dat de electriséhe verlichting van het blok minder zal kosten dan de verlichting met gas, die voor deze pereeelen, welke alle thans nog van gas worden voorzien door de Amsterdamsclie Pijpgas-compagnie, gezamenlijk per jaar f 13,000 f 14,000 bedraagt. Te meer zal dit het geval zijn, wanneer men tegen 1 Augustus 1887 het tijdstip waarop de concessie dier maatschappij eindigt genoopt zal zijn zich bij de Imperial van gas te voorzien. Gelijk de ervaring heeft geleerd, zal ook genoemd bedrag onder de Imperial met omstreeks 20 pCt. verhoogd worden. Bij aanleg van het benoodigd aantal, zijnde 600 gloei lampjes, zal zoo verwacht men besparing van kosten verkregen worden. De Brood- en Meelfabriek te 's Hage heeft in 1885 verkocht van alle broodsoorten te zamen 5,435,314 kilogram, tegen 5,522,362 kilogram in 1884 en 5,871,492 in 1882. Aan de gezamenlijke depothouders werd als loon of korting op het door hen genomen brood f 85,604 uitgekeerd. Uit het saldo der winst, ten bedrage van f 26,994, zal boven de 5 pCt. rente een dividend van 3 pCt., alzoo te zamen 8 pCt. aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. Men leest in de Werkmansbode, het orgaan van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, het volgende: „De beweringen van Fortuyn c. s., dat in den afgeloopen winter, voordat de sociaal-democraten zijn opgetreden, in Amsterdam niets voor de werkeloozen is gedaan, zijn ge heel onjuist en kunnen zelfs lasterlijk genaamd worden, in aanmerking genomen, dat, naar bekend is, ook sociaal democraten bij ondervinding beter kunnen weten. „Er is inderdaad veel gedaan en in alle stilte, zoo zelfs, dat hun, die blijkens een in loco gesteld onderzoek aan spraak op hulp konden maken, de wekelijks verstrekte ondersteuning werd tehuis gebracht. „Van wege of door tusschenkomst van een aantal lief dadige instellingen werd het geld verstrekt en door eene commissie uit haar midden verdeeld, op advies van de besturen der afdeeling Patrimonium en der afdeeling van het Algemeen Werkliedenverbond, die weder werden bijge staan door omstreeks 40 bezoekers, allen werklieden. De inrichting was zoo, dat de ondersteunde met geen ander in aanraking kwam dan met bem, door wien hij was bezocht; deze bracht hem het bedrag der ondersteuning wekelijks aan huis. „De ondersteuning, die wekelijks verstrekt werd, varieerde van f 2 voor ongehuwden tot f 8 a 9 voor gehuwden. Op deze wijze werden duizenden gezinnen van werklieden, zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid en eveneens sociaal-democraten, die door de tijdsomstandigheden werke loos waren, ondersteund. „Waarschijnlijk zijn honderd duizenden guldens op die wijze van de milde en geheel onbekende gevers tot de werkeloozen gekomen. Wie de ondersteuning ontving, wist niet van wie ze kwam, en hij, die het hem bracht, even min. Zoo voorzichtig en geheim is deze zaak behandeld, dat de bladen niet slechts geene mededeeling ontvingen van hetgeen plaats vond, maar hun bovendien verzocht was om geen melding te maken van hetgeen hun ter oore kwam. „Op nog verschillende andere wijzen werd ondersteuning aan hulpbehoevenden verstrekt, terwijl enkele liefdadige stadgenooten, die hunne namen niet vermeld willen zien, voor ongeveer f 15,000 aan bons voor de noodigste levens behoeften lieten uitreiken door middel van de politie-bureanx. „De milde gevers en zij, die dezen hoogst bescheiden vorm van ondersteuning uitgedacht en hun tijd ten beste gegeven hebben om dien te regelen, verdienen een woord van lof en dank." De havenbootjes te Amsterdam vervoerden in 1885 1,090,104 passagiers. De netto winst bedroeg f 17,450, welke som behalve f 737 op de oprichtingskosten werden afgeschreven op den verliespost van vier verkochte stoom bootjes. Het aantal booten is thans 16. Balans en winst- en verliesrekening werden goedgekeurd, de heer P. E. Tegel berg als commissaris herkozen en tot eene wijziging in de statuten besloten. Een kassiersknecht, die aan de Kasvereeniging te Amsterdam f 18,000 ontvangen had, werd in de Gashuis- molensteeg door 3 Engelsche oplichters aangerand. Hij verdedigde zich flink, en hield er een vast, die daarop gearresteerd werd. De kassiersknecht behield zijn schat. Bij de jl. Dingsdag gehouden herstemming van één lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal is gekozen Hij riep mij ter verantwoording, alsof hij mijns gelijke was! Als ik maar wist wat hij eigenlijk meende ik zal 't eens aan Gonda vragen." En onbekommerd, alsof die onaangename ontmoeting slechts scherts was geweest, stapte hij voort en had weldra dé kleine hofstede bereikt. Ambroos zat voor zijn huisdeur, bezig met zijn byl van een nieuwen steel to voorzien; maar een opgeruimde trek verspreidde zich over zyn bruin, verweerd gelaat, toen hij zijn jongen gast gewaar werd, die hem ai van verre toewuifde en vervolgens schielijk het weiland overstapte. Met een vroolijken groet stak hij den ouden man de hand toe. „Daar ben ik! Ik hoop dat we morgen goed weer op onzen tocht zullen hebben! Het laat zich best aanzien." „Dat dunkt mij ook," antwoordde Ambroos, naar de lucht kijkende. „Het zou ook niet de moeite waard zijn, als het geen helder weer was, want de weg is slecht. Als wij het ravijn door zijn, moeten we uren achtereen door kloven en spleten en over ys en sneeuw voorwaarts. Met iedereen zou ik het niet ondernemen, maar met u, mijnheer Hein, durf ik het wagen. Men zou niet denken, dat gy in een vlak land woont, als men u de bergen zoo ziet op- en aiklauteren." „Ja, ik heb wel iets van een gems!" zeide Hein lachend. „En daarom kan ik het ook niet uithouden in zoo'n duffe schrijf kamer. Ik word al benauwd als ik er aan denk. Waarachtig, Ambroos, ik bleef het liefst hier boven bij u en leerde met den bijl en de buks omgaan zooals gij." t Is my goed!" herman Berghofer met een welgevalligen blik op de slanke en toch gespierde gestalte van den jongen man. „Maar het boerenleven zou u niet bevallen en 's winters hieldt gy 't in geheel niet uit." t Is mogelijk! De wereld trekt ons met duizenden banden, en misschien verlangde ik ook weer spoedig naar de menschen terug. Maar laat ik u niet sloren in uw werk; ik kijk onder wijl naar den zonsondergang. Die is prachtig, van deze hoogte gezien Dit zeggende, zette Hein zich ook op de ruw getimmerde bank neder, die voor het huis stond, terwyl Ambroos zijn werk weer ter hand nam. Hy was gewoon dat zijn gast hem niet stoorde en deed alsof hij thuis was. (Wordt vervolgd.) dc heer mr. H. Smeenge, te Meppel, met 1243 stemmen De hèer Van Diggelen bekwam er 793. Jl. Dinsdag middag brak te Twisk een lievige brand uit, die al spoedig een zeer ernstig aanzien verkreeg, zoodat men zelfs een oogenblik voor het behoud van het geheele dorp vreesde. Aangewakkerd door den hevigen wind, ver spreidde het vuur zich in korten tijd, zoodat al spoedig zes h zeven hofsteden op verschillende punten van het dorp in vlam stonden. Uit de omliggende gemeenten snelde men met verschillende spuiten te hulp, hetgeen veel bijdroeg tot beperking van het vuur. 's Avonds waren zes of zeven huizen, waaronder prachtige boerenhofsteden, geheel in de asch gelegd, doch men hoopte thans het gevaar meester te zijn. Men vermoedt, dat de brand is ontstaan bij een smid, doch do oorzaak is op het oogen blik nog onbekend. Jl. Maandag morgen werd het dorp Buitenpost (Friesland) verrast met het bezoek van 68 sollicitanten, die allen met denzelfden trein kwamen, om te solliciteeren naar de betrekking van gemeente-veldwachter te Kooten, jaarwedde f 400. Zij moesten beurtelings zich aan den burgemeester voorstellen. Met den vorigen trein waren er 15 afgestapt. Dat het te Tilburg, wat ook sommige onheilsprofeten meldden, nog zoo slecht niet met de industrie is gesteld, blijkt uit de mededeeling van de N. Rott. Crt., dat er op dit oogenblik 57 firma's bestaan, die wollen-stoftenfabrieken bezitten, door stoom gedreven; en dat in den hoofdelijken omslag der gemeente Tilburg de 87 deelgenooten in die firma's zijn aangeslagen voor een inkomen van zeven honderd tachtig duizend drie honderd gulden, en wel: 29 van f 10,000 tot f 40,000, 32 van f 4000 tot f 10,000 en 24 van f 1500 tot f 4000. In de Haagsche kroniek van 't Hld. leest men: „Met een tram kwam ik jl. Donderdag door de Wagen straat, toen op eenmaal door een juffrouw met een kind gewenkt werd, dat het tramrijtuig zou ophouden. De conducteur geeft er gevolg aan, en de juffrouw komt, zonder zich te veel te haasten, met haar kleintje aan. Zij helpt het ventje inklimmen, en reeds bied ik de behulpzame hand om hare dikheid te helpen, als het mensch zegt: „Dankie meneer, Jantje moet maar even zijn oome goeijen dag zeggen, dien we daar justement in den tram zagen zitten." En Jantje gaf oome, die binnen zat, een zoen, ging toen weer terug naar moeder en het tramrijtuig mocht weer verder rijden." Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 30 Maart 1886. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heer H. Janzen Ez.; 1 vacature. De tribune is talrijk bezet. Na de opening der vergadering worden de notulen der vorige zitting voorgelezen en goedgekeurd. 't Eerst wordt aan de orde gesteld het voorstel van B. en W. tot verdeeling van 't onderwijzend personeel der gemeentescholen in 4 klassen en tot regeling van de jaarwedden dier ambtenaren, alsmede het voorst el-Jansen betreffende hetzelfde onderwerp. Dezo zaak is reeds aan de orde geweest in de Raadszittingen van 26 Januari en van 2 Maart 11., doch het nemen ecner beslissing was tot deze zitting verdaagd. Eer tot stemming werd overge gaan ontspon zich echter nog eene discussie, waarin de Voorzitter het voorstel van het Dag. Best. op verschillende gronden ver dedigde, tegenover de bestrijding van den heer Jansen, die sgn voorstel toelichtte en aanbeval. De heer Jansen uitte den wensch, dat het Dag. Best. zijn voorstel zou overnemen. Hiertegen had de Voorzitter bezwaar: doch de Wethouder, de heer Maalstccd, wilde van den heer Jansen overnemen om het aantal onder wyzers der lstc klasse op f» en niet, zooals B. en W. hadden voorgesteld, op 8 te bi-palen. Door den heer Van Gijn wordt opgemerkt, dat het voorstel-Jansen zich ook door mindere kosten aanbeveelt. By uitvoering zal het f 1800 voordeel opleveren boven dat van het Dag. Best. De heer Korver wil het aantal onderwijzers der 1ste kl. niet uitbreiden en wil ook doen ver vallen het groot aantal onderwijzers der 3de klasse met jaar wedden van f 600, die hij op 500 gebracht wil zien. 't Voor stel van B. en W. wordt nog eenmaal voorgelezen. Het heeft de strekking om te bepalen, dat de onderwijzers aan de gemeente scholen zullen verdeeld zijn in 4 klassen, met jaarwedden van f 800, f 700, f 600 en f 500, dat in de Iste klasse 8 (later 6), in de 2de klasse 6, in de 3de klasse 20 onderwyzers geplaatst zullen worden en dat de overigen zullen zyn van de 4de klasse, dat de aankomende onderwijzers zullen aangesteld worden op f 500 tractement, dat dit besluit geen terugwerkende kracht zal hebben voor de thans aanwezige titularissen en dat de onder wijzers aan de school No. 7 niet in deze regeling zyn begrepen. In stemming gebracht wordt het voorstel van het Dag. Best. verworpen met 8 tegen 7 stemmen. Vóór stemden de heeren Maalsteed, Groen, Korver, Tinkelenberg, Hordijk, Braaksma en de Voorzitter. Tengevolge van deze beslissing, komt nu in behandeling het voorstel-Jansen, dat in hoofdzaak hierop nederkomt: Er zijn vier klassen met jaarwedden als die door B. en W. in hun voorstel zijn genoemd. Van de 1ste klasse zullen zijn 6, van de 2de klasse 3, van de 3de klasse 20 onderwyzers en de overigen (nieuw aankomenden) zullen plaats nemen in de 4de klasse, op eene jaar wedde van f 500. Bij eene vacature kan overplaatsing naarecnc hoogere klasse plaats hebben, op advies van het Hoofd der School en na minstens 1 jaar verblijf in deze gemeente. In buitengewone gevallen kan ook overplaatsing geschieden met overspringing eener klasse. Bevordering van de 3de tot de 2do klasse kan geschieden bij 't verkrijgen der hoofdacte cn na minstens 2 jaar verblijf in de gemeente. De onderwijzers aan de School No. 7b. genieten eene jaarwedde van f 800, die tot f 900 wordt verhoogd by 't verkrijgen der hoofdacte. Verder worden dc tractementen geregeld der Hoofden van scholen, waarbij verhooging van f100 om de 4 jaren aangenomen en zulks afhankelijk wordt ge steld van 't advies der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Over dit voorstel heeft slechts eene korte discussie plaats. De Wethouder, de heer Maalsteed, dringt er bij den heer Jansen op aan, dat deze in zijn voorstel de wijziging brengt, dat onderwijzers, die niet in 't bezit der hoofdacte zyn, toch by gebleken yver en geschiktheid tot de 2de klasse kunnen bevorderd worden. Spreker verzekert van zeer bevoegde zyde vernomen te hebben, dat vaak zeer verdienstelijke onderwyzers om de eene of andere reden het examen voor de hoofdacte niet afleggen. De heer Jansen handhaaft echter ook dat deel van zijn voorstel. De heer Korver doet de vraag of het Dag. Best. het voorstel- Jansen, 't welk nogal van dat van B. en W. afwijkt, als het wordt aangenomen, zal uitvoeren. De Voorzitter antwoordt bevestigenddoch doet opmerken, dat, als er zich by de uitvoering al tc vele en gegronde bezwaren opdoen, later wel weder een voorstel tot wyziging zal ingediend worden. In stemming gebracht, wordt het voorstel-Jansen aangenomen met 8 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Maalsteed, Korver, Tinkelen berg, Hordijk, Oudenhoven, Braaksma en de Voorzitter. Door den Voorzitter wordt herinnerd, dat B. en W. in de vorige zitting gemachtigd zijn pm met den Districts-Sohoolopzie ner in overleg te treden omtrent de vervulling der vacante betrekking van Hoofd der gemeenteschool No. 5 en omtrent de door den Raad geuite opinie, dat verplaatsing van Hoofden van scholen wcnschelijk is. De Voorzitter verzekert, dat B. en W. zich van die opdracht hebben gekweten, en daarop geschiedt voorlezing van den brief van den Schoolopziener in het district Haarlem, in antwoord op het schryven van het Dag. Best. over de bewuste zaak. In dat schrijven merkt de Schoolopziener op, dat reeds meer dan 3 maanden geleden door het Hoofd der school No. 5 eene aanvraag om ontslag is ingediend, terwijl nu eerst werk gemaakt wordt van zijne vervanging. Waaraan die ver traging is toe te schrijven, begrijpt de Schoolopziener niet. 't Is, zoo verzekert de heer Van Eyk, hem niet eens officiëel bekend, wanneer het ontslag van den heer Daarnhouwer ingaat. En terwijl de Raad reeds heeft uitgemaakt, dat overplaatsing van Hoofden van scholen gewenscht is, wordt eerst daarna zyne meening omtrent die zaak gevraagd, 't Overleg, waarvan de wet op 't onderwijs spreekt, wordt, naar 't oordeel des Schoolopzieners, wel zeer verlaagd. De Schoolopziener deelt overigens het ge voelen, door de minderheid van de leden der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwys uitgedrukt. Ook hy houdt vol, dat het wetenschappelijk peil door overplaatsing zal dalen, terwijl men, by het vacant stellen van eene school in de kom der ge meente, met een minimum-tractement van f 1200 en vrije woning, zeker kon zijn, uitmuntende sollicitanten te verkrygen. De heer Van Eyk beweert, dat men met de tegenwoordige inrichting der vergelijkende examens niet bekend is als men meent, dat zy geen gelegenheid aanbieden om de knappe, meest geschikte, practische onderwyzers uit de sollicitanten aan te wijzen. Omtrent eene tirade in den brief van B. en W., dat zij niet twijfelen of de Schoolopziener zal het met hen volmaakt eens wezen, vraagt de briefschrijver of dat ernst is of kortswijl. Ten slotte houdt de Schoolopziener zijne meening vol, dat het houden van een ver gelijkend examen ter vervulling der betrekking van Hoofd der school No. 5. zeer gewenscht en in 't belang van 't onderwys is. De Voorzitter herinnert, dat de Raad in zyne vorige zitting een ander gevoelen heeft uitgesproken, dan dat van den Districts-Schoolopziener. Hij vraagt of' dat gevoelen nu gehand haafd wordt en stelt, namens het Dag. Best. voor, den heer A. Klerk Az., Hoofd der gemeenteschool No. 2 (te Huisduinen) als zoodanig te verplaatsen naar de gemeenteschool No. 5 (aan de Weststraat), den heer F. Sant, Hoofd der gemeenteschool No. 1 (te Koegras) te verplaatsen als zoodanig naar de gemeenteschool No. 2 (te Huisduinen) en om eene oproeping te doen van solli citanten naar de met 1 Mei daardoor vacant komende betrekking van Hoofd der school to Koegras. In stemming gebracht, wordt dit drieledig voorstel aangenomen met 11 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Jansen, Tinkelenberg, Van Neck en de Voorzitter. Op voorstel van het Dag. Best. worden, zonder hoofdelyke omvraag, met eenparige stemmen goedgekeurd cn vastgesteld de voljaars-kohieren voor den hoofdelyken omslag en voor de belas ting op de honden, beide voor den dienst van 1886, respectivelijk ten bedrage van f 28810.79 en f 1163. Er geschiedt voorlezing van eene missive van den heer Com missaris des Konings in deze provincie, houdende mededeeling, dat Z. Exc. de Minister van Waterstaat, Handel en Nyverhoid het voornemen heeft om wegen of gedeelten van wegen, die niet meer geacht kunnen worden te behooren tot de groote Rijks wegen, maar die door veranderde omstandigheden het karakter hebben gekregen van gewone plaatselijke wegen, om die wegen of gedeelten van wegen door de betrokken gemeenten te doen over nemen in onderhoud en beheer. Deze maatregel zal dan ook, dit is het voornemen des Ministers, worden toegepast op den Rijksweg van den mond van 't Heldersch kanaal langs Binnen haven, Ankerpark, Zuidstraat, Weststraat en Hoofdgracht tot aan den Ilavendijk, eene lengte hebbendo van 2927 M. De Voor zitter doet, nadat deze brief is voorgelezen, opmerken, dat er nog heel veel voor te zeggen valt om den bedoelden weg een Ri jksweg te doen blijven. Hij merkt op, dat de aangewezen overneming der gemeente per jaar niet minder dan f 2000 zou kosten cn geeft in overweging om aan de Commissie voor de Gemeente werken op te dragen, pogingen voor te bereiden, ten einde dit voor de financiën der gemeente dreigend gevaar zoo mogelyk af te wenden. Overeenkomstig het voorstel des Voorzitters wordt besloten. Door den Voorzitter wordt herinnerd, dat do geldleoning der gemeente ad f 80,000 op 16 en 17 dezer meer dan volteckend is. De som van f 298,000 werd aangeboden, waarvan op bepaalde voorwaarden ruim 79,000 is aanvaard. Onder dankbetuiging aan de leden der financiëele Commissie voor hare werkzaamheid by 't voorbereiden dier geldleening, stelt de Voorzitter voor, die Commissie, althans voor dit jaar nog, te bestendigen. Dit voor stel wordt aangenomen en de leden der Commissie laten zich die voortdurende opdracht welgevallen. Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededeelingen a. Dat by de op 26 Maart 11. gehouden verificatie van de boeken en de kas des Gemeente-Ontvangers een en ander in orde is bevonden, in kas zijnde de weinig belangrijke som van f 3484.62|. b. Dat aan den Ontvanger van 's Ryks belastingen alhier als ontvangloon van gemeente-opcenten wegens de grondbelasting dienst 1885 en de personeele belasting dienst 1884/85 de som van f 804.99 behoort te worden voldaan. c. Dat de noodige toestemming is verleend op het verzoek om rechten te heffen op het tijdelyk in gebruik hebben van voor den openbaren dienst bestemde gemeente-gronden en pleinen en van den kraan op het Molenplein, waaromtrent de Raad eene Ver ordening heeft vastgesteld by besluit van 29 December 1885 en waaraan de noodige bekrachtiging is verleend bij besluit van 5 Maart 1886. d. Dat het contingent dezer gemeente in de lichting der Natio nale Militie voor 1886 door HH. Gedep. Staten is bepaald op 49 man. e. Dat het Bestuur van de School met den Bybel de leden van den Raad heeft uitgenoodigd, tegenwoordig te zijn bij de opening der bedoelde school op Maandag 3 Mei e. k., 's morgens te 9 uren. en Dat van het Bestuur der Kiesvereeniging „Helder" een verzoek was ingekomen om zijne pogingen te steunen in 't belang van 't dagelijks rijden van een middagtrein AlkmaarHelder, doch dat inmiddels door de Directie der Hollandsche IJzeren Spoorweg- Maatschappy te dier zake eene gunstige beschikking is genomen. De zitting wordt hierop gesloten^ Bultenlana. De Belgische minister-president Beernaert opende Dins dag jl. de zitting der Kamer met een mededeeling over de treurige gebeurtenissen der laatste dagen in de industriëele districten. Hij gaf een kort overzicht van het gebeurde en verklaarde toen, dat de positie der arbeiders die klaagden over onvoldoend loon en een korteren arbeidsdag verlangden zeker in het oog gehouden dient te worden, doch voegde er bij, dat die toestand het gevolg was van de crisis, die thans vooral de kolen-indnstrie treft. Van 1876 tot 1884 was er door de exploitatie van de helft der mijnen 73 millioen verloren; van de tweede helft bedroeg de winst 92 millioen, dus in het geheel over dat tijdsver loop een winst van nog geen 20 millioen francs. Ware die winst die 1 pCt. bedraagt van het kapitaal dat in de ondernemingen steekt onder de mijnwerkers verdeeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2