RELRERSUHE EK NIEUWED1EPER COURANT. Nieuws- en AdverteetieliM voor Hollands Noorderkwartier. 1886. N°. 17. Jaargang 44. Zondag 7 Februari. Uitgever A. A. BAKKER Cz. PIA DE' TOLOMEI. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad ver tent iën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnenland- Het Ned. Am. Weekblad stelde onlangs voor om 20,000 onzer jonge, bekwame handwerkslieden, volkomen gezond, van goed gedrag en drank vrij, te doen verhuizen naar Amerika en Canada. Nadat de Werkmansbode zelf reeds een waarschuwend woord over dat voorstel had gezegd, bracht de heer C. N. Gerritsen in het laatste nommer van hetzelfde Weekblad zijne bezwaren te berde. Wij ontleenen aan zijn artikel het volgende „Laten wij nu eens zien wat er zal gebeuren met de 20,000 die naar een vreemd, hun volkomen onbekend land trekken, waar een hun onbekende taal gesproken wordt en de zeden en gewoonten zoo verschillend zijn van de hunne. Elk zou f 100.reiskosten ontvangen. Voor die som kunnen ze de plaats hunner bestemming bereiken. Met hun ledigen zak kunnen ze den tijd er niet van nemen, om voor hun geschikt werk te zoeken; wat voorkomt, moeten ze aanvaarden, en met het aangeboden loon zullen ze, hoe gering het ook wezen moge, uit nood genoegen moeten nemen. Dat daar zoo gemakkelijk werk zou te vinden zijn, zien wij dagelijks tegengesproken. De National Reformer bevat o. a. het volgende bericht: „Uit de tabellen, verstrekt door de New-York Commercial Agencv blijkt, dat, terwijl in 1880 het aantal werklieden, dat in 21 Staten van Noorcl- Amerika in fabrieken en werkplaatsen arbeid vond, 2,450,479 bedroeg, het nu 350,000 minder bedraagt, niettegenstaande de enorme toeneming der bevolking, die in de laatste jaren plaats vond. Uit het onderzoek, door het Agentschap in gesteld, blijkt, dat 32 van de 272 groote katoenspinnerijen het werk hebben gestaakt en 55 van de 187 wolkammerijen. De wolfabrieken van New-Engeland hebben aan 21,000 werklieden ontslag gegeven en in Lowell County (Massa- chusetts) alleen zijn 2300 werklieden minder in dienst dan in 1884. De meeste weverijen werken slechts drie-vierde van den gewonen tijd. In den Staat New-York zijn 14,000 arbei ders zonder werk. Loonen zijn 20 h 25 pCt. gedaald en, volgens eene circulaire van de Fall-River-wevers, is de 9) Door ERNST ECKSTEIN. Met toenemende verbazing keek Ersilio hem aan. „De zaak ia deze," vervolgde Ugo. „Nog voor den aanvang der schermutseling, waarin Piero het leven liet, had hij aan zyne zuster bericht gezonden, dat hij terstond na den heslissenden slag, hetzy dc leliënhanier mocht zegepralen of niet, heimelijk naar Siena zou komen, om haar cindelyk, na hunne jarenlange scheiding, eens weder in zijne armen te kunnen sluiten. Heden in ditzelfde uur wellicht is het lot beslistnog vóór middernacht kan de tijding hier wezen, cn dan wacht Madonna Pia te vergeefs. Zij zal zich ongerust maken. Zij zal navraag laten doen en dientengevolge de vrceselijke waarheid eerder ver nemen dan haar echtgenoot wcnscht. „Is dat duidelijk?" „Zoo klaar als de dag." „Goed. Gy, Ersilio, hebt in houding en voorkomen eene wonderbare overeenkomst met Piero. Zoodra gij binnentraadt, is het mij in het oog gevallen, hoewel de zon toch helder genoeg door de vensters scheen. Kwaamt gy nu in uwen mantel gehuld des nachts in het park, cn spraakt gij, zooals de omstandigheden dit van zelf zouden eischen, niet anders dan fluisterend, dan verwed ik er mijn hoofd onder, dat Pia de verwisseling niet bemerkt, vooral omdat zij haren broeder in vele jaren niet gezien heeft. Wij stellen den Capitano dus in de gelegenheid haar langzamerhand voor te bereiden; bij den overspannen toestand, waarin zy verkeert, zou het plotselinge doodsbericht haar al te verpletterend in de ooren klinken. Wat dunkt u, Ersilio, zoudt gij deze rol op geloofwaardige wijze kunnen vervullen?" „Waarom niet? Indien ik werkelijk de eer heb op den door- luchtigen heer te gelijken." „Sprekend," betuigde Ugo. „Nu weder dit gebaar het is alsof ik hem voor mij zie, den armen Piero de' Tolomei. Dus gij wilt het wagen?" „Zonder twyfel, uwe Hoogheid! Deel mij slechts mede wat ik zeggen moet, en bepaal het uur en de plaats, die gij het ge schiktst acht." „Het onderhoud kan zeer kort zijn vijf minuten op zijn hoogst, want Pia zal vreezen dat hare afwezigheid in het paleis zal worden opgemerkt. Haren vader Gregorio, naar wien zij u vragen zal, hebt gij gezien; omtrent het verdere de ver houdingen in Florence, het verleden hier in Sicnna en wat dies moor zy zal ik u later wel nader inlichten. Nu ontbreekt ray de tijd. Kom twee uur vóór middernacht op het punt waar de Lorenzo-straat op het Santa-Tercsa-plein uitloopt. Blyf tot zoolang in de herberg en vermijd de nabijheid van Sor Donato en de overige knechten. Het beste zou zijn den stalmeester nu terstond te zeggen, dat gy van uw voornemen afziet." „Zal hij dat maar zoo voetstoots gelooven?" „Zeg dan maar dat ik u niet hebben wil! Uw gemis van alle getuigschriften kom, gy zult er u wel uitredden! Ziedaar, vijftig scudi handgeld; zoodra gij uwe rol als Piero gespeeld hebt, zal ik u de andere helft in de herberg doen toekomen, en met het geld tevens uwen reispas. Dan verlaat gy Sienna nog in denzelfden nacht." Ersilio nam het goud in ontvangst. „Duizendmaal dank!" zeide hij, met een tevreden glimlachje. „Piazza Santa-Teresa dus." „Twee uur vóór middernacht." prijs voor een stuk goed van 25 yards (22 meter) lang, die 30 cents (75 cents Hollandsch) in 1873 was, nu slechts 18 cents (45 cents Hollandsch). Van de 1417 fabrieken in de provincie Ontario, in Canada zijn er, 72 gesloten of werken minder uren en 3089 werklieden zijn ontslagen, terwijl 2470 slechts den halven tijd werken. In de provincie Quebec zijn de loonen in de wol- en katoenfabrieken 10 pCt. De National Reformer laat hierop volgen„In spijt dezer herhaalde berichten omtrent slechte tijden in Canada en Noord-Amerika, worden er toch nog steeds lichtzinnige of domme menschen gevonden, die voortgaan het arme volk tot verhuizing daarheen te bewegen." De Staatscourant behelst het verslag der commissie belast met het afnemen der examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardij schepen. Dit verslag wordt met de volgende behartigenswaardige woorden besloten: „Hare indrukken resumeerende is de commissie ook nu, evenals 7 jaren geleden na hare eenjarige ondervinding, van oordeel dat vóór alles moet worden gestreefd naar een doelmatige aansluiting van het zeevaartkundig onder wijs aan het uitgebreid lagere, zoodanig dat een door- loopende cursus worde gevormd en dat in verband hier mede de regeling van het zeevaartkundig onderwijs bij de wet, in afwachting waarvan nu reeds acht jaren lang van staatswege gelegenheid wordt gegeven tot het verkrijgen van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardij schepen, als een dringende eisch des tijds moet worden ter hand genomen. „Vooral met het oog op de toekomst, nu de strijd van het bestaan overal en in alle vakken zooveel krachtiger wordt aangebonden, is een voorziening in deze behoefte, die met twee groote belangen in Nederland handel en scheepvaart samenhangt, dringend noodig, wil de Neder- landsche handelsvloot in het internationale verkeer een standplaats blijven innemen, waarop hare traditiën en natuurlijke aspiratiën haar aanspraak geven. Z. M. de Koning heeft de gouden medaille van ver dienste toegekend aan mevr. Frenkel-Bouwmeester. „Ik zal op mijnen tyd passen! Maar nog iets, heer. Indien Signora Pia mij voor haren moeder houdt, zal zy mij ook als zoodanig behandelen. Zy zal mij omhelzen, kussen en het zelfde van my verwachten." Ugo wendde het hoofd af. Een kwellend gevoel van wrevel maakte zich plotseling van hem meester en joeg hem eenen gloeienden blos op de kaken. Aarzelend begon hij „Ik moet bekennen dat deze mogelijkheid het eenige is wat mij heeft doen twijfelen of mijne krijgslist wel geoorloofd was. Maar daar is niets aan te doen. Wanneer Pia later te weten komt.... dan zal zij zich wel wachten van de lief koozingen te spreken, aan Piero toegedacht, maar eenen onbekende ten deel gevallen. Neen, bezwaar zie ik cr niet in. In het uiterste geval zal men vermoeden.... maar daarover hebt gy u niet te bekommerenLaat u maar gerust welgevallen wat u beschoren wordt, en wees niet te schuchter in het beantwoorden! Dat zou haren argwaan kunnen wekken, want Piero was hartstochtelijk van aard en hij beminde zijne zuster hoven alles." De laatste woorden had hij op somberen, onderdrukten toon gesproken. „Zooals gij beveelt, heer," zeide Ersilio. „Gelukkig, dat ik in dergelijke dingen geen nieuweling ben!" Hij liet het goud, dat hij tot nu toe met welbehagen op de vlakke hand had gewogen, voorzichtig in den zak van zijn wam buis glijden, en verliet het vertrek. „Ik laat my hangen," mompelde hij, terwijl hij de trap afging, „als die doorluchtige Signor de' Falconari geen spitsboef'isWat zijne bedoelingen zijn, kan ik natuurlijk niet doorgronden; maar dat het niets goeds is vooral niet zijn eerbied voor het ver langen van den Capitano daarop durf ik de hostie te nemen. Nu, ik ben Goddank niet geroepen om den edelen heeren van Siena hart en nieren te proeven, en derdehalf honderd seudi voor zulk eene vastenavondgrap noem ik een buitenkansje van belang! Een mensch moet toch maar gelukkig zijn! Nu ben ik in een ommezien een rijk man en ik kus dc vrouw van den Capitano naar hartelust bovendien! De week begint goed, dat moet ik zeggen!" Zoodra Ersilio zich verwijderd had, schoof Ugo de' Falconari den grendel voor de deur en opende eene lraai bewerkte schrijftafel, waarin allerlei brieven en documenten opeenge stapeld lagen. Na eenig zoeken haalde hij uit eenen bundel stoffige papieren een paar briefejs te voorschijn met het onder schrift „Piero de' Tolomei." Met gloeiende wangen boog hij zich daarover heen, en bekeek de letters met den ernst van den geschiedvorscher, wiens taak het is eene gewichtige oorkonde te ontcijferen. Het waren duidelijke, met vaste hand geschreven gothische letters, niet zoo gekruld en versierd als de smaak van dien tijd meebracht, maar aan het antieke schrift herinnerend. Ugo knikte weltevreden. Hem, den meester in de schryfkunst, zou het gemakkelijk vallen, Piero's handschrift zoodanig na te bootsen dat Pia er zich door liet bedriegen. Indien het niet anders kon, zou hij desnoods eene lichte verwonding kunnen voorwenden, die het houden van de pen bemoeilijkte. Hij sloot de briefjes weer in de schrijftafel. Voorloopig kon hij niets doen dan afwachten, want de inhoud van den brief, dien hy wilde opstellen, zou grootcndeels moeten afhangon van den uitslag van don heslissenden stryd. Tot zoolang dus geduld Was de tijding eenmaal gekomen, dan had hij niet meer dan een half uur noodig om het werktuig zijner wraakzucht in orde Naar de Amsterdammer verneemt, is dit eenigszins onver wachte besluit te wijten aan den indruk der laatste voor stelling van „Deborali" te 's Hage. De medaille werd jl. Donderdag avond, in de pauze der voorstelling, aan mevr. Frenkel overhandigd door den voorzitter van den Raad van Beheer van het Nederlandsch Tooneel, den heer Schimmel. Het dezer dagen in onderscheidene dagbladen opge nomen bericht, als zou door den minister van Oorlog de last zijn verstrekt om voortaan alleen onderofficieren met een zeer gunstig gedrag voor zes jaren te reëngageeren, en de zoodanigen, die in hun laatste dienstjaar politiekamer- straf hebben ondergaan, voor reëngagement af te wijzen, blijkt geheel uit de lucht te zijn gegrepen. Wij zijn ver zocht, ten stelligste het bestaan van zulk een lastgeving tegen te spreken. (Het Vaderland.) Thans heeft ook mej. Schlingeman appèl aangeteekend van het tegen haar door de rechtbank te Arnhem uitge sproken vonnis wegens medeplichtigheid aan de poging tot ontvoering der kinderen van den heer Hoek te Apeldoorn. Het Hof te Amsterdam deed jl. Woensdag uitspraak in de zaak tegen M. E. v. L. en A. v. R., het meisje en de jongeling, die in de woning van de moeder van de eerste te Haarlem eenige gouden voorwerpen stalen. Het meisje wordt gestraft met 9 maanden cel, de jongen met 18 maanden. Voor de Rechtbank te Amsterdam is jl. Donderdag de zaak legen den sociaal-democraat Fortuyn, beschuldigd van smaadwoorden gebezigd te hebben in een openbare bijeenkomst tegen openbare autoriteiten. Het gold hier de vergadering van 24 November jl. Vier getuigen waren gedagvaardonder hen de verslag gever van het Handelsblad en die van de Amsterdammer. Het O. M. eischte schuldigverklaring en als straf f 250 boete, subsidiair twee maanden gevangenisstraf, plus de kosten van het geding. Uitspraak over 8 dagen. De beklaagde verdedigde zichzelf en ontkende de bedoeling tot beleediging. Had hij in de uiteengejaagde vergadering kunnen spreken, dan zou dit gebleken zijn. Voor den op te richten Bond van Schutterij-onder officieren in Nederland hebben zich uit 20 plaatsen reeds 300 deelnemers aangemeld. Met personen uit 10 ver te maken. En al te lang zou hij niet behoeven te wachten. Nog eenmaal had hij zijn afschuwelijk plan in alle bijzonderheden overdacht, cn zichzelven wegens zijne onvergelijkelyke scherpzinnig heid geprezen, toen Giacomo, zijne kamerdienaar met sidderende hand aan de deur klopte. „Uwe Hoogheid," begon hij, toen Ugo hem verlof had gegeven binnen te treden. „Signore de' Ricci komt in volle vaart aanrijden, vergezeld van Guido de' Pescatori, zynen neef. Het schijnt dat de heeren slechte tijding brengende lansknecht, die my tot u zond, wilde niet recht voor de zaak uitkomen; maar ik geloof dat er bij Colle een vreeselijke slag heeft plaats gehad. De berichten, die Ugo de'Falconari kort daarna moest vernemen, luiden werkelijk verpletterend genoeg. Dienzelfdcn morgen in de vroegte had het Florontijnsche leger langs de geheele linie het gevecht geopend. De Sieneezen, die aanvankelijk met gunstig gevolg wederstand hadden geboden, waren op den linkervleugel weldra zoozeer in de engte gedreven, dat zij na eenige hopelooze pogingen moesten besluiten tot eenen terug tocht, die spoedig in eene overhaaste vlucht ontaarde. De ruiter benden van Gregorio de' Tolomei hadden intusschen eene zoowel overlegde beweging gemaakt, dat zij by het dorpje Arana het vluchtende voetvolk omsingelen konden. Zoo werd by na de geheele linkervleugel van het Ghibellijnsche leger over dc kling gejaagd, uiteengedreven of krijgsgevangen gemaakt. Het overige gedeelte van het leger bood dank zij der doodsverachting van de Sie- neesehe burgerij, aan wie ongetwijfeld de eer van den dag toekwam vier uren achtereen wanhopigen tegenstand. Maar de volgelingen der leliënbanier waren al te zeer in de meerder heid al wat de Capitano bereiken kon, was een voortreffelijk gedekte terugtocht, met slechts de helft van zijn leger. Leone's brief vermeldde dit op korte en bondige wijze. Daarna vervolgde hij „Laat dit weinige u genoeg zijn, mijn waarde Ugo. Yoor onze rust is het helaas te veel. Over een paar uren hoop ik zelf te Siena te zijn. Maak het zorgwekkende van den toestand in de stad bekend, en houd u dapper. De Florentynen zullen ons spoedig genoeg op de hielen zitten. Blijf voorloopig rustig gelijk de tyger, die zich tot den heslissenden sprong voorbereidt. Mocht Taddeo de Ricci bij de aankomst van dezen tweeden bode nog niet weer vertrokken zijn, dan kan hij zich de moeite van den terugtocht besparen. „Hoe snel is dit alles in zijn werk gegaan! Hoe geheel overeenkomstig ons droevig voorgevoel en toch, hoe onver wacht! „Welnu, Siena kent zijnen plicht! Leone." Heden nog zou Pia haren gemaal dus wederzien. Dat was de éénige gedachte, waarvoor er plaats was in Ugo's brein. De razende ijverzucht op den benijdenswaardige, die nu Pia in de armen zou sluiten en gelukkig zou zyn in het bewustzijn van de onverdeelde liefde der bekoorlijke vrouw, drong al het overige naar den achtergrond. Niet den strijd tegen Florence, niet de nood zakelijkheid der verdediging, maar het koortsachtig verlangen naar wraak was het eenige, waarmee de brief van den Capitana Ugo's ziel vervuld had. Wie weet echter of de jobstijding van de nederlaag bij Colle niet meer invloed op Pia zou hebben, dan al zijne welsprekendheid. Zij moest nu wel inzien, dat hare ure gekomen, dat het eens en voor altijd gedaan was met de heerschappij van den Capitano. Leone'a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1