HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1886. N°. 39.
Woensdag 31 Maart.
Jaargang 44.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
DE GELUKSBLOEM.
„Wij huldigen
het goede."
Ver»chijnt Binidsg, Donderdag en ZaterdAg namiddag.
Abonnementaprij» per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad verten tién: Van 11 regels 60 cents, elk*
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende de maand
April zijn als volgt
2 April Engelscho mail (over Brindisi).
6 April Hollandsche mail (over Marseille).
7 April Hollandsche mail (uit Amsterdam).
10 April Fransche mail (over Napels).
16 April Engelsche mail (over Brindisi).
17 April Hollandsche mail (uit Amsterdam).
17 April Hollandsche mail (over Marseille).
24 April Fransche mail (over Napels).
27 April Hollandsche mail (over Marseille).
28 April Hollandsche mail (uit Amsterdam).
30 April Engelsche mail (via Brindisi).
Laatste buslichtingen aan het Postkantoor te Amsterdam:
Ned. mail (uit Amsterdam) brieven 8 u. 's morgensdrukwerken
den vorigen avond 8.45.
Ned. mail (over Marseille) brieven 4.30 u. 's avonds; druk
werken 2 u. 's avonds.
Fransche mail, brieven 4.30 u. 's avondsdrukwerken 2 u. 's av.
Fransche mail (Napels) brieven 11 uur 's morgens; drukwerk
10 u. 's morgens.
Engelsche mail, brieven 11 u. 's morg.; drukwerken 10 u. 's mosg.
Om van de aansluiting te Brindisi zeker te zyn, is het raad
zaam daags te voren, op hetzelfde uur, van de voorloopige ver
zending gebruik te maken.
Industrieschool te Helder.
Openbare les aan het einde van den Wintercuraus 1885/86,
gegeven in het lokaal Tivoli, op Zaterdag 27 Maart 1886.
Een aantal ouders en andere belangstellenden kwamen jl. Zaterdag
in de zaal van Tivoli byeen on^ieze openbare les by te wonen.
Leden van den Raad, van het schooltoezicht en van 't Bestuur
van 't plaatselyk Nutsdepartement waren aanwezig, toen do heer
N. J. Leyer, onderwyzer aan de Industrieschool, zijne les aanving,
't Onderwerp van behandeling was ditmaal de spankracht der
lucht, met de verklarende beschrijving van de werktuigen op
technisch gebied, die een gevolg zyn van de genoemde natuur
kundige eigenschap. Door teekeningen op het zwarte bord en
door wèlgeslaagdc. proeven verduidelijkte de heer Leijer zyne
voordracht, die zoowel door ouderen als door jongeren met blijkbare
belangstelling werd gevolgd. Aan 't einde nam de heer A. Van
Voornveld, president van 't Bestuur der School het woord. Hij
sprak een woord van dank tot de heeren onderwijzers aan deze
inrichting en een woord van opwekking en aansporing tot de
leerlingen, ten einde hen het onderwys aan deze voor den werkman
Door E. Werner.
Eveline liet zonder tegenstreven hare hand in de zyne. De
hulde van den „troubadour," zooals Hein hem spottenderwijs
noemde, deed haar aangenaam aan en nam zy gaarne in ontvangst.
Die vriendschapsband met den jongen dichter was immers zoo
rein, zoo idealisch, zoo boven alle aardsche wenschen en ver
wachtingen verheven! Helmar wist even goed als zij, dat hare
dagen geteld waren en dat het voorwerp van zyne verzuchtingen
en gezangen stervende was. Hoe schrikte zy echter, toen hy nu
eensklaps voor haar nederknielde en een liefdesverklaring in
hoogst romantischen vorm aanhief, die zoo vurig en zoo verzekerd
klonk, alsof hy in het minst niet twyfelde dat zyn huwelijksaan
zoek verhoord zoo worden.
„Helmar, in 's hemels naam, wat beteekent dat?" riep de jonge
vrouw, met moeite hare ontroering beheerschend. „Ge spreekt
daar van liefde, van geluk en vereeniging, en ge weet toch dat
ik met dit alles heb afgedaan, dat my misschien nog slechts een
paar maanden levens vergund zijn
„Om het even!" viel Guido haar hartstochtelyk in de rede.
„Ik weet niets, ik wil niets weten, dan dat ik u liefheb, Eveline,
en dat gy de myne moet worden, zy het zelfs in het aangezicht
des doods! "Wat is een geheel leven van smachtend hopen, van
hygend verlangen in vergelyking met het geluk van één enkel
jaar, waarin de droom van dat leven verwezenlijkt wordt? En
zelfs, in geval ons slechts een half jaar van zaligheid was be
schoren, hadden we dit althans genoten. Ik zal myn teedere
bloem voor eiken ruwen ademtocht van de buitenwereld behoeden,
ik zal haar op de handen door het leven dragen, het moge dan
lang of kort over ons beschikt zyn. Spreek het jawoord uit,
Eveline, word myne vrouw en maak my tot den gelukkigste van
alle stervelingen!"
Eveline luisterde half verward. Het was haar nooit in de
gedachte gekomen, dat Helmar haar zóó vurig aanbad, dat hij
zelfs het noodlot, waaronder zy gebukt ging, wilde trotseeren.
Een inwendige stem zeide haar, dat het dwaasheid, vermetelheid
was; en toch had het denkbeeld iets ontzaglijk bekoorlijks, zoo
hartstochtelyk bemind te worden. Ze had nooit liefde en geluk
gekendna een droeve jeugd vol ontberingen, was haar huwelyk
met een bejaarden man, dien zij had moeten verzorgen en ver
plegen, slechts een nieuwe reeks van zware plichten voor haar
geweest, en toon de dood van haar echtgenoot haar in den bloei
harer jeugd de vryheid teruggaf, ontving ook zy de eerste aan
maning om afscheid van het leven te nemen, dat zich pas voor
haar scheen te ontsluiten. Moest zij dan inderdaad het laatste
geluk van zich afstooten, dat haar zoo laat en toch zoo verleidelijk
werd aangeboden?
Wel ging de jonge vrouw voort met tegenwerpingen temaken,
maar hare stem verstikte in tranen, en door dien vochtigen
sluier zag zij Guido's donkere oogen met dweepende vereering
tot haar opgeslagen, hoorde zy zyn zachte, smeekende gezegden.
Haar verzet werd al zwakker en flauwer tegenover die vurige
beden en betuigingen; langzaam, aarzelend, boog zy zich over
tot den nog altjjd knielenden man en reeds zweefde het beslis
sende „Ja!" haar op de lippen.
Daar boroorde plotseling iets haar voorhoofd, zacht en kil als
de hand van een geest, en viel een bloeiende tak op haar schoot.
zoo heilzame inrichting steeds meer te doen waardeuren. .Prijzen
en getuigschriften werden aan leerlingen van 't oudste studiejaar
uitgereikt en van verschillende jaren werden aan eenige jongelieden
eervolle vermeldingen toegekend. Wjj laten de lyst der bekroningen
hier volgen:
Loffelyke vermeldingen:
3de jaar.
Wiskunde. Lijnteekenen, Hondteekenen. Letterkunde
J. Van Driel. J. Van Driel. J. M. Duinker. J. Van Driel.
J. Löscher. A. Kooijman. J. Bruin. A.' Reith.
S. Kuhlmayer. F. M. Duinker. J. Duinker. A. Kooijman.
F. M. Duinker. A. Reith. A. Reith. J. D. Schieke.
A. Reith. H. Schol. A. Kooijman. F. M. Duinker.
J. D. Schieke. J. Vonk. J. Löscher. F. Van Twisk.
J. Vonk. J. Löscher.
S. Kuhlmayer.
J. Bruin.
2de jaar.
Natuurkunde. Rekenkunde. Lijnteekenen. Hondteekenen.
J. J. Julianus. J. C. Collet. J. C. Collet. C. De Jong.
C. De Jong. J. J. Julianus. J. J. Ooeenbrug. N. C. Stikkel.
N. C. Stikkel. W. Brizee. W. Brizee. J.F.Schellinger.
T. Proost. C. Rab. C. De Jong. J. H. Barens.
J. C. Collet. C. De Jong. J. L. De Cock. H.VanWilligen.
W. Brizee. N. C. Stikkel. J. J. De Vries. W. Brizee.
H. Visser. J. H. Barends. T. Proost. J. Goudswaardt.
H. Van Willigen. J. L. De Cock. J. K. Esherig. J. L. De Cock.
C. De Groot. J. H. Barens. C. Rab.
H. Visser. C. De Groot.
J. Siegers.
Letterkunde.
J. L. De Cock. T. Proost.
J. J. Julianus. J. F. Schellinger.
N. C. Stikkel. W. Brizee.
J. H. Barens. J. C. Collet.
J. Goudswaardt. D. C. Rab.
C. De Jong.
lste jaar.
Natuurkunde. Rekenkunde. Lijnteekenen. Hondteekenen.
J. Driessen. E. Peters. J. Driesen. S. Schellinger.
E. Peters. L.J.v.Fmmerik. E. Peters. E. Peters.
L. J.v.Emmerik. J. Oden. L.J.v.Emmerik. J. Zwaag.
J. Oden. H. Barens. J. Oden. J. Driessen.
H. Freeke. J. Heijman. A. W. Kwist. J. H. Buijkes.
H. Barens. K. Abbenes. H. Barens. C. L. Heijboer.
P.F.Morsink.(ger.J. Driessen. J.H.Buijkes.(ger.A. M. Kwist.
J.J.Schoefflenber-J. W. Kuyk. J.J.Schoefflenber-L.J.v.Emmerik.
De thans geheel ontloken bloemen hadden waarschijnlijk door
hare eigen zwaarte den teeren stengel neergebogenmaar dat
donkere blauw blonk Eveline eensklaps als een vermaning, als
een waarschuwing, als een verwijt in de oogen. Helmar
wilde de bloem ijlings grypen en een dichterlijk woord met dit
toeval in verband brengenmaar de jonge vrouw klemde de hand
met een bijna angstig gebaar om den tak en hief het hoofd met
een diepen ademtocht op.
„Neen, Helmar, dat zou vermetelheid zijn!" zeide zij op be
klemden toon. „Dat zou spotten wezen met leven en dood Als
gy uw bezinning verliest, moet ik die voor ons beiden hebben
't Is onmogelyk!"
„Wees niet zoo wreed, Eveline!" smeekte Guido, zonder van
houding te veranderen. „Zie, het lot is barmhartiger dan gy
dat teeken sprak ten onzen gunsteGeef my die bloem als onder
pand van mijn geluk
Weer wilde hy zich daarvan meester maken, maar Eveline
weerde hem nogmaals beslist af. 't Was zonderling, de sluier
van sentimentaliteit en romantiek, waarin de jonge dichter hare
en zyne gevoelens zoo meesterlijk had weten te hullen, scheen
plotseling vaneengereten en hare stem klonk kalm, byna koel,
toen zy antwoordde:
„Ik geef een anderen uitleg aan dat teeken. Een band, zooals
gy dien zoudt wenschen, wordt voor het leven gesloten en daar
over heb ik niet meer te beschikken. Gij zult mij eens danken,
dat ik uw aanbod thans onherroepelijk afsla."
Bittere teleurstelling sprak uit Guido's wezenstrekken, terwyl
hij langzaam opstond.
„Gy spreekt mijn doodvonnis uit," zeide hy tragischmaar
ook dit had niet de gehoopte uitwerking. Eveline scheen op
eens geheel ontoegankelijk te zijn geworden voor dergelyke uit
drukkingen.
„Gij zult dat verdriet te boven komen," antwoordde zij
vriendelijk, maar volkomen verzekerd. "Een man als gij behoort
in de wereld, in het volle menschenleven, en niet aan het ziekbed
van een wegkwijnende vrouw. Laten wij vrienden blyven zooals
tot nu toedat is de eenige band die tusschen ons kan bestaan."
Guido zweeg, evenzeer beleedigd als getroffen door de wending,
die het gesprek had genomen. Hy twijfelde wel is waar niet
aan zijne onweerstaanbaarheid, maar zag nu toch in, dat hy hier
een veel moeilijker stryd zou hebben dan hy zich in zyn over
moed had voorgesteld. Voor het oogenblik was het echter
onmogelijk er verder op aan te dringen, want juist kwam Kroneck
binnen en riep al op den drempel:
„Die Hein is toch een heksenmeesterDaar komt hy met dokter
Eberhard aan!"
Eveline stond verrast op. Hoewel het bezoek van den genees
heer haar vooraf was aangekondigd, had ze er toch nog aan ge
twijfeld. Nu kwam Corry echter ook binnenstuiven.
„Hein heeft het wezenlijk gedaan gekregen! Daar is dokter
Eberhard met zyn assistent!" berichtte zij zegevierend. „Maar
prepareer u nu maar op een ontzettenden lomperd, mama! Hy
zal u zeker wel wat ontzien omdat ge ziek zjjt, maar ik vrees
dat hy zyn berennatuur wel nooit zal kunnen verloochenen."
Ondertus8chen had Hein den gevreesden en toch zoo gewensch-
ten bezoeker buiten in den tuin ontvangen en voerde hem' thans
het salon binnen. Reeds terstond liot de dokter zich in zyne
ware gedaante kennen. Wel is waar boog hy het hoofd tot een
groet, maar nam overigens zoo goed als geene notitie van de
J. Heijman. E. Koch. IJ. Klaassen. E. Koch.
G. Badart. D. Kuiper. J. Harkes. H. Hanekroot.
D. Spanjaardt. H. Riemers. J.J.Schoefflenber-
G. Lavell. H. Hanekroot. J.P.Piscaer.ger.
C. v. d. Wal. J. Heijman.
S. Schellinger.
Letterkunde.
J. W. Kuijk. J. Oden.
J. Heijman. H. Riemers.
E. Peters. J. H. Buykes.
J. J. Schoefflenberger. K. Abbenes.
H. Freeke. D. J. Spanjerdt.
E. H. Koch. G. Lavell.
L. J. v. Emmerik. A. M. Kwist.
J. Driessen.
4de jaar.
Prijzen en getuigschriften. Getuigschriften.
A. J. Stikkel.
E. D. Harms. J. Carst.
J. Vermey. W. Tielrooy.
J. Schreuder.
A. J. Duijts.
J. L. v. Os.
Met veel belangstelling werd door de aanwezigen kennis genomen
van de talrijke proeven in het hand- en in het rechtlijnig tcekenen
der leerlingen. Langs de wanden der zaal waren die teekenen
ten toon gesteld.
Binnenland.
Jl. Vrijdag morgen is op de Noordzee ter hoogte
van Zand voort de Scheveningsche bomschuit Anna Apolonia,
behoorende aan de erven J. Waterreus, door een stoomboot
aangevaren. De schuit bekwam een belangrijke averij en
hoewel de visschers, volgens verklaring van den stuurman,
allen luide om hulp schreeuwden, nam de equipage van de
stoomboot van hen geen notitie.
De bemanning van de bomschuit is Zaterdag morgen
behouden te Scheveningen met haar eigen vaartuig aange
komen.
Bij den waterschout te Scheveningen is Zaterdag namiddag
de zaak aangegeven en later is ook voor den kantonrechter
te 's Hage een scheepsverklaring door den stuurman afge-
legd.
De Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij te Leiden
keert over 1885 6 pCt. dividend uit.
aanwezigen. Hy zette zich naast de patiënt neer en zonder vele
inleidende praatjes, zeide hy reeds na een paar minuten op be
velenden toon:
„Ik verzoek de heeren zich te verwijderen. Gilbert, gij blyft!
en ook dat kind kan onderwijl hier blijven."
Corry werd vuurrood van verontwaardiginggelukkig ontmoette
zij Gilbert'8 oogen, waarin zij las dat hij ook al het hemeltergende
dier beleediging gevoelde, en dit troostte de jonge dame eeniger-
mate. Zij vergenoegde zich met minachtend te zwygen en plaatste
zich berustend aan de zijde van haar moeder.
De heeren hadden zich intusschen in een der andere kamers
teruggetrokken. De raadsheer en Helmar liepen pratende heen
en weder, terwijl Hendrik bij het venster stond en een blad
papier te voorschijn haalde, dat hij straks in het salon van den
grond had opgeraapt, waar het onopgemerkt was blijven liggen.
De lippen van den jongen man trilden spottend en bitter, terwijl
hij het inzag.
„Al weer een verwelkende roosEn hoe dringend wordt het
haar voorgehouden zich naar het „zonlicht" te wenden, dat
natuurlyk Guido Helmar in eigen persoon is! En het wordt
nog steeds treffender en nog steeds aandoenlijker, en het eind
smelt letterlijk weg in tranenAlsof ze niet ziek en overspannen
genoeg was ik begrijp waarachtig niet, hoe ze al dat gekerm
en geklaag uithoudt!"
„Wat hebt ge daar?" vroeg Guido, die thans het venster
naderde en gelukkig niet vermoedde, dat zeker iemand het hoog
verraad had gepleegd een zyner zielroerendste gedichten „gekerm
en geklaag" te noemen.
„Een vers van u waarschynlijk voor mevrouw Eveline
bestemd," zeide Hein kortaf, terwyl hij hem het blad toereikte.
Helmar stak haastig de hand daarnaar uit.
„O ja maar in de eerste plaats voor haar alleen bestemd,"
antwoordde hy verstoord. „Ik vind het zeer indiscreet, dat gij
dat gedicht hebt opgenomen. Het lag by haar op de tafel."
„Pardon, het lag op den grond. Als ik het niet had opgeraapt,
zou die prozaïsche dokter Eberhard misschien al uw poëzie met
voeten hebben getreden."
Guido beet zich op de lippen en stak het blad bij zich, toen
Corry eensklaps boos en schreiende binnenkwam cn zich snikkend
in een leunstoel liet neervallen.
„O, Hein, wat zyn we begonnen! Waart gij toch maar nooit
op het denkbeeld gekomen dien Eberhard in consult te roepen
Die arme mama krijgt het haast op de zenuwen en hij, dat
monster, verkneutert zich daarbjj van plezier.
„Wat is er? Wat gebeurt er dan vroegen Kroneck en Helmar
tegelijk. Het jonge meisje wees naar het salon.
„Als een barbaar heeft hij daar huisgehouden als een Vandaal I
Al de gordynen heeft hy opgetrokken en al de ramen opengezet,
hoewel mama daartegen opkwam en zeide dat zij dat schelle
licht en die scherpe lucht niet kon verdragen. Toen zij van
schrik en ontroering begon te schreien en ik ook myn tranen
niet weerhouden kon, zeide hy barsch dat hij van "die dwaasheden
verschoond wenschte te blijven en dat hij niet gekomen was om
onze traanklieren in beweging te brengen. En daarop stuurde
hij my de kamer uit en nu is die arme mama alleen in zijn
klauwen. Als dokter Gilbert er niet bij was, in wien ik een
onbepaald vertrouwen stel, zou ik het ergste vreezen."
„Dat was te verwachten!" viel Guido hier uit, die gretig van
deze gelegenheid gebruik maakte om zyne ergernis te luchten.