zaak verschoonende omstandigheden bij te brengen. Wilde
de beklaagde na zijn veroordeeling aan Zijne Majesteit
gratie vragen, dit stond hein vrij.
Ter zake van het opzettelijk honen en beleedigen van
den persoon des Konings, eischte ZEA. veroordeeling van
beklaagde tot 1 jaar cellulaire gevangenisstraf.
De heer Langerliuvzen, te Hilversum, is aan de
gevolgen van het schot, op hem door inbrekers gelost,
overleden.
In zake de oprichting van een Zoölogisch Station aan
de Nederlandsche kust heeft de Nederlandsche Dierkundige
Yereeniging, zich met een adres tot de Tweede Kamer
gewend, waarin zij, op uitvoerig ontwikkelde gronden en
onder aanhaling van de jaarverslagen van het Collegie
voor de Zeevisscherijen over 1880, 1883 en 1884, verzoekt,
dat voor de oprichting van een dergelijk station alsnog
gelden op de begrooting voor 1886 mogen worden gebracht.
De daarvoor noodige post wordt door adressante begroot
op f 45,000 als oprichtingskosten en f 3375 als bedrijfs
kosten voor de tweede helft van 1886.
Het bestuur der N. D. V. zegt ten slotte in het adres:
//De benoeming van den directeur zal door de Regeering
behooren te geschiedende door het Collegie voor de Zee
visscherijen voor den werkkring van den directeur vast te
stellen instructie zal aan de goedkeuring der Regeering
onderworpen worden; de Nederlandsche Dierkundige Ver-
eeniging stelt de geheele inrichting geheel onder de voort
durende controle van de Regeering en van het Collegie
voor de Zeevisscherijen.
Een waarborg, dat steeds ook door de Volksvertegen
woordiging zal kunnen beoordeeld en beslist worden of de
inrichting bij voortduring aan de daarvan gekoesterde ver
wachting beantwoordt, ligt in het jaarlijksche subsidie, dat
telkenmale op volgende begrootingen bij uwe Vergadering
zal worden aangevraagd. De Nederlandsche Dierkundige
Vereeniging is bereid hare collecties, waaronder in de eerste
plaats haar thans reeds rijke boekerij genoemd mag worden,
verder haar verplaatsbaar gebouw met gelieelen inventaris
ter beschikking van het station te stellen. Voor zich ver
langt zij alleen vergunning, dat haar leden van de hulp
middelen der inrichting voor wetenschappelijk onderzoek
gebruik zullen mogen maken."
De oud-hoogleeraar dr. P. Harting is jl. Donderdag
namiddag te Amersfoort overleden.
Bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij
is benoemd tot inspecteur te Amersfoort: over het gedeelte
AmersfoortWinterswijk, en AmersfoortAmsterdam de
adjunct-inspecteur A. Melotte, terwijl de inspecteur H. J.
Ronte van dat gedeelte geplaatst is aan het hoofdbureau
te Amsterdam.
In de registers van overlijden der gemeente Nieuwe-
Niedorp, met bijna 1600 inwoners, hebben over de maanden
Juni, September en November 11. geene inschrijvingen
plaats gehad.
Jl. Woensdag avond is te 's Hage het 25jarig jubilé
van Verhulst, als dirigent der Diligentia-concerten, herdacht.
Warme ovaties zijn hem gebracht. Namens de leden ont
ving hij een fraaien bloembeker, die voor deze gelegenheid
ontworpen en uitgevoerd was. Het orkest vereerde Ver
hulst een zilveren krans. De burgemeester Patijn, eere
voorzitter van Diligentia, sprak den jubilaris toe en deze
antwoordde met eenige hartelijke woorden van dank.
Uit Leeuwarden zijn jl. Donderdag 88 stuks van de
puikste soort Friesch rundvee per extra-trein naar Italië
vervoerd. Deze runderen zijn aangekocht door Italiaansche
kooplieden, die sedert eenige dagen de provincie rond
reizen en voor den aankoop van vee hooge prijzen
besteden.
Te Rijmerston (Gulpen) is jl. Woensdag de land
bouwer Cerfontaine met een enkelen slag door een paard
doodgeslagen.
alleen moet mij rekenschap geven van dien stap, want ik alleen
draag de gevolgen daarvan. Het is zeer verkeerd op iemands
persoonlijke gevoelens in zulk een zaak invloed te willen uit
oefenen
z/Maar, goede hemel, maak u toch niet zoo warm!" hernam
Jenny achteloos. //Wij vinden hem geen geschikte partij voor
je, al was 't maar alleen omdat hij geen geld heeft."
Truida trok de fijne wenkbrauwen samen: „Wat ik u bidden
mag," zeide zij angstig, „laat dat geld buiten het spelVerstoor
toch niet den schoonsten droom van mijn leven praat daarvan
toch niet, Jenny!"
Maar Jenny ging voort. „Neen, daarvan zwijg ik niet, omdat
gij in een ideale wereld leeft en een ander u de werkelijkheid
voor oogen moet honden, om u de teleurstelling later te besparen.
Denkt ge soms dat mijnheer Frans Linden zich zoo gehaast zou
hebben, als gij niet juist Truida Baumhagen waart? Stellig niet!
Ik acht mij verplicht u te zeggen, dat mama, zoowel als Arthur
en ik de meening ziju toegedaan, dat hij in de eerste plaats
aan datgene heeft gedacht, wat papa bij zijn leven in secure
fondsen
Zij verstomde, daar Truida eensklaps met opgeheven hoofd en
dreigenden blik voor haar stond. „Wees daaromtrent gerust,
Jenny!" barstte zij uit. „Ik geloof aan hem en verdedig hem
met geen enkel woord. Gij en al de anderen moogt dat vrij
denken, ik kan 't u niet beletten, kan 't u niet eens kwalijk
nemen, daar gy Hier bleef zij steken en verzwolg het
bittere oordeel dat ze op de tong had.
„Wees zoo goed aan mama te zeggen," ging zij wat kalmer
voort, „dat ik mijn gegeven woord niet meer intrek. En, Jenny,
ik zou u zoo dankbaar zijn als iemand iets op haar vermag,
dan zijt gij het, haar lieveling!"
De jonge vrouw verliet min of meer onthutst het vertrek
harer zuster; al haar betoogen stuitten af op Truida's geloof en
vertrouwen. Beide zusters hadden elkander nooit begrepen.
Jenny vatte ook nu nog niet, hoe men zoo onverstandig en ver
blind kon zyn, en toch was zij als voor iets reins en verhevens
verstomd, toen die heldere oogen haar aanstaarden, die idealen
konden zien, ondanks de proza en het stof van het alledaagsche
leven. Zij nam weer naast de sofa harer moeder plaats. „Ma
maatje!" fluisterde zij na een pauze, gedurende welke zij haar
kleine pantoffel op de punt van haar voet had laten dansen,
„mamaatje, ik geloof waarlijk dat 't u niets helpt wilt ge
wat eau de Cologne? Geertruida dweept met hem, Gij zult
moeten eindigen met ja te zeggen, weet ge maar de ont
goocheling zal niet uitblijven!"
Midden in de kamer staande, had Truida hare zuster nagezien.
Zij voelde medelijden met haar. Het moest vreeselijk zijn, als
men niet meer aan liefde en onbaatzuchtigheid kon gelooven!
en weer vlogen hare gedachten terug naar het gunstig uiterlijk
van Linden met zijn open blik. Zou men zóó uit de oogen kunnen
zien, als men nevenbedoelingen had, zou men zóó kunnen spreken
met een leugen in het hart? 't Was waarlijk om te lachen!
Dat wist ze wel beter! Al was ze zoo arm als Job, hij beminde
haar toch.
(Wordt vervolgd.)
.11. Woensdag ontving men te Hoorn het verblijdende
bericht, dat Gedeputeerde Staten van Noordholland ver
gunning hebben verleend tot het leggen der rails door de
gemeenten, die tot nu toe tegen een tram in deze streek
waren. In plaats van een stoomtram, zal nu de dienst
vervuld worden'door een paardentram.
Bij de aanbesteding van liet bouwen eener nieuwe
woning voor den dienst der verlichting op Vlieland is de
heer J. Posthuma, te Harlingen, voor f 4498 als laagste
inschrijver aannemer geworden.
Onder de dames, die bij het examen voor apothekers
bediende te Breda zijn geslaagd, is ook eene geestelijke
zuster, uit liet klooster der liefdezusters te Maastricht,
geëmployeerde in de apotheek van 't gesticht Calvariënberg.
Zij is, zegt de Courrier de la Meuse, de eerste reli-
gieuse, die hier te lande aan dit examen deelnam.
De haringvisscherij dus meldt men uit Vlaardingen
is thans afgeloopen. Door al de loggex*s in Nederland,
zijnde 185, werd in het geheel aangebracht 172,934 tonnen,
tegen 190,147 tonnen met 169 loggers in 1884, alzoo in
dit jaar ruim 17,000 ton haring minder dan het vorige jaar.
De aanvoeren van de bommen te Scheveningen en te
Katwijk zijn hieronder niet begrepen.
Door de tegenwoordigheid van geest van den heer
v. D. is Woensdag eene in de Veenestraat te 's Hage
wandelende dame aan een groot gevaar ontsnapt. Hij
bluschtc namelijk haar.... queue, die in brand stond!
Jl. Woensdag avond had op het station te Haarlem
een treffend ongeluk plaats. De ladingmeester der Holland
sche Spoorweg-Maatschappij C. H. De Groot, bijna 30
jaren oud, werd namelijk stervende op de rails gevonden,
hoogst waarschijnlijk ten gevolge van een val van een
waggon, waarop hij werkzaam was geweest. Het lantarentje,
dat de man voor de borst droeg, was slechts een weinig
gedeukt en geene uitwendige verwondingen waren te be
speuren. De ongelukkige overleed eenige minuten later,
zonder in staat te zijn iets van hetgeen was voorgevallen,
mede te deelen.
De Vereeniging ter bevordering van Fabrieks- en
Handwerksnijverheid hield jl. Donderdag avond eene ver
gadering in het gebouw van den Werkenden Stand, waarin
de heer Ketjen voor het eerst als voorzitter optrad, en de
heer A. Voogel daarop de volgende vragen inleidde:
Is de groote toevoer van buitenlandsche nijverheids
voortbrengselen eene der oorzaken van de te Amsterdam
bestaande werkeloosheid?
Zijn voortbrengselen van nijverheid aan te wijzen,
waarvan de vervaardiging thans hoofdzakelijk in het buiten
land geschiedt, doch die evenzeer, met goed gevolg, hier
te lande kunnen gemaakt worden?
De inleider beantwoordde de eerste vraag toestemmend.
Door grooten toevoer van buitenlandsche producten zijn
tal van vakken geheel of gedeeltelijk opgeheven, zooals
de schoen- en hoedenfabricagetimmer- en beeldhouwwerk
lijden door het buitenlandsch werk.
Om den buitenlandschen invoer te bepalen, dient de
Regeering invoerrechten te heffen en de particulieren in
het algemeen de binnenlandsche nijverheid te bevoordeelen.
Hij stelt voor, een adres te richten aan de Tweede Kamer
om de invoerrechten te regelen, evenals in Duitschland en
elders. De tweede vraag werd eveneens bevestigend
beantwoord en spreker noemde als voorbeeld de sloten-
en étuifabricage.
De heer van de Wall Bake was het niet geheel eens
met den inleider en van oordeel, dat men beschermende
wetten niet moest aanbevelen en de industrie niet kunst
matig steunen.
Verschillende andere sprekers, ook de voorzitter, waren
van hetzelfde gevoelen, terwijl de heer Kerdijk ten slotte
eene conclusie voorstelde, die met algemeene stemmen werd
aangenomen, luidende: „Het bestuur dezer afdeeling wordt
verzocht deskundige personen uit te noodigen eene com
missie te vormen om te onderzoeken of er nijverheidsartikelen
zijn aan te wijzen, die met goed gevolg hier te lande
kunnen worden gemaakt, zonder in concurrentie te komen
met bestaande fabrikaten, en in overleg met die commissie
een doelmatig voorstel te doen."
Van bevoegde zijde wordt aan de Zwolsche Crt.
nader medegedeeld, dat de aanvaring van de Salland plaats
had juist toen de boot de haven wilde binnenstoomen. De
Engelsche boot is achter op de Salland geloopen. Men
wilde met die boot ook de haven binnenvaren en scheen
aan boord de bedoeling van de Salland niet te begrijpen.
Van de Engelsche boot werd een tros aan boord van
de Salland geworpen, waaraan de gezagvoerder en de
stuurman zich vasthielden. Ongelukkig genoeg schijnt de
gezagvoerder die niet te hebben kunnen houden. Hij is in
de diepte verdwenen. De overigen aan boord konden gered
worden, daar het achtergedeelte der boot waterdicht
van de voorkajuit afgescheiden niet spoedig zonk. De
schok was zóó hevig, dat de machinist in de machine
kamer van de beenen sloeg.
Volgens het Hld., heeft de officier van justitie bij
de Rechtbank te Amsterdam de vervolging gelast van
J. A. Fortuyn, wegens het voorstel, door hem gedaan in
eene openbare vergadering, die onlangs plaats had in het
Café Marktzicht, in de Dijkstraat, tot het houden van een
bedeltocht door werkeloozen; welk voorstel door de aan
wezige besturen van enkele Vereenigingen werd aange
nomen, en de opwekking bevat tot het plegen eener straf
bare daad.
Volgens de Amsterdamsche bladen, bestaat er ver
moeden, dat Hendrik 1'Amblé, een 40jarig haarwerker,
wiens verkoold lijk jl. Maandag na een brand op den
Kloveniersburgwal te Amsterdam werd gevonden, vermoord
is geworden. De brand zou dan gesticht zijn ten einde
ontdekking van de misdaad te voorkomen. Verschillende
voorwerpen van waarde, die 1'Amblé bij zich droeg, worden
vermist.
De „Zuid-Arikaan" schrijft van 9 September: „Naar
bericht wordt, zal een Belgisch-Fransche Maatschappij
Transvaal misschien aan een spoorweg helpen naar Delagoa-
baai. Het huis Rothschild moet bijna al de kwikzilvermijnen,
die bewerkt worden, in eigendom bezitten, geheel of gedeeltelijk,
en nu laten onderzoeken of er in Transvaal kwikzilver is,
genoeg om mijnwerken te openen. Indien dit het geval is,
dan zou Rothschild liet geld voorschieten, om den zoozeer
begeerden spoorweg aan te leggen."
Een vervalscuing van.... oesters!Een oester-
kweeker verhaalde onlangs aan de redactie van het Maandblad
tegen de vervalsching van levensmiddelen enz., dat in
België het feit herhaaldelijk geconstateerd werd, dat slechte
kleine Portugeesche oesters in onze goede Zeeuwsche
oesterschalen gestopt worden, en dat zoodoende niet alleen
de kooper bedrogen wordt, doch bovendien onze terecht
zoozeer beroemde oestercultuur in discrediet komt.
Het volgende amusante voorval verhaalt het blad
Was Ihr Wolt:
„Een boer verkocht onlangs zijn schapenkudde aan een
veekoopman en gaf dezen zijn liond mee op voorwaarde,
dat hij dit dier aan het eind van den tocht te eten geven
en daarna terugbrengen zou. De koopman was over den
hond zóó tevreden, dat hij besloot het dier te behouden,
waartoe hij het dier opsloot. Maar het gelukte Phylax
zich uit zijne gevangenis te bevrijden. En daar de hond
kennelijk van meening was, dat de man, die hem had
opgesloten, ook geen recht op de schapen had, liep hij
naar de weide, waarin deze laatste graasden, verzamelde
de kudde, gelijk hij gewoon was en dreef deze naar den
vorigen eigenaar terug, bij wien zij, tot diens groote ver
wondering, met den zoo bijzonder aanbevolen hond ge-
zamenlijk aankwamen."
Brieven uit de hoofdstad.
3 December.
De oude klacht van bijna alle jarengeen mooi Sint-Niklaas-
weerDonkere, mistige dagen met een enkele uitzondering
en stormige, regenachtige avonden. Maar regen vooral,
't Heeft er wel iets van, of het kometengruis van den jongsten
sterrenregen (die zich hier intusschen voor onze belangstellende
blikken als met maagdelijke schroomvalligheid verborgen heeft
gehouden) by de aanraking met onzen waterigen dampkring ge
smolten is en nu druppels- en straalsgewijs op het arme Amster
dam neerkomt, dat toch zoo graag mooi weer hebben wou. Doch,
zooals ik zeiwe zijn er van kindsbeen af al zoowat aan gewoon
geraakt en betitelen deze opeenstapeling van storingen en de
pressies dan ook maar gemakshalve met den naam van „Sint-
Niklaasweertje."
Natuurlijk hebben de winkeliers tegen Sint-Niklaas en Kerstmis
het liefst mooi, droog, vriezend weer, dat de menschen prikkelt
en opwekt tot wandelen en allicht ook tot koopen. Maar
toch geloof ik niet, dat dc tegenwoordige overrijke aanvoer van
hemelwater en straatvuil hen nu juist zoo geweldig benadeelt,
als men wel zou denken en zij het wel willen doen voorkomen.
Ik vind althans dat het deze week, vooral 's avonds, op straat
steeds even druk is, onverschilllig of het mooi of slecht weer is.
De luidjes, „moeten" nu toch eenmaal hunne groote of kleine
inkoopen gaan doen, en bet is op straat zoo prettig en gezellig,
dat men zich voor een tochtje door de mooiste winkelstraten in
's hemels naam eenige regenbuien en een paar bemodderde
voeten getroost. Het is dan ook dit jaar in de Kalverstraat,
Nieuwendijk enz. weer even levendig en aantrekkelijk als vroeger.
Ik bewonder werkelijk onze winkeliers, dat zij zoo ferm het
hoofd bieden aan den slechten tijd en de steeds scherper wordende
concurrentie, en met de meest mogelijke elegance hunne goederen
uitstallen. Deze en gene heeft aardige nieuwigheden bedacht,
om de attentie der voorbijgangers te trekken. Zoo o. a. een
magazijnhouder van kindergoed op den Nieuwendijk. Kindergoed
is zeer nuttig en practisch, ja poëtisch zelfs, maar voor het
groote publick heeft het nu niet bepaald het verrassende der
nieuwheid meer. Wat doet nu onze man? Hij exposeert een
welsprekend gelijkende baker, die bezig is een zuigeling te
kleeden en een anderen kleinen kleuter naast zich heeft staan,
en het trottoir is er steeds zwart van menschen.
Ik hoop hartelijk, dat deze en alle andere pogingen om kijkers
en koopers te lokken, den gewenschten uitslag mogen hebben,
want de Amsterdamsche winkeliers, die op zware lasten zitten
en tegenwoordig weinig omzet hebben, beleven een moeilyken
tijd. En van de voorbijgangers moeten zij het toch meestal
hebben, want de mooiste en aantrekkelijkste advertentie in de
courant is bij lange na zoo'n krachtige magneet niet als éón blik
op een smaakvol ingerichte etalage. Ieder ziet dus graag veel
„volk" voor zijn winkelglazen. Het laat zich dan ook best
hooren, dat de winkeliers in de Damstraat en op den Vijgendam
een protest bij het stedelijk bestuur hebben ingediend tegen de
rondventers van het socialistisch orgaan „Recht voor allen," die
deze beide buurten met voorliefde schynen gekozen te hebben
voor het terrein hunner werkzaamheden. Dit zou nu op zich
zelf nog zoo erg niet zyn, indien er niet voortdurend door dat
uitbazuinen en ophemelen van oproerblaadjes „Recht voor allen"
en „De Opstand" allerlei vechtpartijen, oploopjes en botsingen
met de politie ontstonden, die het geregeld verkeer telkens be
lemmeren cn het fatsoenlijk publiek zulke rumoerige buurten
doen schuwen.
Dinsdag heerschte er heel wat opschudding in Amsterdam,
die ook al op rekening van do socialisten dient gesteld te
worden. Overal waar ik kwam, in de trams, aan het station
Rbynspoor, in de sociëteit en een paar cofó's, wist men te ver
tellen, dat de Commissaris van politie in de 2de sectie, de heer
Stork, dien nacht op straat aangevallen, in het water geworpen
en verdronken was. De heer Stork is, zooals men weet, de
man, die onlangs in het Cafó-Zincken aan het Westerhoofd een
socialisten-vergadering door zijn agenten uiteen deed jagen. Dat
hij zich hierdoor den haat dezer lieden, die hem toch reeds niet
best zetten konden, in hooge mate op den hals heeft gehaald, is
te begrijpen; maar tot dadelijkheden kwam het gelukkig toch
nog niet. Ondertusschen ging het onjuiste gerucht met zooveel
beslistheid door de geheele stad van mond tot mond, dat het
„Handelsblad" er aanleiding in vond om liet nog dien eigen
avond in de meest stellige bewoordingen tegen te spreken. De
heer Stork is frisch en gezond, en even wakker op zijn post
als altijd, maar ik zou toch niet graag in zijn huid willen
steken
Want men mag nu om de bedreiging lachen of niet, het is
en blijft een feit, dat de socialisten hem openlijk eene aanstaande
afrekening aangezegd hebben. Die aanzegging is dan ook den
kelijk de oorzaak geweest, dat het gerucht omtrent een aanranding
van den heer Stork in de wereld is gekomen. Volgens een
bericht in de „Amsterdammer" zou de heer Stork zelfs een met
bloed besmeerden dreigbrief hebben ontvangen. Dit is een feit,
dat ik niet tegenspreken, maar ook niet coDtróleeren kan. Doch
men kan genoegzaam nagaan, welke geest de socialisten tegenover
den heer Stork bezielt, indien men het „verslag" tot maatstaf
neemt, door „Recht voor Allen" van de uiteengejaagde samen
komst aan het Westerhoofd gegeven. Dit lieflyk stukje prozais
van dezen inhoud:
„Wie zijn de moordenaars? De politie, want die heeft
Dinsdagavond geantwoord op de vraag van onzen partijgenoot
Fortuyn. Op gemeene, lage manier werd de politie in de gelegen
heid gesteld, waarschijnlijk door de zoogenaamde weduwe Zincken,
in haar lokaal zich te verbergen, zoodat toen Fortuyn de regee-
rende machten uitmaakte voor moordenaars, omdat zy, de ellende
des volks wel wetende, niettemin het aan den hongerdood prijs
geven, onze edele Commissaris Stork den spreker aanraadde,
wat matiger in zijne uitdrukkingen te wezen. En vooraleer door
den spreker hierop was geantwoord, stormden op een gegeven
teeken eene menigte agenten met blanken sabel als wilde stieren
op het ongewapende volk, zoodat de zaal ontruimd werd."
En dan volgt er dadelyk aan het adres van den Commissaris
„Weet wel, Commissaris Stork, watje hebt ten uitvoer gebracht.
Eenmaal zèl je rekenschap gevraagd worden, niet hiernamaals,
maar in dit leven. Wij zullen ons wapenen, geweld zal met
geweld gekeerd worden, en reken er op: deze lage manier van
handelen zal gewroken worden. Partijgenootenweet dus wat
u te wachten staat. Wat rest ons nu? De wapens.