HELDERS!'IIE
EN N1EUWED1EPER COURANT.
fcws- en Advertentieblad voor Hollands Koorierkwartier.
1885. N°. 118.
Vrijdag 2 October. Jaargang 43.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
KENNISGEVING.
86> DE VRODW MET DE KARBONKELSTEENEN.
„Wij huldigen
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal
franco per post
0.90.
1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertenticn: Van 1regels 60 rents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters nnnr plaatsrnimtc.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Aan de ingezetenen dezer gemeente wordt kennis gegeven, dat
de inzameling van vuilnis, asch, beer, enz., en het ledigen van
privaatputten van af 1 Oe.tober c. k. van gemeentewege zal
geschieden, als volgt:
Tot de afgifte van vuilnis, asch cn ander afval zal aan ieder
huis, om den anderen dag, zooveel mogelijk op vaste uren,
gelegenheid gegeven worden.
De personen, die met de inzameling belast worden, zullen van
hunne aanwezigheid door ratelen, of door schellen aan de woningen
doen blijken.
Het ledigen der beertonnen of zoogenaamde nachtemmers, zal
verricht worden op de dagen en uren, waarop dit tot heden
plaats heeft.
De afhaling dier stoffen geschiedt kosteloos.
Het ledigen van privaatputten zal geschieden in de week
volgende op die waarin de aanvrage daartoe gedaan is. De
aanvragen moeten schriftelijk en portvrij worden geadresseerd
aan N. C. RANDA, Hoogstraat, I No. 491.
De kosten van het ledigen van een beerput van gewone grootte
zijn hoogstens f 2.
Op Zon- en erkende feestdagen wordt niet gewerkt.
Klachten over de dienstuitvoering kunnen ingeschreven worden
in een register, hetwelk op de Secretarie der gemeente tot dat
einde is nedergelegd.
Helder, den 28 September 1885.
De Commissie belast met de Gemeente-reiniging.
Blnnenlan d.
Op de Stnatsbegrooting voor 1886 is voor de ver
schillende hoofdstukken uitgetrokken: hoofdstuk 1, Huis
des Koniugs, f 650,000; II. de hooge Colleges vatl Staat
en het Kabinet des Konings, f 610,634; III. Departement
van Buitenlandsche Zaken, f 683,690; IV. Departement
van Justitie, f 4,519,641; V. Departement van Binnen-
landsche Zaken, f 10,980,361; VI. Departement van Marine,
f 13,261,248.20; VII. a. nationale schuld, f34,982,299.28;
VII. b. Departement van Financiën, f 23,432,386.334;
VIII. Departement van Oorlog, f 20,774,853: IX. Depar
tementvan Waterstaat,Handel en Nijverheid, f20,896,217.21
X. Departement van Koloniën, f 1,180,120; XI. onvoor
ziene uitgaven, f 50,000; totaal f' 132,028,450.02^.
Blijkens de stukken der Staatshegrooting wordt de
invoering van het strafwetboek in 1886 verwacht.
]Naar het Duitsch van E. MARLITT.
Intusschen was Margaretha den hoek omgeslagen. Zij antwoordde
niet de schrik scheen haar de lippen te sluiten.
„Bedriegstersnaauwde Reinhold haar toe, terwijl hij haar
naderde. „Gij zoekt dus langs zulke sluipwegen op? Gy hebt
door uw verkeer in de wereld al rare dingen geleerd!"
„Reinhold, matig u!" zeide Margaretha hem, met kalmcn ernst
en waardigheid, terwijl zij hem voorhij naar tante Sophie wilde gaan
maar hy trad haar in den weg. „Mooi zoo, vlucht maar naar uwe
gouvernante! daar hebt gij altijd bescherming en hulp gevonden."
„Gij ook!" viel tante Sophie hem in dc rede. „Uw beider
gouvernante was ik nooit; ik versta noch Fransch, noch Engelsch,
en van fijne manieren heb ik ook geen verstand maar ik heb
uw lichaam en geest, zooveel ik vermocht, verzorgd en behoed,
en mijn kracht aan u besteed zoo lang gij er behoefte aau hadt,
en daar uw zwakke beenen u jaren lang niet konden dragen,
zijn het mijn armen geweest, waarop gij door huis en hof' in de
vrije lucht werd gebracht ik heb u nooit aan vreemde handen
toevertrouwdNu kunt gij loopen, maar niet om anderen
vreugde te verschaffen. Gij loopt als een cipier luisterend van
de eene deur naar de andere en gunt uwen medemenschen niet
eens de lucht, laat staan dan eigen gedachten en eigene genegen
heid. Allen moeten naar uw pijpen dansen het oude huis der
Lamprechts heeft nu veel van een tuchthuis. En daarom meen
ik, dat het hoog tijd is, dat ik heenga. Ik heb u en uw genade
brood niet noodig; maar Margaretha neem ik mede!"
Gedurende deze scherpe strafpredikatie was het hoofd van den
langen jongen man hoe langer hoe dieper in de dikke pelskraag
gedoken, en zijn oogen dwaalden schuw langs de muren. Hij
herinnerde zich zeer goed, hoe tante Sophie weken lang nacht
aan nacht aan zijn ziekbed had gewaakt, voor hem, die meestal geen
eetlust had, eigenhandig allerlei lekkernijen had gereed gemaakt,
en hem nog als zevenjarigen knaap dc trappen opdroeg. Men
kon dus wel aannemen, dat de blos, die voor een oogenblik zijn
gelaat bedekte, de blos der schaamte was. Mevrouw de ambtsraad
was blijkbaar zeer verontwaardigd.
„Gelooft gij werkelijk, dat wij onze kleindochter met u zouden
laten weggaan?" vraagde zij toornig. „Dat is wat al te vermetel
en te voorbarig, mijn lieve! Ik geloof, dat de rijke erfgename zich
eerst nog wel eens zou bedenken, het eerste het beste armoedige
kamertje binnen te trekken."
Tante Sophie zeide glimlachend de schouders ophalend: „Het
is maar gelukkig voor den Staat, dat gij geen schatter zyt,
mevrouw de ambtsraadZoo erg, als gij denkt, is het nog niet,
dan zou ik geen Lamprecht heeten! Let wel, ik zeg dit
alleen, om de beschuldiging van vermetelheid en voorbarigheid
van mij af te wyzen!"
Margaretha naderde haar tante en sloeg haar arm teedcr om
de beminde gestalte.
„Grootmama vergist zich," zeide zij. „Ten eerste ben ik niet
de rijke erfdochter, waarvoor men mij houdt, en dan zou ik zeer
graag ook met u een armoedige woning betrekken, als ik maar
bij u mocht bly ven. Maar voorloopig mogen wij beiden dit huis
niet verlaten; ik heb een roeping te vervullen, en gij moet mij
bijstaan, tante!"
De verhooging van (le uitgaven voor Marine is liet gevolg
van de voorgenomen uitbreiding van het torpedo-wezen, de
verandering der bewapening van het kustverdedigings-
matcriëel en de oprichting van een Marinestaf.
De minister van Oorlog ontvouwt zijne plannen tot ver
betering der geoefendheid van de schutterijen, waarbij het
hoofddoel is snelle mobilisatie, samenstelling ecner leger
reserve uit oud-gedienden, plaatsing der dienstdoende
schutterij onder militaire leiding, door detacheering van
kader van het leger bij de oefeningen, welk kader in de
garnizoens en omliggende plaatsen uit het garnizoen wordt
getrokken en in alle andere plaatsen, zoomede te Amsterdam
cn Rotterdam speciaal wordt aangesteld voor verschillende
rayons. De contröle is opgedragen aan hoofdofficieren uit
het leger, adviseurs der schutterijcommandanten, met stand
plaats te Amsterdam, Utrecht en Breda. De kosten zullen
f 60,000 's jaars bedragen.
Op de begrooting van Oorlog is een memoriepost uit
getrokken voor de oprichting eener afdeeling pantserfort-
artillerie. Een zeker aantal mortieren van 15 en 10 cM.
zullen worden aangemaakt. Gelden worden aangevraagd
voor de bewapening van een tweeden koepel van 24 cM.
op het fort aan den Nieuwen Maasmond (220,000) en voor
twee kanonnen met affuiten voor de kustbatterijen ter
verdediging van Amsterdam.
Wegens den gunstigen toestand met betrekking tot
de besmettelijke longziekte, is de post voor besmettelijke
veeziekten voor het volgend jaar f 250,000 lager geraamd
kunnen worden op de begrooting van Binnenlandsche Zaken
dan voor het loopende jaar.
Gedurende de maand Augustus 1885 is in de Rijks-
Postspaarbank ingelegd f 431,526.01 en terugbetaald
f 248,524.614. Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald
f 183,001.324- Aan het eind der maand Juli was ten
nameder verschillende inleggers ingeschreven f5,661,170.044,
zoodat de som der inlagen op 31 Augustus 1885 bedroeg
f 5,794,171.37. In den loop der maand Augustus zijn
2420 nieuwe boekjes uitgegeven; 689 zijn er geheel afbe
taald, zoodat er aan het einde der maand 105,762 in omloop
waren.
Het voornemen bestaat de districts-veeartsen in twee
klassen te verdeelen, waarvan 4 a f 2500 en 5 a f 2000.
„Nu, dc weg tot uw roeping zal van nu af voor u gesloten
zijn, Margaretha ik zal de deur naar het pakhuis laten dicht
metselen zij dient ook nergens voor en daarmede basta!
Ik wil toch eens zien, of ik mij geen rust kan verschaffen!"
zeide Reinhold, terwijl bij huiverend de pels nog dichter om zich
heen trok cn heenging de zwakke opwelling van een goed
gevoel was zeer onderdrukt. „Overigens is hetop zijn zachtst
genomen een weinig onbeschaamd van u, op uw erfdeel aan
merking te maken," voegde hij zich nog eens omkccrende er bij.
„Gij verkrijgt veel meer dan de dochter van rechtswege toekomt.
Ilad papa zooals het tegenover mij, zijn opvolger in de zaken,
zijn plicht was geweest bijtijds een testament gemaakt, dan
zouden de zaken geheel anders staan; maar nu moet ik u zeer
groote sommen uitbetalen."
„Ja, ik ben ook van meening, dat die groote erfenis mij niet
toekomt ik zal er een deel van moeten afstaan!" antwoordde
Margaretha veelbeteekenend.
„Aan mij?" zeide Reinhold spottend lachende. „Dat zult gij
wel laten! Gij hebt nog niet eens het recht er over te beschikken.
En ik verlang uw grootmoedigheid ook niet, evenmin als het
mij in de gedachte komt, ook maar een cent of de minste aan
spraak van het mijne af te staan. Ieder zorge voor zichzelven,
dat is mijn beginselBij deze gelegenheid wil ik u ook zeggen,
grootmama, dat er nergens een spoor van een contract tusschen
papa en dien man hierover hij wees naar het pakhuis „te
vinden is. De vordering, die gij zoo geheimzinnig behandelt,
is dus bedrog en voor mij afgedaan ik wil er nu niets naders
van wetenOverigens dank ik u, dat gij op mijn verzoek
beneden zijt gekomengij hebt u nu zelf kunnen overtuigen,
boe trouweloos en arglistig mijn zuster gewoon 13 te handelen."
Hij ging heen en liet de deur met een slag achter zich toe
vallen.
Margaretha was doodsbleek geworden.
„Trek het u niet aan, Margaretha!" zeide tante Sophie troos
tend. „Gij hebt van kind af niet beter geweten, gij zijt altijd
de zondenbok geweestEn hy is daardoor een hartelooze knaap,
een verstokte zelfzuchtige geworden
„Zoo jong reeds in alle opzichten een man, wilt gij zeggen,
lieve Sophie, een man, die zich geen knollen voor citroenen in
de hand laat stoppen en met wien niet te gekscheeren valt,"
viel mevrouw de ambtsraad hierop in. „Het is Margarctha's
eigen schuld, als hij haar onaangename dingen heeft gezegd. Zij
mocht niet naar de mcnschen gaan, van wie zij wist, dat ze
vnlsche aanspraken willen doen gelden.
„Die aanspraken zijn wettig," zeide het jonge meisje vast
beraden.
„Wat zeide grootmama driftig „hebben die ellendelingen
tegenover de dochter, als dank voor haar hulpvaardigheid, over
den overleden vader gesproken? En gelooft gij dat verzinsel?"
Zij trok met bevende handen aan haar wollen kap. „Het is
my liicr te koud ga mot mij naar boven, Margareha, die
zaak moet door ons nader besproken worden!"
Margaretha volgde haar zwygend; terwijl tante Sophie met
een bezorgden blik het tweetal volgde.
Boven in het salon krijschte en schold do papegaai bij het
binnentreden van Margarethazij had van jongs af het boos
aardige, vertroetelde dier niet mogen lijden, en dat wist Lorretje
De directie van het Nederlandsch Handelsmuseum te
Amsterdam wil eene poging doen om de beweging tegen
de buitenlandsche mededinging, inzonderheid wat bet meubel
vak betreft, te steunen. Zij wil bet publiek overtuigen,
dat in ons land meubels worden vervaardigd, die, bij gelijk
heid van prijs, bet buitenlandsche fabricaat overtreffen door
deugdelijkheid van bewerking. Daartoe heeft zij twee
prijzen, elk van f 250, beschikbaar gesteld voor het best
gekeurde huis- en slaapkamer-ameublementhet huiskamer
ameublement, ten minste bestaande uit buffet of eenig
ander meubel, tafel, bijzettafeltje, zes gewone en twee
grootere stoelen of canapé, moet een verkoopprijs van
f 350 hebben; het slaapkamer-ameublement, ten minste
bestaande uit tweepersoons-ledikant, waschtafel, kast, nacht
kastje, tafel met vier stoelen, moet een verkoopprijs van
f 450 hebben. De keuze van hout en stijl is vrij. Zoo
genaamde buikmeubelen worden nief gewenscht.
Aan den wedstrijd kunnen deelnemen Nederlandsche
fabrikanten, hetzij alleen of in vereeniging met anderen,
raagazijnhouders, agenten, enz. De voorwerpen moeten
echter in Nederland vervaardigd zijn, enkele onderdeelen
uitgezonderd.
De inzenders verbinden zich, de ingezonden meubelen
tegen de opgegeven prijzen af te staan en nabestellingen
tegen denzelfden prijs en geheel overeenkomstig liet ten
toongestelde uit te voeren. Voorts om de meubelen ten
minste vier weken ten toon te stellen en bij verkoop 5 pCt.
over den aangeheebten prijs aan het Handelsmuseum af te
staan, ook over de onmiddellijk of later nabestelde meubelen.
Bij genoegzame deelneming zal de tentoonstelling met
1 Maart 1886 geopend worden. De beoordceling zal ge
schieden door drie deskundigen, waarvan twee door de
inzenders en één door de directie aan te wijzen. De
kennisgevingen van inzending worden vóór 15 Octoler
ingewacht.
In het jaar 1884 zijn blijkens een uitvoerigen
staat door de Amsterdammer medegedeeld door de
gezamenlijke Rechtbanken in het geheel 807 personen in
staat van faillissement of van kennelijk onvermogen ver
klaard, dat is 52 minder dan in het vorige jaar. Van de
failliet-verklaarden waren 734 bijzondere personen, 47 ven
nootschappen onder een firma en 5 naamlooze vennoot
schappen; in :t vorige jaar werden 794 bijzondere personen,
zeer goed.
„Wees bedaard, mijn lieveling, mijn hartje!" zeide de oude
dame vleiend. Zy gaf den schreeuwer een beschuit en liefkoosde
hem; toen nam zij langzaam cn voorzichtig de wollen kap van
haar kanten mutsje en den doek van de schouders cn vouwde
beide zorgvuldig op.
Margaretha werd nu eens rood, dan weer bleek van inwendige
ongerustheid en opgewondenheidzij beet zich op de lippen, maar
zij sprak geen woord; zij kende deze geveinsde bedaardheid
grootmama toonde zich nooit koeler en bedaarder, dan wanneer
zij innerlijk boos was.
„Nu, ik dacht, dat gij mij al heel wat belangrijks zoudt hebben
te vertellen," zeide de oude dame eindelijk terloops, terwijl zij
langzaam de kast sloot, waarin zij kap en doek had geborgen,
maar in plaats van dat te doen staat gy aan het venster en
staart over de markt, alsof gij de ijskegels aan de dakgoten wildet
tellen."
„Ik wacht, tot gij mij iets vraagt, grootmama," antwoordde
het jonge meisje ernstig. „Was ik maar zoo bedaard als gij denkt
Maar iedere zenuw in mijn lichanm trilt."
Grootmama haalde de schouders op. „Dat hebt gij aan uzelf
te danken, Margaretha! Uw voorbarigheid is bestraft gij hadt
in het pakhuis niets te maken... Ik was ook verschrikt, toen
die man ons met zijn ongehoorde bewering zoo maar met de
deur in het hnis viel: maar op mijn jaren verliest men het hoofd
niet zoo spoedig door een schrik. Ik herkende het bedrog zeer
spoedig en heb mijn rechtsknndigen zoon, die zich op zonderlinge
wijze liet beetnemen, vooruit gezegd hoe het zou afloopen. De
oude kan zijn bewering niet staande houden, omdat daaraan
iedere grond ontbreekt. Hij heeft zich op de nalatenschap uws
vaders beroepen maar waarom behoef ik u dat alles te
zeggen?" viel zij zichzelf in de rede. „Gij weet het immers uit
den mond van uw beschermeling zelf, natuurlijk in het licht,
dat hij aan de zaak gelieft te geven, want anders zoudt gij
zooeven niet beweerd hebben, dat zijn aanspraken wettig waren."
Margaretha was zonder een woord te spreken naderbij ge
komen en nu stond zij, doodsbleek van inwendige ontroering,
als een geest voor de oude dame. „Dat die aanspraken volkomen
billijk en gegrond zijn, weet ik uit een anderen mond, groot
mama uit dien mijns vaders," zeide zij met bevende stem.
Mevrouw de ambtsraad deinsde terug. In het eerste oogenblik
sprakeloos van verbazing, staarde zij haar kleindochter met wijd
geopende, verbaasde oogen aan.
„Zijt gij krankzinnig?" stotterde zij eindelijk. „Gij zult mij
toch geen dingen willen wijsmaken, die geen verstandig mensch
kan gelooven? Uw vader! Mijn God, men moet hem gekend
hebben, den in zichzelf gekeerden man, die zich met een enkelen
afwijzenden blik ongenaakbaar wist te maken, hij zou een on
mondig kind als gij zulk een geheim medegedeeld hebben Neen,
mijn lieve Margaretha, zoo oud was hij nog lang niet, om zoo
kindsch te zijn geworden! Gij matigt u de bekendheid met iets
aan, waarover ik zou lachen, als ik u niet tegelijk om uw ver
blinding moest beklagen. Zou het dan werkelijk zoo schoon cn
gelukkig zijn, te weten, dit koekoeksei in het nest der Lamprechts
te vinden?.... Ik bid u, sta maar niet zoo eigenwijs en vermetel
voor mij met een houding en een gelaat, die mij het bloed
doen koken!"
I Zy verwyderdc zich in groote drift een paar schreden van het