overbevolking, niet allen worden opgenomen. Alleen Amsterdam
verpleegde op een ©ogenblik' in zijn buitengasthuis 150 a. 200
■krankzinnigen^ een toestand,* in stryd met.de wet.. Hierin is
sedert véicanaèring' gekomen; er zijn personen'naar Medemblik
overgebracht.
De Staten van liet gewest, van oordeel zijnde, dat do tijd van
overwegen voorbij is en er gehandeld moet worden, hebben
intusscben aan Gedep. Staten opgedragen deswege voorstellen te
doen. "Wat deze zullen inhouden is onzeker; maar men raag
verwachten, dat op afdoende wijze aan de bestaande bezwaren
tegemoet zal gekomen worden.
.Wet het verbeteren der gebouwen te Mcerenberg ging men
voort. Ernstige ongelukken waren er niet te betreuren. Maar
de schaduw ontbrak geenszins, de algemecne rust in het gesticht
werd niet beter.
Het meest belangrijke werk was het maken van nieuwe cellen
TUuTrle vrouwenzijde. Elke cel is daar nu diep 3.10, breed 2.90
en hoog 4.80 M., en heeft tegenover elkander twee deuren en
twee ramen boven de deuren. Elk deurkozijn is hoog 2 en
breed 0.72 M. in den dag, en komt uit boven den cellengang en
den dienstgang. Het zyn dus ruime vertrekken, die voor een cel
iets vriendelijks hebben, met een oppervlakte van 8.49 vierk. M.
en een inhoud van 43,152 kub. M.
In elke cel vindt men een vaste krib, zoo ingericht, dat de
legger in den dienstgang wordt in- en uitgeschoven. Aan den
zelfden kant in den hoek is een privaat met koperen trechter,
waaronder een ton geplaatst wordt, en dat men sluit door middel
van een schuif, die over koperen rails loopt, van getah-pertja
banden voorzien is en dus geen geraas maakt. In een anderen
hoek tegenover den cellengang is een vaste zitplaats. De muren
zijn, zoover men reiken kan, bepleisterd met Portlandsche cement,
de vloeren zyn van geolied hout; het plafond is mede van hout,
maar, evenals het andere houtwerk, geschilderd. Voor elk raam
is een draadraam gevestigd, tot beveiliging der ruitende ramen,
die tuimelend zijn, kunnen van uit den gang geopend en gesloten
worden. De cellen worden verlicht door gaslantarens, die van
buiten zijn aangebracht en daar ook ontstoken worden, en de
verwarming geschiedt door een boven bereik liggende getrokken
stoombuis.
De oude cellen bleven, maar veranderden van bestemming.
De eerste twee worden tot één lokaal voor baden, een andere
werd tot droogkamer, bergplaats of slaapvertrek voor bedienden
ingericht. De overige behield men; een er van werd tot gekus-
sende cel gemaakt. De verandering wordt in haar geheel zeer
geroemd. Nog werden voorts verscheidene veranderingen aan
gebracht.
In plaats van dr. F. M. Cowan, die naar Dordrecht vertrok,
trad als 4de geneesheer op de heer dr. W. G'oert, arts en prosector
aan het gesticht. Zyne plaats werd weder door den heer G.
Jelgersma, semi-arts, ingenomen. De fungeerende apotheker, de
heer Corn. H. Smits, werd door den heer F. J. Hulshoff ver
vangen, deze verliet eigendunkelijk zijn betrekking en werd door
den heer E. M. Van Hille opgevolgd. Na het eervol ontslag
aan raej. J. S. Neuhaus gegeven, werd mej. P. J. Whitlau tot
opzichteres over de 4de en 5de kl. aangesteld, enz.
Het geheele dienstpersoneel was aan het eind van het jaar als
volgt: tot oppassing van zieken 49 m. en 50 vr., voor huis- en
keukendienst 13 m. en 13 vr., werklieden 46 m. en 11 vr. Te
zamen 108 m. en 47 vr. Van de eerste waren 36 buiten het
gesticht. In 1884 moesten niet minder dan 60 m. en 46 vr.
vervangen worden.
Het goed slot van de rekening van het Pensioenfonds over
1883 was f 2028.32$-. De jaarlijksche bijdrage van het gesticht-
was f 1500, door de Staten der provincie werd er in de najaars
vergadering aan toegevoegdf 11,978.05$. Bij suppletoire begrooting
werd het fonds met f 12,804.94$ vermeerderd en later, weder
door de Staten, bij suppletoire begrooting nog 20,000 gegeven.
De ontvangsten waren gezamenlijk f 51,198.82$ en het batig
slot f 2218.01.
Het hoogste cijfer van de bevolking der mannen is geweest
458 en van de vrouwen 478, terwijl het hoogste cijfer der
tegelijk verpleegde mannen en vrouwen 925 had bedragen. Toen
waren 477 vrouwen aanwezig. De hoofdzaak echter is, dat het
verschil in bevolking niet voortkwam uit een verminderd getal
verpleegden in de 5de kl., maar veroorzaakt werd door eenige
open plaatsen in de zelf betalende klassen. In 1884 werden op-
het doel, de groote, koele slaapkamer, waar zij het gloeiende
lichaam met zyn kloppende polsen kon uitstrekken; zij hoorde
de zachte stem van tante Sophie en zag de handen, die haar op
den schoot tillen en de zware, natte schoenen van de voeten
verwijderen zouden wat dan den volgenden dag gebeuren
mocht, daaraan dacht zij ook niet meer...
En de stramme beentjes werden door de beweging weer leni
ger. Hoe langs hoe sneller liep zij achter het stille dorpje heen.
Toen kwam het boschje te voorschijn een donkere massa, die
niet deed vermoeden, dat zij uit millioenen ritselende bladeren
en blaadjes was samengeweven. Ook hier ging het met adem-
loozen spoed voorbij, en slechts eenmaal sprong de kleine ter
zijde, toen er een wit gewaad door het bosch zweefde. Och, het
waren immers de berken met hunne blanke stammen, maar zij
stonden niet vast, zij waggelden zoo zonderling, en de kleine
ster, die terstond daarop boven het dal te voorschijn kwam
het licht van den wachter op den hoogen stadstoren zij wankelde
ook, alsof de oude jongen, de vierkante toren, begon te dansen.
Maar die zonderlinge verschijning ging weer spoedig verloren
door de voorwaarts drijvende begeerte: Verder! Naar huis, naar
tante Sophie!
En in het golvende korenveld hoorde zij Reinhold weenen,
omdat de wilde Margaretha zijn toren had omgeworpen, en Barbel
sprak maar aanhoudend over de vrouw met de karbonkelsteenen
in het haar en over de bewegende gordijnen in de gesloten
kamer, en de roode klaprozen, die het kind heden als fakkels in
het koren had zien gloeien, zij maakten het nauwe pad ver
stikkend heet; maar op den koelen grond te gaan liggen was
niets daar ginds riep tante Sophie maar altyd: „Voorwaarts,
Margaretha! Maak, dat gij thuis komt!"
Zoo liep zij gehoorzaam verder, ten laatste wel is waar met
knikkende knieën en hijgende borst, tot zij de stad bereikt had.
In menig huis der laatste straat, die zij uitgeput doorging,
brandde nog licht, maar de deuren waren gesloten en de loome
schreden van het kind waren op de brug zeer hoorbaar, zulk
een diepe stilte heerschte er al in straten en stegen. En nu
stond het kleine meisje eindelijk voor de poort van het pakhuis
jammer maar, dat de zware, ouderwetsche deurknop zoo hoog zat,
dat een kinderhand er niet bij kon komen. Na een vergeefsche
poging zonk de kleine op de steenen ineen. Zij meende, dat
de geheele wereld met haar ronddraaide, en door het hameren
en kloppen van haar polsen kon zij niets meer hoorenmaar het
gemurmel van het voorbijsferoomende vaarwater drong toch in
haar oor, en de koelte, die het verspreidde, werkte levenwekkend
op haar bijna verdoofd bewustzijn. En nu kwam er ook iemand
de straat langshet waren vaste schreden, die het pakhuis naderden,
en na eenige oogenblikken naderde een man de deur. Zoo veel
licht verspreidden de schitterende sterren nog, dat men den
omtrek eener gestalte kon herkennen. Die man was «jnijnheer
Lenz, die in het pakhuis woonde en van wien de kleine Mar
garetha zeer veel hield. Hij sprak haar dikwijls, als zij in den
tuin speelde, in het voorbijgaan een vriendelijk woord toe en
voor haar innemenden groet streek hij haar liefkozend over het
haar.
„Laat mij ook mee naar binnen!" mompelde zij heesch, toen
hij de deur met den sleutel had geopend en op het punt was
naar binnen te gaan.
Hij keerde zich om. „Wie is daar dan?"
genomen 94 patiënten (in 1883: 102). Voor de zelf betalende
klassen .'ontving men .aanvragen toen alles bezet wasj en zij blevea
uit toerf jlMt&n ojienkwamen.'
De aterftoverhouding was niet ongunstig, voor de mannen i
gunstiger dan voor de vrouwen. Epidemische ongesteldheden
kwamen niet voor.
De bibliotheek werd weder met 200 banden vermeerderd, en
telt er nu 3220. Verscheurd of onbruikbaar verklaard waren
154 banden. Behalve boeken worden ook couranten gelezen.
Acht feestelijke bijeenkomsten hadden plaats; ook was er een
kerstboomviering. De middelen tot uitspanning werden hersteld
en uitgebreider zyn o. a. 9 pianino's voor het algemeen beschik
baar. Toch zal men ongetwijfeld gaarne nog aanvulling daarvan zien.
Naar men verneemt zijn bij het legerbestuur voor
stellen aanhangig tot invoering van een nieuw onder-
scheidingsteeken op de bournou of overjas der hoofd- en
verdere officieren van de landmacht, welk distinctief in
model hoofdzakelijk zou overeenkomen met de rangaan
duiding van de officieren der Marine.
Van de opgeheven Rijks-normaallessen te Terschelling
worden 5 kweekelingen geplaatst te Haarlem, 4 te Alkmaar
en 2 te Velzen; een drietal verzochten en kregen plaatsing
aan de Rijksnormaallessen te Harlingen.
De rekening van ontvangsten en uitgaven der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen over 188485 bedraagt
f 44,842.26$. Het saldo in kas der vorige rekening was
f 1226.64 nu f 78.69$. De kosten van bestuur hebben
bedragen f 7704.32, die der algemeene vergadering enz.
f 6845.85, de almanak heeft gekost f 4984.05, het jaar
boek f 729.65. De viering van het eeuwfeest heeft ge
vorderd f 7794.81$, en wel f 1181.42$ ter voorbereiding
van de zanguitvoering en f 5862.50 voor de feestviering
zelve. Aan rente van de bezittingen is ontvangen f 7242.76$,
aan contributie 27,297.60. Van het kapitaal is te gelde
gemaakt f 8000.
Tot 30 Juni 1885 is aan giften voor de te stichten
Kweekschool ontvangen f 11,291.26, aan aandeelen in de
rentelooze leening f 49,300; een gedeelte van het aange
kochte pand is verkocht voor f 2500; voor de kweekschool
is reeds uitgegeven f 56,829.87, zoodat nog een saldo
aanwezig is van f 6261.39.
De begrooting van 1885/86 sluit in ontvangst en uitgaaf
op een bedrag van f 43,116.69$; de kweekschool voor
bewaarschoolhouderessen is pro memorie uitgetrokken.
De Transvaalsche Regeering, niet meer in staat
zijnde haar schulden te dekken, zoo meldt een Reuter
telegram uit Durban, beeft hare betalingen gestaakt.
Aan den gisteren te Hoorn gehouden Nationalen
schietwedstrijd tusschen leger en Marine namen 15 korpsen
deel. De 1ste prijs met 86 punten is behaald door het 2de
regiment infanterie, de tweede prijs met 79 punten door
het 3de regiment infanterie, de 3de prijs met 76 punten
door het regiment grenadiers en jagers, de 4de prijs met
75 punten door het 8ste regiment infanterie.
Bij den wedstrijd voor de schutterijen waren 9 deelne
menden korpsen. De eerste prijs is behaald door de schut
terij van Hoorn, de tweede door die van Gouda, de derde
door de rustende schutterij van Zuidholland en de vierde
door de schutterij van Nijmegen.
Voor wedstrijd Ba waren 17 deelnemende korpsen. De
lste prijs werd behaald door de schietschool met 248
punten, de 2de prijs door de Vereeniging Coen te Hoorn
met 244 punten, de 3de prijs door Oefening en Vermaak
te 's Hage met 237 punten, de 4de prijs door Claudius
Civilis uit Amsterdam met 234 punten.
Jl. Zondag vierde de Herst. Evang. Luth. gemeente
te Vlissingen op plechtige wijze haar 150jarig bestaan.
Jl. Zondag werd het honderdjarig bestaan van de
Doopsgezinde kerk in de Beemster feestelijk gevierd. Was
„Margaretha."
„Wat het kind des huizes? Om Godswil, kleine, hoe
komt gij toch hier?"
Zij antwoordde niet en greep slechts al rondtastende naar
zijn rechterhand, die hij uitstrekte, om haar op te helpenmaar
dat ging volstrekt niet, en daarom nam hij haar op den arm en
droeg haar naar binnen.
In het diepe poortgewelf van het oude pakhuis was het reeds
pikdonker. Mijnheer Lenz ging met zijn vrachtje voorzichtig
vooruit en sloeg eindelijk een deur aan zijn linkerhand open.
Dadelijk daarop vielen eenige lichtstralen van boven over de
steile trappen.
„Ernst?!" riep een vrouwenstem angstig vragend naar beneden.
„Ja, ik ben het met huid en haar, frisch en gezond! Ilanna!
Goeden avond, beste schat!"
„Nu, God zij lof en dank, dat gij hier zijt! Maar, lieve, beste
man, waar hebt gij dan toch gezeten?"
„Ik was verdwaald!" zeide hij, terwyl hij langzaam naar boven
ging. „Dat prachtige Thuringerwald lokt ons uit als een dwaal
licht het eene punt is nog schooner dan het andere. Dan
loopt men hoe langer hoe verder en denkt niet aan den terug
weg. Ik breng zeer vermoeide beenen mede naar huis; maar
mijn schetsboek is ook vol, moedertje."
Dit zeggende kwam hij boven de trapleuning te voorschijn, en
zijn vrouw, die met de lamp in de hand boven stond, deinsde
terug.
„Ja, wat ik daar meebreng, Ilanna? Wel, dat heb ik beneden
bij de poort opgeraapt!" zeide hij, terwijl hij op de bovenste
trede bleef staan, met een half lachend, half bezorgd gelaat. Hij
trachtte het hoofd om te wenden, om het kind op zijn arm bij
het licht te bekijken; maar het had de armen krampachtig om
zijn hals geslagen en het gezichtje, dat bijna geheel door de
verwilderde haren bedekt was, tegen zijn wang gedrukt.
Juffrouw Lenz zette de lamp haastig op de tafel in de voor
kamer. „Geef mij het kind, Ernstzeide zij met gejaagdheid
en stak de handen naar het kleine meisje nit. „Met uw ver
moeide beenen kunt gij geen stap meer doen Margaretha
moet echter dadelijk weg! Men zoekt haar reeds sedert vele
uren. Mijn God, wat is dat een opschudding daarboven in huis.
Alles loopt door elkander en de oude Barbel zit in haar keuken
te schreien, dat wij het hier kunnen hooren... Kom hier, mijn
engeltje!" zeide zij met zachte, teedere stem. „Ik zal u naar
huis dragen."
„Neen, neen!" zeide de kleine angstig en klemde zich nog
vaster aan haar drager. Als daar ginds alles door elkander liep,
was ook haar grootmama beneden en hoe wild en verward het
haar ook door het hoofd warrelde, begreep zij toch zeer goed,
hoe zij door de oude dame zou ontvangen worden. „Neen, niet
naar huis toe dragen!" herhaalde zy met hijgenden adem. Tante
Sophie moet hier komen!"
„Ook goed, mijn schatje! Dan zullen wy tante Sophie halen,*
zeide mijnheer Lenz geruststellend.
„Zooals de kleine maar wil!" bevestigde zyn vrouw, die be
zorgd luisterde naar de heesche naar adem snakkende kinderstem
en met vlugge hand en onderzoekenden blik de verwarde haren
uit het koortsachtig gloeiende gelaat streek. Zwijgend nam zy
de lamp op en opende de kamerdeur. {Wordt vervolgd
vroeger Oosthuizen de hoofdplaats van de gemeente, lang
zamerhand was, de combinatie Beemster haar over het.
hoofd gegroeid, en werd het noodzakelijk geacht kerkge
bouw en pastorie derwaarts over te brengen. De feestrede
werd gehouden door den onlangs emeritus geworden
predikant, dr. H. A. Van Cleeff, terwijl daarna een harte
lijk woord werd gesproken door den emeritus-predikant
Hartog van Westzaan, wiens vader en grootvader voor
gangers der gemeente waren geweest. De plechtigheid
werd opgeluisterd door het Beemster Mannenkoor Har
monie, dat eene cantate van den lieer Provily, organist
der Hervormde gemeente en {een paar liederen tot alge
meen genoegen uitvoerde.
Men meldt aan de Leidsche Crt.:
„Nog maar weinige jaren geleden regende liet om dezen
tijd onophoudelijk, en toen verklaarden geleerden van den
sterrenhemel, dat die nattigheid was toe te schrijven aan
buitengewone zonnevlekken, die op de zon ontdekt waren.
Zulke vlekken gaan echter weer over, totdat nu onlangs
weer verbazend groote zonnevlekken op de zon waren
waal-genomen. Zij zijn zelfs met het bloote oog door een
zwart gemaakt glas te zien, en eene van die vlekken be
slaat eene oppervlakte van wel vijftig ballen zooals wij
bewonen. Hoe brandt nu de zon bijna dagelijks aan den
onbewolkten hemel, en waar blijft nu de zoo lang ge-
wenschte regen voor het verschroeide aardrijk?"
Men herinnert zich, dat Hendrik Duik in een slaap
stede te Delft had verteld, dat hij vroeger had behoord
tot de equipage van het in de Chineesche wateren gebleven
schip Watergeus en dat de geheele bemanning van dat
vaartuig in handen van Chineesche zeerovers was gevallen
om als slaven te worden verkocht.
Naar aanleiding van eene oproeping van den commis
saris van politie te Vlaardingen, uit naam der betrekkingen
van de schepelingen der Watergeus gedaan, is nu gebleken,
dat Duik thans in het Gasthuis te Delft ziekenoppasser
is. Door de politie ondervraagd omtrent de verhalen,
door hem in Februari 11. in omloop gebrecht, wist hij
niets te antwoorden dan dat hij waarschijnlijk „boven zijn
bier" was geweest toen hij vertelde, dat hij vroeger zee
man was.
Hij had indertijd Z. M. den Koning gediend en was als
gepensioneerd militair uit Indië teruggekomen. Indien hij
al over een koopvaardijschip en zeeroovers had gesproken,
had hij slechts wedergegeven wat hij zelf op zijne zwerf
tochten had hooren vertellen.
Vanwege het hoofdbureau van politie te Amsterdam
zijn naar de overige bureau's verzonden de portretten van
de vier Engelschen of' Amerikanen, die in Juni 11. in liet
gebouw van de Rijks Bank te Hamburg vermoedelijk ont
vreemden 200,000 mark, en op de aanhouding waarvan
10,000 mark belooning is vastgesteld.
Het Brusselsche dagblad Les Nouvelles verneemt,
dat bij de instructie der zaak van Jeanne Lorette merk
waardige bijzonderheden aan het licht zijn gekomen nopens
den aard der betrekking, welke tusschen haar en den
Japanschen zaakgelastigde hebben bestaan. Sakurada zou
volgens genoemd blad er slechts met veel moeite in ge
slaagd zijn, de betrekking met Jeanne aan te knoopen;
zijne huwelijksbeloften verlokten haar niet, en zelfs nadat
een formeel huwelijksaanzoek bij hare ouders was gedaan,
moesten nog invloedrijke vrienden, die hoog opgaven van
de schitterende positie, welke zij afwees, zicli veel moeite
geven om haar van hare weigering terug te brengen. Toen
men hierin geslaagd was, vertoefde Sakurada gedurende
zes maanden bijna voortdurend te Molenbeek, ter ver
schuiving van het huwelijk zich steeds beroepende op zijne
verplichting om van het Japansch Gouvernement vergun
ning te bekomen, voordat hij een huwelijk kon aangaan.
Onder verwijzing naar de kosten en het vermoeiende
van dat telkens heen en weêr trekken naar Molenbeek,
wist hij, volgens genoemd blad, Jeanne te overreden, zich
in 's Hage te vestigen en haar over te halen in het hótel
der ambassade haar intrek te nemen,, totdat hare meubelen
zouden zijn aangekomen. Daarop betrok zij eene woning
in de Witte-de-Withstraat, maar verwisselde deze spoedig
met eene andere aan den Kanaalweg, zooals Les Nouvelles
meent te kunnen verzekeren met het doel om daar zoo
min mogelijk opgemerkt te kunnen worden. Ook door het
onderzoek, omtrent haar verblijf in het hötel de ambassade
ingesteld, zouden stellige bewijzen zijn aan het licht gekomen,
dat Jeanne op de verkregen trouwbelofte vast meende te
kunnen rekenen.
In 1884 trokken door het Suez-kanaal 3284 schepen
en wel o. a. 2474 Engelsche, 300 Fransche, 145 Hollandsche.
Daarop volgt Duitschland met 130, Oostenrijk Hongarije
met 65, Italië met 54 schepen, enz. Aan tolgelden werd
betaald door Engeland 47,129,813 francs, door Frankrijk
6,159,494 francs, door Nederland 2,794,626 francs.
Procentsgewijze berekend trokken door het Suez-kanaal
75 pCt. Engelsche, 9 pCt. Fransche en ca. 4$ pCt. Neder-
landsche schepen.
Geen postduif maar een posthond. De heer
H. B. Batterink te Schotterhuizen, nabij Zuidwolde (Drente),
heeft een hond die nu en dan een uitstapje gaat maken
naar den zoon te Dedemsvaart, op anderhalf uur afstand,
en van daar briefjes, aan den halsband gebonden, aan 't
adres van den vader bezorgt.
Het nut der tournure of.... der reclame.
Engelsche bladen verhalen, dat in eene welbekende stad
eene dame van majestueuse afmetingen met niet minder
majestueuse tournure wandelde, toen een kind van twee
jaren viel uit een venster van een der huizen. Het arme
kind zou ongetwijfeld met het hoofd te pletter op de
steenen zijn gevallen, als niet de elastische „dress-improver"
der juist voorbijgaande dame het schaap had opgevangen,
zoodat een heer, die te hulp schoot, het in zijn armen kon
grijpen, toen het van dit bolwerk zou aftuimelen. Het kind
was ongedeerd en alle dames van de stad schaften zich
enorme tournures aan, uit pure menschlievendheid.
Buitenland.
Koningin Victoria heeft haar nieuwen schoonzoon, den
Prins van Battenburg, den titel verleend van „Koninklijke
Hoogheid" en hem tot Ridder van den Kouseband benoemd.
Deze gunstbewijzen zullen den gelukkigen jongen man
ongetwijfeld een voldoende vergoeding zijn voor de opmer
kingen, die sommige Engelsche bladen Truth o. a.
zich veroorloven, waar zij spreken van Duitschers, die
met niets dan een uniform en een rok, een kam en een
borstel de zee overkomen, om zich in Engeland tegoed te doen.
Naar het schijnt, heeft bij gelegenheid van het huwelijk