werden goed voorgedragen, en vooral verdienden de zang stukken, welke door gemengd koor, uit een 25tal dames en een 15tal heeren bestaande, werden ten gehoore gebracht, de luide toejuichingen, welke daaraan ten deel vielen. De directeur, de heer Vis, aan wien de leiding is toevertrouwd, mag zich inderdaad verheugen over de vorderingen, welke het gezelschap in den laatsten tijd op het gebied der zang kunst zich heeft weten eigen te maken. Het muzikaal genot van dezen avond werd nog verhoogd door de wel willende medewerking van acht leden der Liedertafel //Zang en Vriendschap" uit Haarlem, die- door de uitvoering van verschillende quartetten en solo's, zich de toejuiching van de talrijk opgekomenen, waaronder vele notabelen dier gemeente, volkomen waardig maakten. Tengevolge het op verzoek verleenen van eervol ontslag aan den heer P. Frankenhout als hoofdadministrateur der Algemeene Armen-Commissie in de gemeente Sint- Maarten is, in de vergadering van den Raad dier gemeente van 1 dezer, in diens plaats benoemd de heer A. Fraij, aldaar. De bevolking der gemeente Schoorl bedroeg op 31 December 1884: 701 m. en (192 v., te zamen 1393 personen. In 1885 zijn geboren: 23 m. en 24 v., tezamen 47; ingekomen van elders: 15 m. en 24 v., te zamen 39. Overleden zijn: 15 m. en 15 v., te zamen 30; vertrokken naar elders: 28 m. en 33 v., te zamen 61. De bevolking is dus verminderd met 5 m. en bestond op 31 December 1885 uit: 696 in. en 692 v., te zamen 1388 personen. Levenloos aangegeven in 1885: 2 m.; gehuwd 15 paren. Getal schoolgaande kinderen: in de gemeente: 114 m. en 119 v., te zamen 233; buiten de gemeente: 3 m. en 4 v., te zamen 7. Kinderen tusschen 6 en 12 jaren, die nog geen school bezoeken of die haar reeds hebben verlaten 1 m. en 5 v., totaal 6. Het water op de rivier de Maas blijft sterk wassen. Uit 's Hertogenbosch wordt gemeld, dat de stad aan twee zijden door den hoogen waterstand is afgesloten, namelijk aan den Pettelaarschen weg en aan den weg tusschen 's Hertogenbosch en Deuteren. Op laatstgenoemden weg wordt het verkeer nog zoo goed mogelijk onderhouden door roeibootjes. De sluizen der stad werden jl. Maandag gesloten en Dinsdag begon men met de uitmaling van kwelwater. Jl. Maandag morgen had te Maastricht een droevig ongeluk plaats. Omstreeks 7i uren brak een hevige brand uit ten huize van den heer Ham oir, in de Muntstraat. Een kachel werd met petroleum aangemaakt, waarbij de vlam zich aan de daar aanwezige kleedingstukken mede deelde. De heer Hamoir, die beneden in den winkel was, bekwam wel eenige brandwonden, maar redde zich met één kind door de deur. Ook de meid, twee kinderen en een bejaarde vrouw, die zich op de eerste verdieping be vonden, wisten zich te redden. De laatste is door een dakgoot naar een ander huis gevlucht, terwijl de meid met twee kinderen langs een smalle kroonlijst naar dat zelfde huis ontkwam. Op dezen gevaarlijken tocht moest zij een der kinderen loslaten, dat door de omstanders werd opgevangen. Ongelukkig bevond zich de vrouw van den heer Hamoir, met nog twee andere kinderen, waarvan het eene drie en het andere zes jaar oud was, op de tweede verdieping. Aan redden viel niet te denken, daar de vlam en de rook elke poging tot redding onmogelijk maakten. Men heeft dan ook de verkoolde lijken van deze drie ongelukkigen gevonden. Het Geïllustreerd Politienieuws bevat de volgende waarschuwing #/Op het gebied van bedrog, om geen ander woord te bezigen, is door eenige personen te Amsterdam weder iets nieuws bedacht, eene speculatie op het gevoel van dieren vrienden en liefhebbers van kanarievogels.Slechts een advertentie in het Nieuws van den Dag is genoeg om een aardig voordeel te behalen. Zoo geschiedde ook dezer dagen. In genoemd blad werd ten geschenke aangeboden een Saksische kanarievogel, door een naar Indië vertrek kende familie. De kosten der advertentie moesten natuur lijk door den ontvanger van den gevederden zanger betaald razend verliefd op mij was. Indien het u dus hetzelfde is, zou ik liever den weg naar Rome en Napels willen inslaan." Ugo kon zijne voldoening ternauwernood verhelen. Indien Ersilio zich zoo ver verwijderde, scheen de noodzakelijkheid om hem later als gevaarlijk getuige uit den weg te ruimen, zoo goed als uitgesloten. Deze oplossing was toch gemakkelijker dan het gebruik maken van cenen gehuurden dolk of van het vergif des beruchten Dosso di Campo. Want ook daarvoor zou Ugo de' Falconari niet terugdeinzen, indien het door den loop der omstandigheden gevorderd mocht worden. Was die daad echter te vermijden, dan zou hem dit niet onwelkom zijn, want Ersilio had hem nooit kwaad gedaan. Te midden van zijne afschuwelijke plannen was de stem van zijn geweten nog niet geheel en al gesmoord. wDat is mij volkomen onverschillig," hernam hij op luchtigen toon. //Cortona of Napels indien gij Siena maar vermijdt. Luister nu, dan zal ik u zeggen wat ik van u verlang! Eerst echter moet gij zweren, dat gij het gehoorde eeuwig geheim zult houden." «Dat spreekt van zelf, uwe Hoogheid, Zoo gij het echter eischt, zweer ik het u bij mijnen schutspatroon. Ik zal zwijgen, als ware het een biechtgeheim." z/Goed, ik geloof niet dat gy uwen eed zult schenden. Ont houd intusschen nog dit: Ugo de' Falconari is een gevaarlykc vijand, die iedere trouweloosheid ten bloede toe vervolgt." //Bedreigingen zijn bij mij niet noodig, heer." „Des te beter voor u. Kunt gij lezen?" „Ja, heer." „Lees dan dezen brief!" Hy overhandigde hem het schrijven van Leone. „Piero de' Tolomei..,." zei Ersilio getroffen, „dezelfde die mij bijna in het verderf had gestort.... Hoe, was hij een broeder van de Signore en dus de zwager van onzen Capitano?" „Wist gij dat dan niet?" „Hoe zou ik het hebben kunnen vermoedenSignore Pia's broeder by de Guelfen I En dus is hij gevallenZonderling, ik moest er my in verheugen, want ik heb cenen grimmigen haat opgevat tegen den overmoedige; maar hoe het komt, weet ik niet toch doet het mij leed om des vaders wil!" „Enkel om des vaders wil? Ook Pia, de echtgenoote van den Capitano, heeft haren broeder hartstochtelijk liefgehad gij kunt het zelf zien uit hetgeen de Capitano schrijft en indien gij haar kendet, zoudt gij in de eerste plaats aan haar denken. Zijt gij gereed met den brief?" „Ja." „Dan weet gij met hoeveel bezorgdheid de Capitano mij op het hart drukt, Piero's dood zoo lang mogelyk voor Signore Pia geheim te houden. Om dit te kunnen doen, heb ik uwe hulp noodig." (Wordt vervolgd.) worden, echter geheel ten voordeele van de linnenmeid, die het vogeltje altijd had opgepast. Iemand schreef op de advertentie, vroeg de voorkeur, en jawel, reeds den vol genden dag kwamen er aan zijne woning twee mannen (honden- en vogelkoopers) met een mooi geel vogeltje. Het kooitje werd terug verzocht, tevens oen quitantie vertoond van de advertentiekosten, ten bedrage van f 2.80, zoodat met inbegrip van de nog geschonken fooi voor de linnenmeid, het kanarietje zoo wat betaald was. Later bleek echter dat het vogeltje een pop was, hoogstens 25 h 50 cent waard. Intusschen is gebleken dat een der mannen een kistje bij zich droeg waarin een groot aantal vogels was (waar schijnlijk alle van naar Indië vertrekkende familiën) terwijl de tweede een aardig pakje brieven in de hand had, allen van liefhebbers, die op zijne advertentie hadden gereflec teerd en nog bezocht moesten worden. Op dezelfde wijze handelen sommigen met honden. Uitsluitend aan dierenvrienden wordt dan voor f 17.50 of f 12.50 een rashond te koop aangeboden, met inbegrip van halsband en ketting, gewoonlijk een fraai exemplaar, ziekte gehad, mak bij kinderen, trouw, niet zelden van op deze of gene tentoonstelling bekroonde ouders. En wat leveren zij dan? Of een gewoon exemplaar zonder eenige handels waarde, of een hond waarvan zij het eigendomsrecht zeer moeilijk zouden kunnen bewijzen. Wij hebben gemeend wel te doen, door de vermelding van deze nieuwe praktijken het publiek te waarschuwen, zoo mogelijk voor teleurstellingen en onaangenaamheden te vrijwaren. In Engeland, waar men ook eene studie maakt van kunstmeststoffen, wordt, behalve van de gewone soorten, ook veelvuldig gebruik gemaakt van de zoogenaamde Afrikannsche guano, welke in niets van de Peru-guano te onderscheiden is. Ook wendt men er veelal de schuimaarde en pulpe tot mest aan, zoogenaamden afval van fabrieken, welke uitstekend voldoet. Dat men echter ook daar wel eens bedrogen is met de vele nieuwe mestsoorten, blijkt hieruit, dat voor eenigen tijd met veel ophef West-Indische phosphaat aangekondigd werd als eene uitnemende mest stof, welke evenwel bij onderzoek bleek te bestaan uit.... ketelsteen van stoomschepen. Een beschonken man met een mand met worst op den rug, veroorzaakte jl. Maandag in de Westerstraat te Amsterdam een volksoploop. Eenige jongens hadden nl. de aai'digheid eenige worsten, die zij uit de mand genomen hadden, onder de honden, die bij het opstootje aanwezig waren, te verdeelen, tot groot genoegen van het publiek. De politie liet den man loopen. Twee schooljongens bespreken met elkander de gevolgen van den hevigen wind, die gewoed heeft. De een zegt: „Het woei zóó hard, dat mijn hoed vóór de deur van mijn hoofd ging en over het dak in den tuin terechtkwam. Moê schrikte verschrikkelijk, omdat zij dacht, dat ik het was „O!" zegt de ander: de vorige keer woei het veel harder, want toen zei mijn pa tegen moê, als het zóó doorgaat, waait de hypotheek nog van het huis!" Gemeenteraad van Zijpe. Zitting van Dinsdag 2 Februari 1886. Afwezig de heer Brommer. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat de verlaging van het tractement der onderwijzeres te Burgerbrug door Gedep. Staten is goedgekeurd. Ilij stelt voor, onmiddellijk tot de benoeming van bedoelde titularisse over te gaan. Hieraan wordt gevolg gegeven en wordt als zoodanig benoemd No. 1 van een door het Dag. Best. opgemaakt drietal, nl. mej. J. E. H. Boelhouwer, te Vreeland. Aan de orde is de benoeming van een Armvoogd. Door het College van Armvoogden werd als zoodanig aanbevolen de heer M. Bossen, die dan ook met algemeene steramen benoemd wordt en zich, op eene daartoe strekkende vraag van den Voorzitter, bereid verklaart die betrekking aan te nemen en met den noodigen ijver te willen vervullen. Aan den Raad wordt daarna aangeboden het kohier der honden belasting. Hierop zijn gebracht: 176 honden, waarvoor f 2.—, en 86, waarvoor f 1.belasting wordt betaald, zoodat het totaal bedrag wordt f 439. Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Aan de orde wordt gesteld de behandeling van het contract met de gemeente Petten, betreffende de in de Zijpe wonende en te Petten schoolgaande kinderen. Toen de gemeente Petten met 1 Januari 1886 geen toestemmend antwoord had ontvangen op hare aanvraag om als vergoeding voor dat onderwijs voortaan f 100 meer te ontvangen per jaar dan tot heden, werd den 2 Januari een gedeelte van bedoelde kinderen niet in de school toegelaten. Daarop hebben B. en W. van Zijpe zich gewend tot den heer Kappeijne Van de Coppello, te Amsterdam, om rechtskundig advies. Dit advies werd in zijn geheel voorgelezen, was zóór lang, bevatte tal van aanhalingen on voorbeelden van verscheidene geschillen tusschen verschillende gemeenten, van tijd tot tijd ontstaan over diverse zakenvan uitspraken van rechters en van Gedep. Staten; van koninklijke besluiten, enz.; alles om te doen uitkomen, dat deze zaak behoorde te worden beslist door de burgerlijke Rechtbank; dat de gemeente Petten, volgens art. zooveel van het Burgerlijk Wetboek, geen recht had om het bestaande contract te verbreken, zonder goedvinden ook van de andere party, en adviseerde dus tot het aanvangen van eene procedure. Om daartoe te komen, is echter noodzakelijk, dat de handel wijze van Petten wettig kan worden geconstateerd. Daarom vervoege zich een der afgewezene kinderen, van een deurwaarder vergezeld, aan de school, opdat by afwijzing hiervan proces-ver- baal worde opgemaakt. De heer Schuit vraagt, of dit laatste reeds gebeurd is? De Voorzitter deelt mede, dat hij zich met drie kinderen en den heer Van der Maaten, deurwaarder bij de Arrondissemcnts- Rechtbank te Alkmaar, aan de school heeft vervoegd en toelating gevraagd, waarop hem door den onderwijzer is geantwoord, dat deze stellige instructiën had om ze niet toe te laten. Ook de Burgemeester van Petten, die er bij geroepen werd, verklaarde, dat toelating niet mogelijk was. Daarbij is door den heer Van der Maaten proces-verbaal opgemaakt. Nu is aan de orde de vraag: Of men zal gaan proce- deeren De Voorzitter meent, dat men daarmee dient voort te gaan. De heeren Biersteker, Paarlberg en Van Beusekom oordeelen evenzoo. De heer Nobel echter meent procedeeren ernstig te moeten ontraden. Dat kan slechts veel kosten veroorzaken, lang duren en voor de betrokken kinderen geen of onvoldoend onderwijs geven. Buitendien acht hij eenige verhooging billijk, en geeft den Raad wel in bedenking, dat, wanneer men zelf voor het onderwijs moet zorgen, de kosten veel hoogcr zullen zijn. Hij stelt voor, om nog eene Commissie te bencemen, ten einde met Petten te onderhandelen. Hij heeft alle reden om te gelooven, dat men, met eenigen goeden wil en de billijkheid in bet oog houdende, zal slagen. Dit wordt door den Voorzitter en verschillende leden nadruk kelijk bestreden. De heer Biersteker zou wel willen schikken, maar gelooft niet, dat Petten handelbaar zal worden bevonden. De heer Francis verhaalt van twee naburige gemeenten, waar een dergelijke over eenkomst was gesloten en waar door de eene steeds meer werd gevraagd en door de andere altyd gegeven, tot het op het eind al te erg werd. De heer Van Beusekom vreest ook stellig, dat wanneer men nu van toegeven spreekt, de Raad van Petten zal meenen, dat men het proces niet aandurft, en deze de eischen nog hooger zal stellen. Nog wordt opgemerkt, dat in ieder geval de goedkeuring van Gedep. Staten wordt vereischt om te kunnen procedeeren en de mogelijkheid bestaat, dat die goedkeuring niet verleend wordt, 't zij aan beide of een van beide gemeenten. Dan zou men tot schikken genoodzaakt zijn. Het voorstel Nobel, om eene Commissie te benoemen, in rond vraag gebracht, wordt met 6 tegen 4 stemmen verworpen. Tegen stemden de heeren Van Beusekom, Francis, De Wit, Biersteker, Paarlberg en do Voorzitter. Nu vraagt de heer Nobel het woord en doet de volgende mede- deeling: Hy heeft den Burgemeester van Petten gesproken en die verzekerde, dat hij met den Burgemeester van Zijpe reeds meer malen had geredeneerd over de verhooging van bedoelde vergoe ding en men te Petten die oorspronkelijk op f 400 had willen stellen. Toen was voorgesteld, om dan niet vier-, maar driehon derd gulden te vragen, en zóózeer de waarschijnlijkheid uitge sproken, dat dit bij den Raad van Zijpe gunstig zou worden ontvangen, dat hy (de Burgemeester van Petten en alzoo ook de Raad aldaar) aan de verkrijging van honderd gulden niet twijfelde. Vandaar, dat eerst in November dit voorstel vanwege Petten was gedaan. Indien men gerekend had op zóóvele bezwaren, zou dat eerder gebeurd zijn. „En evenwel," zegt de heer Nobel, „was het de Burgemeester van Zijpe, die voorstelde om op het verzoek van Petten afwijzend te beschikken." Nadat nu nog eens was gediscussieerd over de wenschelijkheid om te schikken, en door sommigen zelfs was verklaard, dat zij, wanneer Petten nog met honderd gulden verhooging tevreden was, bereid waren die toe te staan, werd het voorstel van den Voorzitter om te procedeeren aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren Nobel, Kaan en Biersteker. Daarop wordt door den Secretaris een concept-besluit voorge lezen, in den vorm opgemaakt, en waarin de overwegingen, die tot dit besluit leidden, duidelijk waren uiteengezet, bij voorbaat door hem in orde gebracht om, met de noodige bijvoegsels, aan Gedep. Staten te worden opgezonden, wanneer het besluit in dezen geest mocht vallen. Dit concept wordt goedgekeurd. Aan de orde is een adres van 35 ingezetenen van Hazepolder en Pettemerkluft, houdende het verzoek aan den Raad om te voorzien in de behoefte aan onderwys aldaar, en waarin wordt gewezen op de omstandigheid, dat door kinderen van 6 a 7 jaren in dit jaargetijde het afleggen van een uur gaans heen en ook terug ondoenlijk is, zoodat die geheel van onderwijs verstoken blijven. Men besluit te antwoorden, dat de Raad hierin zal trachten te voorzien. Nog wordt voorgelezen een adres van koffiehuishouders in de gemeente Zype, houdende verzoek om ontslagen te worden van de belasting, door de gemeente geheven op het houden van tooneel- voorstellingen en danspartijen. De Voorzitter deelt mede, dat die verordening indertijd werd gemaakt, omdat die feestelyke bijeenkomsten zoo verbazend toe namen. Hij ziet niet in, waarom daarin verandering te brengen. De heer Biersteker zegt daarbij, dat die belasting geheven wordt naar het aantal muzikanten dat men in dienst stelt, en daar men even goed kan dansen voor éóne viool als voor drie, hangt het voor een goed deel van den kastelein af, om die belasting hooger of lager te doen worden. Met algemeene stemmen wordt besloten, hierop afwijzend te beschikken. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de zitting. Buitenland. Jl. Dinsdag namiddag is op de Mersey, nabij Liver- pool, oproer uitgebroken aan boord van liet oorlogsschip Clarence, dat gebruikt wordt als inrichting ter verbetering van jeugdige kwaadwilligen. Deze hebben gewapenderhand de officieren aangevallen, die dit wel met revolverschoten beantwoordden, maar toch door de overmacht van getal sterkte der aanvallers genoodzaakt werden, naar de kajuiten de wijk te nemen. In het gevecht zijn eenige officieren en 18 oproermakers gekwetst. Na dien strijd hebben de jeugdige muiters de booten uitgezet om naar de kust te ontkomen. Doch door de bemanning van andere schepen achtervolgd, werden zij tegengehouden en naar hun schip teruggebracht, waarna er 13 terstond in hechtenis werden gebracht. Jl. Zaterdag viel, vier mijlen van de Engelsche kust, bij Grutness, op een schip, waarop zich een kapitein, twee matrozen en eene oude halfzieke vrouw bevonden, de kapi tein overboord. De matrozen gingen in de sloep om hem te redden, hetgeen mislukte. Maar intusschen dreef het schip weg, zoodat de oude vrouw thans alleen daarmede rondzwalkt. Dr. Stepp heeft te Neurenberg eene lezing gehouden in eene Vereeniging voor Hygiène „over de kleeding." Die geneesheer bestrijdt daarin „Jagers Wolregime" en raadt aan, liever katoen te dragen (op zijn hoogst flanel onder een katoenen hemd) voor onderkleederen en buckskin voor bovenkleederen, een en ander van dikkere of dunnere kwaliteit, naarmate het jaargetijde kouder of warmer is. Te St. Petersburg staat dezer dagen eene bende terecht, die er haar werk van maakte paarden en rijtuigen (of sleden) van huurkoetsiers te stelen. De leden van die bende zochten de beste voertuigen en paarden uit, huurden die en stapten aan deze of gene herberg af, waar zij den koetsier een glas brandewijn aanboden, waarin zij een bedwelmend poeder mengden. De koetsier viel dan weldra in slaap en zijn passagier maakte zich met zijn eigendom uit de voeten. Een lid der bende was een geneeskundige, die het poeder verschafte. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur! In uw blad van heden lees ik, dat een adres is ingezonden aan den Gemeenteraad, door eenige ingezetenen onderteekend, de strekking hebbende om te verzoeken, zoodra de geldmiddelen het toelaten, dat een brug worde gesticht over het Heldersch Kanaal tusschen de Keizerstraat en de Windsteeg, enz. „Zoodra de geldmiddelen het toelaten." De geachte inzenders van dat adres zullen toch zeker niet bedoelen zoodra do geld- leening van f 80,000 volteekend is? want daarvoor is wel iets anders te doen. De Gemeenteraad zal gewis het onhoudbare

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2