g~De waarde-vermindering in allerlei roerende en on roerende goederen strekt zich thans ook uit tot.... menschen. Althans in Friesland betaalde men voor een paar jaren voor^ een plaatsvervanger bij de nationale militie dikwijls f 600 en nog meer, en voor een nummerverwisselaar in den regel de helft; thans is de gemiddelde prijs onder scheidenlijk f 300 k f 350 en f 200 k f 250. Er zijn zelfs enkele gevallen, dat aan een plaatsvervanger niet meer dan f 250, aan een nummerverwisselaar slechts f170 werd betaald. Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer: Door het Gemeentebestuur alhier is gisteren aanbesteed het bouwen van een schoollokaal aan Den Burg, met bij levering van ameublement. Ingekomen waren 10 inschrij vingsbiljetten, als: J. P. Noordijk f 21100, W. Lammers f 20996, K. H. Plavier f 19887, Gebr. Klein f 19744, P. Spruijt f 19352, A. Graaff f 19350, C. Sieren f 18780, M. Daalder f 16750, G. Moorman f 16100 en De Waard en Wijker f 15994. Het biljet van den heer M. Daalder werd door eene daarin opgenomen bepaling van onwaarde verklaard." „Aan Den Burg heeft zich heden een geval van typhus voorgedaan." j Men schrijft ons van Texel, dd. 29 dezer: z/Het ®oornemen bestaat, om alhier eene eigen slachterij op te richten. Het daartoe benoodigd kapitaal wordt op f 1600 berekend, welke som men tracht bijeen te brengen door het uitgeven van aandeelen, groot f 10. Of onze gemeente niet te klein is voor eene dergelijke onderneming, en de zaak levensvatbaarheid heeft, zal de tijd moeten leeren." De Panorama-Maatschappij te Amsterdam (Plantage) en het Broekerhuis geven over 1885 geen dividend. Een zoon van het Hemelsche Rijk smaakte Woens dag te Amsterdam het geluk in den echt te worden verbonden met een dochter uit het land „ontwoekerd aan de baren." Het is nl. de heer Taen Err Toung, later genaamd Frederick George Arrhee, met mej. M. C. U. Cuypers, dochter van den gevierden architect. Bruidegom en diens vader waren in Chineesch pontificaal. Jl. Zaterdag morgen geraakte de boerenwoning van D. Kuiper onder Hoogwoud, in lichte laaie vlam. Een uur daarna was het perceel tot den grond afgebrand. De oorzaak van den brand is met geene zekerheid bekend. Alles was verwaarborgd. Omtrent de inhechtenisneming van den secretaris en ontvanger der gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, W. C. V., deelt men nog mede, dat het tekort in de Semeentekas f 14,000 zou bedragen en de vervalsching er boeken reeds van 1877 zou dagteekenen. De Gemeenteraad van Voorschoten schijnt weinig met de dagbladen of met „publiciteit" op te hebben. De Raad weigerde nl. een legaat groot f 1000 nominaal 3 pCt. Nationale Schuld, omdat er de bepaling aan verbonden was, dat van de gift „publiciteit" in een der dagbladen moest worden gegeven. In een herberg te Zandvoort werd op den tweeden Paaschdag een bloedig gevecht geleverd. Terwijl een viertal mannen aan het biljarten waren kwam de vrouw van een hunner de gelagkamer binnenstormen en greep haar man, onder hevige verwijtingen, bij den kraag. Opgewonden door het genoten vocht bracht hij zijn weder helft eenige duchtige stompen toe met het zware eind zijner queue. Maar zij liet zich evenmin onbetuigd en sloeg hem terug met een wandelstok van een der bezoekers. In korten tijd werd bij de schermutseling in de gelagkamer alles stuk geslagen, als spiegels, schilderijen, enz. De klok werd van den wand geslagen, de lamp, boven het billard, vloog in stukken, terwijl het geheele vertrek als met glasscherven bezaaid lag. De waard dreigde den man met de justitie, waarop hij beloofde alle schade te zullen vergoeden. De politie te 's Hage waarschuwt het publiek op zijn hoede te zijn bij het aanknoopen van handelsbetrek kingen met Samuel Metz, geboren te Zwijndrecht den 30 December 1836, gewoond hebbende te 's Hage Van Ravensteijnstraat 296 en Paulus-Potterstraat 266, en thans aldaar adres hebbende Westeinde 95. De heer M., de Delftsche student, die het ongeluk had aan het station aldaar door den trein over de voeten te worden gereden, is jl. Dinsdag na lang lijden bezweken. Gisteren werd te Amsterdam weder een vergadering gehouden van belangstellenden bij de afsluiting der droog- legging van de Zuiderzee, door de heeren Buma en Van Diggelen samengeroepen per circulaire, waarbij een ontwerp der statuten gevoegd was, voor de op te richten Zuiderzee- Vereeniging, te Amsterdam, aan te gaan voor 29 jaren, met het doel om een volledig en grondig onderzoek in te stellen naar de wijze waarop, en de middelen waardoor een afsluiting van de geheele Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee wenschelijk en uitvoerbaar is. Uit de contributie der leden, die f 5 per jaar zal bedragen, zullen de kosten van het technisch en financiëel onderzoek bestreden worden. Te half twee werd de vergadering geopend. De heer Buma zegt, dat hij gemeend heeft het mandaat in de vorige vergadering verstrekt, om een voorloopig bestuur te vormen, slechts beperkt te moeten uitvoeren. Met 'den heer Buma en twaalf gespierde armen werkten met zulk een yver, dat men reeds na een paar minuten Vinzenz Ortler uitgegraven en op genomen had, verstyfd en buiten kennis, maar nog levend, zooals dokter Eberhard verzekerde, die hem de eerste hulp ver leende. Terwijl hy zich met den verongelukte bezig hield, zetten de anderen hunne nasporingen voort en slechts op weinige schreden afstands werd ook Sebastiaan, de tweede gids, gevonden, bijna geheel onder de sneeuw begraven. Een van al de lawinen scheen juist op hen beiden neergestort te zijn en hen bedwelmd te hebben; want als zy hunne bewustheid niet verloren hadden, zouden zy waarschynlyk kans hebben gezien zich uit de losse sneeuw weer op te delven. Sebastiaan gaf echter niet de minste teekenen van leven meer, en dokter Eberhard schudde bedenke lijk het hoofd, tcrwyl hy hem onderzocht. Nu moest men nog den derde vinden, maar te vergeefs zocht en vorschtc men naar Hein Kroneck. De gansche massa sneeuw was omgewoeld, de weg rechts en links onderzocht; men had naar alle kanten geschreeuwd en geroepen, zonder dat er ant woord kwam. Ambroos waagde zich alléén zelfs nog een geheel eind verder dan de anderen, maar ook hy kon nergens eenig spoor van den jongen man ontdekken. Hendrik was en bleef weg. Het lot van zyne metgezellen had hij niet gedeeld, dit stond vast, en zoo bleef slechts de onderstelling over, dat hij óf vroeger óf later in een afgrond zou storten en daar reddeloos verdwenen was. (Wordt vervolgd.) zitten thans aan de groene tafel als voorloop.ig bestuur de heeren mr. Van Diggelen en Thiebout en mr. J. P. A. Van Diggelen, de laatste als waarnemend secretaris. Door de heeren Buma en Van Diggelen wordt mededeeling ge daan van een groot aantal j>ersonen, gemeenten en dijks- besturen, die blijk gegeven hebben van belangstelling in j de groote zaak en daarvan bereids door inschrijvingen hun finaneiëelen steun hebben getoond, o. a. de gemeentebesturen van Sneek, Hindelopen, Blokzijl, Zwolle, Hasselt, Kampen en vele dijkbesturen, terwijl al de 60 aanwezigen zich eveneens als belangstellenden aanmelden, waaronder men aantreft de burgemeesters van Groningen, Edam, Hasselt, Harderwijk, Enkhuizen, enz. De heer Buma deelde verder mede, dat het verzoek om lid van algemeen bestuur te worden was aangenomen door de heeren Buma uit Friesland, Van Diggelen en Thi,ebout uit Zwolle, De Ruyter Zylker uit Winschoten, Van Hee keren van Keil uit Apeldoorn, Van der Houven van Oordt uit Arnhem, Wertheim en Tromp uit Amsterdam, Donker uit Bennebroek. Ten einde alle provinciën gelijk te doen vertegenwoordigen, zal dit bestuur tot 36 worden aange vuld, die daartoe door het tegenwoordig bestuur uitgenoodigd zullen worden. Het getal leden van het dagelijksch bestuur werd op 9 bepaald, uit het algemeene bestuur te kiezen. Hierna werden de statuten en bloc goedgekeurd. Daarop zal de Koninklijke goedkeuring gevraagd worden. Na enkele besprekingen in het belang der zaak, werd de vergadering, onder dank aan den heer Buma, gesloten. Het gisteren door de Amsterdamsche Sportclub ge- nouden concours voor den mooisten draver, voor paarden van inlandsch ras, gespannen voor twee- of vierwielige rijtuigen, was zeer druk bezocht. De eerste prijs werd behaald door Marie, van A. A. Van den Berg te Haarlem, de tweede door de Freule, van G. Barendregt te Baren- drecht, en de derde door Nelly, van Gebrs. Sisselaar te Amsterdam. //Wij vernemen, zegt de Transvaalsche Volksstem, dat de heer De Rot, die eenige jaren hier in Transvaal geweest en onlangs naar Holland teruggekeerd is, daar door het geheele land lezingen over Transvaal en zijne bewoners houdt. Wanneer dit tot uitslag moge hebben, dat eene partij degelijke boeren met eenig kapitaal zich hier willen komen vestigen of ondernemende personen eene Maatschappij vormen tot het nemen van claims op goed bekend staande goudvelden, om die met machineriën te bewerken, dan zeker 1 zullen deze lezingen veel nut stichten. Wij hopen echter, dat deze mededeelingen van Transvaal niet weder aanleiding mogen geven, dat eenige dozijnen kantoor-, winkelbedienden en jongeheertjes, die de Hoogere Burgerscholen in Holland bezocht hebben, tot ons komen, die meenen hier een goed bestaan te zullen vinden, want die zouden wederom niets anders dan teleurstelling ondervinden en zouden het bataillon boeren-schoolmeesters wederom versterken, en zelfs deze betrekking is niet meer zoo gemakkelijk te verkrijgen, daar onze super-intendant van onderwijs geen bijzonder voor- stander van Hollandsche schoolmeesters is." Jl. Dinsdag namiddag had te Beverwijk een droevig ongeval plaats. Een jongske van ongeveer drie jaar had zich, zonder dat zijne ouders het bemerkt hadden, meteen kruiwagentje al spelende van huis verwijderd. Zoo was het tot op ongeveer een kwartier afstand van het dorp gekomen, waar de stoomtram naar Wijk aan zee eene j bocht maakt. Het kind is onder den tram geraakt, machi- i nist noch conducteur schijnt iets bemerkt te hebben; eenigen j tijd daarna werd het deerlijk gewond gevonden en naar een geneesheer gebracht, die het verbond, maar eenige uren later was het jongske een lijk. Damas schrijft in zijn Haagsche Omtrekken, voor- komende in het Vaderland, o. a. het volgende: Niet al onze landgenooten, die te Parijs vertoeven, bc- zoeken willekeurig de openbare plaatsen van vermaak of worden dagelijks ontmoet op het terras van het Café de ia Paix. Ik heb er gezien, die, na in het vaderland goede j dagen gekend te hebben, ook in de groote stad aanvankelijk een onbezorgd leven leidden, totdat ze, door slechte kans of misschien ook door eigen schuld buiten verdienste, langzamer- hand, uit schaamte over hunne schamele kleeding, bij gebrek aan een glanzenden hoed of een nieuw-modischen overjas, I de rijke straten en boulevards van den rechter Seine-oever ontweken, en een eerste halte hielden in het Quartier Latin. Dan, wanneer ook daar de hoop op werk al mindei en minder werd, en de verleiding zich in steeds ruwer en vernederender vormen opdrong, werd wederom dat vrije kwartier verlaten, en een laatste schuilplaats gezocht in de armelijke voorsteden, of in de donkere achterbuurten der ville-lumière. En dan? ja dan? De Seine zal het niet na vertellen, en de Morgue verklapt hare geheimenissen niet... Hier staat een Hollandsch werkman voor ons. Hij is kundig in zijn vak, handig en ijverig. Hij heeft te Parijs dadelijk volop werk gevonden en goed loon. De donkere oogen en het minzaam lachje van zijn Fransch buurmeisje hebben zijn Hollandsch hart bekoordhij heeft haar gehuwd, en is thans de kostwinner van een talrijk gezin. Zijne vrouw moet naar mijn beste weten een knappe huishoudster zijn, die de pot^au-feu smakelijk kan klaar maken, de kinderen altijd kraaknetjes en met heel wat overleg in de kleeren houdt, en haar huiswerk met een vroolijk liedje weet te kruiden. Het is een gelukkig gezin, dat eene blijde toekomst tegenlacht. Maar ongemerkt begint de vraag naar arbeid te verslappen i le b&timent ne marche plus; een gedeelte van het werkvolk I wordt afgedankten de patroon, hoe noode ook, zendt den I vreemdeling in de eerste plaats weg. Nog eenige dagen i blijft deze welgemoedhij is een trouw betaler geweest en heeft crediet in de buurt. Maar lang duurt die geveinsde j gerustheid niet; de huisheer heeft om zijn achterstallige huurtermijnen gemaand; door bakker en kruidenier is hem het crediet opgezegd; het huisraad staat verkocht te worden, j Op het nijpendst oogenblik komt een flinke bestelling voor werk te huis. Dat zou de redding kunnen wezen, zoo niet reeds de instrumenten en gereedschappen in de bank van leening waren gebracht. Tot wien zich dan te wenden in de groote, vreemde stad? De vrouw was eene weeze en 1 had ouders noch magen. De man is een vreemde en kent hier niemand. Daar schiet op eens den Hollandschen werk- man eene gedachte te binnen: hij heeft hooren spreken van een Nederlandsch Liefdadigheidsfonds; déür zullen zijn landgenooten hem geduldig aanhooren; ze zullen inlich tingen over hem inwinnen dat mogen zei en dan zullen ze hem uit het fonds het gelukkige losgeld betalen, 't welk hem in staat zal stellen er zich weer boven op te werken, met eer en met deugd I Wat dunkt u, lezejsOl het is zulk^een voorrecht de reddende hand te kunnen reiken aan zijn medemensch, aan zijn landgenoot in den vreemde I Een kleine gift kan zoo heerlijke uitkomst geven; een renteloos voorschot zoo rijke renten afwerpen, die door geen conversie te besnoeien zijn, maar daarentegen progresseeren tot in der eeuwigheid! Zoo legt dan, brave en rijke menschen, uwe hand op het hart? Ja, goed, maar daarna vooral op de beurs, en vraagt u zeiven af, welk luttel gedeelte van het geld, dat ge gewoon zijt jaarlijks te Parijs tot eigen genoegen te besteden, zal geofferd worden aan uwen lijdenden landzaat in datzelfde Parijs. Want eene opoffering eisch ik van u; vast toch een enkele maal om uw brood op het water te kunnen werpen 1 Gij, bevallige lezeres, wier blanke hand ik dankbaar zou willen kussen, ontzeg u telken reize een nietig dozijn handschoenen met zes-en-dertig knoopen, waar de natuur u schooner huid schonk dan hond of kalf of hinde u kan bereiden; en gij, welgedane lezer, wien fine taille gevaar loopt na zooveel zware campagnes, verzuim een enkele maal uwen Bignon, om u te gaan voeden in het nabijgelegen Bouillon Duval, met zijn gezonden, karigen kost. Zondert beiden dan af wat ge bespaard zult hebben; zendt het aan het Nederlandsche Liefdadigheidsfonds, en uwe schoonheid en uw geweten, zullen er bij winnen. Voor u zijn honderd guldens niets op uw Parijsch budget voor liet Bestuur van het fonds zijn het honderd weldaden, honderd kansen van liefdadigheid en van redding uit nood. Ziet, ik wist het wel dat ik Bartjes mocht inroepen, want mijne gemoeds-arithmetica is zuiver. En de goede beheerders staan daar: de eere-voorzitter, des Konings gezant; de voorzitter Buisman, die waardige Hollander; Obreen, de ondervoorzitter, welke ons sedert lange jaren voorlicht omtrent Parijsche toestanden; en Pierson en Boas, van nature gestempeld tot uitstekende financiers. Ook zoo vele anderen nog, met naam en faam in eere bekend! Maar mocht de toezending van zware Hollandsche rijks daalders u moeite en zorgen kosten, zoo kunt ge den dierbaren last toevertrouwen aan uwe mede-ingezetenen. Hier, in mijn „Haagsche Omtrekken" meld ik slechts Haagsche namen: mr. J. G. De Bruyn, lid der Eerste Kamer, en mr. F. baron Van Hogendorp. En in waarheid zegge ik u, het goede geld, dat ge een hunner toezendt, zal beschouwd worden als door mijzelven, met groote, diepgevoelde dankbaarheid ontvangen. In mijne Omtrekken gaf ik u van het beste wat ik had loont me dan nu met uwe liefdedaden aan anderen. Met de tijden veranderen de zeden, zegt het spreek woord, maar de smaak verandert in de allereerste plaats. Zag men vroeger op Paschen in alle steden zonder uit zondering de prachtigste ossen in alle slachterswinkels, tegenwoordig zijn er velen, die van die traditie afwijken en het hoogstens bij eene kleine versiering van hun winkel laten. Want, redeneeren zij niet ten onrechte, wat geeft het ons of wij al een bijzonder vetten os slachten, het Ènbliek wil er niet aan en laat ons zitten met het vet. >e menschen hebben liever mager vleesch van een puiken os, en zoo komt het dat het slachten van paaschossen langzamerhand afneemt. Op de dorpen houdt men zich nog trouw aan het oude gebruik, dat van langvervlogen tijden dagteekent; in de groote steden echter neemt de gewoonte sterk af, als zooveel dat aan den goeden ouden tijd herinnert. Wat verstaat men onder impresario? De bekende theater-directeur Mapleson verscheen als getuige voor de rechtbank te New-York en antwoordde op de vraag wat men onder impresario te verstaan had: Dat is iemand die het publiek tracht te bevredigen en die daarin nooit slaagt. Runclvee-StamlDoeli. Te Amsterdam werd jl. Dinsdag de algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging „Het Nederlandsch Rundvee- Stamboek." Uit het jaarverslag bleek, dat het getal leden 1449 bedraagt, verdeeld over alle elf provinciën. Het aantal ingeschreven run deren bedroeg 2185, en wel stieren van inlandsch ras boek I 314, koeien van inlandsch ras boek KI 1868, koeien van gekruist ras boek K II, 3 stuks. De provincie Noordholland had hiervan het grootste getal ingeschreven, n. 1. 236 stieren en 1552 koeien. De heer J. v. d. Breggen Az. te Waddingsveen nam zijne be noeming tot commissaris niet aan en de Vereeniging verloor den heer M. v. Doornick door den dood. De heer Herm. F. Bultman werd tot 2den voorzitter benoemd, in de plaats van den heer C. J. v. d. Oudermeulen, die als zoodanig aftrad. De financieële toestand der Vereeniging is gunstig en de verkoop van exemplaren van het Stamboek neemt voortdurend toe. Van vele zijden wordt het Bestuur opmerkzaam gemaakt, dat het inrichten der Vereeniging met provinciale afdeelingen ge- wenscht werd, daar men anders te wachten had, dat andere Stam boeken zouden worden ingericht. Om deze reden stelde het Bestuur eenige wyzigingen in de statuten en in de bepalingen voor het opnemen en inschrijven van vee voor» De rekening en verantwoording van den penningmeester sloot in ontvangst met een cijfer van f 19596, voordeelig saldo f 5206. De contributie van 1449 leden bedroeg f 3622, de inschrijving van vee in de Stamboeken f 10755. De begrooting over 1886 sloot in ontvangsten uitgaaf meteen cyfer van f 19381. Bij de opening der vergadering deelde de Voorzitter, de heer J. Breebaart Kz., mede, dat eenige amendementen op de voorge stelde wyzigingen der statuten waren ingekomen, welke echter niet het voorstel tot wyziging bestreden. Hierna werden deze wijzigingen, in den geest van het hierboven aangegevene, door de vergadering besproken, nadat de secretaris, de heer Waldeck, eene memorie van beantwoording op de voorgestelde amendementen had voorgelezen. De hoofdstrekking der voorgestelde wijziging bedoelt1. krach tiger ontwikkeling te bevorderen, door verlaging der kosten, aan het lidmaatschap en de inschrijving verbonden; 2. het doel der Vereeniging te bereiken en het toezicht te vergrooten door het vestigen van afdeelingen, die in beperkten kring werken; 3. de Stamboeken in deelen te splitsen, opdat hy, die in een zuiver provinciaal verslag belang stelt, een eenvoudig overzicht verkrijge van het in die provincie aanwezige Stamboek-vee; 4. moer alge meene bekendmaking en gevolgelyk uitbreiding van de Vereeniging, in die provinciën, waar veehoudery niet in de eerste plaats op den voorgrond treedt. Het verschil tusschen de voorgestelde wyzigingen van het hoofdbestuur en de amendementen liep hoofdzakelijk over de vraag, of men slechts één afdeeling in elke provincie zou op richten, of, gelijk het hoofdbestuur wilde, de gelegenheid open laten meer afdeelingen te stichten. Ook was er verschil van meenihg betreffende het overdragen van de kosten van inspectie op de afdeelingen, waartegen het hoofdbestuur bezwaar had. Het resultaat der besprekingen was, dat word besloten in iedere provincie eene afdeeling op te richten, terwyl elke afdeeling, hoe klein ook, het recht heeft een commissaris naar de algemeene ver gadering af te vaardigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2