Men schrijft ons van Texel, dd. 2 dezer:
„Door den Raad dezer gemeente is heden met algemeene
stemmen benoemd tot Hoofd der school aan het dorp De
Waal de Heer G. Kemper van Haarlem."
j- Men schrijft ons van Texel, dd 2 dezer:
„Langs den grindweg tusschen de dorpen Burg en Koog,
met welks aanleg men sedert eenige weken bezig is, zal
nog voor den a. s. winter eene telefonische verbinding tot
stand komen. Vooral met het oog op zeerampen en stran
dingen, wordt deze lijn aangelegd, ten einde verlangde
hulp te bespoedigen en sneller belangrijke mededeelingen
te kunnen doen."
Jl. Dinsdag namiddag had te Avenhorn het vol
gend ongeluk plaats. Een beschonken slager uit de ge
meente S., van de Purmerender weekmarkt huiswaarts
komende, wilde met een ander om het hardst rijden, en
haalde te veel van den weg af, waardoor zijn rijtuig tegen
het huis van de wed. Felgines aanreed. Een dochtertje
van die vrouw zat op eene bank voor 't huis te breien,
en hoewel zij nog trachtte op de bank te gaan staan,
raakte zij door de kar deerlijk bekneld. Het kind werd
door de verontwaardigde moeder en buren bewusteloos en
ernstig gewond opgenomen. Door de politie is proces
verbaal opgemaakt.
In verband met de vermelde geruchten kunnen wij
mededeelen, dat door Jeanne Lorrette nog geen request
om gratie of om wijziging van straf is ingediend. Tevens
is het misschien niet overbodig te herinneren, dat over
dergelijk request de rechter, die het vonnis heeft gewezen,
zou moeten gehoord worden, en dat deze juist op grond
van de overgelegde geneeskundige attesten en van den
psychischen toestand der beschuldigde gemeend heeft, dat
het niet raadzaam was, haar de straf in eenzame opsluiting
te doen ondergaan. (Het Vaderland.)
De Arrondissements-rechtbank te Rotterdam, behan
delde jl. Donderdag de zaak contra Maarten Pronk, gezag
voerder van het Rijks-loodsvaartuig de Zeemeeuw, beklaagd
van op 20 Januari 11. met dat schip harder gevaren te
hebben dan de voorgeschreven 4 mijl en daardoor do oor
zaak te zijn geweest, dat er op de rivier de Maas bij
Vlaardingen eene aanvaring plaats had met de stoomboot
Oude Maas II, welke boot zonk en bij welke ramp 8
personen het leven verloren. In deze zaak werden 24
getuigen a charge en 6 décharge gedagvaard, welke
Donderdag allen zijn gehoord.
De eisch van het O. M. luidde: schuldigverklaring aan
overtreding van art. 11 van het Reglement en aan het
onwillig veroorzaken van manslag, met veroordeeling tot
twee geldboeten elk van f 50, subsidiair 7 dagen gevan
genis; en verder in de kosten van het geding, invorderbaar
bij lijfsdwang.
De advocaat mi\ E. E. Van Raalte concludeerde tot
vrijspraak.
Uit Amsterdam wordt gemeld
„Uit goede bron kan het verblijdend bericht vermeld
worden, dat eenige practische mannen, voormalige leden
der ontbonden „Commissie tot tijdelijke Werkverschaffing"
in den winter van 1884/85, niet willende wachten, totdat
gebrek aan werk ook in dezen winter tot maatregelen
dwingt, reeds nu plannen beramen om werk te verschaffen,
aan hen, die reeds thans daarvan verstoken zijn en met
kommer en zorg beladen, niet weten hoe van den eenen
dag op den anderen te komen. Binnenkort kunnen positieve
resultaten van de aangewende pogingen tegemoet worden
gezien."
Nadat het jl. Dinsdag nacht vrij sterk gevroren had,
heeft het Woensdag tusschen Breda en Tilburg geruimen
tijd gesneeuwd.
Gisteren mochten wij, zegt het N. v. d. D., een blik
slaan in het vertrek, waar het stoffelijk overschot van
mevrouw Kleine te Amsterdam, tijdelijk is nedergelegd.
De wanden zijn met rouwfloers behangen, dat alleen
ruimte openlaat voor het levensgroote portret der afge
storvene in de rol van „Juffer Serklaas," welke zij met
zoo groot talent vervulde. Een immortellenkrans, met
zwart krip omslingerd, hangt er boven. Twee luchters
met waskaarsen werpen haar licht om de sponde, waar de
in haar schoone loopbaan zoo gevierde kunstenaresse rust.
Een vriendelijke vrouwenhand strooide witte rozen op het
doodslaken en legde er een frisschen krans op; een kunst
zuster, jaren lang hare vriendin, huldigde haar met een
bloemtuil.
Het gelaat der afgestorvene is schier onvei'anderd ge
bleven. De smartelijke trek, reeds zoolang om den mond
stad ik bid u, Herbert, blijf toch niet zoo kalm!" viel zij
zichzelf met de grootste hevigheid in de rede. „Deze onver
schilligheid kan u duur genoeg te staan komen! Ook voor u
zal deze vuile geschiedenis misschien gevolgen hebben, die
„Ik zal ze weten te dragen, mama," zeide hjj met onverander
lijke bedaardheid. „Baldewijn
„Stilals gij nog een vonkje kinderlijke liefde hebt, noem dan
dien naam niet! Ik wil hem nimmer weder hooren, met geen
letter wil ik ooit meer herinnerd worden aan hem, die ons be
logen en bedrogen heeft, dien meineedige
„Houd op!" riep Herbert, terwijl hij zijn arm ondersteunend
om Margaretha sloeg, die zich doodsbleek en sidderend aan de
tafel vasthield. De aderen op zijn voorhoofd zwollen op. „Geen
woord meer, moeder!" zeide hy vreeselijk vertoornd, ofschoon
er tevens een diepe smart in den klank zijner stem lag. „Als
gij u zoo onbarmhartig, zoo ongelooflijk zelfzuchtig van Baldewijn
losscheurt en dus ook van zijn wees, dan kies ik haar partij
Ik verdraag het niet, dat er nog een enkel kwaad woord gezegd
wordt, waaronder zij moet lijden, die bovendien nog zwaar ge
drukt gaat onder de scheidingssmartMaar ik laat Baldewijn
ook niet langer beschimpenHet is zoo, hij is zwak geweest,
en zijn onmannelijk aarzelen is mij onbegrijpelijk: maar er zijn
verzachtende omstandigheden voor zijne handelwijze.... Gijzelf
bewijst op dit oogenblik duidelijk, welke stormen om hem gewoed
zouden hebben, als hij te rechtertijd manmoedig en openhartig
had gesproken.... Hij heeft zich laten verleiden door het lokaas,
dat hij de gezochte man van een uitgezochten kring zou zijn
hij heeft zich hoe langer hoe meer verward in een net van de
onnatunrlijkste tegenstrijdigheden, en ik zeg zelf, tegenover u en
al degenen, die evenzoo denken als gij, mama, heeft er een
zekere moed behoord om plotseling als een man op te treden,
die zich van al uw vooroordeelen losgerukt en den natuurlijken
drang van zijn hart gevolgd heeftDit voorval in uw eigen
familie moest u toch de oogen openen en u bewijzen, waarheen
deze onnatuurlijke toestanden, dit verloochenen der natuur, van
het gezonde en gevoelende menschenhart moet voeren: tot ver
zwegen, ontzenuwende folteringen der ziel, tot logen en bedrog,
cn zelfs zeer dikwijls tot misdaad. Een deel van Baldewijns
schuld valt ook op de tegenwoordige maatschappij; hem alleen
treft het verwijt niet, een bedriegelijk spel gespeeld te hebben!"
Wordt vervolgd.)
gegroefd is, in weerwil van het doorgestane zware lijden,
niet dieper geworden. Alles spreekt, in deze sombere
omgeving, van rust; alleen het herfstloover tikte nu en
dan aan de ruiten, of het de doodc, die onlangs van een
zware ziekte aanvankelijk herstelde, opnieuw wilde wekken....
Luide toejuiching bij het leven, stille vereering in den dood.
In ons vorig nummer maakten wij melding van de
poging tot ontvoering, die te Apeldoorn heeft plaats gehad.
Nader wordt daaromtrent 't volgende gemeld:
„Jl. Woensdag avond heeft een gewelddadige poging tot
ontvoering niet van één, maar van twee kinderen van den
heer Hoek aldaar plaats gehad. Acht sjouwerlieden
uit Amsterdam bestormden liet huis van genoemden heer,
terwijl de aanvoerder op eenigen afstand stond te wachten,
om de kleinen mede te nemen. Op het geschreeuw van
den heer H. schoten de logés van het tegenover liggend
hotel toe en het plan mislukt ziende, vluchtten allen
terstond, temeer daar zij reeds goed voor hun diensten
waren betaald. Indien het gelukt ware, lag reeds een
afgehuurd jacht te IJmuiden onder stoom, om de kinderen
naar Duitschland te vervoeren. De omgekochte chef van de
ontvoerders werd te Arnhem, terwijl hij in den trein wilde
stappen, gearresteerd, alsmede mevr. Buckley, de groot
moeder der kinderen, die, naar men zich herinneren zal,
reeds vroeger wegens ontvoering van een der kinderen
terecht stond.
Veel nieuws wordt verder omtrent dit zonderlinge feit
niet medegedeeld. Uit een verhaal in de Amsterdammer
zou blijken, dat de politie, aan wien 't feit door een der
aangeworvenen was verteld, zelfs een paar agenten onder
de roovers had."
Toen J. B. Kloppers, de hoofdman van de bende in de
weerzinwekkende poging tot kinderroof te Apeldoorn, ge
arresteerd werd, vond men bij hem een geladen revolver,
een dolk en een stok met looden knop.
Het rijtuig, waarmede de ontvoering zou plaats hebben,
was als het ware een magazijn van onder- en boven-
kinderkleedingstukken. Alles is in beslag genomen.
Het Engelsche jacht Cecile, waarvan sprake was, lag
niet te IJmuiden met stoom op, maar sedert 21 September
aan de De Ruyterkade te Amsterdam.
Latere berichten luiden:
Hoewel eerst op vrije voeten gesteld, is thans ook de
gezelschaps-juffrouw van mevrouw Bulkley, mejuff'r. S.,
gearresteerd en naar Zutfen overgebracht.
Mevr. Bulkley heeft bij het getuigenverhoor erkend,
een stoomjacht te hebben gehuurd tot vervoer naar Enge
land. Dus zoowel in de richting naar Engeland als in
die naar Duitschland waren maatregelen genomen.
Kloppers, de aanvoerder, was vroeger tabaksmakelaar
te Amsterdam en laatst te Haarlem woonachtig.
Gedurende het 3de kwartaal 1885 zijn door de
Amsterdamsche Omnibusmaatschappij vervoerd 2,779,895
passagiers, tegen 3,144,381 in hetzelfde tijdvak van 1884.
Totaal van af 1 Januari 7,552,888 passagiers, tegen
8,239,358 in het vorige jaar.
Havenstoombootdienst te Amsterdam: Passagiersver
voer. 3de kwartaal 1885 495,306, idem 1884 651,007,
dus minder in 1885 155,701 personen. Van 1 Januari
tot ultimo September 1885 totaal minder 181,061 personen.
Een zeer bekend en geacht oud-gezagvoerder van de
Stoomvaartmaatschappij Nederland, later wal-kapitein van
de Stoomvaartmaatschappij Insulinde, de heer R. Berkel-
bach van den Sprenkel, is jl. Donderdag nacht onverwacht
te Amsterdam overleden.
Aan de Landb. Crt. deelt men mede, dat met de te
Surhuisterveen genomen proef met het verbouwen van rijst
niet anders kan bedoeld zijn dan tweekorrelige tarwe of
emer, in de provincie Groningen ook wel als rijst of
gortrijst bekend. In Noordbrabant wordt de baardgerst
wel eens onder den verkeerden naam van Milaneesche rijst
geteeld.
Iets geheimzinnigs. Het D. v. N. meldt, dat
jl. Woensdag e Amsterdam het gerucht liep, dat door
eenige lieden, tot een complot behoorende, bij een winkelier
daar ter stede vuurwapenen waren aangekocht. Het onderzoek
door de politie ingesteld, bevestigde dat gerucht.
Op eene Sociëteit te Amsterdam wordt iemand geïn
troduceerd, die enkele maanden in Indië heeft doorgebracht.
Druk aan 't opsnijden zijnde, o.a. ook over jacht-avonturen,
vraagt iemand, die goed met de Atjehnezen kennis heeft
gemaakt, aan den held: „Heb je wel eens jacht gemaakt
op een Lindoe?"
„O, zeker! meer dan eens."
„En hoe ging het daarbij toe?'
„Ja, ziet ge, ik heb er eens drie bij elkafir gehad. De
oude schoot ik, maar de twee jongen waren mij te vlug af."
„Kerel, wat kan je liegen," antwoordde daarop de
Atjehheld met een klein knoopje, „een Lindoe is een
aardbeving."
Staten«Gr©neraal.
Tweede Kamer.
Stsiatsbcgrootiiig voor 1880.
Marine. (Slot.)
By de raming der behoeften aan nieuwe gebouwen enz. is ge
rekend op den bouw van een ccntraal-magazijn voor vischtor-
pedos met atelier en werkkamer voor den scheikundige, te plaat
sen op het terrein van 's Rijkswerf te Amsterdamop de daar-
stclling van eene inschietplaats voor torpedo's, waartoe waar
schijnlijk het zykanaal F van het Noordzeekanaal naar Halfweg
zal kunnen worden ingericht; voor den bouw van steenkolen-
magazijnen te Amsterdam voor een deel en te Willemsoord
geheel, tot berging van den meerderen voorraadop eene ver
betering van de gelegenheid tot vervoeren en inladen van
projectielen en vuurwerken uit de magazijnen in het fort Oost
oever (stelling HelderTexel), ten einde bij mobilisatie met den
noodigen spoed de schepen gereed te kunnen maken; eindelyk
nog op het daarstellen van eene helling op de werf te Helle-
voetsluis voor het ophalen en droog conserveeren van torpedo
booten.
Het totaal der derde afdeeling Personeel bedraagt f 4,401,498
tegen f 4,120,253 in 1885, toe tc schrijven aan onderscheidene
verhoogingen.
De vermeerderingen zijn hoofdzakelijk het gevolg van:
1. de uitbreiding die de torpedodienst behoort te ondergaan
om het personeel evenredige sterkte te doen houden met het
beschikbaar komend materieel; 2. de meerdere voltalligheid van
het personeel der zeemacht in het algemeen3. de belangryke
wervingskosten, noodig om het personeel verder op sterkte te
brengen en te houden; 4. de grootere bemanning der zeemacht
in West-Indië, bij het auxiliair eskader in Oost-Indië en voor
kruis- en ocfeningstochten, tegenover een mindere sterkte bij de
Indische militaire marine, veroorzaakt door den terugkeer van
het in 1884 tot versterking dier zeemacht uitgezonden detache
ment mariniers.
De sterkte der zeemacht voor 1886 bedraagt 3472 koppen
voor West-Indië 418; de Indische militaire Marine 2016 Euro
peanen, 768 inlanders, totaal 2784; het auxiliair eskader 1123
Europeanen, 282 inlanders, totaal 1405. De sterkte der mariniers
op 1 Juli 1885, 54 officieren en 2170 minderenvan dat korps
zijn geëmbarkeerd 1351 en aan den wal 819.
Ofschoon langzaam is toch vooruitgang in het aanvullen van
het korps officieren van gezondheid der zeemacht te bespeuren.
Ook nu nog werden enkele vreemdelingen tot tijdelijk officier van
gezondheid aangesteld.
Met betrekking tot de zeemilitie kan worden medegedeeld, dat
voor de. lichting van 1884 zich 2012 lotelingen hebben aange
meld, waarvan 600 zijn ingelijfd.
Van de lichting van 1885 hebben zich, na aftrek van degenen
die buiten oproeping blijven, 2053 personen ter inlyving bij de
zeemilitie opgegeven, waarvan in Friesland 210, Groningen 161,
Overijsel 133, Gelderland 155, Noordholland 805, Zuidholland 358.
Daar echter, ingevolge art. 5 der wet van 19 Augustus 1871
(Staatsblad No. 72), niet meer dan 600 lotelingen bij de zeemilitie
mogen worden toegelaten, werden naar eene evenredige verdee
ling over de verschillende provinciën 600 voor den dienst bestemd.
Wederom worden gelden aangevraagd voor bouw en uitrusting
van 2 loodsschoeners en voor de aanschaffing van roei- en zeil
schepen, zoomede voor den bouw van 2 loodsschokkers ter ver
vanging van oude. Tengevolge van de belangrijke uitbreiding
van den loodsdienst aan den Hoek van Holland, zijn te Maassluis
noodig loodskantoren met woningen voor den commissaris en de
ontvangers van het loodswezen en wacht- en slaaplokalen voor
de loodsen aldaarook hiervoor worden gelden aangevraagd, evenals
voor het tweede vijftal lichtwachters-woningen.
Hoofdstuk VIII (Departement van Oorlog), f 20,774,853, of
f 475,823 meer dan voor het loopende jaar is toegestaan.
Op eenige artikelen zijn sommen uitgetrokken ter verbetering
van de geoefendheid der dienstdoende schutterijen. De regeling,
waardoor de sterkte der schutterijen in overeenstemming zal
worden gebracht met de uitkomsten der tienjarige volkstelling,
is wel voorbereid en zal eerlang aan 's Konings goedkeuring
worden onderworpen. Bepaalde mededeelingen kunnen dus nog
niet worden gedaan. Alleen wordt medegedeeld, dat het beginsel
op den voorgrond is gesteld om te trachten door eene doeltreffende
vredesorganisatie der schutterijen de snelle en geregelde mobili
satie van den landstorm tc verzekeren, en voorts om daarby van
de tot de schutterijen behoorende oud-gedienden op zoodanige
wijze partij te trekken, dat eene voldoend talrijke, dadelyk voor
den krijgsdienst geschikte reserve voor de onderscheidene wapens
van het leger worde gevormd en mitsdien bij het uitbreken van
eenen oorlog daarvoor terstond de zoo onmisbare versterking
beschikbaar zij. In verband hiermede acht de Regeering het j
dringend noodzakelijk, thans maatregelen te nemen om ook de
geoefendheid dier wapenmacht te verbeteren. Daartoe moeten «Ie
oefeningen van de dienstdoende schutterijen algemeen onder leiding
van militairen uit het leger worden gebracht, moeten voorts zoowel
de eerste opleiding als de voortgezette oefeningen volgens een
stelselmatig plan en op doeltreffende wijze worden geregeld, en
de officieren, het verdere kader en de adspiranten naar eenen
rang of graad in de gelegenheid worden gesteld, zich door theo
retisch onderricht de kennis eigen te maken, die voor de behoor-
lyke vervulling van hunne taak onmisbaar is te achten. De
Regeering wenscht thans aan alle sohutteryen de gelegenheid aan
te bieden om zich die hulp en leiding, zonder kosten voor de
gemeenten, voortdurend te verschaffen, en rekent daarby op de
medewerking van de commandanten der schutterycn, die onder
de bestaande wet geenszins tot het aanvaarden van die hulp
kunnen worden verplicht. In garnizoensplaatsen wenscht de
minister de verstrekking van het kader door de corpsen van het
garnizoen telkens in verband met den aard der door de schutterij
tc houden oefening te doen geschieden. Alleen voor de bijzonder
talrijke infanterie-schutterij te Amsterdam zou, gelet op het niet
zeer sterke garnizoen, voor dat wapen eene uitzondering moeten
worden gemaakt, en zou hij een speciaal detachement-kader, sterk
1 officier en 6 onderofficieren der infanterie, wenschen aan te
wijzen boven de tegenwoordige formatie, om voortdurend by de
oefening der schutterij gebezigd te kunnen worden, terwyl het
garnizoen in de verdere behoefte aan instructeurs zou moeten
voorzien. Ook voor de meestal kleine gemeenten, zeer naby eene
garnizoensplaats gelegen, zou telkens eenig garnizoenskader by
de oefeningen der schuttery kunnen optreden. Voor al de andere
gemeenten wil de minister ten behoeve der schuttcry-oefeningen
specialo detachementen kader vormen boven de formatie der
corpsen, die in een voor ieder vast te stellen rayon moeten rond
reizen om periodiek bij do oefeningen der schuttery in elk der
bedoelde gemeenten tegenwoordig tc zijn. Acht zoodanige deta
chementen, ieder van 1 officier en 4 onderofficieren, zouden hiertoe
kunnen volstaan. Bovendien zou te Rotterdam voor de oefening
van de talrijke infanterie-schuttery dier gemeente een detachement
van 1 officier en 6 onderofficieren moeten worden gestationeerd.
Enkele hoofdofficieren uit het leger zouden belast worden om den
dienst te regelen en toezicht uit te oefenen, cn zij moeten tot
de commandanten der schutterijen in verhouding staan als advi
seurs. De hoofdofficieren zouden standplaats bekomen: te Ara
sterdam een kolonel, voor Noord- cn Zuidhollandte Utrecht een
een luitenant-kolonel, voor Utrecht, Gelderland, Overijsel, Drente,
Groningen en Friesland, en te Breda een majoor, voor Noord
brabant, Zeeland en Limburg. Ook deze drie hoofdofficieren,
zoomede de ieder ter beschikking te stellen kapitein en schryver
zouden boven de thans bestaande formatie moeten worden aan
gesteld. Deze regeling wordt geraamd te zullen kosten f 60,992
's jaars.
Wat nu verder de begrooting betreft, de vermeerdering van
uitgaven is het gevolg van deels onvermijdelijke redenen, deel»
van dringend noodzakelijke behoeften en maatregelen. Bij het
opmaken is de striktste zuinigheid betracht; sommige posten zijn
belangrijk verminderd, andere eerst verhoogd na nauwgezet
onderzoek en met den ernstigen wil om te bezuinigen. Tot
lagere raming der uitgaven is de minister echter niet in staat
zonder de behoorlijke vervulling der eischen van den dienst in de
waagschaal te stellen. De vermeerdering der gewone uitgaven-
is voor f 61,000 het gevolg van de bovenvermelde verbetering j
van de oefeningen der schutterijenvoorts door de hoogere uitgaven
voor het personeel bij de wapencorpsen, door f 26,987.39 meer
te ramen voor de oefening der militie, om meer plaatsvervangers
en nummerverwisselaars bij de corpsen bereden-artillerie in tc
deelen en om bij de vesting-artillerie de geheele lichting nt
afloop van den eersten oefeningstijd voor het blyvend gedeelte
onder de wapenen te houden.
Nu de gepantserde kustforten op de Harssens, te IJmuiden en
aan den Nieuwen Maasmond, hunne voltooiing naderen, zijn
maatregelen noodig om in de bezetting van die werken en de
behoorlijke bediening van de koepels en van het daarin opgc-j
stelde kostbare zware geschut en de daartoe aanwezige werk
tuigen te voorzien. Een speciaal en uitsluitend daarvoor tc bc-f
stemmen artillerie-personeel wordt noodzakelijk geacht en zal du»
serie uitbreiding en wijziging van de organisatie van het wapen
der artillerie tot stand moeten komen. Bij deze begrooting wordt
dus een memoriepost uitgetrokken, om in beginsel te doen be-
clissen over de oprichting van eene afdeeling „Pantserfort-artillerie."
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur
In het nummer van uw blad van 14 Juni jl. komt voor oen
ingezonden schrijven van iemand, die zich doet kennen als een
belangstellend lid in de zaken der Hervormde kerk ter dezer
plaatse,
De inzender wenschte ecó soort van compromis tusschen de
verschillende partyen, en o. i. volkomen terecht.
Immers als eerste voorwaarde van een mogelijk vergelyk dienen