de hem aangewezen personen te begeven en deze staande te houden. De een rukte zich los, terwijl de ander dadelijk een geladen revolver trok, die hem echter, voordat hij ze gebruiken kon. door den Rijks-veldwachter uit de handen geslagen werd. Terwijl de veldwachter met deze worstelde, wilde de ander zijn kameraad te hulp komen, waarin hij echter verhinderd werd door zekeren Van Looy, die, niet minder cordaat dan de veldwachter, den tweeden dief aan greep en hem met hulp van den hakker Wolthuis over mande, voordat hij eenig gebruik had kunnen maken van den met scherp geladen revolver, dien ook hij bij zich droeg. Het is thans gebleken, dat de beide aangehoudenen, waarvan de een zich aanvankelijk voor een Deen uitgaf, beiden Duitschers en zeer gevaarlijke booswichten zijn. Door den officier van justitie te Haarlem, naar aanleiding van eene op diens last in hunne woningen te Amsterdam gedane huiszoeking, gehoord, hebben zij reeds beleden, dat zij behoord hebben tot een uit Duitschers bestaand dieven- complot, dat Amsterdam en zijne omgeving tot veld voor zijne operatiën gekozen had. O. a. hebben zij de hand gehad in den diefstal van eene brandkast ten nadeele van den heer C. J. Lievengoed, in den nacht van 16 en 17 Jan. 1885 en meerdere diefstallen ten nadeele der Jachtvereeni- ging «Nimrod/ aan diefstallen van vee in de weide, enz. enz. Gelijk reeds is medegedeeld, is te dier zake door de Rechtbank te Amsterdam tegen hen en hunne medeplichtigen rechtsingang verleend. Voor het feit, te Halfweg gepleegd, werd te Haarlem eene instructie tegen hen gevoerd, waarin zij hunne schuld volmondig hebben hekend. Voor een lid van den Gemeenteraad te Barsingerhorn moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren L. Helder en D. Spaans. Jl. Dinsdag morgen is van de werf Welgelegen, te Harlingen, met goed gevolg te water gelaten een blazer, gebouwd voor rekening van de Bergings-compagnie Wel tevreden te Terschelling. De heer J. G. H. Mann is benoemd tot kapelmeester bij de stafrauziek van het 4de regiment infanterie te Leiden. Het diploma der Kweekschool voor Machinisten is o. a. uitgereikt aan den oud-kweekeling V. E. Jullien. Na een langdurig debat besloot de Amsterdamsche Gemeenteraad, met 21 tegen 11 stemmen, een stuk gemeente grond in de Plantage, ter waarde van f 50,000, kosteloos in erfpacht af te staan voor den bouw eener Machinistenschool. Te 's Hage rijdt men reeds schaatsen op onder- geloopen land. Ook in de omstreken van Leeuwarderadeel maakt de veehouder dit jaar eene slechte rekening. Toen zuivel in rijken overvloed ter markt werd gebracht, waren de prijzen zoo laag als ze in jaren niet geweest zijn. Nu vee wordt afgezet, maakt de boer f 20 a f 30 per exemplaar minder dan liet vorige jaar. Er zijn daar boeren, die van 't voor jaar weidvee hebben gekocht, den ganschen zomer hebben geweid en er nu minder voor maken dan de koopprijs bedraagt. Deze teruggang van zaken heeft natuurlijk invloed op de verhuringen, althans in die gemeente werd onlangs eene greidplaats ter verhuring bij gesloten briefjes aangeboden, doch er kwam geen enkele belangstellende naar land of huizinge kijken. Den 15 September 11. was er 's avonds te Groningen veel drukte op straat, en R. G. en G. J., oud 22 en 24 jaren, hebben toen met een zonneblind in een koffiehuis twee ruiten, de Beurs 1 ruit en in een winkel 1 ruit ingeslagen. De Rechtbank te Groningen heeft hen daarvoor veroor deeld: R. G. tot negen maanden en G. J. tot 183 dagen celstraf, en ieder tot 2 boeten van f 25 en 1 van f 50. Hiervan appèl. Het bleek, dat R. G. vroeger, in Jan. 11., wegens oplichting is veroordeeld tot 183 dagen celstraf en drie boeten van f 25. De advocaat-generaal mr. G. A. Visscher achtte de op gelegde straf geheel gerechtvaardigd. Het inwerpen van glasruiten is altoos eene onwaardige handeling, maar als, gelijk hier, twee personen zich stellen aan het hoofd eener oproerige menigte en met een zonneblind links en rechts de glazen inslaan, dan is dat eene openbare rustverstoring. Spreker requireerde, dat de beklaagden met eene wijzi ging in de qualificatiën zullen veroordeeld worden R. G. tot 8 maanden en G. J. tot 183 dagen celstraf en ieder tot drie boeten van f 25. Uitspraak Donderdag a. 8. In een Haagschen brief in de Zutph. Crt. leest men «De overdekte markt in de Wagenstraat te 's Hage, die eerst bijna geheel verlaten was, is in de laatste maanden weer meer florissant geworden, doordat er vanwege eene groote Maatschappij, die bijna in alle hoofdsteden van Europa succursalen heeft 's morgens en 's avonds Criée wordt gehouden. Alle mogelijke levensmiddelen (vleeseh, wild, boter, fruit, wijn, enz.) worden er dag op dag bij groote hoeveelheden bij afslag verkocht. Eerst was die publieke verkoop weinig bezocht, maar tegenwoordig ver dringt zich het publiek, en zelfs tal van dames komen op de gereserveerde tribune 5 cents) een plaatsje innemen. Maar ondanks dien grooten toeloop blijven de prijzen zeer laag. Groote hazen zag ik voor f 1.a f 1.50, patryzen voor 60 65 cents verkoopen. Goed rundvleescli kost er 35 a 40 cents. Te verwonderen is het dus niet, dat de burgerij gaarne van deze gelegenheid profiteert om goed- koope inkoopen te doen/' Naar de Prov. Gron. Crt. meldt, werd den 12 dezer dezer door de Rechtbank een belangrijk vonnis in straf zaken gewezen. De scheepsjager A. O. had namelijk terecht gestaan, ter zake dat hij een der tolboomen op den rijksweg van Groningen naar Delfzijl zonder betaling van het verschuldigd tolgeld was doorgetrokken. De Rechtbank beeft dit feit niet strafbaar geoordeeld, op grond dat de vordering en betaling van tolgeld op de rijkswegen is geregeld bij een koninklijk beslnit van 1833 (Staatsblad No. 39); dat echter dit koninklijk besluit niet verbindend is, omdat tolgelden belastingen zijn en belastingen, inge volge het bepaalde bij artikel 171 der Grondwet, niet anders kunnen geheven worden, dan uit kracht van een wet. Indien de leer der Rechtbank juist is, en voor deze zienswijze valt veel te zeggen, dan is men, zoolang deze zaak niet bij een wet is geregeld, geen tolgeld meer op de rijkswegen verschuldigd, kan dit straffeloos geweigerd en ontdoken worden en kan zelfs het reeds betaalde tol geld, als ten eenenmale onverschuldigd, worden teruggevorderd door hen, die het betaald hebben. Uit Atjeh wordt van 23 September jl. aan de Loco motief geschreven: «Hoewel de toestand, naar omstandigheden, niet zoo bijzonder slecht te noemen is, wordt toch nog dagelijks van 's vijands onvermoeide pogingen om ons afbreuk te doen door geweervuur, het noodige te denken gegeven. Een nagenoeg onafgebroken liju vormde in den morgen van 22 September de vijandelijke vuurlinie van Lamboera af tot voorbij Lamith, wel een bewijs dat de vijand goed voorzien is van kruit, lood en geweren. Een lil la-kogel moet een paar avonden geleden zijn intocht gemaakt hebben te Lamdjamoe en wel in een vertrek, dat zeer dicht bij dat gelegen is, hetwelk door mevrouw Jacobs en kinderen wordt bewoond. Hoe die dame bet daar uithoudt is ons onverklaarbaar, hoewel er niet veel aan te veranderen valt. Jacobs kreeg dien post tot standplaats en hij heeft daarna gevraagd of hij zijn vrouw en kinderen mocht laten komen, welk verzoek met de meeste bereidwilligheid werd toe gestaan. Nu en dan, vaak op het onverwachts, als men in lectuur of kaartspel, dan wel in theorie of exerceeren verdiept is, evenals in een vredesgarnizoen, wordt er een granaat naar de vijandelijke linie geworpen; acht posten nemen deel aan die kaatspartij. Wel een bewijs dus, dat de vijand allerwegen te zien is. Den 19 September was het de groote priesterdag, een der hari-rajah's, tevens de dag van den algemeenen aanval op geheel Groot-Atjeh, op alle posten en op den Kraton met zijn voorwerken. Er is evenwel niets gebeurd. Hoe dikwijls die algemeene aanvallen al zijn geannonceerd, is meepraten, daar hij, helaas, een groote hypotheek op Niendorf heeft." «Dat geeft hem nog geen recht om zich op die manier aan u op te dringen," was het antwoord. «Maar, beste vriend," voerde de jonge man ter zijner ver ontschuldiging aan, «bedenk dat hij in mij een nieuweling, een eerstbeginnende in het vak van oeconoom ziet. Gij «Ik houd hem voor geen fatsoenlijk man. Als wij elkaar eens nader spreken, zult ge mij toestemmen, dat ik gelijk heb gehad, en ook zeggen dat de kerel een schurk is." «Weet ge wat?" zeide Linden, half in schertsen halfin ernst, «ik wilde dat ik u stil in uw eigen huis op het Goethe-plein had gelaten! Gij zoudt mij met uw nurksche levensbeschouwing hier alles kunnen bederven. Kom, laten we den tnin eens doorwan delen, en dan moet ge gaan, als ge den sneltrein ten minste nog wilt halen." Hiermede nam hij zijn mopperenden vriend onder den arm en voerde hem mede door de kronkelpaden, waarop de boomen reeds hun verdorde bladeren hadden uitgestrooid. «Ik beu overtuigd, dat die kerel er een huwelijksbureau op na houdt!" mompelde de kantonrechter knorrig. Toen zij den hoek van een klein verwilderd bosch omsloegen, zagen zij eene oude vrouw aan den overkant van een met water linzen bedekten vijver langzaam voortwandelen. «Ik smeek je, in 's hemels naam," begon de kantonrechter opnieuw, «kijk nu die bespottelijke gedaante eens aanHoe vindt ge die muts met dien vervaarlijken sluier? en dan die ouder- wetsche japon met die taille onder de armen, zooals onze groot moeders ze droegen! En dan dien grooten omslagdoek! Zeker heeft ze ook een katoenen paraplnie bij zich, waarop ze den eersten Mei naar den Bloksberg rijdtEn dat is dus je eenig gezelschap, mijn arme jongen!" Inderdaad zag ze er wonderlijk uit, de oude vrouw, die daar even stijf en statig voortwandelde, alsof een der verkleurde pastelpor tretten uit de tuinzaal levend was geworden. «Zal ik haar roepen?" vroeg Frans lachend, «De hemel beware ons!" kwam de ander hiertegen op. «De nabijheid van den Bloksberg benauwt mij al genoeg; die Wolf heeft veel van Mephisto, en dan die oude nu, ik heb 't u straks al gezegd zoo'n nasleep vind ik alles behalve prettig voor u De zonderlinge vrouwelijke gedaante was reeds lang achter het struikgewas verdwenen, toen de jonge man eindelijk, half in gedach ten, antwoordde: «Ge ziet alles te zwart in, Richard! In welk opzicht zou dat oude schepsel, dat met één voet in het graf staat, mij overlast kunnen aandoen? Ze leeft als een kluizenaarster in haar kleine torenkamer." «Nu, ze ziet er juist naar uit, dat ze u elk oogenblik met het een of ander zal lastig vallen. Ge zult wel tot de ontdekking komen, dat ze zich met alles wil bemoeien en dat haar haan altijd koniDg kraaien moet. O, alle tantes zijn immers geschapen om haar medemenschen te plagen! Maar dat's niets! Kook maar een grooten pot met vernis en bestrijk alles daarmede dat zult ge noodig hebben! Nu wordt het tijd, Frans! De trein wacht niet." Linden zag op zijn horloge, knikte toestemmend en begaf zich naar het huis om het rijtuig te laten inspannen. Zijn vriend volgde hem, in zijne eigene gedachten verdiept. Eindelijk gaf hy met een half gesmoorden vloek aan zijne ge waarwordingen lucht. «Zoo'n knappe jongen!" mompelde hij. «Moet dio gcestelyk en lichamelyk te gronde gaan in deze boersche omgeving? Welke rol kan hij spelen onder de rijke grondeigenaars van den omtrek? Immers volstrekt geene! Had de lieve Heer maar ieder ander liever dan hem zulk een erfenis op het dak gezondenWelk een carrière had hij kunnen maken Hier zal hij verroesten en beschimmelen, en dan die De duivel hale dit geheele Niendorf! Had ik hem maar weer in ons vroolijk Niendorf terug! 't Is Een kwartier later reden de vrienden in een eenigszins ouder- wetsch rijtuig naar de hoofstad. Zij lieten het stille dorpje in het Harzgebergte achter zich en zagen weldra de torens eener stad aan den horizon voor zich. Ver behoefden zy niet te rijden. Binnen een uur hadden zij het doel van hun tocht bereikt en hield het rijtuig voor het fraaie stationsgebouw stil. Even zwijgend als zy aangekomen waren, zorgden zij voor plaatskaartje en bagage, en eerst op het perron nam Linden weer het woord. «Groet Frankfort en al de vrienden van mij, Richard, en schrijf me eens als ge tijd hebt. Zorg dat ik spoedig mijn boeken en meubels krijg, en nu hartelijk dank voor uw geleide naar hier!" De kantonrechter maakte een afwerend gebaar. «God gave dat ik je weer kon medenemen, Frans!" zeide hij hartelijk, bijna teeder; «ik behoef je niet te zeggen hoe ik je missen zal. Met schrijven ben ik niet al te vlug, zooals ge wel weetgij hanteert de pen beter en gij zult ook meer tijd daartoe hebben Het fluiten, ratelen en stoomen van den naderenden sneltrein brak hier zijn woorden af. Het volgend oogenblik zat hij reeds in een coupé. «Adieu, Frans! Kom nog eens even hier dichtby mij, oude jongen! Als ge eens verlegen mocht zitten, schrijf het mij dan terstond, hoor! Ben ik zelf al niet bij machte mijne zuster is in goeden doen, zooals ge weet Nog één handruk, nog één blik in twee oprechte en belang stellende oogen, en Frans Linden was alleen op het perron achtergebleven. Langzaam keerde hij naar het rijtuig terug. Reeds had hij den voet op de trede, toen hij van gedachte veranderde en den koetsier beval in het logement uit te span nen, daar hij nog het een en ander in de stad te doen had. (Wordt vervolgd.) niet meer te onthouden. Het doet onwillekeurig denken aan het sprookje uit onze kinderjaren van den herders jongen, die altijd riep: «de wolf komt!" Eenmaal zal het toch te Atjeh gebeuren, wie weet echter wanneer Uit Deutichem meldt men aan de Amsterdammer: «Thans is de inrichting Ruimzicht van ds. Van Dijk geheel vergroot. Aan giften werd ontvangen f 29,581.12. De vergrooting heeft gekost f 37,118.61, zoodat er een tekort is van f 7537.49 Thans zijn er 44 predikanten, die hier hun eerste op leiding hebben genoten, in ons land werkzaam. Er zijn thans 38 studenten aan de Universiteit te Utrecht, en 110 jongelingen, die ook voor predikant worden opgeleid, aan het stedelijk Gymnasium geplaatst. Hiervan zijn 80 op Ruimzicht, waar alleen de 2de en volgende klassen tot en met de 6de gehuisvest zijn. Van de andere 30, die voor predikant opgeleid worden, zijn er 4 in een filiaal inrichting; de anderen van de eerste klasse wonen bij de kweekelingen van de Lucas-stichting in en staan onder bepaald toezicht. Buitendien telt de Lucas-stichting 28 kweekelingen, van welke reeds 3 aan de academie zijn on 25 hier, op een paar na, allen op het stedelijk gymnasium. De Groen van Prinsterer-school en de voorloopige opleiding (afdeeling Grootzande) tellen 50 leerlingen. Het geheele getal, dat reeds voor kerk en school is opgeleid, is tot 74 gestegen, terwijl het getal studeerende jongelingen nu 226 bedraagt Voor deze stichtingen werd over het boekjaar 1883/84 ontvangen de som van f 87,465.43£. Volgens de ontwerp-voorwaarden der concessie voor een zeehaven te Scheveningen moet de concessionaris belast blijven met het aanleggen der noodzakelijke verdedigings werken, die door hem in termijnen van 5 ton tot een maximum van millioen moeten worden bekostigd. Bovendien moet hij een voorloopige waarborgsom storten van 6 ton, bij het aanvaarden der definitieve concessie tot 1 millioen aan te vullen, welke waarborgsom gedeponeerd moet blijven voor den ganschen duur der op 99 jaren bepaalde concessie. Met 1 Januari 1891 zal de haven in exploitatie moeten worden gebracht. Onder de verdere voorwaarden komen er nog zeer bezwarende voor, zoodat de vraag mag gesteld worden of daarin veel doorstraalt van de welwillende houding, die de minister tegenover de interpellatie-Schimmelpenninck scheen aan te nemen. In- tusschen, het tijdperk der onderhandelingen is nog niet gesloten, en de vraag, of het aangaat zoo enorme kosten voor verdedigingswerken te brengen ten laste van particu liere ondernemers, kan, naar het ons voorkomt, niet defi nitief zijn heslist. (Het Vaderland.) Omtrent de bekende «Hayward's handgranaten" deelt men mede, dat dezer dagen een felle schoorsteenbrand te Delft en een brand in een stal te Groningen door het in werpen van een of twee granaten volkomen gebluscht werden. In eene jl. Dinsdag avond gehouden vergadering van bestuurders van twaalf Vak- en Werkliedenvereeni- gingen te Amsterdam, welke door den heer J. A. Fortuijn werd gepresideerd, is besloten, bijeenkomsten van werke- loozen en belangstellenden te beleggen, zoo mogelijk, daar het geheele land door werkeloosheid heerscht, in alle plaatsen van belang. Aan de demonstratie moesten, zeide Fortuijn, ook de vrouwen en kinderen deelnemen. Had de demonstratie geen gevolg, dan zou men overgaan tot een algemeenen «bedeltocht/ waarbij men werk of brood aan de burgers zou vragen, zoodat één van beiden gegeven zou vioetm worden. Het voorstel om een bedeltocht te orga- niseeren werd met 8 van de 12 stemmen goedgekeurd; ééne stem verhief er zich tegen en noemde dat middel vernederend voor den werkman. Den 19 December a. s. vertrekt dr. Metzger van Amsterdam naar Rome. Op het bericht dat de heer Heldt was gekozen, is te Amsterdam de Nederlandsche driekleur van het gebouw van het Werkmansbond uitgehangen. Men stelt zich voor, den heer Heldt, die op 't oogenblik bij zijn schoonvader, den lieer Postma, te Leeuwarden vertoeft en waarschijnlijk heden terugkeert, eene feestelijke ontvangst te bereiden. Een tiental venters van Recht voor allen en De opstand trachtten gisteren avond van 8 tot 9 uur te Amster dam, door achter elkander met stentorstemmen deze blaadjes te koop uit te galmen, nieuwsgierigen te trekken. Te ver geefs. Het volk heeft er genoeg van. De kooplieden werden door rechercheurs op de hielen gevolgd, zoodat alles kalm afliep. De ijver, die de Haagsche commissie voor het ver schaffen van warm eten aan minvermogende schoolgaande kinderen aan dq^ dag gelegd heeft, vindt navolging. Een uit de afdeeling Nieuwer-Amstel van het Nut benoemde commissie zal reeds met ingang van 1 December zes armo schoolkinderen iederen dag van voeding voorzien. Een der commissieleden heeft een lokaal daarvoor beschikbaar gesteld, terwijl van verschillende zijden der commissie steun toegezegd is. Het is het streven der commissie, ook in Amstelveen, den Nes, enz., subcommissiën in het leven te roepen. Op het kanaal van Deventer naar Almeloo is de vaart reeds geheel door het ijs gestremd. Nauwelijks is het kwik in den thermometer beneden 0° gedaald of de liefhebbers van schaatsenrijden denken alweer aan hun geliefkoosd wintervermaak; zelfs maken ijverige ijsclubs al plannen voor het naderend seizoen. De Groninger ijsclub o. a. geeft het uitzicht op een interna tionale hardrijderij op schaatsen, waarvoor op het Zuid- laardermeer de gewenschte baan van 1600 meter zou kunnen gevonden worden. Ook moeten eenige landeigenaren te Noordlaren aangeboden hebben hunne velden onder water te laten loopen, wanneer het niet genoegzaam vriest om den wedstrijd op het meer te houden. Met de droogte, zegt de Leidsche Crt., kon de kool verbouwer niet poten, en de warmoezier niet zaaien. Toen er regen kwam, begon de bloemkool te groeien, en de warmoezier hoopte nog op een goed gewas andijvie, dat klein gebleven was. Nu de vorst voor den tijd van het jaar vrij steng is ingevallen, moest de koolverbouwer zijne vrucht van het veld halen, of ze ging verloren, terwijl nu de struiken andijvie in de warmoezierderij bevroren zijn. Iedereen, die aardappelen of groenten teelt, heeft geklaagd, ook over geen verdiensten. Nu doet November de deur dicht met zijn nog onverwacht wintertje. Dezer dagen werd op de rekening van den koster eener dorpskerk aanmerking gemaakt, aangezien daarop een post stond voor het betalen van zes vaatjes azijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2