eerst dezer dagen uit de gevangenis te Utrecht van een celstraf van 9 maanden wegens diefstal ontslagen. Het onderzoek wordt door den rechter-commissaris met den meesten ijver voortgezet. De Amerikaan, die in April 1884 tijdelijk te Pur- merende woonachtig was en aldaar in de omstreken veel vee kocht, is thans te Philadelphia bij zijne familie terug gekeerd. Het vermoeden, dat hij vermoord zou zijn, dat indertijd bestond, en waarnaar de nauwkeurigste onder zoekingen in het werk werden gesteld, is dus niet be waarheid. Bedoelde Amerikaan had zich eene som van f 30,000 op twee door zijn principaal getrokken wissels toegeëigend, met welk geld hij zich naar Monte Carlo begaf en het aldaar bij het spel verloor. Het laatste gedeelte van zijne reis, namelijk van H&vre naar New-York, moest hij als matroos doen. De Belgische Regeering heeft, op het voorbeeld van de Liniburgsche Maatschappij van Landbouw, die zeer gunstige resultaten verkreeg van de inëntingen tegen miltvuur door den districts-veearts Janné, ook inëntingen in het groot te Ilervé laten verrichten, die eveneens tot zeer gunstigen uitslag geleid en den beschuttenden invloed der vaccine krachtig aangetoond hebben. Een liefhebber van een pruimpje. Iemand uit Nederweert, die in de vorige week vijf dagen celstraf moest ondergaan, had bij het verlaten der gevangenis geen enkelen knoop meer aan zijne jas. Toen de cipier hem naar de reden daarvan vroeg, kwam hij tot de bekentenis, dat hij, een hartstochtelijk liefhebber van „pruimen" zijnde, vóór hij naar de cel was gegaan stukjes roltabak met zwarte stof had overtrokken, die hij als knoopen op zijn jas had gezet, en ze in de gevangenis achtereenvolgens had afgesneden, om de aldaar verboden waar op deze wijze toch te kunnen genieten. "Larie." „Pa, wat is dat toch: „larie?" „Larie, Willem!" antwoordt Papa, met een eigen aardig strengen blik op zijne gade „larie is bijvoorbeeld, wanneer je moeder zegt, dat ze veel van mij houdt en toch de knoopjes aan mijn overhemd vergeet!" Wat doet den man het hoogste genot smaken? Wat doet zijne borst het meest van trotschheid zwellen? Eene nieuwe ontdekkingTe weten dat men een grond betreedt, waar niemand nog ooit den voet heeft gezet; dat men aanschouwt wat geen andere menschenoogen nog ooit gezien hebben; dat men eene maagdelijke lucht inademt. Een plan het aanzijn geven op een grootsch denkbeeld komen onder het stof, op een veld, dat reeds door zoo menig menschelijk brein beploegd is, een gouden korrel ontdekken. Eene nieuwe planeet ontdekken, eene nieuwe machinerie uitvinden, het middel vinden om den bliksem te dwingen uwe boodschappen over te brengen. De eerste zijn, daar komt het op aan. Iets doen, iets zeggen, iets zien, waarmede men ieder ander vóór is, dat is 't wat een genot geeft, waardoor alle andere levensgenietingen in de schaduw gesteld worden en flauw en nietig schijnen. Morse met de eerste boodschap, die zijn dienaar, de bliksem, overbracht; Fulton, in dien voor hem eindeloozen tijd van spanning: toen hij zijne hand op de smoorklep legde, en, ziedaarde stoomboot kwam in bewegingJenner, toen zijn patiënt, met de smetstof der koe in zijne aderen, ongedeerd door het pokken-hospitaal liep; Howe, toen hij op den inval kwam, dat honderdtwintig menschengeslachten lang het oog van de naald aan het verkeerde einde geboord was; de onbekende meester, die in oude, lang vergeten tijden zijn beitel nederlegde en op den voltooiden Laocoon staardeDaguerre, toen hij de zon, die in het Zenith stond, gebood het landschap op zijne zilveren plaat af te drukken, en zij gehoorzaamdeColumbus, toen hij zijn hoed zwaaide over een zee, die voor eene fabel gehouden was, en in de verte op eene onbekende wereld staarde! dat zijn de mannen, die waarlijk geleefd hebben die werkelijk be grepen wat genot is die in één oogenblik al het streelend gevoel van een geheel menschenleven gesmaakt hebben. Mark Twain. Toen hij bedacht hoe geregeld alle dingen van dag tot dag denzelfden kringloop hielden hoe de listige gierig heid rijk werd, en mannelijke, oprechte harten arm en treurig bleven hoeveel onrecht er heerschte en hoe de wereld jaar op jaar onverschillig voortging, en niemand het zocht te herstellen of te vergoeden, als hij dat alles bedacht, gevoelde hij, dat er waarlijk weinig reden bestond om te hopen. Maar de jeugd is niet genegen om de donkerste zijde te beschouwen van een tafereel, dat zij naar welgevallen kan omkeeren. Nicolaas Nickleby. Als de bloesemknoppen onzer Hoop door den storm onherstelbaar genepen worden, zijn wij meest genegen ons voor te stellen welke bloemen zij hadden kunnen..geven als zij ontloken waren. Dombey en Kinderen verwennen beteekent hen te misleiden omtrent

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2