®HELÓERSCHE® »•••-•
M N1ÉUWED1EPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1885. N°. 40. Vrijdag 17 April. •»**£.- Jaargang 43.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
EEN N00RSCHE GESCHIEDENIS,
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal f 0.90.
franco per post 1.20.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
brengen ter openbare kennis, dat de voljaars-kohieren van den
Hoofdelijke7i omslag en der belasting op de hondenover het dienst
jaar 1885, door heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie zijn
goedgekeurd en heden in afschrift, gedurende vijf maandenop
de Secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing zijn nedergelegd.
Helder, 11 April 1885.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder,
STAKMAN BOSSE.
De Secretaris,
C. BOON.
Jl. Maandag werd te Maastricht het stoffelijk over
schot van mr. Eug. Van Oppen en zijn dochter ter aarde
besteld. Duizenden waren op de been en gaven blijk van
hartelijke belangstelling. Op het graf werden toespraken
gehouden door mr. Nijpels, namens de balie van Maastricht
en Den Bosch, door den pastoor-deken van St. Servaas,
den heer Rutten, en door den vriend en studiegenoot van
den overleden advocaat, mr. Rivaux, van Nijmegen.
Naar aanleiding van 't gebeurde schrijft men nog 't
volgende aan de Haarl. Crt.:
Uit de brochures, in 1877 en 1881 door Timmermans
uitgegeven, en nu weder voor den dag gehaald, blijkt, dat
de oorsponkelijke quaestie liep over twee perceelen bouw
land, ter gezamenlijke waarde van p. m. f 1000, die door
een zekeren Systermans te Heerlen, niettegenstaande een
vonnis der rechtbank, die ze aan Timmermans toev.ees,
wederrechtelijk in bezit werden gehouden. De zaak tegen
Systermans werd in 1872 door T. aan den procureur Van
Oppen in handen gegeven en in het volgende jaar door
hem gewonnen. Maar toen begon de langdurige procedure
van T. met zijn procureur over de reiskosten, daar T. een
verklaring .getegkgB^ had, dat de kosten, in geval van
wanbetaling der tegenpartij, ook uit het bedoelde bouwland
mochten worden verhaald. De bewijsstukken bleven in-
tusschen bij den procureur berusten en een nieuw vonnis,
in laatste instantie door den Hoogen Raad bevestigd, was
door JONAS LIE.
De eerste drie, vier dagen verkeerde zij als in een roeslater,
toen zij meer tot rust gt-komen was, begon ma met haar over de
huiselijke aangelegenheden te spreken en haar deelgenoot te
maken van de moederlijke zorgen.
Wat zou er van Jurgen worden? De tijd begon te naderen,
dat hij naar de stad motst. Ma had al eens gedacht, aan tante
Aletta te schrijven en inet haar te raadplegen.... Vader moest
niet afgeschrikt worden door groote geldelijke uitgaven. Mocht
tante Aletta hem in htis willen nemen, dan behoefde de tege
moetkoming in contanteL zoo groot niet te zijn, want men kon,
zoo dikwyls de gelegenheid zich aanbood, boter, kaas, flad-
brood pekelvleesch en^spek zenden.
Zij zou er in den loop van den winter met vader over spreken,
als zij maar eerst wist, hoe tante Aletta er over dacht.
Thinka had haar niet weinig reden tot bezorgdheid gegeven.
Zij had heel wat rnueitg gehad, om vader er buiten te houden
gij weet, dat men he:n met met; zwarigheden aan boord moet
komen en zij had j\\e listen en lagen moeten bezigen, om
Jurgen, wanneer hij 's Voensdags de post afhaalde, op te vangen
en Thinka's brieven machtig te worden. Zij had haar in het
voorjaar herhaaldelijk geschreven en haar voorgehouden, welk
eene toekomst haar te Vachten stond, wanneer zij in zwakheid
en onverstand toegaf a^n haar dwaze genegenheid voor dien
klerk Aas.
Vooral de eerste briev«.n) zjj ontvangen had, waren om er
wanhopig onder te wordtn# jyjen kon ook van een klein inkomen
leven, schreef zijer betond eenig uitzicht op eene betrekking
als schout daar bouv^g zjj 0p. Ma had haar ernstig onder
het oog gebracht, waarop dit alles kon uitloopen. Als hij maar
eens ziek werd of kwtm te sterven, wat zou zij beginnen
misschien met een troep kinderen?
„Als zij de eerste opb)uiging van haar gemoed maar te boven
is!... Zij komt met den herfst terug en het is te hopen, dat zij
dan tot andere gedacht<n zai gekomen zijn.... Mijn broeder
Birger is zoo driftig; m^j. dat hij dadelijk, toen hij lont rook,
losbarstte en, zooals mijm schoonzuster schryft, Aas zijn ontslag
gaf en hem nog denzelfdin dag buiten de deur zette, schijnt toch
een goed gevolg gehad te hebben.... Het laatste paar brieven
vermeldt, dat Thinka kalner jg>„
„Thinka is onuitstaaD^j zoetsappig!" sprak Inger-Johanna
met fonkelende oogen, „a liepen ze over haar heen, ze zou geen
vin verroeren.... Oom Biiger had zoo met mij eens moeten doen,
ik was geen dag in zyn lujs gebleven!"
„Inger-Johanna!.... In-er-Johanna!" sprak ma, het hoofd
schuddende, „gij zijt een verwend kind. De minsten, allerminsten
van ons, vrouwen, kunne, doen, wat zij het liefst willen."
De kapitein veruimde geen gelegenheid, om zich overal
met zijne uit de hoofdstai teruggekomen dochter te vertoonen.
Hij had zijn tijd goed ^steed, want in het begin der volgende
week moest hij verschLende terreinen opnemen en vervolgens
by de excercitie zijn.
Zij waren bij den Pedikant, den voorzangèr en de schout
geweest. Z'j hadden een )ezoek gebracht aan den districtsgenees-
Zeer dun, ongezuur< brood, dat op ijzeren platen gebakken
wordt.
BUREAU: MOLENPLEIN.
noodig om mr. Van Oppen tot het afgeven der koopakte, i
enz. te noodzaken. Intusschen ging de procedure over de
kosten met allerlei incidenten eindelijk voort, totdat de man
die, naar men zegt, een f 80,000 moet hebben bezeten,
maar, blijkens zijn geschriften, een manie had om te proce-
deeren, waaronder zijn zaken natuurlijk niet vooruitgingen,
totaal geruïneerd was.
Het derde slachtoffer van den vreeselijken moord,
mr. E. Van Oppen Jr., oud 22 jaar, is jl. Dinsdag morgen
overleden.
De moordenaar Timmermans wordt in de gevangenis
te Maastricht dag en nacht streng bewaakt, uit vrees dat
hij een einde aan zijn leven zal maken.
Jl. Dinsdag ontving de justitie te Maastricht een tele
gram uit Heerlen, meldende, dat de zoon van Timmermans
gewapend naar Maastricht was vertrokken, om, evenals
zijn vader, moord te plegen. Onmiddellijk werden daarop
door justitie en politie de noodige maatregelen genomen
om dezen persoon, die aan verstandverbijstering lijdt, bij
zijne komst onschadelijk te maken. Hoewel men beweert,
dat hij in de stad en na afloop der begrafenisplechtigheden
ook te Ambij is gezien, heeft men hem toch niet kunnen
opsporen. Hij schijnt nog dienzelfden dag naar Sittard
te zijn teruggekeerd, waar hij nu wel in het oog gehouden
zal worden.
Mgr. P. I. Snickers, aartsbisschop van Utrecht,
begeeft zich, naa wij vernemen, in den loop der volgende
maand naar Rome. Met zekerheid kunnen wij onzen lezers
mededcelen, dat door Z. Hoogw. maatregelen zijn getroffen,
om diegenen onder de Catholieken in Nederland, welke
zich omstreeks dien tijd naar de Eeuwige Stad zouden
begeven, in de laatste week dier maand aan Z. H. den
Paus in een bijzonder gehoor voor te stellen. Wij twijfelen
geenszins, of door geestelijken en leeken zal gaarne gebruik
worden gemaakt van deze gelegenheid om, onder de hooge
leiding van Nederlands eersten kerkvoogd, de vernieuwde
betuiging van hun geloof en liefde neer te leggen aan de
voeten van Christus plaatsbekleeder. De juiste dag der
audiëntie zal later door ons worden medegedeeld. (Tijd.)
De Arrondissements-rechtbank te Amsterdam veroor
deelde jl. Dinsdag Hendrik Both, agent van politie aldaar,
heer, en nu, Zondag, waren zij bij den fogd uitgenoodigd eene
reis ven vier-en-eene-halve mijl. De oude, honderdmaal gerepa
reerde calèche werd voor den dag gehaald; de arme zwarte en
de roskleurige de blinde lichtgele was reeds lang afgedankt
werden samen voorgespannen, in de hoop dat zij eindelijk na
drie maanden elkaar genoegzaam zouden verdragen.
Konden de dieren zich eenige voorstelling maken, dan moest
het deze zijn, dat zij een ploeg heuvel op en heuvel aftrokken;
het rijtuig was zoo zwaar, dat zij herhaaldelijk moesten stilstaan,
om adem te halen en degenen, die er in zaten, er uit te laten
en te voet te gaan.
De kapitein hield van militaire stiptheid, en 's morgens half
vijf stapte de geheele familie in hare beste kleeren, de kapitein
en Jurgen met opgeslagen broekspijpen, de dames met opgeschorte
rokken, te voet de Gilje-heuvels af deze waren het lastigst
te berijden van den geheelen weg terwijl Ola het ledige rijtuig
naar den grooten weg geleidde.
De rossige was beter geschikt om te trekken dan om tegen
te houden, zoodat de zwarte het meest te lijden had, als het de
heuvels afging, en Ola, de kapitein en Jurgen het dier moesten
te hulp komen.
Het werd een buitengewoon warme dag en men reed voort
durend in het stof. Maar men ging voor het meerenduel de
laagte in en men gaf den paarden na iedere mijl eenigen tijd rust.
Te half één uur waren zij zoo ver gekomen, dat zij nog slechts
over het veer behoefden gezet te wordende afstand tot aan het
huis van den fogd was niet van beteekenis.
Aan het veer maakte men voorloopig een weinig toilet en de
kapitein trok zijne nieuwe uniformjas aan, die men in het wagen
kistje gelegd had. Daargelaten dat Jurgen wagensmeer aan zijne
nieuwe broek gekregen had, liep de geheele reis zonder onge
lukken af.
Toen zij op den laatsten heuvel gekomen waren, zagen zij, dat
het rijtuig van den sorenskriver het hek inreed en op het voor
plein herkenden zij de kariool van den dokter en de gig van den
zaakwaarnemer.... De fogd hielp de vrouw van den sorenskriver
uit het rijtuig; de gevolmachtigde van den amtman en zyne
dochters stonden reeds op de stoep.
De dames hadden natuurlijk nog wat aan hare kleeding te
verschikken, voor zij zich konden vertoonen. De twee dochters
van den zaakwaarnemer waren, de eene in het rood, de andere
in het wit gekleed en twee van den sorenskriver waren in het
wit en ééne in het blauw.
Dat de dochter van een kapitein met zijne geringe jaarwedde
in bruine zijde met gelakte laarsjes kwam, kon verklaard worden
uit de bijzondere omstandigheid, fluisterde mevrouw Scharfenberg
de oude juffrouw Hom van de pastorie in het oor, dat het zeker
een oude japon van de stiftsamtmans-vrouw was, die men voor
het meisje pasklaar gemaakt Jiad. De jonge Horn, die verwachtte,
kapelaan bij zijn vader, den predikant, te worden, was veel
complimenteuzer jegens Inger-Johanna dan jegens hare dochter
Bina, met wie hij zoo goed als verloofd wasen de gevolmachtigde
scheen al niet minder blind voor haar te zijn. Zij beyverden
zich beiden, haar een stoel aan te bieden!
De sofa was natuurlijk bestemd voor de vrouw van den sorens
kriver en ma. Ook dit vond mevrouw Scharfenberg niet zooals
het behoorde, daar haar man nommer twee op de voordracht
stond voor sorenskriver van het kerspelen dat de fogd vandaag
de ryke juffrouw Silje gevraagd had, was, zeide haar man, niets
anders dan om zich populair te maken; zy bleef toch altijd wat
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
wegens openbare schennis der eerbaarheid, tot 45 dagen
celstraf en f 8 boete, subsidiair 1 dag celstraf.
De afdeeling Schagen van het Nederlandsch Onder
wijzers-Genootschap heeft o. i. een nuttig plan ontworpen.
Naar aanleiding van bespreking in de vergaderingen dier
afdeeling is het plan gevormd tot uitgave eener groote,
duidelijke en nauwkeurige schoolkaart van het deel van
Noordholland, gelegen tusschen Texel en Amsterdam. Deze
kaart zal ongeveer zoo groot worden als de bestaande
schoolkaarten van Nederland (1.75 bij 1.45 M.) en voor
het onderwijs in ons gewest zeker in eene bestaande be
hoefte voorzien. Immers zijn de bestaande provincie-kaarten
niet duidelijk genoeg en voor 't onderwijs in de aardrijks
kunde is een goede kaart van de naaste omgeving der
woonplaats zeer gewenscht. De afdeeling heeft zich nu
gewend tot de Hoofden van scholen in 't bedoelde deel der
provincie, ten einde zich te verzekeren van de noodige
sympathie en inlichtingen in te winnen omtrent wegen,
vaarwaters, dijken, molens, vuurtorens, enz.
Ongetwijfeld zal de uitvoering van dit plan ook buiten
het onderwijs wèl waardeering vinden.
In de inrichting der Vereeniging tot „bevordering
van inwendige zending" te Doetinchem zijn thans 66
kweekelingen geplaatst om tot predikant in de Ned. Herv.
Kerk te worden opgeleid. De inrichting wordt aanmerke
lijk vergroot, ten einde nog 30 h 35 jongelingen op te
kunnen nemen. Voor deze vergrooting is door 4 personen
eene som van f 10,000 toegezegd, zoodat het benoodigde
bedrag reeds voor de helft bijeen is. Behalve de vele
overgangen van lagere naar hoogere klassen, zijn weder
12 jongelingen naar Utrecht gegaan, waaronder één, die
van uit de 5de klasse staatsexamen deed. Dit twaalftal
heeft de plaats ingenomen, welke door ouderen, die hun
proponents-examen deden, voor hen geopend was geworden.
Het tekort was f 2000 minder dan verleden jaar. Voor
deze stichting werd in het afgeloopen boekjaar ontvangen
f 29,839,06. Uitgaven f 30,147,70. Nadeelig saldo f 248,64.
Op 28 en 30 Mei zullen op het terrein achter het
Rijksmuseum te Amsterdam wedloopen worden gehouden.
De baan is circa 1300 M. lang; er zal een tribune zijn
voor 1000 personen. Op den tweeden dag zullen twee
zij was de weduwe van den winkelier Silje.
Ruim een uur lang zat men elkander complimentjes te maken,
alvorens het vleesch, de hoofdschotel van den middagmaaltijd,
voldoende gebraden was en de fogd van zijne vrouw den wenk
ontving, het gezelschap aan tafel te noodigen.
De eenige, die lachte en babbelde, voor het ijs nog gebroken
was, was Inger-Johanna, die eerst met den sorenskriver en ver
volgens met Horn en den regimentsdokter in gesprek geraakt was.
Ma had, terwijl zy op de sofa zat en onverdeeld naar mevrouw
Brinkmann scheen te luisteren, de lippen een weinig onrustig
samengeknepen zij wist, wat allen later van haar zeggen zouden.
De vermoeidheid en de honger waren door de overvloedige
tafel van den fogd langzamerhand geweken; men verkeerde in
eene vroolijke stemming, die door toasten en gezang werd levendig
gehouden.
Men had lang getafeld; eindelijk gaf de krakende stoel van
den sorenskriver het sein tot opstaan.
De fogd stond welgedaan en met den glans van genoegen op
het gelaat, terwijl men hem dank zeide voor het middagmaal, en
eischte en ontving zijne schatting als gastheer: een kus van elk
der jonge dames.
De mannelijke leden van het gezelschap verdeelden zich met
hun kop koffie onder de veranda en de stoep of drentelden met
de pijp op het voorplein rond, terwijl de dames in de kamer om
de koffietafel zaten.
De sorenskriver was in een tamelijk luidruchtig gesprek met
den fogd gewikkeld, en de kapitein stond met hooge kleur zich
op het plein te verkoelen.
De regimentsdokter kwam op hem toe en sloeg hem op den
schouder.
„De fogd heeft van daag het zwik uit het spongat getrokken;
wij heL^en stevig gedronken
„O ja. Ik wou maar, dat ik eene pijp had!"
„Maar je hebt er eene in de hand, man!"
„Ja maar geladen, zie je."
„Je hebt binnen juist gestopt."
„Ik?... Zoo, zoo... maar vuur, zie je, vuur."
„Zeg eens, Jaeger! Scharfenberg is al boven en doet een dutje."
Ja, ja, maar met den bruingele heb je me leelijk beet gehad.
„Gekheid, Peter! Je kribbenbijter heeft zich al knabbelend
half door mijn stal heengewerkt. De Madera was sterk, vind
je niet?..."
„Zeg eens, Rist mijne dochter Inger-Johanna
„Nu, Peter, ik geef je toe, dat ze wel andere hersenkassen
dan de jouwe op hol kan brengen."
„Zij is mooi mooi!" Er kwam eene bedenkelijke aan
doenlijkheid in de stem.
De twee mannen van Mars trokken in bedaarden pas af naar
een der slaapvertrekken boven in het huis.
In het portaal stond de lange Buchtholtz, de gevolmachtigde,
stokstijf tegen den wand met zijn kop koffie in de hand; hij
dacht er over na, of iemand iets aan hem kon zien. Hij was in
de koffiekamer by de dames geweest en had beproefd, een
gesprek met juffrouw Jaeger aan te knoopen.
„Is u al lang hier, juffrouw Jae-aeger?"
„Drie weken."
„En hoe la-ang denkt u hier te blijven?"
„Tot het einde van Augustus."
„Mist u hier de hoofdstad niet?"
„Neen, volstrekt niet."