ZE Z IJ N ER! Mets DeineJinM te Sclagee. Mets Kleine Wintel le Sciagei Bölgers Thee, W. J. BLITZ, Tandarts, BELANGRIJK BOÊLHUIS, Openbare Verkooping, BERICHT UIT Pas van Amerika terug! P. GOUDA QUINT, te Arnhem, heeft de inteekening opengesteld op EEN NIEUW DEEL van ALEXANDER v» H., getiteld: Uit te geven in 12 afleveringen a f I 20. De Iste en 2de aflevering zijn verschenen. Dit Deel zal inhouden: 1. Den laatste» Bundel HIER-EN-DAAR, die sedert langen tijd uitverkocht is, alsmede 2. De eveneens uitverkochte KRIJTKRABBELS, ter waardeering der Ridderorde voor wezenlijke verdienste geteekend; verder 3. TAFELDANS, welke schetsen de proefnemingen op dat gebied in beeld brengen, terwijl liet Deel besloten wordt met 4. eene nalezing, die de nog overige Platen, waarvan het meerendeel niet in den handel is geweest, zal bevatten, benevens vermelding der Werken, die niet in den handel zijn gebracht. Met dit deel is deze uitgave, uit 500 Platen bestaande, thans voltooid. ten sterf huize van den Heer CORNELIS JANSZOON DE WIT, aan den Belkmeerweg, bij de Oudesluis, in de Zijpe, op Woensdag 31 Maart 1886. des morgens 9 uur precies, van: 21 Kalf koeien, 4 Geldekoeien, 9 Gelde vaarzen, iBBb 7 Hokkelingen, 2 tweejarige Stieren, waarvan 1 ingeschreven in het Nederl. Rundee-Stamboek, 1 zwarte witvoet Ruin (7 jaar), een dito (3 jaar), 1 Bruine- Veulenmerrie (8 jaar), 1 bruin Merrieveulen, 1 Ket voshaar (10 jaar), 57 Oonschapen, 16 Overhouders, 1 Engelsche Ram, 3 Boerenwagens, 2 Gierkarren, 1 Jachtwagen op veêren, twee Tilbury's, een Melkkar op veêren, een Hooi- schudder, een Hooischuiver, drie Aardtroggen, 2 Ploegen, 3 Eggen, een Kettingegge, een Greppelbeun, een Arreslede, twee Kruiwagens, Melkvaten, Melkkoeler, Boeren- en Bouwgereedschappen en eenig Huisraad. Notaris H. J. DE LANGE, Alkmaar. aan de SCHAGERBRUG in de ZIJPE, in het logement „liet Wapen van de Zijpe," op Wocit9d.ig 7 April 1886, bij opbod, en op Woensdag 14 April 1886, bij afslag, telkens voormiddags 11 uur, ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden Notaris HENDRIK JAN DE LANGE, van 1. Het van ouds bekende, gunstig gelegen LOGEMENT met vergunning, genaamd: „HET WAPEN VAN DE ZIJPE, aan de Schagerbrug, in de Zijpe, met groote Inrijstal, Stalling voor 14 paarden en 10 koeien, Dorschvloer en Berging voor hooi, bene vens Tain en Erf, groot 12 aren, 57 centiaren; het huis bevat vele kamers, waaronder gelagkamer, groote zaal, geschikt voor partijen en tooneel-uitvoe- ringen, groote koepelkamer, zes logeerkamers, keuken en kelder. Aan het logement is verbonden eene Stalhouderij met vier paarden; te aanvaarden 1 Mei 1886. De INVENTARIS kan door den kooper worden overgenomen. 2. Eene nilSMANSWONING met Erf, Tuin, Wei en Boschland, aan den Belkmeerweg, in de Zijpe, groot 18 hectaren 85 aren, 80 centiaren. 3. Eenige Stortgronden,aan het Groot Noordhollandsch Kanaal, bij de Stolpen, in de Zijpe, groot 5 hectaren, 25 aren, 25 centiaren. 4. Acht Woningen met het daarachterliggende Land, aan het Zand, in de Zijpe, groot 37 aren, 93 centiaren. 5. Eenige Stortgronden, aan het Groot Noordhol landsch Kanaal, bij 't Zand, in de Zijpe, groot 1 hectare, 28 aren, 20 centiaren. Alles behoorende aan de kinderen van den Heer CORNELIS JANSZOON DE WIT. Nadere inlichtingen worden gegeven ten kantore van de firma DE LANGE DE MORAAZ, te Alkmaar, end oor den WelEd. Heer Th. J. WALLER, te Anna Paulowna. Duinwaterleiding-Maatschappij van den Helder en het Nieuwediep. Heeren Aandeelhouders wordt bekend gemaakt, dat de Algemeene Vergadering zal plaats hebben op Maandag 29 Maart a. s., des namiddags ten half drie ure, in het Gebouw Tot Nut van 't Algemeen, achter het Paleis, te Amsterdam. Heeren houders van aandeelen in blanco worden herin nerd aan Art. 20 der Statuten. Helder, 10 Maart 1886. C. J. VAN SPALL, Directeur. Ruim gesorteerd in Kachels, Kolen-, Gruis-, en Turfbakken, Lampen en Lantarens, Stalkcttingen, Stalschoppc», Graven, Vorken, Spijkers en Braad- nagels, Timmermans-gereedschap; Emmers, Mclk- schotels, Kaasstrcmscl en Kleursel, Thermometers en Maatglazen; Boeren- en Bouwgereedschappen, alsmede Hout-, Touw-. Mand- en Borstelwerk. Ml. BUSürult (Crêpëe N°. 1) en Hagel. Jacob van Kampenstraat, 124, Amsterdam, is den eersten en derden Donderdag van iedere maand 's namiddags van 1 tot 3 ure, te spreken wegens tand heelkundige operatiën en het plaatsen van kunst tanden in het Hótel Toelast te Nieuwediep. Ook is hij te spreken des Zaterdags in den Burg en des Maandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot 's voormiddags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor middags 11 ure, in het Hotel Vredelust te Schagen. Voor de derde maal, na voor ieder vak en godsdienst belangrijke onderzoekingen gedaan te hebben, gaat P BAKKER, van Ursem, in April nogmaals voor 4 maanden daarheen, en is voor belanghebbenden te spreken iederen Woensdag van Maart bij den Heer F. J. HOLMER, Koffiehuis „DE VALK," Nieuwediep. HANDELSDRUKKERIJ. Molenplein 163. AFLEVERING VAN ALLE MODELLEN BOEK- EN STEENDRUKWERK GESCHIEDT SPOEDIG, NET UITGEVOERD EN TEGEN DE LAAGSTE PRIJZEN. geurig en waterhoudend, is in verzegelde pakjes, o. a. voor 20, 24, 28 en 32 cents het ons, verkrijgbaar te Barsingerhom bij Wed. FLOOR. Helder T. C. BAKKER. J. HUBBELING, Kanaalweg. Wed. H. VAN GETSEN. Schagen Wed. J. KOOL. G.BIJPOST, over den Spoorweg. Verkoopers gevraagd te Bolsward door BÖLGER en ZOON. Alle Ingelanden van het Westdeel van 'den Anna Paulowna-Polder worden uitge- noodigd tot het bijwonen eener vergadering op Maandag 22 Maart eerstkomende, des namiddags om twee uur, in het Logement VEERBURG, ten einde een adres op te stellen en te teekenen, inhoudende hunne bezwaren tegen de in dit jaar voor het eerst geheven wordende grondbelasting. De cocaïnemanie is de jongste manie in de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika. Uit de New-York Sun blijkt dienaangaande, dat deze manie daar nóg veel erger gevolgen heeft dan de reeds zeer treurige morphine- manie. Bijna in elke apotheek is thans sodawater te koop, waarin eene sterkere of zwakkere cocaïne-infusie voorkomt. Mannen en vrouwen drinken daarvan den ganschen dag, zooals ze vroeger soda- of seltzerwater dronken. Ook de kasteleins leveren hunne gasten, wier zenuwstelsel door het misbruik van alcohol geleden heeft, cocaïne, en wel in velerlei vorm. De gebruikers meenen, dat die stof de zenuwen sterkt en de plaats kan vervangen van de spiri- tualia. Maar de reeds talrijk voorgekomen vergiftigingen leeren dat wel anders. Londen's politie. In deze dagen van spanning, nu over de houding der politie in de Engelsche hoofdstad zoo luid wordt geklaagd, is 't zeker niet ongepast een overzicht te geven van de daar bestaande politie-organisatie. Er zijn eigenlijk twee verschillende politiemachten in Londen. De City, ter oppervlakte van ongeveer een vier kante mijl, staat geheel onder de hoede van kolonel sir James Fraser en zijn 900 man, doch dit keurkorps vormt slechts een zeer onbeduidend onderdeel van 't geheel. De verantwoordelijkheid voor Londen's politie strekt zich uit over een terrein van 700 vierkante mijlen. Great Scotland- Yard, waar het centraal bureau is gevestigd, is juist het centrum van dit gebied, hetwelk in 20 districten is ver deeld, 19 ,/te land," die elk door een letter van't alphabet worden aangeduid, en een op de rivier, de zoogenaamde Theems-divisie. Negen divisies omvatten het dichtbevolkte deel van Londen, buiten de „City:" dit zijn de kleinste districten. Alle daar gepleegde overtredingen worden berecht voor 13 politie-rechtbanken, door 23 magistraats personen. De tien andere divisies omvatten meer de buiten wijken en landwegen met om Londen gelegen dorpen; deze wijken zijn veel grooter en minder bevolkt; de politie is er voor een deel „bereden" en doet over uitgestrekt heden van vele mijlen dienst. De overtredingen in die wijken komen deels voor de Londensche politiehoven, deels voor de vrederechters in de dorpen. Over al de 20 divisies van Londen was kolonel sir Edmund Henderson sedert Februari 1869 hoofdcommissaris, op eene jaarwedde van 2100 p. st. Drie commissarissen, ieder met 1250 p. st., staan hem ter zijde; over elke vijf divisies is bovendien een district-superintendant aangesteld; deze vier ambtenaren genieten ieder 800 p. st. bezoldiging. Op dit oogenblik zijn er twee vacatures. De divisies zijn weder gesplitst in ongelijke sub-divisies, onder het bestuur van een of twee inspecteurs; de sub divisies zijn gescheiden in secties, aan het hoofd waarvan een „sergeant" staat, wiens wijk weder is verdeeld in ongeveer 12 posten, elk voor één constabel. Des morgens kwart vóór zessen moet elke constabel naar het bureau van zijne divisie wandelen, om zich te laten inspecteeren en orders te ontvangen; de constabels gaan dan onder commando van den sergeant naar hunne posten. Volgens zijne instructie moet de constabel langzaam wande len, 2Jt mijl per uur afleggende, aan de uiterste grens van het rijpad loopende bij dag en vlak aan den huizenkant bij nacht. Hij mag niet „drentelen" of nutteloos stilstaan, en allerminst borreltjes nemen. Te 10 uur wordt de constabel, die te 6 uur op post komt, afgelost, om van 2 tot 6 uur weder in touw te zijn. Den volgenden dag is hij vrij op de uren, die hij den vorigen dag in dienst heeft doorgebracht. Zoo blijft hij steeds 8 uur per dag in dienst. De nachtdient is op de zelfde wijze geregeld, maar met dubbel personeel. Ieder constabel doet twee maanden nacht- tegen één maand dag dienst. De nachtdienst begint te 10 uur 's avonds tot 's morgens 6 uur. In de bnitendistricten is de verdeeling van dag- en nachtdienst gelijkelijk in drie termijnen van 8 uren gemaakt; drie groepen lossen derhalve elkander in de 24 uren daar af. Ieder constabel heeft gedurende een maand dezelfde standplaats en hij blijft gedurende zijn diensttijd als con stabel 3de, 2de of 1ste klasse steeds in dezelfde wijk; als hij sergeant wordt, kan men hem naar een andere divisie verplaatsen en dit geschiedt steeds, opdat de discipline niet lijde onder 't boeren van bevel over manschappen met wie de chef kort geleden nog gelijk stond. Als regel is promotie van den duur van den diensttijd afhankelijk, maar natuurlijk gepaard aan onberispelijk gedrag. Hij moet zijn sergeant, zijn inspecteur, zijn super intendant, zijn commissaris, iedereen tot goed vriend heb ben en dat is moeilijk. Als hij klachten heeft over zijns gelijken of meerderen, moeten ze steeds gericht worden aan den sergeant, die ze opzendt. Men begrijpt, dat een constabel, die van zijn inspecteur afhankelijk is bij pro- motiën, moeilijk er toe overgaat klachten tegen dezen in te brengen. De sergeants worden uit de constabels, de inspecteurs uit de sergeants, de super-intendanten uit de inspecteurs gekozen en daar iedereen van zijn onmiddelijk superieur afhankelijk is, kan alleen de zeer strenge contróle van het hoofdkwartier misbruiken weren. En men beweert dat 't juist aan die contróle heeft gehaperd, Waar komt de naam //Bock-bier" van daan? Aan- teekeningen in het „Münchener Stadtbuch," zegt het Deutsch Tgbl. geven een uitvoerig antwoord op die vraag die op het oogenblik zeer a propos is. Eens dus vertelt het boek zaten hertog Christoph en zijn broeder Albrecht II in de feestzaal van hun burcht en dronken er lustig op los. In hun gezelschap was ook een ridder uit Brunswijk en de Vorsten deden hem een groote bokaal, met goed, echt, bruin bier uit de hertogelijke brouwerij te München, als //friih-schoppen" voorzetten. De ridder nam een teug, maar zette toen de bokaal neder en schimpte, dat die bruine azijn bevatte. De beide hertogen werden zeer vertoornd, zij lieten den hotbrouwmeester komen en hertog Christoph behandelde hem op zeer ongenadige wijze. Daarop riep de brouw meester luid„Als gij over een jaar weder naar Munchen komt, breng dan een vat van uw bier mee; ik zal daar een vat tegenover stellen, dat het van het uwe zal winnen en als dat niet het geval is dan wil ik de onhandigste brouwmeester zijn die bestaat en uwe edelheid mag mij achterste voor op een ezel doen zetten, en zoo door de straten laten rijden en al mijn have en goed ten uwen voordeele verbeurd verklaren!" De Brunswijker lachte en ging een weddingschap om tweehonderd gulden aan. Eindelijk kwam de groote dag; het was den eersten Mei; op de binnenplaats van den hertogelijken burcht waren tribunes opgeslagen, die fraai met bonte kleeden, dennengroen en kransen waren versierd, en waarop de edele jonkvrouwen plaats namen, om den uitslag van de zonderlinge weddingschap te aanschouwen. De koperen kranen drongen in de buiken der vaten, en het edele vocht vulde schuimend de bokalen; ditmaal trok de Brunswijker geen leelijk gezicht, maar hij zeide minachtend: „Dit bier is nog zoo kwaad niet, 't is voor de vrouwtjes, want er zit geen kracht in." „Is dit uwe meening, edele heer?" sprak de brouwmeester, die zeker was van de overwinning, en hij gaf een knecht bevel twee bokalen te brengen die elk twee en half „masz" konden bevatten, waarna de reusachtige bekers uit de beide naast elkander liggende vaten werden gevuld. „Wel bekome u het bier uit de Münchener hof brou werij," sprak de brouwmeester en gaf den Brunswijker de bokaal, „ik zal uw bier op de gezondheid van uwe edelheid opdrinkenWie van ons, na verloop van een half uur, op één been staande, nog een draad door het oog van een naald kan steken, die zal de weddingschap hebben gewonnen." Daarop ledigden de strijders hunne bokalen tot den laatsten druppel. Nu ging de huishoudster van den burcht naar haar kamer, waarin zich een geitje bevond; het zieke dochtertje van de vrouw moest de melk van het dier drinken. Toen zij naald en draad had gekregen en het vertrek ver liet, ontsnapte het geitje en sprong al dartelend naar de binnenplaats, juist toen de kampvechters op één been gingen staan. De brouwmeester had de draad reeds lang door het naalden-oor gehaald, toen de ridder-zijn naald al driemaal uit de handen had laten vallen; eensklaps rolde hij het ondersteboven en wentelde, terwijl hij ver- geefsche pogingen deed om weer op de been te komen, op den grond rond. „Ei, edele heer," sprak de brouwmeester lachende, „wat overkomt u dat ge daar zoo op den grond als een kogel rondrolt?" Daarop stotterde de ridder met zware tong: „Dat bokje daar, dat heeft mij omvergestooten." „Neen, neen," riep Hertog Christoph, genoeglijk lachende, want hij was verheugd dat zijn brouwmeester de over winning had behaald. De brouwmeester echter zeide: „Dat bokje heeftueven min kwaad gedaan, als mij uw bocaal met bier; de bok die u heeft omvergeduwd, heb ik gebrouwen." Groot was het gejubel in den burcht; tot in de meest afgelegen straten der stad drong de tijding van de over winning van den brouwmeester door, die een bok had ge brouwen die den Brunswijkschen ridder in het zand had gegooid. De wakkere meester werd rijkelijk beloond en de Bruns wijker verloor zijn twee honderd gulden en trok beschaamd af. „Kijk," zeiden de menschen, toen hij te paard München verliet, ./dat is nu de man die door den bok van den brouwmeester gestooten is." Ter herinnering aan het heuglijke feest werd gedurende geruimen tijd in de hertooglijke brouwerij, uitsluitend het krachtige en zoete bier gebrouwen, waarvan de tijdelijke verschijning in het begin van het jaar niet enkel in Duitschland zijn vurige aanhangers in verrukking brengt. Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 4