HELRERSCHE
EN NIEUWED1EPER COURANT.
Wieaws- en Advertentieblad Toor Hollands Noordertwartier.
Vrijdag 22 Januari.
Jaargang 44.
1886. N°. 10.
BEKENDMAKING.
Loting voor de Nationale Militie.
2> PIA DE' TO LOM El.
„Wij huldigen
hst goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1i regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsrnimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De BURGEMEESTER der gemeente Selder maakt bij deze
aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat het kohier der
grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommendienst
jaar 1886, den 15 dezer door den Heer Provincialen Inspecteur
is goedgekeurd en invorderbaar verklaard.
Helder, 18 Januari 1886.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
Eerste Kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
maken bekend, dat de LOTING over de in 1885 in deze
gemeente ingeschrevenen voor de lichting der Nationale Militie
van 1886 is bepaald op Zaterdag den twintigsten Februari
eerstkomende, des voormiddags te tien uren.
De loting zal plaats hebben in de BOUVVZAAL, achter het
Bureau voor Gemeentewerken, op de Kerkgracht.
Gedurende vyf dagen, te rekenen van den dag waarop de
loting beeft plaats gehad, kuunen tegen de wijzo waarop zij is
geschied, bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebracht
door belanghebbende lotelingen, of door hnn vader of voogd, bij
verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem die
het bezwaar inbrengt.
Dat verzoekschrift moet worden bezorgd by den Burgemeester
dezer gemeente.
Voorts wordt in herinnering gebracht, dat zy, die vermeenen
vrijstelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting
opgave moeten doen aan den Heer Militie-Commissaris.
De lotelingen die vrijstelling van dienst reclameeren wegens
broederdienst of als eenige zoon, moeten zich op Dinsdag en
Woensdag den zes-en-twintigsten en zeven-en-twintigsten
Januari te voren vervoegen aan het Raadhuis; eerstgenoemde» met
de geboortebewijzen van al hunne broeders en de bewijzen van dienst
of zakboekjes hunner broedersop wier dienst zij hunne reclame
grondenen laatstgenoemden met de trouwakten hunner oudersen wel
zijwier geslachtsnamen beginnen met de letters A lot en met K,
Dinsdag 26 Januari, en zij, wier geslachtsnamen beginnen met
de letters L lot Z, Woensdag 27 Januari, van des morgens 9
tot des namiddags 2 ure.
Helder, den 19 Januari 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
Door ERNST ECKSTEIN.
Toen Ugo haar het verzoek van haren gemaal overbracht,
wischte zij haastig hare tranen af en stond op. Aan Ermene-
gilda, die haar wilde volgen, gaf zij eenén wenk om bij haar
speelgoed te wachten totdat men haar zou komen roepen. Daarna
snelde zij naar de eetzaal, waar haar gemaal in zyne van goud
blinkende wapenrusting, met den gevederden helm op het hoofd,
haar by het venster wachtte.
Het gekleurde familiewapen, dat op de ronde glasruiten ge
schilderd was, wierp, door het licht der zon beschenen, eenen
bloedrooden schyn op Leone's voorhoofd.
Ontroerd als zy reeds was, meende Pia in die speling van
het licht een vreeselyk voorteeken te lezen. Zij schrikte hevig,
en toen Leone nu plotseling uit het licht te voorschyn trad eu
zij zijn marmerbleek gelaat aanschouwde, werd zij door angst en
kommer overweldigd.
Met eenen luiden kreet wierp zij zich in de armen van deo
dierbaren echtgenoot, die op het punt stond zijn leven op het
spel te zetten voor de verdediging van zijn vaderland.
Alleen haar gemaal, alleen de gevaren die hem bedreigden,
alleen de smartvolle scheiding van den innig geliefde hielden
hare gedachten bezig; alles wat in andere tyden haar hart ver
vulde, wat haar in de schrikkelijkste droombeelden iederen nacht
vervolgde: de bezorgdheid over haren vader en haren broeder,
de afschuwelijke mogelykheid, dat de van toorn blakende Grégorio
haren Leone op het slagveld zou te gemoet treden, dat haar
eigen gemaal haar tot weeze, haar vader haar tot eene trooste-
looze weduwe kon maken en zoo haar levensgeluk vernietigen
dat alles was op dit oogenblik uit hare ziel gewischt.
Leone legde de hand zacht op haren schouder. „Pia," sprak
hy op zeldzaam koelen toon, „wees nu verstandig! Niemand
kan het noodlot keeren. Zooveel in mijn vermogen was, heb
ik getracht deze nieuwe veete bij te leggen alles heb ik gedaan,
wat de eer van Siena en mijn plicht als stedehoofd mij toelieten
te doen. De eischen der Florentijnen zijn bovenmatig hoog,
zooals de Guelfen gewoon zyn die te stellen en ik moet jr,
helaas, bijvoegen, dat Gregorio de' Tolomei den toorn en de
wraakzucht onzer tegenstanders tot het uiterste heeft weten aan
te hitsen. Indien gij rechtvaardig oordeelt, indien de smart over
uwe familie u niet geheel verblindt, dan zult gij moeten toe
stemmen dat ik onschuldig ben, welke de gevolgen ook mogen
zijn
„Onschuldig dat weet ik!" antwoordde de jonge vrouw,
naar hem opziende. „Gij zijt geneigd geweest tot verzoening;
maar nu ook zult gy geducht zijn in uwen toorn, en als over
winnaar terugkeeren."
Leone's gelaat helderde op. „Meent gij wat gij daar zegt, Pia?"
vroeg by teeder. „Neen, de tranen in uwe oogen spreken on
waarheid. Wel hebt gij niet geheel vergeten hoe vurig wij
elkander eenmaal hebben bemind, maar op uw voorhoofd lees ik
het: Uwe smart geldt de Tolomei. Gij siddert voor uwen vader
en voor uwen nog jeugdigen broeder Piero! Beken het maar!
Niet waar, toen gy heden morgen uw gebed deedt in de kapel,
BlrmenlancL
Het denkbeeld om het bezigen van de naamtelegrammen
te bestendigen, waarmede met de jongste jaarswisseling een
proef is genomen, lacht de Stoompost toe.
Het blad zou wenschen, dat men nog een stap verder
ging en tegen een verlaagd tarief, bv. van 10 cents met
één cent verhooging per woord boven de vijf woorden,
elk telegram toeliet, voor hetwelk de afzender niet dien spoed
verlangt, waarmeê de gewone telegrammen worden overgeseind.
Ingevolge het koninklijk besluit van 19 December 1885,
No. 29, had de minister in last maatregelen te doen nemen,
om tijdens de behandeling van naamtelegrammen den goeden
gang van den gewonen telegraafdienst te verzekeren. Deze
lastgeving is in dien zin opgevat, dat de naamtelegrammen
niet in volgorde naar den tijd van aanbieding worden
overgeseind met de gewone telegrammen, waaronder deze
anders zouden hebben kunnen lijden. Wij kregen dus
overseining: 1. van de dringende telegrammen, waarvoor
het driedubbele tarief wordt betaald2. van de gewone
telegrammen, en 3. van de nieuwjaars-kaarten die dus als
derde-klasse-telegrammen moesten worden beschouwd.
Aangezien de behandeling van derde-klasse-telegrammen
zou moeten plaats vinden op tijdstippen, dat de verkeer-
middelen, om zoo te zeggen, braak liggen, en alzoo geene
meerdere exploitatiekosten vorderen, zou, bij de toepassing
van een billijk tarief, hunne opkomst zuivere winst worden.
Naar aanleiding van den aandrang van eenige leden
der Kamer, die bij Hoofdstuk IX der begrooting klaagden
over het groote tekort op den dienst der Rijkstelegraaf,
en in verband met zijne toezegging de herziening van het
tarief in ernstige overweging te nemen, moet bij den
minister van Waterstaat het voornemen bestaan binnen
korten tijd dat tarief te vex-hoogen. De in werking treding
van het nieuwe internationale tarief met 1 Juli a. s. dat
den grondtax afschaft en een algemeen woordtarief invoert,
ggeft goroprlo annlpirUnor rp/Trolvjl--«-*v-1 i/iu«wiiWIIUSCn
tarief te herzien, ook daarbij den grondtax af te schaffen
en bet tarief per woord te verhoogen. Hoe hoog het zal
worden opgevoerd moet nog niet vaststaan, maar wordt
het eenigszins aanzienlijk verhoogd, dan bestaat het voor
nemen aan perstelegrammen eenig rabat toe te kennen. De
handel zal grootendeels het gelag moeten betalen.
Met de invoering van het nieuwe internationale tarief,
zullen onze bijzondere overeenkomsten met België en
Engeland worden bestendigd. (Het Vadeidand.)
hebt gij de zege afgesmeekt voor de wapenen der Florentijnen?
Gij badt voor den terugkeer der uwen onverschillig of die
terugkeer myn ryk in jammer en ellende stort?"
Pia staarde haren gemaal met half geopende lippen aan, zonder
een woord te kunnen uitbrengen. Eerst toen Leone met klimmend
ongeduld zijne vragen herhaalde, fluisterde zy„Leone.... ik
begrijp u niet! Wat ik gebeden heb? Ja, zeker heb ik ook aan
mynen vader en mijnen broeder gedacht, wiens vermetelheid mij
angstig en bezorgd maakt cn ik meende daar niets verkeerds
mede te doen. Maar de overwinning? O, Leone, hoe miskent gij
mij! Overwinnen, de zege behalen mag alleen de stad der drie
heuvelendat is de vurigste wensch mijns harten. Voor u en voor
den triomf van uw leger heb ik gebeden....En zou ik anders
kunnen doen, Leone, zelfs al wist ik minder goed dat de zaak der
Sieneezcn goed en rechtvaardig?"
„Spreekt gij de waarheid, Pia?,/
„God is mijn getuige! Maar hoe kunt gy er aan twyfelen, ge
liefde man? Zou dat anders mogelijk zijn? Wist ik niet, toen ik u
volgde, uit vrijen wil, dat ik ophield eene Tolemei te zijn? Zijt
gij niet mijn alles, mijn geluk, mijne zaligheid?
Hartstochtelijk sloot hij haar in zijne armen en knste haar.
„Pia, Pia, kon ik u maar gelooven!" mompelde hij, teen zij
zich eindelijk uit zijne omhelzing had bevrijd. „Dat gelaat, zoo
helder en rijk als het licht der zon, die donkere, ondoorgrondelijke
oogen....! Ja. ondoorgrondelijk....! Dat is het juist, wat my de
ziel verscheurt! Wie vermag in het hart eener vrouw te lezen?
Pia, mync godin, wat zijt gij schoon in dit scheidensuur! Het
is alsof gy mij myn vertrek dubbel wilt laten betreuren! Kom,
nog één kus eu roep nu Ermenegilda. Zy weet nog niet wat
het zegt, dat haar vader ten strijde moet trekken...."
Eenige minuten later verscheen Leone met Ugo, Pia en het
verbaasde kind op de trappen van het paleis. Zich inhoudende
ter aanschouwe van zoovele getuigen, kuste hy Pia vluchtig op
het voorhoofd, nam de kleine Ermenegilda nog eenmaal van den
grond op, en drukte daarna den zwijgenden Ugo de Falconari
met eenen veelbeteekenden blik de hand.
Een der edelknapen hield den stijgbeugel gereed. Hij wierp
zich op zynen melkwitten hengst Burrasca en onder het
schetteren der klaroenen reed de prachtige cavalcade de poort uit.
Langen tijd nog staarde Ugo haar van de tinne van het kasteel
achterna.
Toen de laatste speerruiter achter de boschrijke heuvelen ver
dwenen was, ging Ugo naar binnen. Hij bevond zich op eene
der zolders van het kasteel, die tot bewaarplaats diende van eenige
erfstukken van waarde: grooto kasten en ladetafels van prachtig
gesneden olijven- en eikenhout, die bij de toenmaligeu stijl van
het paleis niet meer pasten.
Ugo nam op eene der platte kisten plaats en bekeek het vreemd
soortige snijwerk van eene der grootste kasten, dat gedeelten uit
de geschiedenis van Jezus voorstelde: stijve, ernstige figuren, alle
met dezelfde uitdrukking op het gelaat in stijf geplooide kleeding
een werk van een lang vergeten Bijzantijnschen kunstenaar.
Zooals Ugo daar zat, zou men hem voor eenen kenner hebben
gehoudenen toch waren zyne gedachten ver van de geschiedenis,
die hij zoo aandachtig beschouwde. Het ging hem als iemand,
die, uit liet volle daglicht komend, in eenen grafkelder afdaalt;
De afdeelingen der Eerste Kamer hebben rapport
uitgebracht over de verschillende Hoofdstukken der Staats-
begrooting voor 1886. Omtrent Marine lezen wij:
„In aansluiting aan de algemeene beschouwingen keurden
vele leden het hoogere eindcijfer dezer begrooting af,
overtuigd, dat ons klein land niet aan alle eischen van de
vooruitgaande wetenschap kan voldoen. Men vroeg vol
ledige openlegging van 's ministei's plannen met opgave
van kosten. De verkregen resultaten op de Rijkswerven
werden ongunstig beoordeeld. Voor afschaffing der werven
van aanbouw openbaarde zich nog al veel gezindheid.
Over dit onderwerp heeft de heer Stork eene nota over
gelegd, waarin de steller nadere gronden aanvoert voor
zijn reeds vroeger geopperd denkbeeld om de Marine te
ontheffen van het bouwen en herstellen der marineschepen
en dit op te dragen aan de particuliere industrie.
Flanor geeft in zijn Vlugmaren mede een lesje in den
goeden smaak. Na er op gewezen te hebben dat bij onze
prachtboeken tegenwoordig veel gezondigd wordt tegen
den smaak, vervolgde^ hij
„In de „pampiere werelt" heerscht ook een andere
dwaasheid, die van het onafgesnedene Hollandsche. De
reden waarom een boek met onafgesneden papier vroeger
werd geacht en gezocht is, dat 1. het uit geschept, met
de hand gemaakt, papier bestaat, dat beter is dan het
machinale2. dat nien zoo het boek ongeschonden, vierge,
behoudt. Zoodra echter het boek wera aangekleed en in
fraaien band gedost, dan sneedt men het wel af, omdat
dit bij de kleeding en deftigheid past. Tegenwoordig ont
vang ik uitnoodigingsbrieven en aankondigingsbrieven van
huwelijk of overlijden op onafgesneden Hollandsch papier;
iets dat geheel tegen het decorum strijdt en geen reden
van bestaan heeft. Ook voor gewone brieven vind ik
dat niet mooi. Ja zelfs heb ik al onafgesneden visite
kaartjes gekregen. Het gekste van dat geval is, dat zulk
maar dat de grove, gekartelde, ruwe kant kunstmatig
aldus gemaakt wordt! Zoo krijgt men papier, dat afge
sneden is om onafgesneden te schijnen!
„Wanneer smaak niet anders is dan keus, voorkeur,
zin aldus vervolgt hij, dan is hij willekeur en kan
men er niets tegen betogen. Ik houd niet van bier, zegt
de een; ik heel veel, zegt de tweede. Daar kan men niet
veel aan doen. Maar smaak in zaken van schoonheid,
decorum, manieren, schrijven en uitdrukking, is geen
en wat hem verblindde, was niet de achterblijvende indruk van
de in den zonneschijn flikkerende helmen en harnassen, maar de
gloed van den hartstocht, die zijn binnenste in vlam bad gezet.
In de eenzaamheid van het stille zolderkamertje liet hij zijn
geheele leven aan zijn geestesoog voorbijtrekken, om tot de slot
som te komen, dat zijn doel gemist en zijn leven verloren was.
Opgegroeid met Leone della Pietra, moest hij het reeds als
knaap ondervinden, dat zijn makker, met hem vergeleken, buiten
gewoon door het lot begunstigd was. Wanneer zij onder de
leiding van den priester Petronio de geschiedenis leerden der
Heilige Kerk, had Leone dezelfde les, waaraan Ugo den geheelen
namiddag besteedde, in twintig minuten van buiten geleerd: en
wanneer de "priester hem dan overhoorde, sloeg Leone zich met
de meeste gemakkelijkheid door alles heen; terwijl Ugo meer
malen bleef steken bij de gedeelten waarop hij den langsten tijd
had gestudeerd.
Zoo oogstte hy bij al zijne vlijt niet zelden eene berisping of
een scherp verwijt; terwijl Leone zich steeds mocht verheugen
in het „optime!" van den tevreden leermeester.
Drie of vier malen moest Ugo het zclf3 verkroppen, dat de
priester hem den benijden Leone als een voorbeeld van ijver en
rustelooze „diligentia" voorstelde; terwijl Ugo maar al te goed
wist, wat bij Leone de vrucht was van zijne vlijt-, en wat die
van zijn goed geluk en zijne meerdere geestesgaven. Toen reeds
benijdde hij Leone; doch, zonderling! hij gevoelde tevens harte
lijke genegenheid en bewondering voor zijnen speelmakker. Zijne
geheime verbittering keerde zich niet zoozeer tegen den vriend
als wel tegen het noodlot, dat hem zoo misdeeld had.
Ugo zou zich wel getroost hebben over Leone's meerdere kennis
en grootere talenten, indien deze hem op het punt van lichaams
oefeningen, als vechten, rijden, gymnastiek en wat toen ter tijde
meer in de mode was, den voorrang gelaten had. Maar ook hier
in toonde Leone telkens zijne meerderheid. Dit was des te pijn
lijker voor Ugo, omdat deze zelf hierbij den meesten jongelieden
in Siena de loef afstak. In een geheelen omtrek was hij sedert
zijn twintigste jaar bekend als de beate boogschutter, evenwel
met uitzondering van den trotschen Leone, die hem bijna zonder
missen de prijzen afwon. In het kort, waar Leone en Ugo
ook te zamen optraden altijd drong Leone zijn vriend op den
achtergrond. De benijde zelf was zich zijner meerderheid niet
bewustde omgeving merkte haar echter spoedig op, en al stelde
Ugo zich de dingen ook wat al te zwart voor, in de oogen der
edelvrouwen van Siena geleek Ugo naast Leone de waterdrager
naast den ridder, het maanlicht naast de zon, de panter naast
den leeuw. Zinspelende op den naam Leone, had de geestige
Maria de Ricci eens deze vergelijking met den panter gemaakt,
terwijl zij wist dat Ugo haar verstaan moesten deze onderdrukte
het smartelijk gevoel, dat hij daarbij ondervond, met de zacht
gemompelde woorden: „Ja, zij heeft geljjk!"
Ook op staatkundig en krijgskundig gebied was het lot hem
minder gunstig. Het scheen wel, of geheel Sina gezworen had
dat Ugo in alles slechts de schaduw zou zijn van zijn meer be
gaafden vriend.
Zoo brak allengs het tijdstip aan, waarop Leone in den kring
der Sineesche edelvrouwen, en ook daarbuiten tusschen de
dochteren der burgery, als een bonte vlinder heen en weder