HELDERSCHE
EN NIEIIWEIMEPER COIRAM.
lenws- gd AlyertGJtielM voor Hollands Noorderkwartier,
1886. N". 24.
Woensdag 24 Februari.
Jaargang 44.
.,Wij huldigen
het goede."
Verachijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franro por post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Binnenland.
Onder den titel: //De machinist der Koninklijke
Nederl.indsche Marine, zijn positie en behandeling/' is
dezer dagen bij II. C. H. Thieroe, te Nijmegen, eene bro
chure in 't licht verschenen van een Oud-Marine-Machinist
(J. G. B.). Aan dit vlugschrift, dat de belangstelling zoowel
van 't publiek als van Marine-autoriteiten verdient, ont-
leenen wij de volgende regelen:
„De eenige rationeele verbetering voor den Marine-
Machinist is, dat hij in het Etat-Major worde opgenomen.
Dan houdt niet alleen alles op, wat tot nu toe steeds
aanleiding tot klachten gaf, maar er zal een betere geest
geboren worden, die lust tot studie zal kweeken in een
vak, dat het zoo ruimschoots waard is. Nederland zoowel
als de Kon. Marine zal dan gebaat zijn door het aan zich
verbinden van kundige mannen, door gehechtheid 'in plaats
van als thans, door geld en dwang. Maar om hiertoe te
geraken zijn vele hinderpalen uit den weg te ruimen, Al
dadelijk toch stuit men op den onwil of de onmacht, zoo
ge wilt, van een Minister, die, zee-officier geweest zijnde,
getrouw blijft aan die traditioneele machinistenhaat, waar
van hij wel geene verantwoording kan doen, maar welke
partijgeest toch zwaarder bij Zijne Excellentie schijnt te
wegen dan 's lands belang.
Eene groote verbetering zou verkregen worden, zoo men,
in plaats van een zee-officier tot would-be Inspecteur van
't Marine-stoomwezen te benoemen, den oudsten of kun-
digsten Officier-Machinist tot die betrekking riep. Niemand
toch is daar nader aan toe. Wordt niet uit het Corps
Officieren van Gezondheid een Inspecteur benoemd om voor
de belangen van dienst te waken? Waarom niet evenzoo
bij de Machinisten? In hoofdzaak is een Marine-officier in
beide vakken, genees- en stoomwerktuigkunde, een leek."
Te Tilburg, waar hij zich sedert een paar jaren met
zijne vrouw metterwoon had gevestigd, is, in den ouderdom
van ruim 75 jaren, overleden de heer L. Dassie, vroeger
directeur van het circus Blanus Dassie.
Te Vlieland is tot lid van den Gemeenteraad bij
herstemming gekozen de heer J. D. Gerritse.
w> PIA DE' TOLOMEI.
|Door ERNST ECKSTEIN.
Pia voelde dat de laatste steun haar ontzonk. Bij het noemen
van Ugo's naam, die van den dood haars broeders geweten had,
schoot het haar als een bliksemstraal door dc ziel... Zij herinnerde
zich dat bij dc ontmoeting in den tuin enkele dingen haar vreemd
waren voorgekomen. Hoe het mogelijk geweest was deze af
schuwelijke bedriegery zoo volkomen te doen gelukken, dat was
haar onbegrijpelijk; slechts dit ééne stond haar met ontzettende
klaarheid voor den geest, dat zy verloren was, indien het haar
niet gelukte den schaamtcloozen lasteraar nu terstond en op
afdoende wyzc te ontmaskeren.
„De brief! dus schoot het haar plotseling door het brein,
de brief, dien Ugo de' Falconari vervalscht en haar in de handen
gespeeld moest hebben....
Maar ook deze lichtstraal verdween! Zy had het schrijven
immers teruggegeven; waarlijk, met voorbeeldelooze sluwheid
was alles door den booswicht overlegd!
Hare stomme wanhoop zou byna Leone's medelijden hebben
opgewekt. Half bewusteloos staarde zij voor zich uit. Zoo van
het toppunt des geluks in den diepsten afgrond van ellende ge
slingerd te worden, was meer dan een mensch te dragen vermag.
De dood van den zoo innig geliefden broeder verzonk in het
niet bij dit matclooze leed.
Maar het was immers ondenkbaar. Leone kon niet geloovcn
dat zij zich dus had vergeten! Hy moest zyne dwaling inzien!
Zoovele jaren toch hadden zy in de zaligste overeenstemming
geleeld! Om zijnentwille alleen had zy zich in hare schoonheid
verheugd; en hij, hoe teeder had hy zyne Pia bemind, al wat
ruw en gevaarlijk was van haar verwyderd gehouden en haar
met zijne liefde gekoesterd als eene moeder haar kind!
En diezelfde Leone zou nu den bedriegelijkcn schijn en de
inblazingen van eenen valschen vriend meer gelooven, dan den
blik harer van innige liefde sprekende oogen, dan den klank
harer stem, die toch zoo vol en warm uit haar hart opwelde?
Hij zou haar achterlaten in deze akelige torenkamer, in den
giftigen damp dezer woesterny, waar men den bleeken dood uit
de omringende moerassen omhoog zag stijgen; Leone, die vroeger
zyn leven gewaagd zou hebben om Pia tegen de geringste onaan
genaamheid te beschermen.
Dat was zoo tegenstrijdig, zoo onbegrypelyk, als hadde de zon
plotseling, in plaats van licht en warmte, schrik en duisternis
om zich heen verspreid, als hadde God zelf de hand van zijne
arme, hulpbehoevende menschheid afgetrokken!
De tranen sprongen haar in de oogen.
Als eene geloovige voor het hoogaltaar vouwde zy de handen
en Zag bedroefd tot haren echtgenoot op.
„Leone," sprak zy fluisterend, „hebt gij dan werkelijk den
moed om zoo hardvochtig aan uwe Pia te blijven twyfelen? God
is mijn getuige, dat ik mij geen onrecht bewust ben, en ook dat
ik in alles niets dan de waarheid gesproken hebl Ugo de' Fal
conari, dat herhaal ik nog eens, heeft mij wraak gezworen; aan
hem alleen hebt gy dit ontzettende misverstand te wyten! Maar
wees gerust! Ik zal tot hem gaan, ik zal hem ter verantwoor
ding roepen. Zoo verdorven zal hij toch niet zyn, dat hy bij
zijne leugens zou volharden, wanneer hy ziet hoo diep rampzalig
hij my maakt!"
Den Capitano ontsnapte een gebaar van wanhoop.
„Juist zoo als Ugo my heeft voorspeld! Zy ontkent, en zy
zou blyven ontkennen, al hadde ik haar ook met haren verleider
betrapt 1 Schaam u, domme huichelaarsterDie betraande
Te Beusichem werden jl. Vrijdag van gemeentewege
38 hectaren weiland verhuurd, die gezamenlijk f 2904 heb
ben opgebracht, zijnde f 1104 minder dan voor vier jaren.
Onder de passagiers, die jl. Zaterdag morgen met de
mailboot Prins Hendrik van de Maatschappij Zeeland te
Vlissingen aankwamen, bevonden zich twee dwergen, broeder
en zuster, CI13. W. en Eliza Nestel, bekend als Commo
dore Foote en Fairy Queen, American Miniature Specialty
Artists. Zij waren op reis uit Amerika naar Keulen,
werwaarts zij met den mailtrein ten 7 u. 20 m. vertrokken.
Door hunne buitengewoon kleine gestalte, niet grooter
dan kinderen van een jaar of drie, trokken zij zeer de
aandacht van het publiek, dat in de gelegenheid was hen
in de wachtkamer lste klasse van het station en in de
coupé van den spoortrein gade te slaan.
Hoe gedrukt de stemming is onder de landbouwers
en veehouders in de Tielerwaard, blijkt uit de verpach
tingen van wei- en bouwlanden, welke in de verloopen
week hebben plaats gehad. Vooral de weilanden moesten
het ontgelden. Over 't geheel was de opbrengst 1/3 minder
dan in '85. Natuurlijk zijn de lage prijzen van zuivel
en vet vee in 't afgeloopen jaar daarvan de oorzaak.
Weilanden, welke jaren achtereen van 80 tot 100 gulden
per bunder aan pacht opbrachten, konden nu slechts van
50 tot 70 gulden doen. Ook bouwlanden gingen omlaag.
De toestand der landbouwende bevolking in die geheele
streek is dan ook alles behalve rooskleurig.
f Men schrijft ons van Texel, dd. 21 dezer:
„Gisteren avond ontstond er brand in de garnalenkokerij
der heeren Vos Kuiper. Spoedig was de brandspuit van
het Oude Schild ter plaatse aanwezig en bewees uitstekende
diensten. Als één man beijverde zich de brandweer om de
vlammenzee te bestrijden. Tegen 12 uren had de brand
zulk een dreigend aanzien, dat men zelfs aan het behoud
der belendende houten gebouwen begon te twijfelen. In
middels was ook de hulp van de spuit van Den Burg
gevraagd. Toen deze, zoo snel mogelijk, was aangerukt,
waren gelukkig de vlammen bedwongen. Zoldering en dak
van het gebouw zijn gedeeltelijk verwoest. Ook is eene
oogen, die trillende lippenik walg er van! Gij kunt uwe
tooneelvertooningen nu voor deze muren houden; mij ziet gij
niet weder
Met een beweging naar afschuw keerde hij zich om.
„Leone!" riep Pia, van ontzetting ineenkrimpend, „wilt gij
mij hier dan alleen laten? Hier, hier, waar ik sterven zal van
angst en verlangen...."
Zij klemde zich hem aan hem vast. Kermend zonk zij voor
hem neder en drukte haar gelaat tegen de knieën van den door
diift verblinden man, wiens toorn scheen aan te groeien, hoe
dieper zij zich vernederde.
„Leone, Leone, laat mij niet zoo ellendig te gronde gaan,"
snikte zij op hartbrekenden toon, en het reine voorhoofd, dat
eens, met diamanten gekroond, in de feestzaal van haar prachtig
paleis had geschitterd, sloeg nu met ruw geweld tegen den killen
steenen vloer. „Wees barmhartig, Leone! Ik ben de uwe geweest
met iederen ademtocht! Hij bedriegt u, Leone! Neen, neen,
ik laat u niet gaan, al zoudt gij my ook onder uwe voeten ver
treden
Hij had zich losgerukt. Zijn gelaat was doodsbleek, naar adem
hygend zocht hy de deur, terwyl hij nog eenen laatsten blik
sloeg op de gebroken gestalte, die zich daar in hare radeloosheid
op de steenen kromde.
Eensklaps richtte zy zich ten halven lijve op.
„Mijn kind!' riep zij jammerend. „Mag ik ook haar niet
wederzien, mijn lief, engelachtig kind, mijn eenige troost, nu
alles mij verlaat?"
„Wees onbezorgd," gaf Leone ten antwoord: „ik zal haar be
waren als het licht mijner oogen, opdat zij later niet aan hare
moeder gelijk worde."
Zoo sprekend, ging hij over den drempel, en schoof behoedzaam
de zware grendels voor de deur. Hij was als bedwelmdtweemaal
moest hij zich in de vochtige gang tegen den muur steunen.
Aan het einde gekomen, keek hij nog eens achterom. Wederom
bekroop hem dat benauwende gevoel van angst, dat hem by het
binnenkomen had doen achteruit deinzen.
Was het dan zoo ontzettend moeilijk, den plicht der wrekende
gerechtigheid te vervullen? Gaf de wraak zoo weinig voldoening?
Langzaam als iemand die na eene afmattende ziekte voor het
eerst zijn leger verlaat, ging hy de trap af. Nogmaals gaf hy
den slotvoogd zijnen wil te verstaan. Onverbiddelijke gestreng
heid, dat was het eerste en eenige wat hij den bewaker tot
plicht stelde. Geen voetstap buiten de wallen, en altijd onder
het oog van eenen gewapende, zoodra zij de kamer verliet. Sor
Grimaldo moest er met zijn hoofd voor instaan, dat dit alles
behoorlyk in acht werd genomen.
Nu besteeg Leone zijn paard. Pia's prachtigen goudvos liet hij
achter. Dc slotvoogd mocht er mee doen wat hem goed dacht:
hy kon het edele dier voor den ploeg spannen op het schrale
stukje land, waar hy wat kool verbouwde....
Zonder om te zien draafde Leone de ophaalbrug over, en naar
buiten in de woestenij. Grimaldo's geleide had hij afgewezen,
evenals dat der beide knechten. Hij wilde alléén zyn met de
vreeselyke wanhoop in zijn binnenste, en in zichzelven ten onder
brengeu wat hem dreigde te dooden.
Met vernieuwde onrust begon hy te peinzen over den mede
plichtige der veroordeelde, omtrent wiens persoon hij nog altijd
in het onzekere verkeerde. Het was hem niet mogelyk gewoest
in de ontroering der beslissende ure verder bij haar aan te dringen.
Haar trots scheen ook nu nog niet gebroken. Over een dag of
acht, wanneer haar levenslustig hart half versmacht zou zijn
van hopeloos verlangen, dan zou zy eene biecht afleggen zoo
duidelyk en uitvoerig als hy maar wenschen kon. Dan zou zy
groote hoeveelheid ledige manden verbrand. De kokerij
was geassureerd. Toch zullen de eigenaars nog belangrijke
schade lijden. De brandweer, wier hulp hier gelukkig' zoo
zelden noodig is, heeft zich zeer verdienstelijk van haar
taak gekweten. De oorzaak van den brand is niet met
zekerheid te bepalen."
Men meldt uit Ursem:
„Klaagt men in de steden over gebrek aan werk en
toenemende armoede, ook ten platte lande wordt het steeds
erger en loopt er menigeen met eene kleine negotie of
met eene verloting, die anders geregeld werk had, terwijl
het aantal bedelaars in den laatsten tijd belangrijk is toe
genomen."
De officier van justitie te Arnhem bericht, dat ten
platten lande veel rondgevent wordt met zoogenaamde aan-
deelen in de Lotenbank Fortuna, gevestigd te Amsterdam,
welke men in handen krijgt tegen betaling aanvankelijk
van slechts f 6 (soms ook f 10 of f 15). Zij zijn fraai
met kleuren gedrukt en hebben het uiterlijk van een effect
met coupons, waarop met groote letters verschillende papieren
van waarde (meest loten) vermeld worden, welke men ten
deele, na 3 jaren maandelijks betaald te hebben, zal ver
krijgen tegen teruggifte van het aandeel, terwijl men ten
deele slechts medegerechtigd zal worden tot de prijzen,
welke eventuëeel in die drie jaren op de loten mochten
vallen.
Vele oningewijden begrijpen de verplichtingen, welke zij
bij dien aankoop op zich nemen, hoewel zij in het stuk
zelf te lezen staan, niet, ook doordien de rondvensters de
zaak veelal mondeling geheel anders uitleggen.
Derhalve wordt er de aandacht op-gevestigd:
1. dat men alleen door gedurende drie jaren in de tien
eerste dagen van iedere maand telkens prompt zes gulden
te betalen, welke inen zelfs steeds franco naar het kantoor
te Amsterdam moet overmaken, gerechtigd wordt tot de
effecten en mogelijke winsten, in het aandeel uitgedrukt,
terwijl elk recht daarop, alsmede op de vroeger gestorte
bedragen verloren gaat in geval van wanbetaling gedurende
ook slechts ééne maand in die drie jaren.
de vragen die hij haar voorlegde, schriftelijk beantwoorden. Dat
kwam hem geschikter, waardiger voor, dan een mondeling ver
hoor. Zij verdiende niet hem ooit meer onder de oogen te komen,
zelfs niet als getuige tegen haren gevloekten verleider.
Dit besluit gaf hem rust, voor zoover er in zijne tegenwoor
dige stemming van rust sprake kon wezen. In woesten drat
reed hij voort, alsof hij niet snel genoeg aan de troosteloosheid
der Maremma kon ontkomen, en aan de schande, die hij daar
achter de sombere muren van het verlaten kasteel voorgoed had
begraven.
Pia de' Tolomei had zich intusschen langzaam opgericht.
Met het hoofd tegen de deur geleund en wijd geopende oogen,
luisterde zij naar Leone's wegstervenden voetstap. Daarna hief
zij de armen op en drukte met alle macht tegen de deur, als
wilde zij het met ijzer beslagen hout met geweld vermorselen.
Zij kwam zichzclve voor als eene schijndoode, die in de graf
spelonk ontwaakt en in radelooze wanhoop de deur van het
donkere gewelf tracht los te wringen.
Zoo stond zij daar, half verbysterd en tot geregeld denken
bnitcn staat.
Eensklaps drong door het openstaande venster het geluid van
Burrasca's welbekenden hoefslag tot haar door.
Zy keerde zich om. Zij wilde zich over de borstwering buigen,
haren voortjagenden echtgenoot achterna roepen... eenen laatsten
smeekenden angstkreet maar de krachten begaven haar.
Midden in de kamer zonk zij uitgeput op de knieën.
Zoo bleef zij handenwringend liggen, tot hare zielesmart zich
in tranen lucht gaf.
Nu vond zij weer kracht en kalmte genoeg om haar geprangd
gemoed tot God te verheffen. Yurig smeekte zij om hulp, om
redding. De Algoede, die haar tot nu toe geleid en behoed,
die haar met den geliefde vereenigd en haar leven zoo zonnig
en gelukkig, zoo rijk gezegend gemaakt had, kon toch niet willen
dat zij hier geheel onschuldig in ellende zou omkomen!
Hare wangen verfden zich met eenen donkeren blos, hare oogen
schitterden als in geestverrukking.
Als kind eener aan wonderen geloovende eeuw, hield zij zich
vast en zeker overtuigd dat God, in geval hij haar zijner genade
waardig keurde, haren kerker openen, dat Hij haar, evenals aan
den gevangen Petrus, zijnen engel zenden zou, om haar terug
te voeren in de armen van haren eeuwig dierbaren Leone. Door
dezen engel beschermd, zou zij alles herwinnen wat zij verloren
had; zij zou den verblinde de oogen openen en de waarheid
aan het licht brengen. Bidden moest zij maar, geloovig en ver
trouwend bidden, zooals de Heer in den olijvenhof, toen God
hem den bitteren drinkbeker aan de lippen zette....
Zooals de Heer in den olijvenhof! Bij die gedachte voer haar
de schrik door de leden. Ja, ook Christus had gebeden, maar
„Niet gelijk ik wil, gelyk Gij wilt, o Vader!" Déze woorden
waren den geduldigen lyder over de lippen gekomen, en in zijn
ondoorgrondelijk raadsbesluit had God gewild dat de zoon van
Maria aan het kruishout sterven zou....
Nu verliet haar het onbeperkt vertrouwen. Rillend van
onuitsprekelyken angst kromp zij ineen. Een kreet als van een
in doodsgevaar verkeerd schepsel brak er van hare lippen.
„Red mij! Red mij!" herhaalde zy telkens. „God van genade,
erbarm u mijner! Spaar mijne jeugd, myn geluk mijn onuitspreke
lijk groot geluk! Red my, ter wille van uwen gekruisigden
Zoon...!"
„De redder is naby!" hoorde zij eensklaps dicht naast haar
fluisteren.
Verschrikt richtte zij zich op en ontwaarde het bleeke gelaat
van Ugo de' Falconari. „Gy, gy..." stamelde zij, hem met de