UKLDERSCHE M jVlEEWEHEPER COURANT. Bienws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1885. N°. 147. Jaargang 48. Woensdag 9 December. 9> TRUIDA'S HUWELIJK. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnen 1 «.na. Door de heeren: H. B. Kip, oud-gouverneur van Cura5ao, D. Gaerste Wz., gezaghebber van Aruba, met verlof te 's Hage, C. W. R. Scholten Jr., directeur der K. W. I. maildienst, mr. Harry Barge, lid van het Hof van Justitie en van den Raad van Bestuur in de kolonie Curatjao en G. A. B. Hellmund, oud-lid van den Kolonialen Raad, te Amsterdam, wordt de volgende oproeping gedaan, die, wij zijn er zeker van, niet onverhoord zal blijven: Landgenooten„De bewoners van het arme Aruba, een der eilanden van de Nederlandsche kolonie Cura5ao, zijn langzamerhand geheel tot armoede vervallen, vooral door den achteruitgang van de aloë-cultuur, het staken van de werkzaamheden door de Goldmining Companv en de verminderde ontginning van phosphorzure kalk op dat eiland. Daarbij komt, dat aanhoudende droogte de oogst geheel heeft doen mislukken, tengevolge waarvan een groot gedeelte der bewoners voor liet oogenblik geheel buiten staat verkeert in eigen levensonderhoud te voorzien. Treurig zijn de tijdingen die vandaar tot ons komen. Duizenden lijden gebrek. Niet te vergeefs dus, landgenooten, zullen wij een beroep doen op uwe bekende menschlievendheid. Voorzeker, de bede om brood door de inwoners van het Nederlandsche Aruba tot u gericht zal niet onverhoord blijven. Gaarne belasten wij ons met de ontvangst van giften, die onmiddellijk naar Aruba zullen worden overgemaakt en waarvan wij later in de nieuwsbladen bericht zullen geven/' Bij beschikking van den minister van Oorlog van 27 November jl. is het tarief voor het vinden van ver schoten projectielen, aan burgers uit te betalen, vastgesteld als volgt: Looden granaatkartetskogels per kilogram f 0.10, zinken kartetskogels per kilogram f 0.10, looden geweer- en pistoolkogels per kilogram f 0.10, granaten van 30.5 cM. f 4.55, van 24 cM. f 2.15, van 15 cM. f 0.51. Door den minister van Oorlog is bepaald, dat de politie- of kazerne-wachten bij de corpsen voortaan, en wel met ingang van 1 Januari 1836, zullen worden beschouwd als garnizoenswachten. Door W. Heimburg. In den namiddag hadden groote beraadslagingen plaats. Om streeks twaalf uur was eensklaps het bevel van de sofa afge kondigd dat het salon goed verwarmd, het Majolicaservies uit de kast gekregen en eenig gebak bij den suikerbakker besteld moest worden. Mevrouw Baumhagen wilde familieraad houden. De geur van Sophie's beroemde koffie steeg naar Truida's stille kamer op. Zij hoorde de deuren open en dicht gaan en nu en dan drongen de stem van hare tante en oom Henri's gulle lach tot haar door. De dag liep ten eind en nog scheen men niet tot een besluit te zijn gekomen maar Truida zat geduldig aan haar balkonvenster te wachten. Hy zou ook kalm zijn, dat wist zij had hij niet haar woord? Eindelijk hoorde zij voetstappen naderen dat moest oom Henri zyn. „Wel, juffertje!" riep hij, zonder dat hij haar nog in het schemerdonker kon onderscheiden, „hy kwam dus, zag en over won? Dat's een fraaie geschiedenis! Uwe moeder is woedend op dien' brutalen indringer, en zeker zal hy al zijn best moeten doen, eer hij in een goed blaadje bij zijn aanstaande schoonmama komt te staan! „Nu, kom eens hier, gy eigen zinnig nest, en bedank mij maar dat ze eindelyk haar toestemming geeft!" „Dat wist ik wel, oom!" zeide zy vriendelijk. „Gy zondt mij niet in den steek laten." Hij was een bejaard heertje met een gemoedelijk rond buikje, dat zich zoo langzamerhand op zyn weelderige jongeheerendiners had ontwikkeld, altijd tevreden en opgeruimd, vooral na een goed glas wijn. En daar hy wist welk een gunstige uitwerking dit op hem had, achtte hij zich tot heil der mcnschheid ver plicht het middel aan te wenden, dat hem vroolijk en levens lustig maakte. Lachend nam hy het groote, slanke meisje bij de hand, alsof zij nog een kind was, en voerde haar naar de deur. „Leven en leven laten, Truida!" riep hij; „'t is puur uit egoïsme, dat ik er zoo achtereen heb gezeten. Ge behoeft mij dan ook volstrekt, niet te bedanken. Zie, ik kan alles verdragen, maar geen huiselijke scènes en geen huilende vrouwen, en daarvan heeft je moeder al bijzonder den slag. Zoo iets slaat my altijd op de maag, weet ge! „Maak toch niet zoo'n drukte, Ottilieheb ik tegen haar gezegd, „waarom zou dat kind dien knappen jongen niet trouwen? Gij, Baumhagensche meisjes, hebt immers splint genoeg, en kunt nemen wie u het beste aanstaat!" Kom maar mee! Hier breng ik het aanstaande bruidje!" riep hij, terwijl hij het meisje in do helder verlichte zaal liet voortgaan. Met vluggen tred maar ernstig gelaat stapte zij op hare moeder toe, die in den hoek van de sofa zat gedoken, alsof het gewichtig debat hare laatste krachten had uitgeput; nevens haar zat tante, de statige en magere burgemeestersweduwe, in haar zwartzijden japon en de kleine muts van witte blonde op het valsche bruine haar, in het volle bewustzijn van hare waardigheid terwijl Jenny naast haar en Arthur bij de kachel stond. De dames hadden koffie gedronken, de heeren wijn, en de blauwachtige rook van fijne sigaren bleef boven de vergulde kroon aan de zoldering hangen. De paarsch fiuweelen gordynen waren dichtgetrokken en de geheele omgeving zag er recht gezellig uit. „Ik dank u, mama!" zeide Truida. De kosten van vuur en licht voor die wachten zullen dus niet meer ten laste der menage komen, doch doorliet Rijk worden verstrekt. Aan het etablissement der Nederlandsche Stoomboot maatschappij te Fijenoord is jl. Zaterdag met het beste gevolg te water gelaten het oorlogsstoomschip Java, dat als driemastschoener getuigd, voor de Indische militaire Marine bestemd is. De kiel werd gelegd 4 April 1885 en het geheel moet gereed zijn medio Januari 1886. Verscheidene autoriteiten en belangstellenden waren bij de plechtigheid tegenwoordig. De militairen, die deel uitmaakten van het detache ment ter bewaking van dc Hollandsche afdeeling der Antwerpsche Tentoonstelling, zijn jl. Vrijdag naar hunne respective corpsen teruggekeerd. In den boschweg, gemeente Zijpe, is door eene onbe kende oorzaak afgebrand de boerenwoning van Arie Dekker, door hem zeiven bewoond. Het daarin aanwezige hooi, stroo en de landbouwvruchten en nagenoeg al het huisraad zijn verbrandeen koe die op stal stond is gered. Huis en inboedel waren verzekerd. De beruchte paneelzager Lavertu, die onlangs in hechtenis is genomen wegens medeplichtigheid aan den bekenden diefstal van horloges op den Haarlemmerdijk te Amsterdam, heeft, naar de Amsterdammer meldt, opge geven, dat Jan Bot, in gemeenschap met zekeren Hein Meijer, bijgenaamd Heintje Lawaai, den diefstal met inbraak zou hebben gepleegd op de Prins Hendrikkade No. 9 bij den heer Hannema, en tevens de plaats aangewezen, waar de gestolen voorwerpen verborgen waren. De goederen, bestaande in gouden voorwerpen, zijn op de Lindengracht bij een opkooper teruggevonden. Het geld is natuurlijk verdwenen. Jan Bot was als de vermoedelijke dader van dien diefstal reeds vroeger gevangen genomen, doch uit gebrek aan bewijzen weêr vrijgelaten. Men schrijft uit Harlingen aan de Amsterdammer: „Een roman, voor de praktijk bestemd! Een Spanjaard, uitgeweken wegens deelneming aan staatsberoering, besluit naar zijn vaderland terug te keeren; hij maakt uit Brazilië de reis per zeilschip, aan boord waarvan zich ook een Hollander bevond, Jan Lund geheeten, die wegens zieke- Mevrouw Baumhagen knikte met het hoofd en raakte even den mond harer dochter met den haren aan. „We willen hopen dat die stap u nooit zal berouwen," zeide zy neerslachtig. „Ik geef niet zonder groote zorg myn toestemming, en alleen met het oog op uw onbuigzaam ja, ik moet het bij deze gelegenheid zeggen hartstochtelijk karakter, stem ik daarin toe tèr wille van den huiselijken vrede." Een bittere glimlach verscheen op Truida's gelaat. „Ik dank u, mama!" zeide zij nogmaals. „Lieve Gecrtruida," hief nu ook hare tante plechtig aan, „neem ook van mij een gelukwensch, een raad en een waar schuwing „Och, wat!" viel oom Henri de oude dame zeer ongalant in de rede, „heb toch medelijden, in de eerste plaats met mij en verder met dien smachtenden jonkman op Niendorf, en stuur hem antwoord! Het is dikwijls gebeurd, dat zulk wachten allerlei onheil na zich heeft gesleept; akelige geschiedenissen zou ik u daarvan kunnen opdisschen. Laten we een telegram opstellen," ging hij voort, waarop hij een blad uit zijn zakportefeuille scheurde en neef Arthur een potlood te leen verzocht. „Zie zoo, Truida, wat zal 't wezen?" vroeg hy, tot schrijven gereed. „Kom in myne armen!" of „Eenwig de uwe!" of „Spreek met mijne moeder!" of wacht, nu weetik het: „Mijne moeder wil met zich laten spreken, kom morgen haar toestemming halen. Truida Baumhagen." „Kom morgen haar toestemming halen spelde hij letter voor letter, terwyl hij het schreef. „Verplicht, oom," zeide het meisje, „maar ik wil het liever zelvo in mijn eigen kamer bezorgen. Zijn koetsier is nog hierover in het losement en wacht." Zij hoorde den ouden heer nog hartelijk lachen over dien armen kerel, die van 's morgens elf uur tot 's avonds had moeten hangen en verlangen, en sloot daarop de deur achter zich dicht. Met bevende hand stak zij licht aan en schroef: „Mama geeft haar toestemming. Morgen middag verwacht ik u." Ze schrapte het „u" weer uit en schreef, na even geaarzeld te hebben, met groote letters „je" in de plaats. De oude Sophic, die al bij de familie gediend had, eer „mijn heer" trouwde, ontving het briefje ter bezorging. „Ik zal 't zelve wegbrengen, juffrouw Truitje, al regende het keistcenen en al kreeg ik weer een aanval van mijn oude rheumathiek. Daar houd ik nu het lot van twee menschen in de hand, al is 't maar een klein stukje papier. God geve u een gelukkige toekomst, juffrouw Truida drukte haar de stramme hand en ging vervolgens naar het balkonvenster en keek haar over de markt na. Haar witte boezelaar fladderde nu onder de gaslantaren bij de fruitvrouw cn nu onder de huislantaren van liet hótel. Als die oude koetsier de paarden nu maar aandreef! Elke minuut, die hij wachten moest, scheen haar thans te lang. Daar fladderde weer de witte boezelaar onder de lantaren, maar een andere gedaante snelde vooruit. Truida drukte beide handen eensklaps tegen het luid kloppende hart. „Frans!" stamelde zij, aan al haar leden bevende. Hy zelf had dus op antwoord gewacht! „Dat is hy, daar komt hy, myn aanstaande manmurmelden de trillende lippen, terwijl de gansche heilige beteekenis van dat woord haar ais het ware overstelpte. En nu opende Sophie de deur en liet hem het sierlijk boudoir binnentreden, en sloot toen even zacht de deur weer achter hem. Maar toch had ze met haar oude oogen nog even gezien, hoe die trotsche en terugge trokken juffropw Truida zich in zyne armen had geworpen en lijken toestand repatriëerde. Deze Hollander, eigenaar van schatten in den vorm van edelgesteenten, baar geld en waarden in papier, sluit innige vriendschap met dezen Spanjaard en brengt hem op de hoogte van al zijne om standigheden. De schatten, p. m. 400,000 francs, zijn aan boord, in een koffer, en bestemd voor eene natuurlijke dochter van gezegden Lund, ergens in Holland verkeerende. Tot administrateur van dat vermogen, benoemde de Hol lander zekeren heer, met wien hij eenmaal kennis had gemaakt en die te Harlingen woont. Aangezien Jan Lund onderweg aan boord kwam te sterven, haastte zich de eerlijke Spanjaard en onzen stad genoot (die zich niets weet te herinneren van een Jan Lund) in kennis te stellen van de hooge onderscheiding welke hem wachtte en.... van het voordeel, dat hem gewerd, indien onverhoopt de dochter van zijn onbekenden vriend niet mocht te vinden of deze overleden mocht zijn, want in zulk een geval werd hij de wettige erfgenaam der schat. Maar nadat onze stadgenoot van dit alles bericht heeft bekomen en hem de bewijzen zijn overgezonden, dat de koffer door de expediteurs te Barcelona is aanvaard en de formaliteiten voor de uitklaring zijn vervuld, komt onze eerlijke Spanjaard in tijdelijke geldverlegenheid; zijn eigen vermogen zit ook in den koffer, en de hotelhouder te Barcelona laat hem gijzelen voor gemaakte verteringskosten. Indien nu onze stadgenoot 500 francs onder des Spanjaards adres aan den hötelhouder zendt, komt alles in orde. Maar onze stadgenoot, als vice-consul, beantwoordt de in sierlijk Fransch geschreven brieven van den Spanjaard met een onderzoek naar diens zijn en doen bij den Neder- landschen consul te Barcelona en men vat licht, wat het antwoord zal zijn." Te Amsterdam zal, gelijk onze lezers weten, in de Plantage eene nieuwe Kweekschool voor Machinisten wor den gebouwd. Voor den bouw en de inrichting is p. m. f 110,000 noodig. Een onbekende schonk f 10,000 en de overige f 100,000 wil het bestuiir der Kweekschool door een obligatie-leening k 3 pCt. trachten te vinden. Het doet, om die leening geplaatst te krijgen, een beroep op belangstellenden, aan wie zij, door zelfs vierde aandeelen, groot f 250, verkrijgbaar te stellen, de gelegenheid geeft zich zonder eenig tegenstreven door hem liet kussen, ,,'t Ia wat te zeggen!" philosopheerde zij glimlachend. „Die liefde!" Die liefde!" Nu wendde zij haar schreden naar de zaal, maar bij de deur gekomen, keerde zij hoofdschuddend omze zouden allen tegelijk aanstormen en die eerste gelukkige momenten wilde ze dat tweetal niet beknibbelenover een kwartier was het ook nog vroeg genoeg, als ze naar „Madam" in de zaal ging. En ze bedacht eenigc bezigheid op den overloop, om bij de hand tc zijn als het jonge paar, door alles wat ze elkander te zeggen hadden, soms de geheele mama mocht vergeten. Eerst na middernacht reed Linden naar huis. De joviale oom had in der haast nog een klein verlovingsfeest tot stand weten to brengen, waarbij hij zelf een lange speech hield. Na hem, was mevrouw Jenny het vroolijkst geweest en bad zelfs schertsend een lijntje met haar zwager in spe gedronken. Mevrouw Baum hagen was echter, na een gesprek onder vier oogen met den jongen man, dat ruim een half uur duurde, ernstig en stil gebleven en hield de rol van bezorgde moeder ten einde toe vol nauwelijks bracht ze haar glas champagne aan den mond, toen de gezondheid van het jonge paar werd gedronken. Frans Linden had zich door hare koelheid evenwel niet be- leedigd gevoeld. Ze kende hem nog zoo weinig, en hij was daar als een hongerige wolf haar schaapskooi binnengedrongen om haar lammetje te rooven. Het moest vreeselijk zijn een dochter af te staan, meende hij, en dan zóó'n dochter als Truida z ij n c Truida! Hij was zachtzinnig, bijna aandoenlijk gesterad. Hij dacht aan zijne oude moeder, en hoe eenige weken geleden de toekomst hem nog zoo somber had toegeschenen, die nu zoo vol zonneschijn voor hem lag verhelderd door een paar blauwe oogen in een lief bleek meisjesgezicht. Hij wist zelf niet, hoe hij er zoo schielijk toe gekomen was om haar van liefde te spreken. Nog zag hij die helder verlichte zaal vóór zich en dien in schemering' gehulden hoek, half door de donkerroode gordijnen afgesloten. Daar stond zy in het tooverachtig schijnsel, dat maan- en kaarslicht beide op haar wierpen. In de zijkamer was dc Kerstboom aangestoken en hoorde men de gasten praten en lachen. Zij had zich omgewend, zoodra ze iemand hoorde naderen, en hij had haar verschrikt aangezien, toen hij tranen op haar wangen bespeurde. Maar toch had ze hem schielijk gerustgesteld, zeggende: „Och, 't is omdat Kerstmis mij altijd aan papa her innert. Gisteren was het zeven jaar dat hij stierf." Het eene woord had het andere uitgelokt cn eindelijk hadden zij hand in hand gestaan. „Dien dag in de kerk had ik deze kleine hand wel willen vasthouden. Zoudt ge boos zijn geweest, Truida?" En ze had het hoofd ontkennend geschud en tusschen haar tranen door gelachen, dat schoone fiere meisje nu zijne aanstaande, weldra zyne vrouw! Hier schrikte hij uit zijn droomerijen op. Het rijtuig hield op het voorplein stil en het huis lag als een donkere steencn massa voor hem; alleen uit tante Rosa's venster straalde hem eenig licht tegemoet. Opgewekt betrad hij de stoep en vervolgens de tuinzaal, waar hij rondkeek, alsof hij de leegte en eenzaamheid, die hier heerschten, eerst nu recht begreep en gevoelde. Maar daar was thans een verandering aanstaande nauwelijks kon hij zijn geluk nog bevatten! Daar werd de deur zacht achter hem geopend en toen hij zich omkeerde, zag hij tante Rosalie als een spookverschijning voor zich staan. „Ik heb op u gewacht, neef!" dus klonk haar hooge stem hem verheugd tegemoet, „ik heb den brief gevonden, dien bewustea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1