HELHERSCHE EN NIEUWEIMEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier. 1885. N°. 72. Woensdag 17 Juni. Jaargang 43. Uitgever A. A. BAKKER Cz. 14> DOOR EIGEN KRACHT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. frnnco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Grootc letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. LOTING VOOR DE SCHUTTERIJ. Het PLAATSELIJK BES'1 UUR der gemeente Hélder maakt bekend, dat de LOTING voor de in deze gemeente gedurende dit jaar voor de Schutterij ingeschrevenen is bepaald op VRIJDAG 19 JUNI 1885, des namiddags ten 6 ure. Dat de loting zal geschieden in het lokaal achter het Bureau voor Gemeentewerken, naast het Weeshuis. Dat men bij de loting moet opgeven de redenen van vrijstelling van dienst, die men beeft of vermeent te hebben, cn dat de alphabctischc naamlijst der ingeschrevenen van heden af, tot den dag der loting toe, op de gewone kantooruren, op de Secretarie der gemeente ter inzage ia nedergelegd. Helder, den 11 Juni 1885. Het Hoofd van bet Plaatselijk Bestuur, STAKMAN BOSSE. Biinnenlana. De vader van Prinses Hendrik, thans gemalin van den Prins van Saksen Altenburg, Prins Friedrich Karl, is gisteren op zijn jachtslot overleden. 's Rijks middelen hebben gedurende de maand Mei jl. opgebracht f 8,560,707, tegen f 8,624,152 in Mei 1884, en gedurende de eerste vijf maanden van 1884 t 40,341,076, tegen f' 41,477,539 in hetzelfde tijdvak van 1885. Het vijf-twaalfde der raming bedraagt f 44,704,322. De nieuwe gouverneur van Suriname, mr. H. J. Smidt, zal 12 Juli a. s. per stoomschip Oranje-N'assau der West- Indische mail de reis naar zijne bestemming aanvaarden. Volgens het Vaderland wordt in het Nederlandsch Pensioenfonds voor werklieden meer en meerdeelgenomen. De firma Gebrs. Belinfante te 's Hage heeft thans den aan haar drukkerij geplaatste gezellen een pensioen verzekerd naarmate het aantal dienstjaren, ingaande op 60jarigen leeftijd, en bovendien een uitkeering bij overlijden. De werklieden en leerlingen zijn verdeeld in 5 groepen van dienstjaren, als: 1ste groep boven 10 dienstjaren den inleg voor een pensioen op 60jarigen leeftijd it f 3.per week 2de groep, 510 jaren, a f 2.50; 3de groep, 35 jaren, h f 2.4de groep, 13 jaren, a f 1.50; 5de groep, Uit het Engelsph van THOMAS BAILY ALDRICH. „Nu wc er toch eenmaal aan toe zijn, moet je ze dan maar zeggen waar 't op straat," zeide de heer Slocum den volgenden morgen. 's Heeren Slocum's moed was 's nachts gerezen. „Laat dat maar aan my over, mynheer," antwoordde Richard. „Ik heb een kleine toespraak bedacht, die, naar ik me vlei, alles duidelijk zal maken. Ik heb bet volk nooit rustiger gezien." „Dat bevalt -me juist niet erg. 't Is alsof ze den uitslag vol strekt niet betwijfelen." „Dat doen de verstandigsten ook zeker niet; ze zien even goed als gij en ik, 't onmogelijke van die bepalingen. Maar de minder ontwikkelden zijn geheel in de war. Iedereen heeft natuurlijk graag vermeerdering van loonals een eenvoudig man vijf of zeshonderd maal boort vertellen, dat hij opslag diende te hebben, is dat denkbeeld zoo verlokkend, dat hij zich langzamerhand schandelijk te kort gedaan begint te achten, al krijgt hij mis schien tweemaal meer dan hij waard is. Hij redeneert er niet over; dat 's wel 't laatste wat hij doen zal. In die stemming laat hij zich meeslepen door een of anderen schreeuwcrigen volks menner, die geen ander belang heeft bij de zaak, dan zich zelf te hooren spreken, en na afloop van de vergadering, met zyn hoed rond te gaan. Dat is met ons volk gebeurd. Maar ze houden zich wezenlijk al heel netjes." „Ja, en dat staat me niet aan." Sinds zeven uur had in de loodsen de volmaaktste orde ge- heerscht. 't Was nu negen, en dat gesprek tusschen den heer Slocum en Richard had plaats op de veranda, juist toen de laatste op 't punt stond naar de werf te gaan. De werkplaatsen, of liever de loods, waarin de werkplaatsen waren, want het was édn lang gebouw, achttien of twintig voet breed en aan den westkant open, liepen langs de geheele lengte van de werf, en vormden met het uitspringend gedeelte aan 't zuidelijk eind, de letter L. Tusschenschotten waren er niet, een denkbeeldige lijn scheidde de verschillende soorten van werk volk. Als iemand aan den hoek der loods stond, kon hy zich door de geheele ruimte verstaanbaar maken. 't Eentonige geluid van de vochtige zagen, die zich een weg door 't marmer baanden, en 't onregelmatig geklop van de zeventig of tachtig hamers, verstomden niet, toen Richard naast een grootc urn aan 't zuideinde van de loods ging staan. Na een seconde aarzelens, tikte hij met den sleutel van zijn atelier op den rand der urn. Onmiddellijk schenen alle armen verlamd, en de arbeiders stonden onbewegelyk, met hun gereedschappen in de hand. Richard begon duidelijk, maar zonder stemverheffing, ofschoon 't in de plotselinge stilte luid weerklonk: „Mijnheer Slocum heeft me gevraagd u vanmorgen een en ander over uw besluiten te zeggen, en over een paar andere punten, die hem in verband daarmee zyn ingevallen. Ik ben geen redenaar, dat vak heb ik nooit geleerd;" „Je hebt nooit ecnig vak geleerd," mompelde Durgin onver staanbaar. „Maar ik geloof, dat ik tot eerlyke mannen, wel een een voudig, eerlijk woord kan spreken." Richard's aanhef werd met pijnlijke oplettendheid aangehoord. „In de eerste plaats," ging hij voort, „moet ik u, voornamelyk den nieuwelingen, herinneren, dat de steenhouwerij altyd vast werk en prompte betaling heeft gegeven. Nooit is er iemand U.i jaar, a f 1.benevens een uitkeering bij overlijden. Verschillende werklieden verhoogen deze uitkeering door wekelijksche bijdragen. Jl. Vrijdag had te Leeuwarden de jaarlijksche ver gadering plaats van moderne predikanten in de noordelijke provinciën, die door 54 leden werd bijgewoond. Na de afdoening van eenige huishoudelijke zaken werden de na volgende punten behandeld: 1. Wat kan, bij onderstelde echtheid der vier Paulinische hoofdbrieven, daaruit worden afgeleid ten aanzien van het leven van Jezus? Ingeleid door dr. W. C. Van Manen, te Groningen. 2. Hoe hebben wij te oordeelen over het voorstel-Gunning-Cha- vannes? Ingeleid door den heer B. Bolleman v. d. Veen, te Eernewoude. 3. Wat hebben godsdienst en staatkunde met elkaar te maken? Ingeleid door den heer J. A. Prins, te Dokkum. Tot lid van het moderamen werd gekozen dr. I. A. Bruins, te Idaard. Gisteren herdachten de heeren C. Admiraal en P. J. lupgens, respectivelijk magazijnmeester en commies bij de directie der Marine te Amsterdam, den dag waarop zij vóór 25 jaren bij de administratie der Marine in dienst kwamen. Voor het examen van aspirant-gemeente-secretarissen of ambtenaren ter Secretarie hebben zich in het geheel 49 candidaten aangegeven, waarvan 20 uit de noordelijke provinciën, 23 uit de midden-provinciën en 6 uit de zuide lijke provinciën. De machinist van het stoomgemaal De Eendracht, in den Heerenpolder, verloor jl. Zaterdag op noodlottige wijze het leven. De opzichter bij de reparatiën van de zeesluis, B. S., liep met geladen geweer en gespannen haan langs eene heining van gegalvan'seerd ijzerdraad, om op duiven te schieten. Door een zijwaartsche beweging van S. haakte de trekker aan het ijzerdraad, tengevolge waarvan het schot afging. De machinist Maller, die zich in de on middellijke nabijheid bevond, kreeg de volle lading in de borst en was onmiddellijk een lijk. Naar aanleiding der opheffing van de normaallessen te Terschelling, schrijft men aan het Dagblad, te hopen, zonder geldige reden weggejaagd, of alleen uit gunst gehouden. Er zijn gunsten verleend, maar aan allen gelijkelijk. Als er iets verkeerds is gedaan, is dat in orde gebracht, zoodra mijnheer Slocum het wist. Dat is altijd de gewoonte op de werf geweest en de eigenaar wil niet, dat ge weggaat, in 't denkbeeld dat daarin verandering zal komen. Eéne verandering zal voor 't oogenblik op uw eigen verzoek gemaakt worden. Van nu tot 1 September, zal de werf 's Zaterdags te vijf, in plaats van te zes uur sluiten. „Hoera voor Slocum! Waar is Slocum?" riepen verscheidene stemmen. „Waarom doet Slocum niet zelf zijn woord" riep er een. „Mijnheer Slocum is gewend mij zijn orders te geven," ant woordde Richard. „Ik geef ze aan de meesterknechts, en de meesterknechts aan 't volk. Mijnheer Slocum heeft ook nu dat gebruik gevolgd. Wat het nieuwe tarief van loonen aangaat, dat de Vereeniging hem heeft voorgelegd, de eigenaar weigert dat aan te nemen, of in eenige schikking te treden." Een zacht gemompel deed zich hooren. „Wat is een schikking, mijnheer?" vroeg Jemmy Wilson, terwijl hij vooruit trad en zich wantrouwend achter 't oor krabde. „Een schikking," begon Richard, verlegen om zoo dadelijk een uitleg te geven, „is een een „Een deeling van 't verschil, voor den duivel!" riep iemand in de derde werkplaats. „Dank je," zeide Richard, met een blik in de richting van dien onverwachten dictionaire. „Mijnheer Slocum denkt er niet aan, u voor te stellen 't verschil te deelen. In alle afdeelingen zullen de loonen 't zelfde blijven, ze zullen nog verhoogd, nog verminderd worden. Als iemand iets te zeggen heeft," voegde hij er by, een zekere rusteloosheid onder het volk waarnemend, verzoek ik hem te wachten tot ik uitgesproken hob. Ik zal u niet lang ophouden. „Wat ik nu zeg, moet ik u vooral duidelijk maken, 't Is dit. In 't vervolg is mijnheer Slocum van plan de steenhouwerij zelf te besturen. Hij zal dat noch u, noch mij, noch de Vereeniging laten doen. Tot nu toe heeft de Vereeniging hem aan twee leer lingen jaarlijks gebonden. Voortaan zal mijnheer Slocum geen twee, of twintig, maar tweehonderd leerlingen nemen, als de zaak dat cischt," De woorden waren Richard nauwelijks van de lippen, toen de meesterknecht van de werkplaats, waarin hij sprak, een paar kleine boren opnam en tegen elkander sloeg. Onmiddelijk legden de arbeiders hun voorschoten af, bonden hun gereedschappen bijeen, en verlieten in doodsche stilte, twee aan twee, de loods. Hetzelfde getik werd bijna gelijktijdig in de tweede werkplaats herhaald, met hetzelfde gevolg. Toen klonk het tik, tik, tik, al flauwer en flauwer, in de verdere afdeelingen, en in minder dan drie minuten, was er in de steenhouwerij niemand overgebleven dan de redenaar van den dag. Richard had de een of andere demonstratie verwacht, luid ruchtig of heftig, of beide misschienmaar dat plechtige, ordelijke weggaan verpletterde hem. Fly trad naar buiten, en opkijkend, zag hij Margaret en den heer Slocum op de veranda staan. Zelfs op dien afstand kon hy zien, hoe bleek het eene gelaat was, en hoe 't andere de grootste ontsteltenis uitdrukte. Met gebogen hoofd stak Richard de werf over, waarop zyn voetstappen droevig weerklonken, en sloeg de poort toe, die byna tegen den ouden Giles aankwam; door de reten zag hij Lumley en Reterson arm in arm de straat afsukkelen, na vijf-en- twintig jaren lang vriendelyk behandeld te zyn. dat althans eenige jongelieden, die het slachtoffer van de veranderde inzichten omtrent het Staatsbestuur zijn, als overgangs-maatregel in staat zullen worden gesteld, om de studiën elders te voltooien, te meer daar er een paar onder zijn, wier ouders alles hebben opgeofferd om hun eene opleiding te geven en die nu door dit besluit in hunne verwachtingen bitter worden teleurgesteld. Men schrijft aan de Leidsche Crt.: „Het was in dc vorige week nog te vroeg om zooveel warmte te verwachten, vandaar dat het vertrouwen op het weer, toen onweersbuien ontstonden, aan het wankelen werd gebracht. Den 8 dezer was het nog bijzonder warm, waarop het verschil van meer dan 10 graden Celsius met Noordenwind is ontstaan, en waarbij het in de laatste nachten heeft gevroren. Vele ijsbergen, die bij de vaart op den Oceaan ontmoet zijn, zouden tot deze koude hebben bijgedragen. Hoewel de wind niet verandert, neigt toch het weer met droogte tot eenige verhooging van tempera tuur. De barometer staat hoog: 771 mm. De onlangs gevallen regen heeft veel goed gedaan aan de tuinderij en het weiland. Gekoesterd door zonnewarmte zijn onder het glas geteelde gewassen, zooals komkommers en meloenen, aangekomen, die dan ook gesneden worden. Er zijn peulen, de dorperwten staan gunstig en de boonen zijn veel hersteld. Met de verzending van asperges, die blank en dik waren, ging het niet onvoordeeligmet het rooien van nieuwe aardappelen zal geen veertien dagen verloopen. Van de vroege bloemkool wordt een vrij goed gewas verwacht. Het graan staat overal gunstig. Op sommige plaatsen is met den hooibouw begonnen, die over het algemeen een bevredigende uitkomst doen verwachten. Eene regenvlaag zou, inzonderheid voor de moezerij, alweer goed doen, want het heeft met den bovenwind hard gedroogd, waarmede ook de boeren, die nog den hooibouw uitstellen, instemmen. Natuurlijk zijn daaronder lieden, die voor veertien dagen oordeelden dat de poldermolen in de zeilen moest gezet worden, omdat het weiland veel te nat werd. De boeren, die met den hooibouw begonnen zijn, willen daarentegen nu van regen niets weten. „Dat's het begin van liet spel," zeide Richard, terwijl hij den zwaren dwarsbalk voorschoot, en met een houten pen bevestigde. „Nu moet ik mijnheer Slocum moed gaan inspreken." Er is geen eenzaamheid of stilte, die met zooveel recht tast baar kan genoemd worden, als die van een groote, ledige werk plaats, die een oogenblik te voren in vollen gang was. Het bezige, krachtige leven, dat er geheimzinnig uit verdwenen is, laat genoeg van zich achter, om dc stilte drukkend te maken. Men zou zich kunnen voorstellen, dat de onzichtbare geest van den arbeid daar ronddwaalt, en onhoorbaar het gereedschap han teert, dat nog warm is van de hand van den ambachtsman. Schoon de heer Slocum schertsend had gesproken over de steenhouwerij met een enkelen werkman, toen hij voor het feit stond, trof hem het weemoedige daarvan, en de vastberadenheid, waarmee hij dien morgen ontwaakt was, begon hem te ontzinken. „'t Ergste is over!" riep Richard, terwijl hij zich bij zijn vrienden op de veranda voegde, „en alles ging vreedzamer dan ik verwachtte." „Alles ging, dat's zeker," zeide de heer Slocum somber. „Ze zijn allemaal weggegaan, Giles, Lumley, allemaal." „Daarop waren we toch eenigszins verdacht." „Ja, ik was er op verdacht, en toch overviel het me nog." „'t Was zeker al heel erg," zeide Richard hoofdschuddend. „Erg is 't woord niet; 't was vervloekt gemeen." „O, papa!" „Neem me niet kwalijk, kind; ik kon 't niet helpen. Als iemands oud-gedienden hem in den steek laten, moet het al heel ver met hem gekomen zijn." „De stroom was te sterk, mynheer; ze zijn met de rest mee gesleept. En ze hadden bijna beloofd te blijven. Ze zullen de eersten zyn om weerom te komen." „Natuurlijk moeten we de oudjes weer terugnemen," zeide de heer Slocum, met plotselinge, kenschetsende toegevendheid. „Nooit!" riep Richard. „'k Wou dat ik wat van jouw flinkheid had!" „Ik heb niets te missen. Om u de waarheid te zeggen, toen ik daar stond om te spreken, terwijl aller oogen me schenen te doorboren, voelde ik me geen oortje waard." „Maar je was toch een volmaakte hoe heet hij ook weer Demosthenes," zeide de heer' Slocum, met een flauwen glim lach. ,We konden je hier verstaan." „'k Geloof niet dat Demosthenes zijn toehoorders ooit zoo bewogen heeft als ik de mijne!" riep Richard vroolijk. „Als zijn redevoeringen zoo'n uitwerking hadden, ben ik zeker, dat de Grieken hem nooit voor een tweede maal naar dezelfde plaats hadden gestuurd." „Ik geloof niet, Richard, dat ik je nog eens voor hetzelfde werk zou gebruiken." „Me dunkt, dat Richard heel goed gesproken heeft," viel Margaret in. „Zijn toespraak was kort." „Zeg verkort, Margaret, want ik was nog lang niet aan 't eind toen ze wegliepen." „Neen, ik wil er geen gekheid over maken. Daar is de zaak te ernstig voor. Wat moet er van al die huishoudens worden, nu de mannen zoo plotseling zonder werk zijn?" n't Is hun eigen vrijen wil, Margaret," zeide haar vader. „Dat verbetert den toestand niet, papa. Er zal gebrek en ellende in 't dorp komen, als alle fabrieken sluiten, en alles zal sluiten, zegt Bridget. Goddank dat dit niet in den winter gebeurd is." „Ze weten hun tijd wel te kiezen," merkte de heer Slocum op. „'t Zal niet lang duren," zeide Richard bemoedigend. „Ons

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1