HELDERSCIIE E\ MEIWEDIEPER OOIRAM. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1886. N°. 21. Jaargang 44. Woensdag 17 Februari. ..Wij huldigen het goede." Yer»chijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. frniifo per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Bln n en land. De spreekbeurt in de reeks der katholieke lezingen, jl. Donderdag avond in „Felix Favore" te Haarlem gehouden, werd vervuld door den heer dr. P. J. F. Vermeulen, lid der Tweede Kamer en hoofdredacteur van //De Tijd.' Zijne doorwrochte rede ving aan met eene kleine vingerwijzing op het betreurenswaardige feit, dat, waar men zijnen blik ook heenwendt, men overal krijg ontwaart tegen God, eigendom en familie. Hiertegen waren de aanvallen van talrijke volksopruiers en hunne volgelingen gericht. Spreker ging niet zonder schroom hetzelfde onderwerp, „het socia lisme," behandelen, hetwelk reeds vóór eenige weken door dr. Schaepman van dezelfde plaats op zoo uitnemende wijze was besproken, doch hij meende, door de mededeeling van historische kantteekeningen en fragmenten ook te kunnen bijdragen tot juister begrip en kennis van het groote kwaad, dat uit het socialisme is voortgekomen. Spreker zette vervolgens uitvoerig en zaakrijk de begin selen en handelingen van drie mannen uiteen, die in de geschiedenis van het socialisme eene voorname rol hadden vervuld. In de eerste plaats werd Claudius Henri graaf De Saint Simon, de grondvester der socialistenschool, te Parijs in 1760 geboren, geschetst in zijne pogingen om zijne socialistische denkbeelden ingang te doen vinden. Hij stond de leer voor van afschaffing van erfrecht en ver deeling van vermogen door den Staat. Hij wilde kleine nederzettingen van lieden stichten, waardoor steden en dorpen zouden verdwijnen, om alzoo, zoo mogelijk, een aardsch paradijs te voorschijn te doen komen. De zachtmoedige, dweepachtige socialisten van vóór 50 jaren hebben een onmiskenbaren en logischen samenhang met dat, hetwelk onder roode en zwarte vlaggen tiert. Saint Simon, die zijne ideeën niet verwezenlijkt zag, stierf arm te Parijs 19 Maart 1825. Vervolgens stelde spreker zijnen hoorders voor den Duitschen socialist Ferd. Lassalle, geboren in 1825, een buitengewoon man en geleerd schrijver, doch die boven al zijne handelingen uitblonk als een jood, hetgeen zelfs door Heinrich Heine, een zijner vrienden, in eenen introductie brief te Parijs werd geschreven. Lassalle, een der oprichters 13) PIA >E' TOLOMEI. Door ERNST ECKSTEIN. Op dit oogenblik klopte Leone's schildknaap, het ontvangen verbod ten spijt, aan de kamerdeur. Een der Sieneesche verspieders, die men by Colle had achter gelaten, was met gewichtige tijdingen aangekomen, en verlangde zonder verwijl toegelaten te worden. Het bericht was inderdaad uiterst verrassend. Het Florentijnsche leger was, tegen alle verwachting, noord waarts getrokken. Morgen t^gen zonsopgang zou de voorhoede en iets later ook de hoofdmacht rechtstreeks naar Florence op marsch gaan. De vertrouwbaarheid dezer boodschap was aan geen den min sten twyfel onderhevigde verspieder staafde haar op ver schillende wijzen. Er moest dus eindigde hij zijne mededeeling in Florence zelf iets zijn voorgevallen, waardoor de aanwezigheid der troepen in de stad werd vereischt: de eene of' andere onaangenaamheid, een oproer wellicht; want de party der Ghibellijnen telde ook in de Arno-stad vele aanhangers; of er dreigde van buitenaf eenig gevaar; het kon ook zyn en op deze mogelijkheid legde de verspieder bijzonderen nadruk dat de Florentynen, trotsch op de behaalde zegepraal, den pas verkregen krijgsroem niet in de waagschaal wilden stellen bij eene moeielijke en zeker langdurige belegering; want in weerwil van hunne aanmerkelijke overmacht, was de overwinning bij Colle duur genoeg door hen betaald, en het weerstandsvermogen der Sieneezen had den volgers van de leliënbanier met het diepste ontzag vervuld. Ook werd er in het Florentynsche leger gemompeld, dat Gregorio de' Tolomei, in vereeniging met de voornaamste Guelfische edellieden, een plan had ontworpen, volgens hetwelk met Siena afdoende vredesonderhandelingen zouden kunnen worden aange knoopt. Leone's eerste gewaarwording bij het luisteren naar deze mede- deelingen was de blijde voldoening van den vaderlandslievenden edelman; de tweede had betrekking op Pia. Zooals de zaken nu stonden, kon hij, in geval de boodschap van den verspieder waarheid bevatte, morgen de stad reeds voor eenige uren verlaten. Het werk der wrake behoefde dus niet langer uitgesteld te worden. Nadat hy den berichtgever beloond en hem zijn afscheid ge- gegeven had, zond hij eenen page naar Pia. Zy moest zich maar ter ruste begevenhij zou den geheelen nacht door zync ambtsplichten worden opgehouden. Morgen in de vroegte moest zij zich gereed houden hem te volgen; hy wilde haar, wegens de mogelykheid eener belegering, bij de abdis van het klooster Montalcino in veilgheid brengen. „Eerst op die plaats zelve zal ik haar toonen, dat ik met haar misdryf bekend ben," sprak Leone tot Falconari. „Dan ben ik zeker, dat geen ongeroepene mijne schande beluistert, en haar zal het zoodoende dubbel zwaar treffen. Bij God, ik ben toch nieuwsgierig wat die eervergetcnc op mijne beschuldiging te antwoorden zal hebben." „Zy zal alles ontkennen," zeide Falconari. „Laat zy dat eens wagen! Heb ik het dan niet met myne eigene oogen gezien 1" „O, gy kent de vrouwen niet! Zij zou blijven loochenen, al kondet gy het met de stukken bewyzen Leone haalde de schouders op. van de sociaal-politieke beweging in Duitschland, bekend door zijne geschriften en woelingen op dat gebied, alsmede door zijne betrekking met de gravin Hatzfeld, met wie hij tot een huwelijk zou overgaan, vond steun in de medewerking van Schultze (Delitsch) en Marx. Zijn dood was een gevolg van een duel en viel voor 31 Augustus 1864; een groote slag werd daardoor aan de arbeiders-beweging toegebracht. Dat socialisme ging echter niet ver genoeg, en om dit aan te toonen gaf spreker eene beschrijving van het zoogenaamde verwoestende socialisme. De Rus M. Bakounin, in 1814 geboren en in 1876 overleden, de communistische revolu tionair bij uitnemendheid, stond dat stelsel in hooge mate voor. Uit Rusland gebannen, ijverde hij overal voor zijne verderfelijke denkbeelden. Zijne rol speelde hij echter niet zonder het beloopen van een vonnis, waarbij hij ter dood werd veroordeeld, doch dat later in levenslange verbanning naar Siberië werd veranderd. Doch hij wist uit zijne ballingschap te ontvluchten en over Japan naar Europa de wijk te nemen, om zijne agitatiën voort te zetten, Al deze mededeelingen, nog aangevuld door tal van historische bijzonderheden en de vermelding van de rampzalige ge beurtenissen, welke door socialisme, communisme, anarchie enz. worden teweeggebracht, werden door spreker uitvoerig behandeld. Na eene pauze wees de heer Vermeulen op het nauwe verband, dat bestaat tusschen de drie soorten van gezag, als: het kerkelijk, het staatkundig en het maatschappelijk gezag. Wordt het eerste aangevallen of verworpen, niet lang daarna ziet men het tweede en derde vallen of althans tracht men dit omver te stooten en te verwerpen. Spreker wees ten slotte op den weg, welken vooral de Katholieken bij deze gebeurtenissen hadden te volgen, en spoorde allen, op het woord van het hoogste kerkelijk gezag afgaande, ten sterkste aan, zaken en Vereenigingen, welke het maatschappelijk en zedelijk belang ten doel hebben, te bevorderen en krachtdadig te steunen en orde overal voor te staan. Op die wijs, zeide spreker ten slotte, zou de aarde wel geen paradijs worden, maar zou er toch vrede wezen op aarde voor hen, die van goeden wille zijn. Zijne welsprekende rede vond veel bijval bij de aanwezigen en „Wilt gy," vroeg Ugo eenige oogenblikkcn later, „dat ik den slotvoogd van uw plan verwittigen zal? Het zou u misschien moeielijk vallen, zoo in uwe eigene zaak...." „Dat weet God Almachtig!" zuchtte Leone, van uitputting de oogen sluitend. „Maar dan zoudt gij bij het aanbreken van den dag weg moeten rijden." „Met zonsopgang. Wat Pia noodig heeft zoo heel veel zal het niet meer wezen laat gy nu nog inpakken. Ik leg het achter my in den zadel, en daarmee afgedaan. Ik geloof niet dat het verstandig zou zijn, iemand van het dienstpersoneel mede te nemen; liever ga ik alleen." „Vreest gij niet, dat dit nog meer opzien zal wekken?" vroeg Leone. „Zoo lang mogelyk wil ik Pia's lot verborgen houden." „Wees onbezorgd. In deze dagen van spanning en gevaar schynt alles begrypelyk. Onze nachtelijke rit naar Tracasso was zonderling genoeg, en toch heeft niemand er zich over ver baasd. Ik maak tevens van deze gelegenheid gebruik om den burcht van Cermoli eens te bezoekendaar overnacht ik, neem alles duchtig in oogenschouw bij den slotvoogd, en vertel hier dat ik zonder gevolg ben gegaan, om hem des te zekerder te kunnen verrassen." „Goed dan," zeide Leone. „En nu, vaarwel voor hedenIk ben doodmoede!" Ugo de' Falconari verwijderde zich. Leone legde zijne boven- kleeding af, strekte zich op de rustbank uit en dekte zijnen mantel over zich heen. Zoo bracht hij slapeloos en wanhopend den vreeselijken nacht door. Pia had zich met een bedrukt hart naar de vrouwenvertrekken begeven. Zij wist niet meer wat zij van haren echtgenoot denken moest. Na eene afwezigheid van vele dagen keerde hij uit den bloedigen veldslag terug, en vond niet eens den tijd om haar aan zijn hart te drukken en haar even toe te fluisteren: „Hier ben ik, mijne lieveling, gezond en wel. Hebt gij vol verlangen aan mij gedacht, terwijl ik voor Siena streed?" Wat zou er toch gebeurd zijn? Ernstige, gewichtige dingen moesten het zijn, die haren Leone zoo geheel en al in beslag konden nemenverschrikkelijke rampen, ongehoorde gevaren Vruchteloos was al haar peinzen en zinnen; vruchteloos kwel de zy haar brein om de oorzaak te vinden, en streed zij met alle kracht tegen de al heviger en heviger wordende smart. Eindelijk nam de slaap haar medelijdend in zijne armen, maar zelfs in den droom hield het snikken niet op. Den volgenden morgen, nog voordat Ugo zijne legerstede had verlaten, kwam er andermaal bericht van het leger der Guelfen. Men meldde met stelligheid, dat een Florentijnsch gezantschap weldra in Siena gehoor zou verzoeken. De Capitano achtte het dus ondoenlijk do stad nu reeds te verlaten. Gisteren, in zijn brandend verlangen om te handelen, had de gedachte, nog tot den volgenden avond te moeten wachten, hem onuitstaanbaar toegeschenenheden echter zag hy in dat hij zich overyld had, toen hij de bestraffing eener persoonlijke belee- diging boven het algemeen belang had gesteld. Zijne wraak zou er niet minder om worden, al toefde hy met de uitvoering. Ook Ugo de' Falconari zou nu misschien in zijne vaderstad moeilijk gemist kunnen worden. Eón ding echter bezwaarde den Capitano bij dezen nieuwen stand van zakende noodzakelijkheid namelijk om tot aan den dag der beslissing met zijne echtgenoote te moeten verkeeren. Hij had zich vast voorgenomen, hier in het paleis niet te spreken over den hoon die zy hem had aangedaaneerst daarginds in de woesterny zou Pia vernemen dat zy ontmaskerd was. hun dank werd daarop den spreker in welgekozen, een voudige bewoordingen door den voorzitter der lezingen, den heer C J. Gonnet, overgebracht. (Haarl. Crt.) Door de Vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in den boterhandel is een adres gericht aan den minister van Justitie en die van Waterstaat enz. In dit adres wordt niet aangedrongen op een kunstmatige bescherming voor de natuurboter, maar alleen met vertrouwen steun verzocht in het streven, om de echt vaderlandsche nijverheid der natuurboter te beschermen tegen knoeierij en bedrog. Daartoe vraagt adressante het daarheen te leiden, dat wettelijke voorschriften, onder bedreiging van straf, worden in het leven geroepen, waarbij bepaald wordt, dat in Neder land en zijne koloniën, kunstboter van welke samenstelling ook, niet anders mag worden vervoerd, uitgevoerd, ver kocht, geleverd, te koop aangeboden of ter verkoop aan wezig zijn, dan in een verpakking, waarop met duidelijke en zichtbare letters het woord „kunstboter" voorkomt. Zij legt bij dit adres een uittreksel over van de voor naamste wetten, die in Europa op het 'gebied der boter- vervalsching zijn vastgesteld, voorgesteld of gevraagd. De gezondheidstoestand van den kapitein ter zee E. L. baron Van Heeckeren van Waliën is, volgens de Soerab. Crt., van dien aard, dat hij met een spoedeertificaat is gerepatriëerd. Na een langdurig lijden is jl. Zaterdag te 's Hage overleden dr. H. J. E. Van Hoorn, tot voor eenige jaren predikant te Hoorn, welke betrekking hij om gezondheids redenen moest neerleggen. Steeds streed hij in de voorste gelederen van hen, die volksontwikkeling en volkswelvaart trachtten te bevorderen. Tot aan het laatst van zijn leven stond hij aan het hoofd der Vereeniging „Volksonderwijs," welke Vereeniging in hem een krachtigen steun en een voortreffelijken voorzitter verliest. Naar uit Amsterdam wordt gemeld, zijn de werk zaamheden der ijzeren bekapping aan het nieuwe Centraal station nagenoeg geheel gestaakt wegens waargenomen verzakkingen. Wellicht zijn groote wijzigingen in het werk daardoor noodig. Door den minister van Oorlog is aan de verschillende Hoe zou hij echter onder deze omstandigheden dezelfde lucht met haar kunnen inademen? Zou hij iedere ontmoeting met haar vermijden? Maar dat zou immers den meest argelooze in het oog moeten vallen. Zou hij voor het uiterlijk zynen afkeer overwinnen, zich voordoen alsof hij niets kwaads vermoedde, vriendelijk zijn en teeder...? Daartoe zou hy misschien voor een oogenblik toe in staat zijn, hoewel het hem ook dan nog bovenmenschelijke inspanning kosten zou; maar wie weet hoe lang die Florentijen nog konden uit blijven! Ten laatste zou Pia den vreeselijken tweestrijd in zijn binnenste ontdekken, tijd vinden om zich met een samenweefsel van leugens te wapenen, en misschien zijn plan door de vlucht te nemen of op andere wijze in duigen doen storten! Tengevolge van deze overdenkingen nam hij het besluit, wel zijne wraakneming uit te stellen, maar Pia toch binnen den kortst mogelijken tijd uit het paleis te verwijderen. Dat was gemakkelijk te doen, wanneer hij het voornemen, dat hij gisteren voor den schijn had uitgesproken, werkelijk ten uitvoer bracht, en haar voorloopig naar het klooster Montalcino liet vertrekken. Zich wapenend met al de geestkracht waarover hij te beschikken had, opdat Pia niet vóór den tijd in zijne ziel zoude lezen, trad hij das twee uur na zonsopgang hare kamer binnen, kuste de juist ontwakende zonder eenige hartelijkheid op het gloeiende voorhoofd, en deelde haar mede wat hij zich voorgenomen had. Niet gewoon zich ooit tegen de plannen van haren echtgenoot te verzetten, omdat zij zijn verstandig inzicht zoowel als zijne teedere bezorgdheid voor haar by ondervinding kende, sprak zij ook nu geen enkel woord tegen. Zij zuchtte even, trok Leone naar zich toe, sloeg haren arm vol innige liefde om zijnen hals en drukte hare lippen op zijn voorhoofd, alsof zij zeggen wilde: „Het valt mij hard, n na dit vluchtig wederzien te moeten verlatenmaar wat gij doet, dat is wèlgedaan!" Ook dat Leone spoedig weer heengegaan, dat hij stil en ont stemd geweest was, in weerwil van zyne vriendelijke woorden, ook dat verdroeg zij als iets onvermijdelijks. Zij wist hoe hachelijk de zaken in Siena gesteld waren en zou de bevel hebber lachen en vroolijk zijn, terwijl de hem toevertrouwde veste in nood verkeerde? Zoo zelfzuchtig dacht Pia de' Tolomei niet! Integendeel; zy beminde haren Leone nog vuriger, omdat zij meende te bemerken hoezeer de tegenspoed der republiek hem ter neder drukte, hoe volkomen hij zich vereenzelvigd achtte met den Staat. Daarom ook gaf zij zonder aarzelen hare toestemming, toen Leoue haar verzocht afstand te doen van het bijzijn der kleine Ermenegilda en het kind bij hem achter telaten. Wel overlegde zij bij zichzelve, dat het kind haar in het stille klooster, bij de strenge abdis, die wel met haar verwant was, maar van wie zij in aard en karakter hemelsbreed verschilde, meer dan ooit tot troost en opbeuring zou wezenmaar hetzelfde gold immers ook voor Leone, die bij al de zorgen, waaronder hy gebukt ging waarlyk ook wel behoefte had aan ErmenegÜda's vroolijk gesnap. De blijde voldoening, dat zij iets voor hem mocht opofferen, hielp haar dus, elke opwelling van spijt te onderdrukken. Opge ruimd en welgemoed, als wilde zij haren echtgenoot door haar voorbeeld kracht geven, vermaande zij haar dochtertje het vader niet lastig te maken, wanneer hy haar niet zelf tot zich riep, en lief en vroolyk met hem te babbelen, zoo vaak hij haar een oogenblik van zynen tyd gunnen kon; ook moest zy Ghismonda

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1