medeleden der groote menschenmantschappijdat zou ons in ééli wo.ord den eernaam van mensch onwaardig do.cn zijn. Leven is nu eenmaal strijden, en we moeten het leven aanvaarden zooals het zich voordoet en geeft. Neen, niet met neergeslagen oogen en angstig kloppend harte, maar met den blik voor ons uit en naar boven en het hart vol zelfbewusten mannenmoed willen we den strijd blijven volhouden. De heerlijke Excelsiors-leuze, het steeds verdel en steeds hooger, zij onze leuze! ExcelsiorI voorwaarts naar wat edel en groot en goed is 1 Excelsiorsteeds hooger naar het ideaal van de verwezenlijking onzer waarachtig vrijzinnige beginselen. Laai dat ideaal zelf onbereikbaar wezen, met elke schrede, die we er nader toe, komen, maken wij ons zeiven en onze naasten beter. Excelsior, broeders! steeds voorwaarts op den weg van liefde en verlichting! Want dit weten wij: groot is de waarheid en zij zal zegepralen! Met haar te dienen en aan hare bevordering onze krachten te wijden, doen we een Gode welgevallig werk, waarop wij bij de intrede des jaars met een gerust geweten zijn zegen kunnen inroepen. Laat die geestdrift voor de waarheid van ons beginsel en die liefde voor onze wederzijdsche belangen ons sterken en steunen op den weg, die voor ons ligt. Wat er dan ook valle of verdwijne, ons beginsel zal gered en ongedeerd blijven. Zij dat de stemming, waarin we de gebeurtenissen van het nieuwbegonnen jaar te gemoet gaan: met het Excelsior"' des lichts en des vredes op de lippen en der ware, onge huichelde broederliefde in het hart! We zullen er wèl bij varenH. Blnnenlan d. Naar het Vaderland verneemt, isj een wetsontwerp tot wijziging van de wet op de Postspaarbank in bewerking. De Regeering wil de wet in dien geest wijzigen, dat ook bedragen boven f 800 tegen rente kunnen worden ingebracht. HH. MM. de Koning en de Koningin kwamen jl. Dinsdag middag met het Prinsesje tegen 4 uren met een extra-trein, die ten 1 uur 35 min. van het Loo ver trokken was, in de residentie aan. Het welvarend uiterlijk van Z. M. den Koning viel bijzonder in het oog. Te Amsterdam is een Maatschappij opgericht, die zich belast met het afhalen, schoonhouden, vullen en te huis bezorgen van petroleumlampen. Alleen het aansteken en het uitdraaien moet men daar nog zelf doen. Men schrijft ons van Texel, dd. 30 dezer: „De uitslag der heden gehouden herstemming voor Hoofd-Ingelanden voor de 30 Gemeenschappelijke Polders is geweest, dat de heeren S. Cz. Keijser en S. Jz. Keijser, ieder 97 stemmen bekwamen, zoodat tusschen hen opnieuw herstemming moet plaats hebben; dat de heer C. Wz. Bakker Jr. 119 van de 192 stemmen bekwam en alzoo is gekozen."' Op de 102 veemarkten, welke in dit jaar te Alkmaar zijn gehouden, drie groote paardenmarkten en 3 groote veer/rkten, werden aangevoerd 86,278 stuks vee, tegen ,056 stuks in 1884. Het gezamenlijk bedrag van het jarktgeld bedroeg f 5126.02^. Gedurende het jaar 1885 zijn ter kaasmarkt aange voerd: 18,541 stapels kaas, wegende 4,672,859 pond, tegen 19862 stapels, wegende 4,622,532 pond, in 1884. In de Waag zijn verder dit jaar gewogen 4881 varkens, wegende 552,022 pond, 2102 pond wol en 34,027 pond verschillende goederen. De Staatscourant bevat de Koninklijk goedgekeurde statuten der naamlooze vennootschap Kolhorner Maatschappij tot bereiding van kaas te Kolhorn met een kapitaal van f 6500 verdeeld in 100 aandeelen van f 65, alle geplaatst, en waarop 25 pCt. is gestort. Directeur-Penningmeester is de heer T. Koomen Azn. Tot de zeldzaamheden behoort zeker de vangst van de sloep Admiraal van Kinsbergen, stuurman L. Van Pelt, die te Pernis binnenkwam met 10500 schelvisschen, in 5 schoten gevangen. De Amsterd. Crt. verneemt, dat de Hollandsche Gasfabriek van de stad Amsterdam, wegens het intrekken der gasconcessie, eene schadevergoeding vraagt van f 8,000,000. De granen bereiken thans zeldzaam lage prijzen; de rogge wordt voor pl. m. f 4 per hectoliter verhandeld en het tarwemeel is voor 5£ cent per half kilogram te koop. Ook de oliën zijn sterk gedaald; de raapolie welke voor weinige dagen f 28 verhandeld werd, is nu f 25 per 100 kilogram. Moge de werkman klagen, ook bij de patroons heerscht malaise. „Was de duif, die met het olijftakje naar de ark van Noach terugkeerde, een mannetje of een wijfje?" vroeg men een vrouwenhater. „Natuurlijk een mannetje," was het antwoord„een wijfje zou niet zoo langen tijd haar bekje hebben kunnen dichthouden. Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 29 December 1885. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren Hattinga Raven en Oudenhoven. De tribune is talrijk bezet. De notulen der zittingen van 25 en 27 November 11. worden gelezen en, behoudens eene aanmerking van den heer Korver, goedgekeurd. Genoemde heer ontkende, dat hy, gelijk in de notulen stond vermeld, den wenaeh had te kennen gegeven om de jaarwedden der nieuw te benoemen onderwijzers en onder wijzeressen bij de gemeen te-scholen te doen bepalen op f 400. Hij had die wedden op f 500 willen stellen. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat de beëediging van den heer Oudenhoven tot eon volgende zitting moet worden uitgesteld, daar door dien heer bericht is ingezonden, dat hij door ongesteldheid verhinderd is deze zitting bij te wonen. Achtereenvolgens hebben de volgende benoemingen plaats: a. Tot leden van 't Burgerlijk Armbestuur. De aftredende „Ik blijf hier," antwoordde zij op vasten toon, terwijl zij het hoofd naar den moor wendde. Nu was het met zijn geduld gedaan. „Loop naar den dmet uw koppigheid!" riep hij toornig. „Denkt ge dat ge alles met mij kunt doen wat ge wilt? Ik zal u toonen hoe men met eigen zinnige kinderen omgaat!" Hij keerde zich om en ging heen, terwijl hij de deur achter zich dichtwierp. (Wordt vervolgd.) leden, de heeren G. J. Van HoolwerfT on C. J. Vcrhey, worden met eenparige stemmen herkozen. Met de genoemden stonden op de aanbevelingslijst de heeren W. Drijver en P. Van Twisk. b. Tot regent van 't Algemeen Weeshuis, welke benoeming noodig is geworden door 't bedanken van den heer W. Bakker Hz., die in de vorige zitting was gekozen. De aanbevelingslijst bevatte nu deze namen: 1ste candidaat do heer W. Bakker Hz., 2de candidaat de heer P. Groen. Gekozen wordt de heer W. Bakker Hz., met 9 stemmen; op den heer Groen, is 1 stom uitgebracht. Blanco-brieijes 5. c. Tot Commissaris van het Ziekenhuis en van de Apotheek der gemeente, ter vervanging van den heer H. Bitter, die voor deze betrekking onlangs heeft bedankt. Namens B. en W. worden door den Voorzitter als candidaten genoemd de heeren dr. P. Bakker en A. C. Roem. Eerstgenoemde wordt gekozen met 8 steramen. Op den heer Roem werden 6 stemmen uitgebracht en 1 stem op den heer Bitter. Tengevolge van opmerkingen, bij de behandeling der begrooting voor 1886. gemaakt, worden door B. en W. ter tafel gebracht: eene Concept-Verordening tot het heffen van rechten op het tydelijk gebruik van gronden aan de gemeente toebehoorende en van den kraan op het Molenplein, en eene Ontwerp-Verordening tot regeling van het invorderen dier rechten. Niet zelden wordt bij het bouwen of herstellen van woningen, tot het opslaan van bouwmaterialen gebruik gemaakt van de bermen van 't Hel- dersch Kanaal, in den vervolge zullen daarvoor rechten moeten worden betaald, even als voor 't gebruik van pleinen tot het houden van verkoopingen. De heer Korver vraagt inlichting, en wenscht te weten of dan in het vervolg ook kan worden toegestaan het plaatsen van rytuigen cn karren op de kanaal bermen. Z. i. zou dat in 't belang zyn van verscheidene inge zetenen, terwijl de gemeentekas voordeel zou hebben, als daarvoor een doorloopende huur werd betaald. De Voorzitter merkt op, dat zij, die wagens of karren noodig hebben voor hun bedrijf, ook verplicht zijn te zorgen, dat die voertuigen worden geborgen. Door de plaatsing op den openbaren weg zou belemmering voor 't verkeer ontstaan. Op eene deswege door den heer Korver gedane vraag, antwoordt de Voorzitter, dat B. en W. steeds zeer welwillend zijn omtrent het tydelijk plaatsen van karren cn wagens, waar zulks door de breedte van den openbaren weg voor 't verkeer niet hinderlyk is. Ten slotte worden beide Verordeningen met algemeene stemmen aangenomen. Mede tengevolge van wenschen, uitgedrukt bij de beraadslaging over de begrooting voor 't volgende jaar, wordt thans door B. en W. voorgesteld om de tractementen der onderwijzers en der onderwijzeressen by de gemeente-scholen aldus te regelen: Het bedoelde personeel wordt verdeeld in 4 klassen, met jaarwedden van f 500, f 600, f 700 en f 800. Nienw te benoemen onder wijzers en onderwijzeressen zullen eene wedde genieten van f 500 en bij bezit der hoofdacte van f 700. Bevordering tot eene hoogere klasse geschiedt op voordracht van B. en W., in overleg met de Hooiden der scholen en bij gebleken ijver en geschiktheid. Op voorstel van den heer J. C. Jansen, die op zijne vraag, of over deze regeling de Schoolcommissie is gehoord, een ont kennend antwoord ontving, wordt bepaald, dat deze voordracht eerst in eene volgende zitting zal worden behandeld, nadat het advies dier Commissie zal zijn ingewonnen. Er geschiedt voorlezing van een adres, onderteekend door de heeren A. G. J. De Vries, W. A. Overtoom, J. De Jong, J. Winter en A. Van Twisk, uitmakende het Bestuur eener Vereeniging voor de bevordering der belangen van verkoopers van sterke dranken. By dit adres was gevoegd een lijst van 79 mannelijke personen en van 16 weduwen, allen belanghebbenden bij de zaak, in dat verzoekschrift behandeld en deelende in den uitgedrukten wensch. 't Stuk bevat het verzoek, dat de Raad moge terugkomen op het besluit, in de vorige zitting genomen, tot bepaling van het vergunningsrecht op f 12.50 voor iedere f 50 huurwaarde. Adressanten verzekeren, dat zij met leedwezen van dat besluit hebben kennis genomen, en doen opmerken, dat daar door de verkoopers van sterke dranken, zeer ten onrechte, worden gelijkgesteld met die in de grootste steden des lands. Zij wijzen verder op de ongunstige tijdsomstandigheden en op de plaatselijke belasting op het gedistelleerd, waardoor hun bedrijf, ten bate der ingezetenen in 't algemeen, reeds aanmerkelijk wordt gedrukt. Na de voorlezing van dit stuk, merkt de heer J. C. Jansen op, dat dit adres niet in den vorm is en dus volgens de wettelijke voorschriften niet in behandeling kan worden genomen. De onderteekenaars treden op mede namens andere personen en de Vereeniging, waarvan zij zich bestuurderen noemen, is niet eens wettig erkend. De Voorzitter stemt dit toe, doch vindt daar voor verschooning in de mindere bekendheid van adressanten met de voorschriften der wet. Naar 't oordeel van den Voorzitter weegt nog al de opmerking, in 't adres vervat, dat het bedrijf dier neringdoenden hier reeds door eene plaatselijke belasting gedrukt wordt. De heer Maalsteed drukt als zijn persoonlijk gevoelen uit, dat er wel aanleiding bestaat om op het genomen besluit terug te komen. De heer Van Neck bestrydt de ver gelijking van adressanten met grootere gemeenten, 't Recht wordt berekend naar de huurwaarde, die b. v. met Amsterdam nogal eenig verschil zal opleveren. De heer Korver herinnert, dat het voorstel tot verhooging van het vergunningsrecht van hem is uitgegaan en wijst op de gronden, die hij daarvoor aanvoerde. Hij vreesde dat, werd hier het recht tot het laagste bedrag geheven, de minister in 't volgende jaar bezwaar zou maken om bij de Staten-Generaal het voorstel te doen tot bestendiging der plaatselijke belasting op het gedistelleerd. Dat bezwaar blyft bij hem wegen. De Voorzitter kan don heer Korver daaromtrent niet volkomen gerust stellen,-maar doet als zijne meening kennen, dat in die zaak bijna alles afhangt van de inzichten des ministers. Nadat de heer van Gijn nog met den Voorzitter van gedachten heeft gewisseld, geelt de heer over de Linden in overweging, het adres, ondanks den zeer gebrekkigen vorm, toch heden te behan delen. Wordt het thans ter zijde gelegd, dan zou dit slechts eenig uitstel geven.Met eenparige stemmen wordt daarop besloten het adres onmiddellijk in behandeling te nemen. De beraadslaging over 't verzoekschrift zelve wordt nu geopend. De heer J. C. Jansen vraagt naar 't advies van het Dag. Best. De Voorzitter deelt mede, dat dit adres niet bij B. en W. in behandeling is geweest, doch dat in de vorige zitting de leden van het Dag. Best. eenparig hebben gestemd vóór de bepaling van 't vergunningsrecht op f 10. De heer Van Gijn betoont zich gunstig voor 't verzoek van adressanten. Hy doet uitkomen, dat de verkoop van sterken drank reeds door de plaatselyke belasting wordt gedrukt, dat de verkoopers groote kosten hebben gehad wegens den verbouw hunner winkels, dat de geringe welvaart het den minderen man veel minder dan vroeger toelaat om sterken drank te gebruiken en eindelijk, dat door de gunstige werking der drankwet de bestaande „krotten" zijn opgeruimd. De heer Korver zegt, dat als door de be lemmerende bepalingen der genoemde wet de „krotten" opge ruimd werden, hij daardoor versterkt wordt in zyne mecning, dat verhooging van rechten uitmuntend moet werken. Hij wyst er op, dat de drankverkoopers door niets worden weerhouden om de prijzen te verhoogen. Ilij stelt als de strekking der drankwet in 't licht: bevordering der zedelijkheid, en acht zich geroepen, ter bevordering van dat doel mede te werken. De heer Van Gijn beantwoordt den heer Korver, door zijn meening omtrent „krotten" te verduidelijken. Hij bedoelde daarmede kleine bordeelen, waar drank werd verkocht.. Die zyn door de bepalingen der drankwet opgeruimd. De heer Korver wenscht nog eens te spreken, doch ziet na eene opmerking des Voor zitters van 't woord af'. Nadat de heer Van Neck nog de opmerking had gemaakt, dat men in 't oog dient te houden, dat de te betalen belastingen noodwendig op de verbruikers drukken, wordt in stemming gebracht de vraag: zal het vergunningsrecht op f 12.50 bepaald blijven of tot f 10 worden teruggebracht? Er waren nu 14 leden tegenwoordig: de heer Hordyk had reeds vóór de behandeling dezerzaak de vergadering ver laten. Met 8 tegen 6 stemmen wordt het cijfer van f 12.50 gehandhaafd. Tegen stemden de heeren Maalsteed, Hoogenbosch, Braaksma, Van Gijn, Groen en de Voorzitter. Staande de vergadering worden door de heeren J. C. Jansen en Van Gijn vernietigd de uitgelote aandeelen No. 3 en 11 van de gemeentelijke geldleening, met de daarby behoorende coupons. Voor kennisgeving worden aangenomen deze mcdedeelingcn 1. Dat Z. M. de Koning H. I). goedkeuring heeft gehecht aan dc besluiten van den Raad tot heffing in 1886 van een hoofde- lijken omslag en van eene plaatselijke belasting op het gedis telleerd. 2. Dat HH. Gedep. Staten hebben goedgekeurd do rekening en verantwoording dor gemeente over 1884 en de begrooting voor 1886. 3. Dat bij de op 18 dezer gehouden verificatie van de boeken en de kas des gemeente-ontvangers een en ander in orde is bevonden, in kas zynde de eom van f 13,289.45. en 4. Dat door mevr. Stakman Bosse en door de heeren dr. P. Bakker, A. Van Voornvcld en G. E. Bron bericht is inge zonden van de aanneming hunner benoemingen in de vorige zitting van den Raad. Er geschiedt voorlezing van een schrijven van den heer H. Daarnhouwer, Hoofd der gemeente-school No. 5, die daarin mededeelt, dat het op 6 April a. s. 50 jaren zal geleden zijn, dat hij de betrekking van Hoofd der school in deze gemeente, aanvankelijk op het Koegras, aanvaardde. Circa 58 jaren zal hij dan, de jaren die hy als kweckoling en hulponderwijzer werkzaam was, medegerekend, zijn dienst aan 't onderwijs in deze gemeente hebben gewijd. Hy wenscht nu met primo Mei 1886 uit zijne betrekking op eervolle wijze te worden ontslagen. De Voorzitter zegt, dat aan 't verzoek van den heer Daarn houwer later zal worden gevolg gegeven, en wil daarom dit schrijven als eene voorloopige kennisgeving beschouwd zien. Op verzoek van den Voorzitter verklaren zich de heeren Hoogenbosch, H. Janzen Ez., Beukenkamp en over de Linden bereid, om ook in Januari a. s. B. en W. ter zijde te staan bij het opmaken van het voljaars-kohier voor den hoof dely ken omslag in 1886. De openbare zitting wordt hierop opgeheven en gaat over in eene zitting met geslotene deuren, ter behandeling van een inge komen bezwaarschrift tegen den hoofdelijken omslag. By de heropening der openbare zitting, vraagt en bekomt de heer Korver het woord. Spreker richt meer bepaald het woord tot den Wethouder- voor Onderwijszaken, den heer Maalsteed, tot het doen van eene vraag. De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Maalsteed zich wel meer uitsluitend met de zaken van 't Onderwys bezig houdt, doch dat die zaken evenzeer het gehccle Dag. Best. aangaan. De heer Korver gaat voort en doet opmerken, dat bij de behandeling der begrooting gesproken is over 't aantal leerlingen der openbare scholen, dio kosteloos onderwijs ontvangen. De Voorzitter valt den spreker in de rede met de opmerking, dat voorstellen schriftelyk behooren te worden ingediend. De heer Korver verzekert, dat hij niet een voorstel, maar een vraag heeft te doen en gaat nu weder voort. Men heeft de door hem in een vorige zitting genoemde getallen van betalende en niet-betalcnde leerlingen onjuist genoemd. Hij vraagt thans naar de officiëele cijfers. De Voorzitter verzekert, dat deze vraag in de volgende zitting zal worden beantwoord. Een tweede vraag wordt door den heer Korver gedaan. Hy heeft vernomen, dat de heer H. Roukens, onderwyzor aan eene der gemeentescholen, een' adres heeft ingediend ter zake van de door hem gcwenschte verhooging zijner jaarwedde. Dat adres is noch in de afdeelingen, noch in de zitting van den raad ter tafel geweest. Hij vraagt, met het oog op het recht van petitie, waar van niemand is buitengesloten, opheldering. Dc Voorzitter en de Wethouder de heer Maalsteed antwoorden, dat, als er meer gelden voor verhooging beschikbaar waren geweest, dat verzoek in behandeling zou zijn gekomen, en dat het niet noodig is om op die zaak thans terug te komen. De heer Korver dringt echter op opheldering aan en wenscht te weten, waarom dat adres niet is ter tafel gebracht. De Voorzitter geeft de verzekering, dat die opheldering in de volgende vergadering zal worden gegeven en sluit daarop de zitting. Staten-Oeneraal. Tweede Kamer. Blijkens het thans verschenen voorloopig verslag over het voorstel tot herziening van Hoofdstak X der gronefwet, achtten vele leden de indiening gerechtvaardigd. De tegenstanders der tegenwoordige schoolwet beschouwden het hoogstens als een uitgangspunt tot nader overleg, maar niet als een poging tot beëindiging van den schoolstrijd. De meeste leden oordeelden het voorstel der Regeering onbevredigend om tot oplossing van den schoolstrijd te geraken. Terwyl do meerderheid der leden het onderwijs in de grondwet wilde zien geregeld, waren ver scheiden leden voor het onveranderd behoud van art. 194anderen gaven de hoop op een compromis niet op. De tegenstanders der schoolwet bleven voor verandering van art. 194 in dezen geest: vrij onderwijs regel, staatsonderwijs aanvulling. Velen drongen aan om Hoofdstuk X vóór alle andere te behandelen. Het ingediende ontwerp tot uitbreiding der vrijstelling van het patentrecht strekt om vrij te stellen den ambachts- en hand werksman, voor zooveel hij arbeidt zonder werklieden, zij het ook met medewerking van vrouw cn kinderen. Daardoor zullen ruim 47,000 personen van belasting worden ontheven en de opbrengst van het patentrecht met f 67,000 verminderen. Bultenlana. Jl. Zondag morgen is in de haven van Rouaan het schip Furet, tengevolge van den zwaren nevel, met een kustvaartuig in aanvaring gekomen. Hoeveel personen bij het ongeval het leven verloren hebben, is nog niet juist bekend, maar ten minste 10 worden er vermist. Behalve de kapitein en de stoker is de geheele bemanning der Furet omgekomen. In een hospitaal te Chicago geraakte jl. Vrijdag een Kerstboom in brand. De toeschouwers stonden er dicht opeengedrongen omheen en de kleederen van verscheidenen hunner geraakten in vlam. Er ontstond eene paniek en niet weinigen geraakten onder den voet, zoodat honderd personen, waarvan sommigen doodelijk, gekwetst werden. De brand werd door de bedienden gebluscht en de orde eindelijk hersteld. Gedurende de jongste veertien dagen zijn er in Bulgarije 800 soldaten doodgevroren. Professor Sharbaro, die onlangs wegens laster tot 7£ jaar gevangenisstraf was veroordeeld, is thans te Pavia tot afgevaardigde gekozen. Volgens de wet moet hij nu onmiddellijk op vrije voeten worden gesteld. Paus Leo XIII heeft een nieuwe encycliek uitge vaardigd, waarbij een jubeljaar voor 1886 toegestaan wordt. De H. Vader herinnert in dit stuk aan zijn encycliek „Immortale Deï," en maant de volken aan, in hun bijzonder en openbaar leven de Christelijke beginselen toe te passen en aan deze meer te hechten dan aan de instellingen en de wetten. In het geheel is de encycliek een krachtige aansporing tot godsvrucht en liefdadigheid. Met name worden twee werken aangewezen, „waaraan de aalmoezen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2