u geweest. Men wist met groote belangstelling hoe begeerig en druk tal van uitlandsche kooplieden zich beijverden om voor den buitenlandschen veestapel de beste exemplaren tot eiken prijs op te koopen. Men ziet zelfs tot fabelachtige prijzen nuchtere kalveren, afgestamd van 1ste kwaliteit melkkoeien, machtig te worden. Met het oog op deze omstandigheid, die in het vorig jaar zoo dikwijls is voor gekomen, beijvert zich de scherpziende veehouder, om met de veredeling van zijnen stapel voort te gaan. De vette varkens, die om de lage marktnotitie in deze streek bijna niet meer te vinden waren, worden weer in ruimer mate aangetroffen. De vele artikelen, die wij gewoon zijn uit deze streek te vermelden, ondergingen weinig verandering. Alleen constateeren wij de ongekende lage daling der boterprijzen en de veel lagere opbrengst van het akker maalshout. Naar het Vaderland verneemt, heeft de minister van Financiën zijn ontslag aan Z. M. den Koning gevraagd. De Haagsche Bankvereeniging in de Papestraat te 's Hage is failliet. De directeur Felix Polak is sedert eenige dagen voortvluchtig. De medevennoot Wolff heeft zich te Antwerpen voor het hoofd geschoten. De heer J. K., predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Nunspeet, is, wegens hoon, veroordeeld tot f 8 boete. Op de Pupillenschool te Nieuwersluis zijn dezer dagen wederom 22 jongens geplaatst. De kunstschilder C. S. Stortenbeker is op 46jarigen ouderdom te 's Hage overleden. Aan het 11de jaarverslag van de Nederlandsche Militairenbond wordt het volgende ontleend: Op 1 Maart jl. telde de Vereeniging 20 afdeelingen en 17 tehuizen. Het getal contribueerende leden is gestegen tot 1692, tegen 1642 in het vorige jaar. Het aantal be gunstigers was 876, tegen 745 op 1 Maart 1884. Aan giften is ontvangen f 2900. Aan subsidiën voor verschillende „Tehuizen" werd toegestaan f 3940. De heer J. Wolbers werd in het hoofdbestuur herkozen, terwijl in de plaats van den heer P. Lijndrajer, die zich om gezondheidsreden niet herkiesbaar had gesteld, gekozen werd Graaf van Limburg Stirum, te Arnhem. België, dat men een model constitutioneelen staat noemt, heeft een zonderlinge opvatting van de vrijheid. Naar men ons toch mededeelde, is het niet geoorloofd, dat de bijbeltent, die op het terrein van de tentoonstelling te Amsterdam heeft gestaan en zoo flink heeft gearbeid, op de Antwerpsche tentoonstelling werken zal. Wel mag de tent worden geplaatst, maar het is verboden bijbels uit te rei ken of te verkoopen. (Stand.) Aan het station te Dieren kwam vóór eenige dagen een bewoner van het achterland aan een loket en vroeg den beambte: „Mieneer, mot ik vur 'n kind betaolen?" De ambtenaar antwoordde: „Dat hangt er van af; waar is het kind?" Daarop riep ons manneken naar de deur: „Henderien, Henderien, ei mot is hier komme!" En daar kwam Henderien aan: een flinke blozende boerendeern van ongeveer 17 jaren. Toen de ambtenaar lachend opmerkte, dat alleen kinderen onder het jaar, die op den schoot hunner geleiders zitten, vrij vervoer hebben, antwoordde onze vriend: „Joa zeide, op mien schoot kosse wel gaon zitten, maor ik meinde, zoolang asse nog niet meerderjarig bunt, dasse dan nog kind waor!" Brieven uit de hoofdstad. 16 April. Met achterlating van een dankbetuiging aan de burgery en een gift van tweeduizend gulden ten behoeve van de algemeene armen dezer stad, is de Koninklijke familie jl. Maandag ochtend weder uit de hoofdstad vertrokken. Het zesdaagsch verblijf van het Vorstelijk echtpaar (verleden jaar achterwege gebleven wegens den rouw over Prins Alexander) was ditmaal zeer verschillend van vroegere gelegenheden van dien aard, en wel voornamelijk doordien Zijne Majesteit de Koning bijna al dien tijd binnen het paleis is gebleven. Ik had niet gedacht, dat het bericht, als zou Z. M. zich dezen keer minder dan vroeger in het publiek vertoonen, zoo streng en zoo letterlijk zou moeten opgevat worden. Behalve voor het concert in Felix, de voorstelling in den Schouw burg en de godsdienstoefening in de Nieuwe Kerk, i3 de Koning niet uitgereden. Toch behoeft ,men daaruit geen bijzonder on gunstige gevolgtrekkingen omtrent 's Konings tegenwoordigen gezondheidstoestand af te leiden, want zoowel Zaterdagavond in den Schouwburg als den volgenden morgen bij daglicht in de kerk zag Z. M. er volstrekt niet kwijnend of pijnlijk uit, alleen wat bleeker en gedrongener in het gezicht dan gewoonlijk. Ook trof het mij, dat 's Konings oogopslag minder levendig en opge- grooten dun uitgesleten batisten zakdoek moest afvegen. Nu legde hij den kijker op den rug van het paard en hield hem lang stil. „Het kunnen niet anders dan de menschen van Rognelid zijn, die zich daar in het westen bewegen... is het niet?" De mannen, tot wie hij zich wendde, behoefden slechts de hand boven de oogen te houden, om tot de overtuiging te komen, dat het hunne tegenstanders waren, dien zij morgen bij het vischwater zouden ontmoeten. Maar zij waren te loos, om er op eene andere wijze uitdrukking aan te geven dan door een vleiend „Wat een kijker heeft de kapitein!" Hy werd bij deze terrein-opnemingen, om zoo te spreken, op de handen gedragen door de beide belanghebbende partijen in het proces; het was niet zeldzaam dat des zomers zijn ge voel van eigenwaarde in het hoogland op deze wijze gestreeld werd. „Hebt gij gevischt, Tronberg?" riep hij, toen de kop van het paard van den onder-officier, knikkende van het steile pad opdook. „Forellen... van daag gevangen?" „Van morgen, kapitein!" De kapitein nam den tak, waaraan de viaschen hingen en lichtte een paar kieuwdeksels op. „Ja, hij is vandaag gevangen." De onder-officier nam zijn pet af en wischte zijn aangezicht en voorhoofd af. „Ik had den visch wel tegen den fjeldwand kunnen braden, waar ik langs gekomen ben," hernam Tronberg. „Een mooie visch. Zie eens, Grip ik wed, dat hij op zijn minst vijf pond weegt." „Goede hemel, is de juffrouw daar ook?" riep de onder-officier uit en sloeg op militaire wijze aan, toen Inger-Johanna het paard liet wenden en de rood gespikkelde, glanzige visch zag, die aan den pakzadel hing. Maar de oude Lars Opidalen, hij, die de opneming van de grensscheiding verlangd had, streek zacht zijne hand over de hare, terwijl zij de forellen telde, die aan den stok hingen. „Ondersteun de juffrouw, Lars, terwijl zij afstijgt; zij kan hier op het gladde fjeld niet langer blijven zitten," sprak de onder officier. (Wordt vervolgd.) wekt was dan anders. Maar voor 't overige was 's Vorsten houding onder het loopen nog even recht en veerkrachtig als altijd en zijn tred ook nog vast en flink. Dat de Koning voort durend ten paleizc bleef en alle inspanning" ontweek, moet dan ook meer toegeschreven worden aan de voorzorgsmaatregelen der geneeshceren naar aanleiding van 's Vorsten aanstaande badkuur, ten einde Z. M. zich daaraan met geheel normale krachten zou kunnen onderwerpen. Daarentegen heeft H. M. de Koningin uiterst vermoeiendo dagen in de hoofdstad doorgebracht: van het eene bezoek naar het andere, aan allerlei zaken hare vleiende belangstelling wijdend, toespraken beantwoordend, officiëele en officiëuse autoriteiten begroetend, en daartusschen nog audiënties verleenend en contra visites brengend! En van heel die afmattende taak kweet H. M. zich met een toewijding en minzaamheid, waarover men hier niet uitgesproken raakte. In de bovengenoemde dankbetuiging verklaart Z. M. dan ook zijne groote tevredenheid over de ont vangst in de hoofdstad en brengt hij zijn bijzonderen dank voor de vele bewijzen van onveranderde gehechtheid, zoowel aan zyn persoon ah aan H. M. de Koningin, en van onwankelbare trouw aan zijn Stamhuis, gedurende het verblijf in de hoofdstad gegeven. Ook het Prinsesje is door de Amsterdammers met buitengewone geestdrift en sympathie ontvangen; het lieftallige meisje is aan merkelijk ontwikkeld sedert we haar het laatst hier zagen, en het laat zich begrijpen, dat de Koninklijke ouders niet weinig trotsch zijn op hun bekoorlijken schat. „Aanstaande Koningin, hoe klopt ons hart u tegen!" zeggen we met Beets. Ook zelfs het Zondagsbezoek aan Artis heeft H. M. de Koningin zich getroost. Getroost, schreef ik, en ik laat het staan, want het moet voor de fijngevoelende en goedhartige Vorstin een ware opoffering geweest zijn, zich daar in de lanen en zalen van onze Diergaarde een paar uur lang te laten om stuwen door de schaamteloos opdringende „heeren en dames" met bijbehoorend kroost. Men wordt toegevender jegens de ruwe en baldadige straatjeugd gestemd, als men ziet, welk een lesje in fatsoen en goede vormen zij van het „geciviliseerde publiek" ontvangen. Inmiddels amuseeren fijn beschaafden en minder beschaafden zich op de voorjaarskermis, die op eenige pleinen onzer goede stad haar zetel heeft opgeslagen, om er een drietal weken te verblijven. Ofschoon dit halfvasten-feest bij lange na niet de uitgebreidheid en beteekenis heeft der van ouds vermaarde Am- sterdamsche September-kermissen en ons slechts eenige speelgoed- en poffertjeskramen brengt, begrijp ik niet, waarom men de kermis heeft afgeschaft en de „halfvasten" nog steeds in stand houdt. Zou het wellicht zijn, om zekere kerkelijke gevoeligheden te sparen Ik waag het niet, dit te beslissen, maar noem het toch onverklaarbaar en inconsequent, dat men de groote najaars kermis onverbiddelijk ten doode heeft gedoemd, doch de kleinere dito tot nog toe in het leven laat blijven, ofschoon deze evenzeer aanleiding oplevert tot baldadigheden dronkemanstooneelen en der politie handen vol werk geeft. Wellicht zou ik mij door die hinderlijke ongelijkheid laten verleiden, om de aandacht van onzen Gemeenteraad op deze zaak te vestigen, indien dit achtenswaardig lichaam niet de handen vrij en het hoofd frisch moest houden voor de weldra te hervat ten behandeling van het Beursvraagstuk. De volgende maand is de termijn verstreken voor de inlevering der plannen van hen, die tot de mededinging in den besloten wedstryd zijn toegelaten. OndertU8schen is er van particuliere zijde waarlijk al weer een nieuw Beursplan (het hoeveelste?) te berde gebracht! De man, die er het initiatief toe nam of althans de voorletters van zijn naam (W. P. W.) aan het plan schonk, is niemand auders dan de heer W. P. Werker, de bij het reizend publiek welbekende eigenaar (thans directeur) van het welbekende Bible-hotel in de Warmoesstraat alhier. Zooals voor ecnigen tijd door de dag bladen in uitvoerigen reclamestijl is vermeld, is de exploitatie van dit hotel in het vorige jaar aan eene naamlooze vennootschap overgedragen, heeft het uitgestrekte gebouw eene algeheele ver bouwing en verfraaiing ondergaan en is het front met hoofdin gang en koetspoort thans aan de zyde van het gedempte Damrak en niet meer in de Warmoesstraat te vinden. Het Bible-hotel is nu uitermate goed gelegen en heeft ter wederzijden een fraai uitzicht: rechts op het Centraal-station cn links op het ruime Damplein.... indien de oude Beurs er niet nog stond. En al wordt deze afgebroken, dan verryst op het gedempte Damrak, bijna vlak voor het Bible-hotel, de nieuwe Beurs en belemmert deze als sta-in-den-weg dan weder het uitzicht naar de linkerzijde op den Dam. Geen wonder dus, dat de directie en de aandeelhouders van dit hotel verklaarde tegenstanders zijn van de door den Raad bestemde plaats voor de nieuwe Beurs en warme voorstanders tevens van het boulevard-plan (geheele demping van Damrak en Rokin.) Zij hebben thans een ontwerp met memorie van toe lichting uitgegeven, waarop de nieuwe Beurs niet vóór, maar naast het Bible-hotel is geplaatst, waartoe dus ter zyde van het hotel een groot aantal huizen in do Warmoesstraat aan den kant der Oudebrugsteeg onteigend zouden moeten worden. Verder zou het geheele Damrak gedempt worden en in een boulevard herschapen, met plantsoen en geboomte en tevens met standplaatsen voor trams en rijtuigen. De nieuwe Beurs zou dan niet op, maar aan het Damrak komen, zooals de notarissen zeggen. De ontwerper verzekert dat zijn idee niet meer zou kosten dan de bestaande plannen van stadswege; ik heb echter geen lust om hem na te rekenen, daar, afgezien van de kosten, het denkbeeld om onze nieuwe, monumentale Beurs met opzet tusschen andere huizen weg te stoppen ten gerieve van particulier eigenbelang, my op zich zelf totaal verwerpelijk voorkomt. En intusschen heeft zich aan het weldra geëindigd bestaan der oude Beur3 nogmaals een nieuw drama vastgeknoopt. De treurige geschiedenis van Henry Léon, gewezen kashouder der firma Raphaël Co„ is een welsprekende bydrage tot de kennis der speculatie woede van onzen tijd, de belangstellende aandacht over- waardig van allen, die „de verborgenheden onzer dagen" willen bestudeeren. Als er ooit een Nederlandsche Alphonse Daudet opstaat, die Amsterdamsche zeden-romaus schrijft, zal hij in de processen van een Tobias, een Engels, een Wytman, een Leon en consorten rijke en dankbare bouwstof kunnen vinden. Anutelaar. een Oostersche geleerde geschonken aan de Fransche Repu bliek, en bestaande in een kostbare collectie voorwerpen op de godsdiensten betrekking hebbende. AFLOOP DER OPENBARE VERKOOPING van Huizen en Erven, gehouden op Donderdag 16 April 1885, in het lokaal Tivoli te Helder, door den Makelaar L. W. F. OUDENHOVEN, ten overstaan van den Notaris J. W. HATTINGA RAVEN: 1. Een Huis, Pakhuis en Erf, zoomede een daarnevens gelegen perceel Grond, alles staande op den hoek van de Keizerstraat en verlengde Molenstraat, kadastraal Sectie A, No. 6597. Kooper de heer L. W. F. Oudenhoven, voor f 5060. 2. Een Huis en Erf, nabij de Vijzelstraat, gemerkt No. 487/25. Kooper de heer J. R. Buijs, voor f 360. 3. Een Huis en Erf, staande als voren, gemerkt 487/22. Koopers de heeren J. Hoogenbosch en A. Govers Jr., voor f 360. 4. Een Huis en Erf, staande als voren, gemerkt 487/21. Koopers dezelfden, voor f 360. Staten-Generaal. Eerste Kamer. In de Memorie van antwoord op het Voorloopig Verslag over zijn begrooting deelt de Minister van Financiën mede, dat de adviezen van de Kamers van Koophandel en Fabrieken, over de ontworpen tabaksaccijns, de Regeering tot de overtuiging hebben geleid, „dat het voorhands raadzaam is dergelyke belasting niet in te voeren." Benoemingen, enz. Tot dijkgraaf van den Westwouder polder (gemeente Aker sloot) is herkozen de heer E. Besse, en tot hoofdingeland is gekozen de heer Jacob Besse Dz. Benoemd zijn in 's Rijks-krankzinnigengesticht te Medemblik: I tot huismeester C. C. Bremer, en tot huismeesteresse zijne echt- 1 genoote C. J. Bremer, geb. Terpstra, voor het tijdvak van 1 I Augustus 1885 tot en met 31 December 1886; tot hoofdopzichte- res D. W. Keur, voor het tijdvak van 1 September e. k. tot en niet 31 December 1886; tot opzichter der wasch W. E. Lindeloo, voor het tijdvak van 15 Augustus e. k. tot en met 31 December 1886tot machinist J. Muylwijk, voor het tijdvak van 1 Augustus e. k. tot en met 31 December 1886tot hoofdopzichter A. De Koo, j voor het tijdvak van 1 Oct. 1885 tot en met 31 December 1886; en tot boekhouder C. Schenkius, voor het tijdvak van 16 October 1885 tot en met 31 December 1886. Aan den heer P. J. Heyning, eervol ontslagen inspecteur van financiën bij het Loodswezen bij het Departement van Marine, is, uithoofde van meer dan 65-jarigen ouderdom, met ingang van j 1 Mei a. s., toegekend een pensioen van f 2000 's jaars. De machinist-leerling lste klasse J. Hollaar is geslaagd in zijn j examen voor machinist 3de kl. De 2de luit.-kwarmeester bij het korps mariniers A. C. Beydals I wordt met 1 Mei a. 8. bevorderd tot lsten luit.-kwartiermeester. De lste luit. Van der Veen, van het 4de regiment vest.- artillerie alhier, wordt op den 1 Mei a. s. voor den tyd van 2 maanden gedetacheerd te Delft, tot het bywonen van den wapen- cursus. De lste luit. Hesta, van het 4de regiment vest.-artillerie, alhier in garnizoen, wordt te Terneuzen gedetacheerd, om toezicht te houden bij artillerie-werkzaamheden. Bultenlana. De Engelsche bladen blijven zeer beknopt in hun mede- deelingen omtrent het onthaal dat de Prins en de Prinses van Wales met hun oudsten zoon op hun tocht door Ierland vinden. Jl. Woensdag kwamen zij te Cork aan, waar de ontvangst meer dan koel was. De enkele officiëele juich- toonen werden luide overstemd door het gefluit en gehuil der menigte. Daarbij bleef het echter, dank zij de genomen maatregelen. De hooge reizigers bleven echter slechts een paar uur te Cork en vertrokken toen per stoomboot naar Queenstown, vanwaar zij den volgenden dag naar Killarney om gisteren te Limerick aan te komen. Ook daar zijn de gemoederen zeer oproerig. Bepaald levensgevaar, zooals men duchtte, hebben de reizigers tot nog toe, voor zoover men weet, niet geloopen. Waarschijnlijk zal Parijs spoedig verrijkt worden met een inrichting, zooals er tot nog toe geene bestaat: een museum van godsdiensten. Niet alleen zullen daarin verzameld worden alle ornamenten, gewijde vazen en de tallooze andere voorwerpen, bij de verschillende godsdiensten in gebruik, maar ook de daarop betrekking hebbende boeken en documenten van de grijze oudheid tot op den tegen woordigen tijd. Het plan om zulk een museum op te richten heeft zijn ontstaan te danken aan een gift, door Burgeriyiie Stand. Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag. OndertrouwdJ. A. Koningstein, visscherman, en T. Snoerwang. GehuwdGeene. Bevallen: A. de Vries, geb. Waterlander, Z. M. L. Muller, geb. Reith, D. C. A D. Bontes, geb. Eigenhuis, Z. B. A. Polak, geb. Leuw, D. M. C. H. C. de Wijn, geb. Bartels, D. B. J. Rippens, geb. Gorter, D. C. Schorsij, geb. Leliveld, D. C. van der Plaat, geb. Den Dekker, Z. R. Segers, geb. Van Doorn, D. A. Sturk, geb. Kraft, Z. C. W. Voorloop, geb. Vroone, Z. Overleden: G. J. Flik, 12 maanden. J. de Boer, 68 jaren. Een levenloos aangegeven. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN TE HELDER. LANDSKEET. i W J w I Barometer v\ mdnchting i kracht. Thermometer C. Toe stand van de f2.84 f 4.87 f5.70 8.6 8.3 10.6 -1.5 f 0.5 f 0.6 Weêrsgesteldheid17 April 12 u. Helder, winderig, goedweer. 18 April 8 u. Idem. 18 April 12 u. Helder, mooiweer. 318de Siaats-loterij. Tweede klasse.} Vierde lijst: No. 19476 f 100. ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN. PER TELEGRAAF. 1 Paard Koeien 66 Nucht.Kalveren 628 Schapen 4 a 19 18 a 28 19 Lammeren f 7 a 10 56 mag. Varkens 16 a 22 167 Biggen 6 a 9 25 Bokk.&Geiten 4 a 9 Marlttlaorlcliton. TEXEL, 16 April. Aardappelen f 1.75 a 2.50 per hectoliter. Gemaaid Zeegras f 10.25 a 12.50, gevischt dito f 3.75 a 4.75 per 100 kilogram. Gewasschen Wol 90 c. en ongcwasschen dito 72 c. per kilogram. Tarwe f 7.25 a 7.75, Rogge f 6, Haver f 3.75 a 4.Gerst f 4.50 a 6.25, Groene Erwten f 6.a 8.75, Vale dito f 5.50 a 8.50, Grauwe dito f 5.50 a 9.alles per hectol. TEXEL, 17 April. Op de heden alhier gehouden Veemarkt waren aangevoerd 40 stuks Kalveren. Hoewel deze marktdag, behoudens nadere goedkeuring, eerst dit jaar is vastgesteld, werd die druk bezocht. Er was weinig handel, enkele tweejarige Kalfvaarzen werden verkocht voor f 125 a 150. Kalfschotten gingen van de hand van f 150 tot 180. ALKMAAR, 17 April. 127 hectoliter Tarwe, f 8.a f 8.40; 53 h. Gerst, f 5.25 a 5.75, id. Chev. f 7.a 7.25; 272 h. Haver, f 4 a 5103 h. BoonenPaardenb. f 6.50, Bruine f 8.50 a 9.75; 6 h. Kanariezaad, f 8.50; 5 h. Karweizaad f 25; 27 h. Erwten: Groene f 10 a 16, Grauwe f 11 a 13, Vale f 9 a f 13; alles per hectoliter. 161 stapels Kaas, wegende 35543 kilogram; Kleine f 31.50, Commissie f 27.en MidJelbare f 26.per 50 kilogram. HOORN, 16 April. Ter waag gewogen 198 stapels Kaas, wegende 50324 kilogram. Hoogste prys: kleine Gras- f 31 en Commissie f 28 per 50 kilogram. LEIDEN, 17 April. De aanvoer en prijzen ter Veemarkt van heden waren als volgt: 12 Stieren f 62 a 235, 82 vette Ossen en Koeien f 168 a 280 of f 0.64 a 0.78 per kilogram, 200 Vare idem f 146 a 250, Graskalveren f a 68 vette idem f 26 a 65 of f 0.60 a 0.75 per kilogram, 121 nuchtere idem f 2.50 a 8.520 vette Schapen f 18 a 30.of f 0.50 a 0.60 per kilogram, 652 weide dito f 17.a 27.Lammeren f af 80 magere Varkens f 18 a 40, 264 Biggen f 5.50 a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2