De Staatscourant bevat het volgend koninklijk l^sloit van 11 Mei: De minister van Bïnnenlandsche Zaken wordt gemachtigd om de tegenwoordige zitting der Staten-Generaal te sluiten in eene vereenigde vergadering der beide Kamers op Dinsdag 18 Mei a. s., des namiddags te 3 ure. De Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ontbonden met het tijdstip der sluiting in de vorige alinea bepaald. De verkiezingen der leden van eene nieuwe Tweede Kamer zullen plaats hebben op Dinsdag 22 Juni, waar herstemming noodig is, zal deze plaats hebben op Dinsdag 6 Juli daaraanvolgende. De eerste samenkomst der Kamers van de Staten-Generaal zal plaats hebben in vereenigde vergadering op Woensdag 14 Juli. Omtrent de sigarenfabricage, het hoofdvak van Kampens industrie, zegt de Kamer van Koophandel aldaar in haar verslag over 1885 o. a. het volgende: In het algemeen raag daarvan gezegd worden, dat deze fabrieken niet als zoovele andere takken van nijverheid en handel, veel geleden hebben van den druk der algemeene malaise, hoewel de toestand toch niet rooskleurig te noemen was. De productie is over het geheel minder geweest dan in dat vorige jaar. De prijzen van tabak waren zeer hoog de aanleiding daartoe meent men te moeten zoeken in de omstandigheid, dat voornamelijk Amerika onze hoofdsoort voor sigarentabak (de Sumatra) gretig opkocht voor hare eigene consumtie, die daar met reuzenschreden toeneemt. Op Donderdag 20 Mei e. k. zal te Schagen eene vergadering plaats hebben van de Centrale Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Alkmaar. In deze bijeenkomst zal het concept-reglement, door eene Commissie van 7 leden samengesteld, in behandeling worden genomen en zal eene bespreking plaats hebben van candidaten voor de in Juni a. s. te houden verkiezing voor een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In den zielstoestand van den bekenden tooneeldirecteur en tooneelspeler D. Van Oliefen, die te Zutphen verpleegd wordt, is, naar het Dagblad verneemt, verbetering te bespeuren. Daar sedert een jaar geen enkel geval van longziekte in ons land is voorgekomen, heeft de Regeering thans maatregelen genomen om deze gunstigen toestand ook in het buitenland beter bekend te maken. Er is, naar het Rott. N.blad meedeelt, een memorie door haar uitgegeven over den stand der ziekte onder het vee hier te lande. Gisteren nacht had te Breda een treffend ongeluk plaats. Den korporaal Hermanus Boshoven overviel, terwijl hij de wacht had bij den grooten soepketel, waarbij hij zat te lezen, de slaap. Zijn evenwicht verliezende, plofte hij in de kokende soep en werd zoodanig met brandwonden overdekt, dat hij onmiddellijk naar het hospitaal moest worden vervoerd, waar de ongelukkige gisteren reeds den geest gaf. Verdwaald zijn is lastig. Maar als je verdwaald bent en Verdwaald heet, dat is komisch. Dit is het geval met een marine-matroos, dienende op het opleidingsschip te Am sterdam. Komt Verdwaald terecht, dan zal zijne dwaling hem kwalijk genomen worden, daar Verdwaald zonder vergunning verdwaald geraakte, of liever langer verdwaald gebleven is, dan hem vergund werd. Verdwaald toch is gaan passagieren, maar zoo verdwaald geraakt, dat hij nog niet terecht is. Volgens de laatste berichten is Verdwaald van zijne dwaling teruggekeerd. VERKIEZING GEMEENTERAAD. Dinsdag 11 Mei 1886. Gemeente Helder. (Aantal kiezers 998). Aftredend lid de heer J. W. Hattinga Raven, (die bedankt heeft). Uitgebracht 199 stemmen. Blanco biljetten 8. Geldige stemmen 191. Volstrekte meerderheid 96. Hiervan bekwamen de heeren J. G. R. Vos 76, J. Ver- faille 74, J. Dunselman 13, F. Snel 4, J. Bethlehem, W. J. Maalsteed en T. Mooy ieder 3, H. Bitter, D. Hoogen- bosch en P. Spruit ieder 2 stemmen, A. Klik, J. Dito, mr. K. J. C. Stakman Bosse, D. J. Van Wijngaarden, D. Van Drumpt, H. M. Manikus, C. J. Verhey, S. W. Stooker, G. T. Von Otercndorp, P. F. Marmelstein en J. Hoogen- bosch ieder 1 stem. Op Dinsdag 25 dezer zal alzoo eene herstemming moeten plaats hebben tusschen de heeren J. G. R. Vos en J. Ver- faille, die het grootst aantal stemmen op zich vereenigd hebben. De opkomst der kiezers was 19.9 pCt. Gemeente Texel. Uitgebracht 193 stemmen Hiervan bekwamen de heeren: Tijs Mz. Zijm 95, August Keijser 52, P. C- Koning 23 en een aantal andere per sonen een geringer aantal stemmen. Herstemming moet alzoo plaats hebben tusschen de twee éérstgenoemden, daar de volstrekte meerderheid niet werd verkregen. verliezen mijn tranen eiken dag meer van hun bitterheid. Sedert lang reeds berust ik in mijn lot, hoe wreed het ook schijne, en bovendien, dit kan ik je niet genoeg zeggen, Cécile, je hebt het lot, dat mijn deel geworden is, zoozeer verzacht, dat ik meer malen mijn ongeluk gezegend heb. Neen, de reden van deze droefheid moet je niet in het verledene, evenmin als in het tegenwoordige zoeken; de zorgen voor de toekomst zijn er de oorzaak van." «Wat maak je jc dan bevreesd?" had Cécile hem deelnemend en diep bewogen gevraagd. «De gedachte, vroeg of laat haar te moeten verliezen, aan wie ik verschuldigd ben hetgeen je myn zielskracht noemt, niet alleen omdat ik, van haar voortreffelijke zorgen verstoken, myn hulp behoevendheid in al haar omvang zou gevoelen, maar omdat.... ik haar liefheb!" had Robert de Ch&tillon er met een hevige ontroering in zyn stem bijgevoegd. Het gelaat van Cécile was doodsbleek geworden. «Mijn God!" had zij uitgeroepen, „zoudt u twijfelen aan de vriendschap, die my aan u verbindt! Dat is niet goed van u, mynheer Robert." «Aan de vriendschap," riep hy bitter uit; «ach, Cécile, dit woord alleen rechtvaardigt myn angst. Wat zou deze vriendschap nog beduiden, dit vraag ik je, als eenmaal een gevoel, dat alle andere gevoelens buiten sluit, je hart in bezit neemt? Neen, neenen als je inderdaad wilt, dat ik de opgewektheid van den eersten tijd terug zal krijgen, als je wilt, dat ik, als weleer, ge duldig, bijna vroolijk het vonnis draag, dat mij heeft geschrapt van de lijst van hen, die de wonderen en den hemel van den goeden God zien, dan moet er tusschen u en mij een machtiger band bestaan dan die vriendschap, dan moet je er in toestemmen myn vrouw te worden." (Slot volgt.) VERKIEZING PROVINCIALE STATEN. Dinsdag 11 Mei 1886. Hoofdkiesdistrict Helder. Aantal kiezers: Aantal opgekomen kiezers: Helder 584 173 Texel 243 138 Terschelling .13863 Vlieland 247 Totaal 989 381 d. i. 38.5 pCt. Ingekomen biljetten 381, blanco 2, geldige stemmen 379, volstrekte meerderheid 190 stemmen. Uitgebracht werden op de heeren: mr. M. Büchner219, D. C. Loman 162, mr. K. J. C. Stakman Bosse 84, J. Hoogenbosch 76, D. Reedeker 71, C. Keijser Pz. 37," C. P. Keijser 30, W. J. Maalsteed 22, C. A. Beukenkamp 4, mr. H. A. Groote (te Velzen) 3, Aug. Keijser on P. Knaap Gz. (te Haarlemmermeer) ieder 2 stemmen, en D. Hoogen bosch, S. Van Gijn Pz., H. Bitter, P. Kramer (te Ter schelling), H. W. Van Marle, J. K. G. Muller, S. Keijser Pz., J. J. Beijnes (te Haarlem), I. Korver, P. Frans Pz. (te Warmenhuizen) en A. Goede Dz. (te Alkmaar) ieder 1 stem. Gekozen: de heer M. Büchner, aftredend lid. Herstem ming, op 25 dezer, tusschen de heeren D. C. Loman, Burgemeester van Texel en mr. K. J. C. Stakman Bosse, Burgemeester van Helder, die respectivelijk 162 en 84 stemmen bekwamen. Hoof'dkiesdistrict Schagen. Herkozen de heeren H. Rezelman en K. Breebaart (lib.). Hoofdkiesdistrict Alkmaar. Aftredend lid Mr. D. F. Van Leeuwen. Stemgerechtigden. 1255. Uitgebracht 352 stemmen. Van onwaarde 3 stemmen. Geldige stemmen 349. Mr. D. F. Van Leeuwen herkozen met 337 stemmen. Hoofdkiesdistrict Hoorn. Uitgebracht 422 stemmen. Gekozen de heer Van Dedem, met 317 stemmen. Hoofdkiesdistrict Enkhuizen. Uitgebracht 915 stemmen. Herstemming tusschen de heeren Kooyman, burgemeester van Andijk (aftredend lid, lib.), die 444, J. Zijp, burgemeester van Abbekerk (lib.), die 280, J. Blom, burgemeester van Westwoud (R. K die 423 en B. Van Houweninge, burge meester van Medemblik (lib.), die 343 stemmen verkreeg. Vollis-oaclerwUs. Afdeeling Zijpe. In de jl. Woensdag gehouden vergadering in het lokaal van den heer K. Plevier te Schagerbrug, waren 11 leden tegenwoordig. Na opening der vergadering, lezing en goedkeuring der notulen, was als punt 1 der agenda aan de orde: Behandeling van den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering der Vereeniging. Voor de benoeming van 3 leden voor het hoofdbestuur, werden uit de voordracht met algemeene stemmen gekozentot Voor zitter mr. H. Goeman Borgesius te 's Gravenhage en tot leden mr. J. A. Van Gilse te Rotterdam en L. Gerhart te Utrecht. Het voorstel van het hoofdbestuur (punt 7), dat de algemeene vergadering besluite, dat ook in 1887, ten behoeve der voort te zetten uitgave van het Volksblad, 3/4 der contributiën van f 1 en van 30 cents door de afdeelingen in de algemeene kas zal worden gestort, vond algemeene instemming. Geheel anders was dit met punt 3, voorstel der afdeeling Amsterdam, om het reglement der Vereeniging zoodanig te wijzigen, dat zij hare bemoeiingen in 't vervolg ook tot middel baar- cn hooger onderwijs kan uitstrekken. Algemeen was men van gevoelen, dat het arbeidsveld der lagere school nog te veel ruimte aanbiedt, om zich daarmede te bemoeien. Met 8 tegen 3 stemmen werd besloten, het voorstel der afdee ling Groningen (punt 9) om het teekenonderwijs in de gemeente verordeningen als verplicht leervak voor de lagere school te doen opnemen, niet te steunen. Luide verklaarde men zich vóór het voorstel 's Gravenhage (punt 10), dat er by de Regeering op worde aangedrongen, dat, bij de aanstaande Grondwetsherziening, de leerplicht in de wet worde opgenomen, omtrent het tweede voorstel derzelfde afdee ling, om de kinderen der lagere school van overheidswege voed sel te verstrekken, in zoover zij er behoefte aan hebben, werd met 7 tegen 4 stemmen besloten niet te ondersteunen. Algemeen verklaarde inen zich tegen het voorstel van het Hoofdbestuur (punt 9), om bij de Regeering de noodige stappen te doen tot wijziging van den militairen dienstplicht voor (hulp) onderwijzers, daar men niet den diensttijd verkort wilde zien, maar wel de herhalingsoefening afgeschaft. Het voorstel Sneck (punt 12) om eene som van f 750 ter beschikking van het Hoofdbestuur te stellen, ten einde gevierde sprekers te doen optreden waar zulks noodig wordt geacht, kon slechts bij 2 leden instemming vinden. Na het bespreken van nog een voorstel Van het Hoofdbestuur en enkele andere punten, ging men over tot het benoemen van een afgevaardigde voor de algemeene vergadering op Dinsdag 15 Juni e. k. te Amsterdam. Met meerderheid van stemmen werd hiervoor gekozen de heer M. Bossen, tot secundus de heer K. J. Koster. Hierna las de Secretaris een missive voor van de Kiesver eeniging Burgerplicht te Rotterdam, om haar bij de Twcedo Kamer der Staten-Generaal in te dienen adres in zake Atjeh, door een adres van adhaesie te steunen. Ofschoon men dit niet vond als liggende op den weg van Volks-onderwijs, achtte men het Atjeh-vraagstuk toch te veel een volkszaak, om zulk een adres niet te steunen, waartoe dan ook met algemeene stemmen bsloten werd. Met een woord van dank tot de aanwezigen sloot de Voorzitter de vergadering. Onder de vraagpunten voor het 39ste landhuishoudkundig congres, te Leeuwarden te houden, komen de volgende voor: Uit de ontwikkeling van den handel in kunstmeststoffen, vooral in de noordelijke provinciën van Nederland, blykt het groote voordeel, dat ook hier te lande by doelmatige toepassing door kunstbemesting te verkrygen is. In andere streken van het land bleef onder zeer overeenkomstige omstandigheden die toepassing nog bijna geheel achterwege, ofschoon er niet aan te twijfelen valt, dat ook daar door dezelfde middelen even groote voordeelen te bereiken zouden zyn. De vraag rijst: door welke middelen kan in die streken de toepassing van kunstmeststoffen worden aange moedigd. Inleider prof. Mayer te Wageningen. Verdient voor de veehouding het stelsel-Goffart (inkuilen van groen voeder) aanbeveling, of zou aan andere stelsels de voorkeur gegeven moeten worden? Inleider de heer G. Reynders te Wage ningen. Welke soorten van groenten verdienen tegenwoordig voor de cultuur in het groot aanbeveling, vooral met bestemming voor Londen of andere groote buitcnlandsche markten? Is de bijenteelt voor den landbouwenden stand in Nederland van zoodanig belang, dat daarop door de landbouwraaatschappijen meer de aandacht moet worden gevestigd, dan tol nu toe het geval is? Inleider de hoer mr. A. Ferf te Franeker. Is do oprichting eener vennootschap voor internationale handel in fokvee, voornamelyk tot uitvoer naar Noord-Amerika en andere landgn waar Nedpjlwfafih vee gevraagd wordt, wen^ah^vLyk i het belang der Nederlaudsche veefokkers? Inleider de heer H M. Hartog te Barneveld. Zou er van de steeds zich uitbreidende tramwegen niet meer partij getokken kunnen worden voor den landbouw dan tot heden geschiedt? En zoo ja, hoe? Zou het ook wenschelijk zyn, dat in de wet van 25 Mei 1880 tot bescherming van dieren, nuttig voor landbouw en houttteelt, of in het koninklyk besluit, regelendo de uitvoering dezer wet, veranderingen worden gemaakt? En zoo ja, welke? Iulcider de heer dr. J. Ritsema Bos te Wageningen. Zou het, by den sterk verminderden koop- en huurprys der landeryen, niet wenschelijk zijn om veel afgelegen en niet bij zonder vruchtbaar bouwland in boschgrond te veranderen? Zoo ja, welke houtsoorten bieden dan de meeste kans op voordeel? Wat is er te doen, om de blykbaar in ons land weinig ontwikkkelde kennis van houtcultuur onder den landbouwersstand te doen toe nemen Hoe staat het met de op het vorig landbouwcongres besproken verandering in de wyze, waarop de voordrachten der omgaande landbouwleeraars gehouden worden. Is daarvan reeds iets in den afgeloopen winter merkbaar geweest? Is het streven der Vereeniging tot bestryding van knoeierijen in den boterhandel in het belang van den Nederlandschen land bouw? Zoo ja! Wat kan het congres doen om die Vereeniging te steunen? Inleider de heer J. Rinkes Borger te Leiden. Welke gevolgen zal een eventueele droogmaking van de Zuider zee voor den landbouw hebben? In den laatsten tyd treedt coöperatie bij zuivelbereiding op den voorgrond. Wat zijn de voor-, wat zijn de nadeelen daaraan verbonden Inleider de heer Herman F. Bultman te Haarlemmermeer- De behoefte aan vakonderwijs in de zuivelbereiding, op een- voudigen voet ingericht, wordt in veeryke streken van ons land, hoe langer zoo meer erkend en gevoeld. Wat kan het congres tot bevordering dier behoefte doen? Inleider de heer Van Konijnenburg te Leeuwarden. Buitenland. In het Journal des Débats schrijft, met het oog op de zaken in het Oosten, de bekende publicist John Lemoinne o. a. het volgende: «Men moet erkennen, dat de groote mogendheden op dit oogenblik geen zeer hartverheffend schouwspel opleveren. Zij zetten het op haren en snaren om een klein volk te verpletteren, dat buiten machte is om haar het hoofd te bieden, en doen die grootsche demonstratie om redenen van de kleingeestige eigenliefde. Griekenland had zich^ verbonden om zich te ontwapenen, ja, maar bet had zulks gedaan jegens Frankrijk, en juist dat was noch Engeland, noch Duitschland naar den zin. De etiqnette eischt, dat Griekenland zich onderwerpe voor den gemeenschappelijken aandrang der vijf mogendheden, die het hare sommatie deden. Om de waarheid te zeggen, komt het ons van de verbonden mogendheden werkelijk kinderachtig voor, dat zij zich gevoelig toonen wegens het bijzonder bewijs van ontzag, door Griekenland jegens Frankrijk... Voorwaar, al deze spitsvondigheden ziin het niet waard, dat men den wereldvrede er aan waagt.' Voor het overige blijft de schrijver staat maken op het behoud van dien vrede, op grond dat het rechte oogenblik om handelend op te treden voorbij is. «Griekenland heeft thans/bij eene breuk met Turkije niets meer te winnen, en dit laatste heeft er zijnerzijds niet den minsten lust in. De ware strijd loopt niet tus schen de Grieken en de Turken, maar tusschen de Grieken en de Slaven. Verfoeielijk, ja cynisch is in de politiek van Duitschland en Engeland vooral dit, dat zij de hand leenen tot de schending van het tractaat van Berlijn. De opstand van den Vorst van Bulgarije is blijkbaar aangemoedigd en ondersteund door al den invloed van Engeland, welke invloed thans met zijn volle gewicht drukt op Griekenlands onafhankelijkheid. Engeland heeft zich nooit vergeven, dat het deelgenomen heeft aan den slag van Navarino. Het heeft dit steeds als een van de grootste misslagen in zijne geschiedenis beschouwd; het was eene inbreuk op zijne traditioneele politiek, waarbij de onschendbaarheid van het Turksche Rijk als een leerstuk werd aangemerkt... Nu de blokkade is afgekondigd, moeten de Grieken op Engelands menschlievendheid niet al te zeer bouwen.... Nu men de deuren voor hen sluit, zullen de Grieksche schepen weldoen met zich te onthouden van eene poging om door te breken." Ruslands deelneming aan het ultimatum is een bewijs, meent de schrijver, dat het in de zeer gevoelige nederlaag, in Bulgarije geleden, berust, welke tevens*eene nieuwe revanche van Engeland is voor San Stefano. «De Grieken," aldus besluit de heer Lemoinne, «moeten een gunstiger oogenblik afwachten en dan zullen zij, als deel uitmakende van hun recht, zoowel het schenden der in 1881 door het Europeesch Congres hun plechtig gedane beloften als de onbeschaamde verkrachting der tractaten, waaraan die werden opgeofferd, kunnen inroepen." Te Venetië kwamen van den 10 dezer.'s middags tot den 11 dezer op hetzelfde unr negen gevallen van cholera voor; zeven personen waren in dien tijd aan de ziekte overleden. Te Ostuni werden drie gevallen waar genomen; te Bari vijf-en-dertig en elf sterfgevallen; te Brindisi geen ziekte- en geen sterfgeval. Bij de opening van het Congres der Argentijnsche Republiek heeft de President in zijne Boodschap gecon stateerd, dat de betrekkingen met het buitenland goed waren, het land rustig was en de immigratie toenemende. Toen hij het Congres verliet, wierp iemand hem een steen naar het hoofd; de dader werd gevat; de kwetsuur van den President was licht. Het Engelsche Lagerhuis heeft met 117 tegen 62 stemmen het door de Regeering bestreden voorstel van Pease tot afschaffing der doodstraf verworpen. Van den aanzienlijken achteruitgang, welken de scheepsbouw het afgeloopen jaar in Engeland onderging, leveren de volgende cijfers het treffend bewijs: Aan de Clyde werden in 1885 241 schepen gebouwd, voor een gezamenlijken inhoud van 193,448 ton, of 105,119 ton minder dan in 1884. Aan do Tyne werden in 1885 229 schepen gebouwd, voor een gezamenlijken inhoud van 233,352 ton, of 50,332 ton minder dan in 1884. Stelt men den gemiddelden inhoud van een schip op 800 ton, dan zou de achteruitgang in den aanbouw onge veer 200 schepen in een enkel jaar hebben bedragen. Prins Bismarck heeft eene kleindochter gekregen, die eene Gravin Bismarck wezen zal. Wel had hij reeds kleinkinderen, maar deze waren uit het huwelijk zijner dochter mot Graaf Rantzau. De nu geboren kleindochter is uit het huwelijk, dat verleden zomer door zijn jongstea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2