laden, terwijl de Atjehers zich in de dringend gewenschte aanvulling der middelen, noodzakelijk tot voortzetting van het verzet, jammerlijk zien teleurgesteld. „Er heerschte hier dientengevolge onder de Chineezen en Atjehers een ware paniek. „De nieuwe consul, de heer Kruyt, heeft daarmeê hier zijn sporen verdiend en bewezen dat hij hier in zijn tegen- woordigen werkkring evengoed op zijn plaats is als te voren in Arabië tegenover onze liadji's." Aan het Departement van Marine worden de noodige voorbereidingen gemaakt tot oprichting van een Marine staf, die waarschijnlijk te 's Hage hare standplaats zal hebben. Het is eene instelling, die voldoen moet aan eene lang gevoelde behoefte, zoowel ten dienste van de Marine zelve," als tot eene gewenschte samenwerking met de land macht. Aan de Israëlitische militairen wordt, tot viering hunner godsdienstfeesten, verlof of vrij van dienst verleend van 9 September tot 4 October a. s., terwijl de Israëliti sche miliciens der lichtingen 1884 en 1882 op eerstge- noemden datum in het genot van groot verlof worden gesteld. De minister van Oorlog heeft bepaald, dat voortaan bij militaire begrafenissen zooveel mogelijk geleiders en personeel zullen worden gekozen van de gezindte, waartoe de overledene behoorde. f Men schrijft ons van Texel, dd. 1 dezer: „Een afgebroken scheepsnaambord, zwart geverfd en met vergulde letters den naam „CHARLES" toonende, is aan de zeeglooiing van den Prins Hendrikpolder aangespoeld." Men schrijft ons van Texel: „Ten behoeve van de kustwacht zal binnenkort eene telefonische verbinding worden gemaakt tusschen het dorp De Koog en* Den Burg alhier. Door deze verbinding zal ingeval van stranding of schip breuk, veel spoediger dan tot dusver mogelijk was, hulp worden verleend. Zij wordt daarom algemeen zeer wen- schelijk geacht en als eene groote verbetering beschouwd. Aanstaande Vrijdag 4 September zal des voormiddags elf uur met de reddingboot aan De Koog een proeftocht gehouden, en waarschijnlijk ook proeven met het vuurpijl toestel genomen worden." De afdeeling Opmeer en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw besloot in hare laatste ver gadering, te Sijbekarspel gehouden, zich tot de a. s. alge meene vergadering te richten met het voorstel, dat die vergadering het hoofdbestuur machtige bij de Regeering aan te dringen op eene aanmerkelijke verlaging der wik- en weegloonen op de kaasmarkten te Alkmaar, Purmerend en Hoorn. De zuster-afdeelingen zullen bij circulaire worden uitgenoodigd dit voorstel krachtig te steunen. Tot afgevaardigde ter algeineene vergadering werd de heer G. C. Van Balen Blanken Jr. te Spanbroek benoemd en tot afgevaardigde voor de najaarsvergadering van Hol- landsch Noorderkwartier de heer Jacob Rooker te Hoogwoud. In plaats van den aftredenden vice-voorzitter, den heer C. Pijper Sen., werd gekozen de heer K. Winkel te Sijbe karspel, terwijl de heeren J. Koorn Dz. te Aartswoud en J. Sneeboer te Sijbekarspel tot leden van het bestuur werden benoemd in de vacatures, openvallende door het aftreden van de heeren L. Jonker te Sijbekarspel en Jac. Van Baar te Opmeer. Op de laatst gehouden vergadering der afdeeling Haarlemmermeer van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw is met groote meerderheid van stemmen besloten om aan de afgevaardigden ter algemeene vergadering der Maatschappij het mandaat te geven om tegen ieder voorstel, heffing van inkomende rechten op granen bedoelende, te stemmen, en als de meening der afdeeling uit te spreken dat de Nederlandsche landbouw door het heffen van in komende rechten niet gebaat wordt. Jl. Vrijdag is te 's Hage de 10 jaarlijksche verga dering van het Anti-dienst ver vangingsbond" gehouden. De voorzitter, de luitenant-generaal N. Mac-Leod, bracht in zijn openingsrede hulde aan den stichter en onvermoei- den strijder voor het bond, graaf Van Liraburg Stirum, en den overleden lsten secretaris, jhr. F. G. E. Merkes Van Gendt. Hij wees voorts op den gunstigen toestand van 't bond, dat 10,117 leden telt, en op den buitengewoon voordeeligen stand der kas. Als bestuursleden werden de naast en achter haar medetrok. „Es ist bestimmt in Gottes Rath," klonk het voortdurend in hare ooren en deze tonen bleven haar bij... En dan stond zij eenige seconden stil en hield zuchtend de handen voor de ooren en sloot de oogen. Neen. het ergste was niet gebeurd! Niet gelijk de wiegelende halm, die door een enkele streek met de zeis ter aarde valt, zonk zulk een geharde, krachtige gestalte ter neder; zóó greep de koude hands deB doods niet in de veel omvattende menschelyke plannen en besluiten en verdoofde de beslissende woorden op de lippen Al verder droegen de voortsnellende voeten haar over de kale lande rijen. Zij kon maar niet vlug genoeg vooruitkomen, om van den kwellenden angst verlost te worden, om te zien, dat het slechts een hevige aanval van duizeligheid was geweest, dat alles weer goed, alles weer in orde was, dat die stem even als altijd tot haar sprak, de oogen haar weer aanzagen en dit vreeselijk oogcn- blik als een akeligen droom voorbij was. „Achter het Dambacher boschje hebben zij hem gevonden," klonk het weder in haar oor en nu kon zij den voet niet meer verzetten en het zoete geloof aan een bedriegelijken droom, dat haar hart vervulde, begon haar te begeven. Daar, waar de berken tusschen de beukenstammen stonden, ja daar was het geweest! Daar was de grond door menschelijke voeten platgetreden, daar had men takken van de boomen gerukt, om ruimte te krijgen. Haar kracht werd als met een slag vernietigd, en toen het boschje en de eerste dorpswoningen eindelijk achter haar lagen en de fabrieks gebouwen zich op een geringen afstand vertoonden, leunde zij mot wankelende knieën tegen een der linden, die tegenover de poort der fabriek de rust- en uitspanningsplaats der arbeiders over schaduwden. Op het plein stonden verscheidene groepen fabrieksmenschen maar geen klank van een menschelijke stem werd van daar gehoord; men hoorde slechts het getrappel van een paard het was de bruine van Herbert, die daar heen en weer werd geleid. Op hetzelfde oogenblik, dat Margaretha de linde bereikte, trad de landraad uit den tuin op het plein, en bijna tegelijkertijd draaide van den daar langs loopenden straatweg een ekwipage af en hield voor de poort stil. Als door een nevel zag het jonge meisje wapperende linten en golvende veeren de dames van den Prinsenhof zaten in het rijtuig. „Om Godswil, beste landraad, stel mij toch gerust!" riep de barones Yon Taubeneck tot Herbert, die het portier naderde en een buiging maakte hij zag zoo bleek als een doode. „Gerechte hemel! Wat ziet gij er uit! Het is dus toch waar, het vreeselyke, ongelooflijke bericht, dat de op perambtman Yon Hermsleben mij zooeven mededeelde? „Onze lieve, arme handelsraad heereu Mac-Leod, Perk, Wilkens en jhr. Verspyk her kozen en in plaats van de heeren Heldt, die zich niet her kiesbaar stelde, en wijlen jhr. Merkes Yan Gendt werden de oud-luitenant-generaal van het Indisch leger Boumeester en dr. De Graaf uit Dordrecht gekozen. Met algemeene instemming werd een voorstel van baron Van Sytzema aangenomen, strekkende om, in verband met den gunstigen stand der kas, het hoofdbestuur te mach tigen, aan den schrijver (een oud-soldaat) der brochure getiteld: „Een pleidooi voor den persoonlijken dienstplicht" ten laste van de kas een geschenk aan te bieden, als een bewijs van hooge erkentelijkheid 'voor zijn werkzaamheid in het belang van het bond. Aan het hoofdbestuur werd overgelaten het bedrag te bepalen. Door de Regeering is thans ook rechtspersoonlijkheid geweigerd aan de Naamlooze Vennootschap „Het Veree- nigingsgebouw Walhalla" te 's Hage. Als reden is opge geven, dat „zoowel uit de namen der oprichters en de benaming der op te richten Naamlooze Vennootschap, als uit de bepaling van art. 16 der overgelegde ontwerp-acte duidelijk blijkt, dat de Vennootschap Het Vereenigings gebouw Walhalla moet strekken om lokalen beschik baai- te stellen voor vergaderingen en bijeenkomsten der sociaal democraten en zoowel daardoor, als door het bijeenbrengen van kapitaal het sociaal-democratisch Bond in zijn streven te steunen." Pater van Meurs geeft bij gelegenheid der verjaring van het Prinsesje in de Katholieke Illustratie een aandoenlijk lief gedichtje. Hij plaatst een oud moederken voor het portret van de kleine: GROOTJK AON 'T PRINSESJE. Willemientje, Aorig kiendje, Waor ik zooveul goed van beur, Dukkels, 'k gleuf wel duuzend keeren, Was 'k niesgierig, vol begeeren Oe te zien ien kleur en fleur. Heug van jaoren, Gêft 'et vaoren Met de spoor gen pas veur mien, Anders h&'k al lang 'en reiske Naor den Haog gedaon, lief meiske, Enkel um oe maor te zien. De Illustraosie Per okkaosie Hêt dien wunsch van mien geheurd, Daorum stuurt ze aon 't stokoud grootje Oew portretje veur kadootje, Fien geteikend, mooi gekleurd. 't Erste schouwen Deê me schrauwen 'k Zal oe zeggen, kiend, waorurn Kroonprins Willem hê'k veurdezen Ook geschouwd ien 't kienderwezen.... Sprekend liekent gij op hum! 't Eigen st vleugske Ien 'et eugske, 't Eigenst lachsken um den mond, 't Eigenst rank en slank postuurke, Recht en vaststaond as 'n muurke, 't Eigenst kupke, rond en blond. Wat we al dachten En verwachtten Van da jungske, zoo geliefd Hy, ach erm! is ons ontvallen.... Gij bint nou geliefd van allen, Bluumke da nog overblieft! Kroonprinsesje, 'k Bin gen besje, Die oe waorzegt uut de kaort; Moar d& durf ik profetieren: Ens zulde over ons regieren As 'n Keunigin, ons waord! God zal 't geven 't Nog beleven Zal ik, stakker, nie.... och ncê! Maor daorboven za'k et beuren, En dan as dk mag gebeuren Roep ik mee: hoezee, hoezee! 't Nommer van de Katholieke Illustratie geeft nog een paar aardige versjes en op het titelblad een keurig vignet. „Hy leeft, oom niet waar, hij leeft?" zeide nu een smeekende door hevige smart bijna verstikte stem vlak naast hem, en koorts achtige vingers drukten zijn hand. Hevig verschrikt keerde hij zich om. „Om Godswil, Marga retha De dames in het rijtuig bukten zich voorover en staarden de rijke koopmansdochter aan, die verhit en met stof bedekt, in een eenvoudig ochtendkleed en een zwarte shawl om het hoofd geslagen, als een dienstmeisje hier was gekomen. „Hoe, is dat juffrouw Lamprecht, uw nicht, waarde landraad?" vraagde de dikke dame haperend en ongeloovig, maar ook met die bekrompen nieuwsgierigheid, die zich zelf in de pijnlijkste oogenblikken vertoont. Hij antwoordde niet, en Margaretha lette niet eens op zyn toekomstige voorname schoonmama wat wist zij in dit vreeselijk oogenblik van de verhouding van deze drie menschen tot elkander In wilden angst hing haar oog aan het ontstelde gelaat van Herbert. „Margaretha hy sprak niet verder, maar zijn toon vol innerlijke smart zeide haar alles. Zij huiverde, stiet zijn hand, die zij nog vast omklemd hield, van zich, en ging over het plein naar het paviljoen. „Het schijnt haar zeer te treffen zij was geheel buiten zichzelve," hoorde zij achter zich de heldere koude stem der schoone Heloïse medelydend zeggen. „Hoe zou het haar anders mogelyk geweest zijn, zoo weinig gekleed de straten der stad door te gaan!" In de vestibule van het paviljoen stonden twee geneesheeren uit de stad, die op het punt waren heen te gaan en de in tranen badende vrouw van den meeaterknecht, en de woorden beroerte en een schoonen, benijdenswaardigen dood troffen Margarethu's oor. Zonder de oogen op te slaan, liep zij de sprekenden voorbij en trad de kamer binnen, waar haar vader zich gewoonlijk ophield. Ja, daar lag hij op het bed zijn schoon gelaat stak doodsbleek af bij het donkerroode hoofdkussen een vreedzaam sluimerende was het, wien plotseling een zachte hand weggerukt en hem alle sombere raadselen van het voorhoofd weggevaagd had! Aan het voeteneinde zat grootpapa, met het gryze hoofd in de handen verborgen. De oude man zag op, toen zijn kleindochter in stomme smart voor het bed nederzonk het was voor hem volstrekt niet vreemd, haar „zoo weinig gekleed" te voet te zien komen, hy kende zijn Margaretha. Zwijgend, met zachte hand trok hij haar tot zich, en daar, aan zijn trouwe borst, barstte zy in tranen uit. (Wordt vervolgd.) Buitenland. De bekende violoncellist Joseph Servais, zoon van den beroemden Francois Adrien Servais, die in 1866 over leed, is jl. Vrijdag te Hal (België) op 35jarigen leeftijd plotseling (aan de gevolgen van een slagaderbreuk) gestorven. Hij was, evenals zijn vader, professor aan het Koninklijk Conservatoire te Brussel. Naar gemeld wordt, heeft Sarah Bernhardt eene overeenkomst geteekend voor op zijn minst 225 voorstel lingen, van 1 Mei 1886 tot 1 Mei 1887 in Noord-en Zuid- Amerika te geven voor 2000 francs de voorstelling en een deel van hetgeen de opbrengst boven een bepaald cijfer bedragen mocht. De rekeningen harer schuldeischers be- loopen nog 750,000 francs. Als eerste jockey der wereld geldt thans zekere Archer, die dit jaar zoowel in Engeland als in Frankrijk alle groote prijzen heeft gewonnen, o. a. die van 165,000 francs door de stad Parijs uitgeloofd. De waarde der verschillende door hem gewonnen prijzen bedraagt dit jaar zeker f 500,000, en daar de berijder van het winnende paard steeds 10 percent van den prijs krijgt, heeft hij daaraan alleen dus reeds f 50,000 verdiend. Daarenboven krijgt de jockey voor eiken keer, dat hij rijdt, of hij wint of niet, nog eene gratificatie, zoodat Archer gemakkelijk iets voor zijn ouden dag kan overleggen. Een geneesheer te Parijs heeft aan de Académie de Médicine een nieuw uitgevonden instrument ingezonden, megoloscoop genaamd, waarmede men het inwendige van een menschelijk lichaam kan onderzoeken. Dit instrument bestaat uit eene sterke sonde, aan wier uiteinde eene kleine witgloeiende lamp aangebracht is, waarboven zich lenzen en een microscoop bevinden. Met behulp van deze mega- loscoop kan men de maagholte over eene groote uitge strektheid waarnemen en de zieke deelen, die zich sterk vergroot voordoen, nauwkeurig bestudeeren. In het hospitaal te Greenwich stief dezer dagen miss Annie Parker in den ouderdom van 35 jaar. Miss Parker was de dochter van den Londenschen bankier van dien naam en indertijd een gevierde schoonheid, die om haar weelderig haar „de goudblonde erfdochter" genoemd werd en die ongeveer 16 jaren geleden uit tal van aanbidders slechts had behoeven te kiezen om een schitterend huwelijk te doen. Ongelukkig geraakte zij echter aan den drank en wel op de meest ergerlijke wijze. Haar vader stierf uit hartzeer en het meisje werd onder curateele gesteld. In de daaropvolgende jaren werd zij meer dan vierhonderd maal dronken op straat gevonden en opgebracht. In de gevangenis gedroeg zij zich steeds als een voorname dame, maar nauwelijks was zij weder op vrije voeten of zij begon opnieuw. In haar laatste ziekte verzocht zij om van haar lokken een kunstwerk te laten vervaardigen voor haar geneesheer en voor den president der rechtbank. Op haar sterfdag schreef zij een brief aan de Koningin, waarin zij haar diep berouw betuigde over haar slecht besteed leven en H. M. om een graf zonder eeuig opschrift verzocht. Volgens een brief van den heer Tanneguy de Wogan in het Journal de Rouen heeft men te Keulen zijn papieren bootje Qui-Vive! waarmede hij zijn bekenden tocht door Europa deed uit verbolgenheid tegen de Fransche vlag, welke het voerde, stuk getrapt, zoodat hij van den spoor weg heeft moeten gebruik maken om naar Parijs terug te keeren. Gemeenteraad van Texel. Zitting van Donderdag 27 Augustus 1885. Afwezig de heer G. Klz. Brouwer. Na opening der zitting worden de notulen gelezen en goedge keurd. 1. De Voorzitter doet mededeeling van eenige ingekomen Provinciale bladen en circulaires. Aangenomen voor kennis geving. 2. Aan den Raad wordt medegedeeld, dat HH. Gedeputeerde Staten op het rekwest van den heer P. M. Stiggelbout afwijzend hebben beschikt. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Aan de orde wordt gesteld de vaststelling der gemeente rekening, dienst 1884. De Voorzitter noodigt de Commissie, die de rekening heeft onderzocht, uit, rapport daaromtrent uit te brengen. Bij monde van den heer C. Keijzer Pz. wordt bericht, dat daarop geenc aanmerkingen gemaakt en de ontvangsten en uitgaven allen door behoorlijke bescheiden gedekt zijn. De Commissie wenscht echter de aandacht van het Dagel. Bestuur te vestigen op enkele zaken, die misschien in het vervolg j tot verbetering zouden kunnen leiden, namelijk 1. Op het wenschelykc om jaarlyks aan te besteden de levering van bureaubehoeften voor de Secretarie en van materieel voor de bestrating in de verschillende dorpen. Op dit laatste punt wordt ook door den heer Dros gewezen. De Voorzitter zegt, dat hij met het Dagel. Bestuur hieromtrent zal overleggen, en gaarne bereid is, waar het mogelijk is, ver- betering aan te brengen Hierop wordt het voorstel der Commissie in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. B. en W. houden zich buiten stemming. Daarna wordt ter tafel gebracht de rekening van het Algemeen Armbestuur. Bij monde van den heer Koorn wordt verklaard, dat geene aanmerkingen daarop zijn gevallen. Hy stelt voor, deze rekening goed te keuren en vast te stellen. In stemming gebracht, wordt zij met algemeene stemmen goedgekeurd. De rekening van het Algemeen Weeshuis ter tafel gebracht zynde, wordt, bij monde van den heer C. Keyser Pz., verklaard, dat hieromtrent geene aanmerkingen zijn gevallen, en adviseert hij tot goedkeuring en vaststelling, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Do rekening van de Beleenbank, in deze byeenkomst niet aan wezig zijnde, wordt besloten, die in eene volgende vergadering te behandelen. 4. Er wordt gelezen eene missive van F. Heeroma, Hoofd der school aan De Koog, verzoekende om zyn tractement te verhoogen tot f 800. Met algemeene stemmen wordt besloten, hierop afwyzend te beschikken. 5. Ter tafel wordt gebracht eene missive van mej. H. Oorthuijs, vroedvrouw te Oosterend, verzoekende alsnog haar tractement gelijk ie stellen met de overige vroedvrouwen op f 300.waar over wordt gediscussieerd en waaromtrent wordt besloten, den Voorzitter op te dragen, aan adressanten te kennen te geven, dat aan haar verzoek om verhooging van jaarwedde niet kan worden voldaan. 6. De Voorzitter deelt mede, dat zich 4 sollicitanten hebben aangemeld voor de vacature van Hoofd der school te Waal. 7. De Voorzitter stelt voor een besluit te nemen tot aankoop der gronden op de Mient, ten behoeve van den te maken kunst weg van af Den Burg naar De Koog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2